Ga naar de inhoud

‘De koloniale gangreen maakt zich meester van de geesten’

De hedendaagse ‘inboorlingen’ van de Franse Republiek

8 min leestijd
Placeholder image

President Chirac, in zijn verklaring tot het Franse volk, zei dat ‘de kinderen van de probleemwijken’ de legitieme dochters en zonen van de Franse Republiek blijven. Wie had daaraan kunnen twijfelen? Toch zeker niet de ‘kinderen’ – tegen wie men een wet inschakelt die dateert uit 1955 en die bedoeld was om de Algerijnse bevrijdingsstrijd neer te slaan. Het is dezelfde wet waarmee op 17 oktober 1961 een betoging van Algerijnen in Parijs op een bloedige manier uit elkaar geslagen werd (1), en die in 1984 door de socialistische regering ingeroepen werd om in de Franse kolonie Kanaky (Nieuw-Caledonië) de onafhankelijkheidsbeweging te bekampen. De boodschap is duidelijk: nà 50 jaar verkiest Frankrijk de jongeren van de banlieues te behandelen op dezelfde manier als hun ouders en grootouders. De ‘Beweging van de Inboorlingen van de Republiek’ – een recente drukkingsgroep van Franse inwoners van buitenlandse afkomst – ziet hierin de bevestiging van haar analyse, zoals ze die in een oproep in januari 2005 neergeschreven had. We brengen hier in vertaling het grootste gedeelte van deze verklaring.

***

Door de discriminatie bij de tewerkstelling, op de woonmarkt, in de gezondheidszorg, op school en in de vrije tijd, zijn de mensen uit de vroegere en de huidige kolonies en uit de postkoloniale immigratie de eerste slachtoffers van de sociale uitsluiting en precarisering.

Onafhankelijk van hun daadwerkelijke oorsprong, worden de bewoners van de ‘probeemwijken’ ‘geautochtoond’, ‘verbannen’ naar de marges van de maatschappij. De ‘buitenwijken’ worden ‘rechteloze zones’ die de Republiek wil ‘heroveren’. Controles van de afkomst, diverse provocaties, allerlei soorten vervolgingen komen steeds meer voor, terwijl de brutaliteiten van de politie, die soms extreme vormen aannemen, slechts zelden gestraft worden door een gerecht dat met twee maten en twee gewichten werkt. Om de Republiek vrij te pleiten, beschuldigd men onze ouders ervan dat ze in gebreke gebleven zijn, terwijl wij er ons maar al te goed van bewust zijn welke opofferingen en inspanningen zij geleverd hebben en welk leed hen aangedaan werd.

Met de vorming van de Franse Raad voor het Moslimgeloof onder voogdij van het Ministerie van Binnenlandse Zaken staan de koloniale mechanismen van het beheer van de islam opnieuw op de agenda. De anti-hoofddoekenwet – die discriminerend, seksistisch en racistisch is – is een uitzonderingswet met een koloniale ondertoon.

Even koloniaal is het parkeren van de vroegere inlandse medewerkers van de koloniale macht, en hun kinderen. De volkeren die uit de kolonisatie en de immigratie voortkomen zijn tevens het voorwerp van politieke discriminatie. De zeldzame verkozenen vervullen dikwijls de rol van Excuus-Truus. Men weigert stemrecht te verlenen aan degenen die niet ‘Frans’ zijn, terwijl men op hetzelfde moment de ‘inburgering’ betwijfelt van degenen die het wel zijn. Het recht Fransman te zijn omdat men in Frankrijk geboren is (‘le droit du sol’), wordt ter discussie gesteld.

Zonder rechten noch bescherming, voortdurend bedreigd met arrestatie en uitwijzing, worden tienduizenden hun papieren ontzegd. Het vrije verkeer van personen wordt miskend: een groeiend aantal Maghrebijnen en Afrikanen zien zich verplicht de grenzen illegaal over te steken, en waagt daarbij zijn leven.

Frankrijk is een koloniale staat geweest…

Gedurende meer dan vier eeuwen heeft Frankrijk actief deelgenomen aan de slavenhandel en aan de deportatie van volksgroepen in Zwart Afrika. Ten koste van verschrikkelijke slachtpartijen hebben de koloniale machten hun juk opgelegd aan tientallen volkeren, wier rijkdommen ze geroofd hebben, hun culturen vernietigd, hun tradities geruïneerd, hun geschiedenis miskend, hun herinnering uitgebannen. De inlandse soldaten, die tijdens beide wereldoorlogen als kanonnenvoer fungeerden, zijn nog steeds het slachtoffer van een schandalige ongelijke behandeling.

…Frankrijk is nog steeds een koloniale staat

In Nieuw-Caledonië, Guadeloupe, Martinique, Guyana, Réunion, Polynesië heerst er repressie en een minachting voor het algemene stemrecht. De afstammelingen van deze kolonies worden in Frankrijk gedegradeerd tot het statuut van immigrant, tot een tweederangsburger die niet dezelfde rechten als een Fransman heeft. In sommige van die oude kolonies voert Frankrijk nog steeds een overheersingspolitiek. Een groot deel van de lokale rijkdom wordt afgeleid naar de oude metropool en het internationale kapitaal. Haar leger gedraagt zich in Ivoorkust alsof het een veroverd gebied betreft.

