Ga naar de inhoud

Chiapas, Mexico: EU-ontwikkelingssamenwerking onder vuur

De Europese Unie is een 'global player' op het wereldtoneel. Zij gaat de uitdagingen van de globalisering voortvarend aan. Naast het handelsbeleid t.a.v. haar externe relaties maakt ontwikkelings-samenwerking net zozeer deel uit van haar buitenlandse politiek. Of zij daarbij de door haarzelf hoog in het vaandel gedragen democratische waarden respecteert is een 2e…

7 min leestijd
Placeholder image

Sinds het "nee" tegen de europese grondwet kampt de EU met een legitimiteits- en vertrouwens-probleem en staat de kwestie van draagvlak en transparantie hoog op de agenda. Na een reflectie-periode van 2 jaar zal EU-voorzitter Duitsland komend jaar de nationale regeringen polsen over de te varen koers. De Europese Commissie vraagt zich af hoe ze de europese burger kan doordringen van het feit dat globalisering onafwendbaar is, en dat het in europa's belang is om deze uitdaging aan te gaan. Want de EU gaat niet alleen over europa, maar is vooral ook een 'global player' in de geglobaliseerde wereld, en treedt de 'global challenges' voortvarend tegemoet. Mensenrechten en democratische waarden vormen daarbij de leiddraad. Het politiek-economische model dat de EU daarbij hanteert creëert een win-win situatie: handel, democratie, armoedebestrijding en milieubescherming staan niet op gespannen voet met elkaar, maar zijn meerdere kanten van de zelfde medaille, en volledig verenigbaar met het buitenlands beleid van de EU t.a.v. haar externe relaties. Want niet alleen qua economische en politieke invloed, maar ook qua ontwikkelings-samenwerking, armoede-bestrijding, conflictpreventie en natuurbescherming is de EU een 'global player'.

Zo heeft de EU, in het kader van haar vrijhandelsverdrag met mexico, tevens een plan t.a.v. de problemen in Chiapas, in het zuiden van Mexico: dit is een ecologisch belangrijk natuurgebied (tropisch regenwoud) met grote bio-diversiteit. Maar de maya-bevolking die er woont vormt een gevaar voor de natuur door een hoge bevolkingsdruk en kleinschalige slash&burn-landbouw. Het probleem is echter dat deze mensen door armoede en marginalisatie geen alternatieven hebben. Daar beoogt Prodesis wat aan te doen op een integrale en duurzame manier: de (voornamelijk indigena)-bevoling wordt andere manieren van inkomensderving aangeboden die een alternatief vormen voor de destructieve slash&burn-landbouw, en betrokken bij besluitvormingsprocessen. Zo wordt armoedebestrijding gecombineerd met natuurbescherming, alles in het kader van duurzaamheid en democratische inspraak.

Critici zijn echter van mening dat de EU, door zaken zo voor te stellen, de oorsprong van de problemen in de regio niet erkent. De maya-indianen leven van oudsher van kleinschalige landbouw en respect voor moeder aarde. Ze hebben niet gekozen voor armoede en uitsluiting, maar corrupte politiek en groot-grondbezit hebben ervoor gezorgd dat zij sinds de spaanse overheersing gemarginaliseerd zijn, en verwikkeld in een strijd om land en bestaan. De kwestie over landrechten gaat terug tot de Mexicaanse Revolutie van 1910. Arme boeren en indianen kwamen toen (o.l.v. Emilio Zapata) in opstand tegen de overheid en grootgrondbezitters. Dit leidde in de jaren na de revolutie (na 1917) tot agrarische hervormingen en in artikel 27 van de Mexicaanse grondwet werd het recht op gemeenschappelijk eigendom van land voor traditionele gemeenschappen vastgelegd. Zo ontstond het systeem van de ejido, dat in praktijk private investeringen aan banden moest leggen, en de indigena-bevoling recht gaf op een stuk land om op en van te leven. Veel land was echter in bezit van grootgrondbezitters. Aangespoord door de overheid, en zonder uitzicht op werk in de steden, vestigden vele landloze maya zich in het onontgonnen Lacandon-woud. Dit leidde tot nieuwe etnische en land-gerelateerde conflicten, en een toenemende druk op het woud. De overheid besloot een deel van het woud tot beschermd gebied uit te roepen, en gaf één bevolkingsgroep (de lacandon-maya) het beheer in handen.

Sinds de jaren ’80 en ’90 is de nadruk komen te liggen op industriële ontwikkeling en het aantrekken van buitenlands kapitaal. De regering Salinas nam de eerste stappen richting privatisering van land middels het programma PROCEDE. In 1992 werden (als voorwaarde voor Mexico om toe te mogen treden tot de NAFTA) art.4 en art.27 van de grondwet gewijzigd, waardoor de overheid een middel kreeg om privatisering van gemeenschappelijk ejido-land mogelijk te maken. Hierdoor viel de basisstructuur van de indigena-gemeenschappen uiteen en werden de voorheen ejidatorios nu formeel landbezetters.

Op 1 januari 1994, de dag dat de NAFTA in werking trad, brak er een gewapende opstand uit o.l.v. het EZLN (de Zapatistas). Hun verzet was gericht tegen hun marginalisering, de grondwetswijziging, en de verwachte uitwerkingen van de NAFTA, en ze eisten sociale rechten en landrechten. De regering antwoordde met militairisering van het gebied, en er volgde een gespannen wapenstilstand. Als blijk van politieke wil om het conflict vreedzaam op te lossen ondertekende de Salinas-regering in 1996 de San Andrés akkoorden, hiermee de indigena-cultuur en hun recht op land erkennende, conform ILO-conventie 169. Dit verdrag werd vervolgens niet gehonoreerd, en de onrust nam toe, met als dieptepunt een para-militaire slachting in het dorp Acteal in 1997 waarbij 48 doden vielen. Toen president Vicente Fox zijn ambt bekleedde in 2000, verklaarde hij het vredesproces weer op te starten en het San Andrés akkoord te honoreren. Dit liep echter op niets uit toen het congres in 2001 een grondwetswijziging aannam die het verdrag uitholde. De nieuwe wet werd bekritiseerd door de International Labour Organisation (ILO) vanwege schending van ILO-conventie 169 (door Mexico erkend), en de Nationale Commissie voor de Mensenrechten eiste dat de wijziging zou worden teruggedraaid. Sindsdien zit het vredesproces in een impasse, en vallen er jaarlijks doden bij gewapende conflicten waarbij vaak para-militaire groepen betrokken zijn. De zapatistas hebben geen vertrouwen meer in de overheid en hebben autonome 'gemeenschappen van goed bestuur' uitgeroepen. In 2004, het jaar dat Prodesis van start ging, verklaarde Ruben Velazquez Lopez (secretaris van de Chiapas-regering) dat landbezettingen niet langer getolereerd zouden worden, en gedwongen relocaties zouden volgen.
Krititiek op Prodesis en de rol van Europa is drieledig:
1] Ten eerste gaat zij voorbij aan de sociaal-politieke realiteit en instabiliteit van de regio. Dit terwijl in januari 1998 de Europese Commissie een resolutie aannam waarin de betrokkenheid van het leger bij het paramilitaire geweld in Chiapas werd veroordeeld en president Zedillo werd aangespoord het vredesproces weer op te starten, en het Euro-parlement zelfs de ratificatie van het vrijhandelsverdrag met Mexico wilde opschorten. Door haar samenwerking met de regering van Chiapas (die een partij is in het conflict), en door selectief bevolkingsgroepen geconsulteerd te hebben, kan de EU haar neutraliteit niet waarborgen, aldus critici.
2] Een verdergaande beschuldiging is dat Prodesis in feite neerkomt op een contra-insurgentie-project, met als doel stabiliteit in de regio te creeëren door bevolkingsgroepen te relokaliseren en het verzet de wind uit de zeilen te nemen. Op die manier probeert Europa voet aan de grond te krijgen in zuid-Mexico, dat een groot economisch potentieel heeft (eco-tourisme en natural resources als olie, bio-diversiteit en water).
3] Ten derde zou zij dit doen zonder zich te houden aan internationale verdragen die het zelfbeschikkingsrecht van inheemse volken garanderen (bijv. ILO-conventie 169), namelijk door selectieve consultatie. Onder de vlag van ontwikkelingssamenwerking en natuurbescherming zou de EU, in samenwerking met de Chiapas-regering, een bestemmingsplan voor de regio ontwikkelen, over de hoofden van de maya-bevolking. Dit heeft onlangs (9-2-2007) geresulteerd in een verklaring van 58 representanten van indigena-gemeenschappen waarin zij de stopzetting van prodesis eisen.

Hiertoe hebben verschillende EU-parlementariërs (Pflüger, Meijer en Lichtenberger) al vragen gesteld aan de Europese Commissie. De antwoorden van de Commissie zijn echter ontwijkend en soms zelfs misleidend. Hiermee wordt de vraag naar transparantie en het democratisch gehalte van de EU en haar beleid urgenter. Niet alleen buiten haar grenzen wordt de EU beschuldigd van beleid dat in strijd is met internationale afspraken en haar normen en waarden, ook kan de EU zich afvragen inhoeverre de euro-scepsis t.a.v. openheid en transparantie naar haar eigen bevolking toe al dan niet terecht is. Globalisering is een proces waar niet voor of tegen valt te kiezen, maar in hoeverre wij democratie en transparantie willen laten mee-globaliseren, dat zal afhangen van keuzes die nu gemaakt worden…

meer over de verklaring tegen Prodesis van 9-2-2007:
http://www.indymedia.nl/nl/2007/02/42456.shtml

Info over een geweldadig incident in 2004 i.v.m. Prodesis:
http://www.indymedia.nl/nl/2004/02/16779.shtml

meer over Prodesis en EU-ontwikkelins-samenwerking: youtube, youtube 2 youtube 3, youtube 4 , youtube 5 en youtube6.

=====================

-Mail: mirrormundo@yahoo.com, en  Website