De behandeling van de bevolking uit de kolonisatie is, zonder dat zij daartoe gereduceerd kan worden, een verderzetting van de koloniale politiek. Niet enkel wordt het beginsel iedereen-gelijk-voor-de-wet niet gerespecteerd, de wet zelf is niet altijd gelijk (dubbele bestraffing, toepassing van het personeelsstatuut voor vrouwen uit de Maghreb en Zwart Afrika). Het beeld van de ‘inboorling’ blijft de politieke, administratieve en juridische wereld achtervolgen; het innerveert, en vermengt zich met andere logica’s van maatschappelijke onderdrukking, discriminatie en uitbuiting. Aldus probeert men tegenwoordig, in de context van het neoliberalisme, de geïmmigreerde arbeiders ervan te beschuldigen dat ze de arbeidsmarkt dereguleren, omdat ze het geheel van de loonarbeid zouden meetrekken naar nog meer precarisering en flexibilisering.

De koloniale gangreen maakt zich meester van de geesten. De verscherping van de wereldconflicten, voornamelijk die van het Midden-Oosten, heeft een onmiddellijke weerslag in het Franse debat. De belangen van het Amerikaans imperialisme en het neoconservatisme van de regering-Bush vervoegen de Franse koloniale erfenis. Een actieve vleugel van de Franse intellectuele, politieke en mediamieke wereld draait haar rug naar de progressieve strijd en verandert tot agenten van het ‘denken’ van de Bush-administratie. Doordat ze de ruimte van de communicatie domineren, recycleren deze ideologen het thema van de ‘schok der beschavingen’ in de lokale taal van het conflict tussen ‘Republiek’ en ‘communautarisme’. Net zoals in de glorierijke dagen van de kolonisatie tracht men de Berbers tegen de Arabieren op te zetten, de joden tegen de ‘Arabische moslims’ en de Zwarten. De jongeren ‘uit de immigratie’ worden er aldus van beschuldigd een nieuw antisemitisme uit te dragen. Onder de nooit gedefinieerde benaming van ‘integrisme’ worden de bevolkingen uit Afrika, de Maghreb of de moslims geïdentificeerd als de Vijfde Kolonne van een nieuwe barbarij die het Westen en de ‘westerse waarden’ zouden bedreigen.

Dit reactionaire offensief wordt valselijk gecamoufleerd achter de vlag van de scheiding van Kerk en Staat, van het staatsburgerschap en van het feminisme, het verovert de geesten en tast het politieke klimaat aan. Zij richt een ravage aan in de Franse maatschappij. Met haar retoriek is zij er als een gangreen reeds in geslaagd door te dringen tot in het progressieve kamp. Het zou een politieke en historische fout zijn om het monopolie van de koloniale en racistische voorstellingswereld enkel toe te schrijven aan extreem-rechts. De koloniale ideologie duurt voort, en doorkruist de grote stromingen van het Franse politieke landschap.

De dekoloniastie van de Republiek staat nog steeds op de dagorde

De Republiek van de Gelijkheid is een mythe. De staat en de maatschappij zouden op een radicale manier moeten terugblikken op hun koloniaal verleden-heden. Het wordt tijd dat Frankrijk zijn Verlichting onderzoekt, het wordt tijd dat het universalisme van de gelijkheid, dat tijdens de Franse Revolutie geponeerd werd, dit weerbarstige nationalisme terugdringt naar het ‘chauvinisme van het universele’, dat pretendeert de ‘wilden’ de ‘beschaving’ te brengen. Het is dringend nodig om op het vlak van de rechtvaardigheid en de gelijkheid radicale maatregelen te nemen die een einde stellen aan de racistische discriminatie in de toegang tot werk, tot huisvesting, tot cultuur en tot het staatsburgerschap. Er moet een halt toegeroepen worden aan de instellingen die de bevolkingen uit de kolonisatie degraderen tot tweederangsburgers.

Onze ouders, onze grootouders werden tot slavernij gebracht, gekoloniseerd, verdierlijkt. Maar ze werden niet verbrijzeld. Zij hebben hun waardigheid als mens weten te behouden via het heldhaftige verzet dat ze gevoerd hebben om het koloniale juk van zich af te schudden. Wij zijn hun erfgenamen, net zoals we de erfgenamen zijn van die Franse vrouwen en mannen die weerstand geboden hebben aan de nazistische barbarij en van iedereen die in verzet gekomen is tegen de onderdrukkers en die met hun inzet en hun offers aangetoond hebben dat de anti-koloniale strijd niet los staat van de strijd voor maatschappelijke gelijkheid, vrijheid en burgerschap. Dien Bien Phu is hun overwinning (2). Dien Bien Phu was geen nederlaag maar een overwinning van de vrijheid, van de gelijkheid en van de broederlijkheid. Om dezelfde redenen staan we aan de kant van alle volkeren (van Afrika tot Palestina, van Irak tot Tsjetsjenië, van de Caraïben tot Latijns-Amerika) die strijden voor hun bevrijding, tegen alle vormen van imperialistische, koloniale en neo-koloniale overheersing.

Uittreksel uit de voorstellingstekst van ‘Les Indigènes de la République’, januari 2005. Vertaling: J.L. Zie: indigenes.org.

(1) Op 17 oktober 1961 werd een betoging van Algerijnen in Parijs op een bloedige manier uit elkaar geslagen. Er vielen tientallen doden, honderden gewonden, duizenden Algerijnen werden uitgewezen, en 11 500 demonstranten werden gearresteerd. Aan het hoofd van de politie stond Maurice Papon, die later veroordeeld werd omdat hij tijdens de oorlog, eveneens als politieofficier, verantwoordelijk was voor de deportatie van Franse joden naar het concentratiekamp.

(2) Dien Bien Phu is de plaats waar in 1954 de Franse koloniale troepen een historische nederlaag leden, hetgeen het einde van de Franse koloniale heerschappij in Vietnam betekende.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door zie bericht.)