Ga naar de inhoud

CETA: Pandemie benadrukt tekortkomingen in handelsovereenkomst tussen de EU en Canada

Tijdens de Corona-viruspandemie gaat het ratificatieproces van de handelsovereenkomst tussen de EU en Canada CETA gewoon door. In dit blogbericht wordt CETA besproken in het licht van de pandemie en wordt geconcludeerd dat we een fundamenteel veerkrachtigere samenleving nodig hebben, met meer mogelijkheden tot ageren en dat we nu misschien een eenmalige kans hebben.

5 min leestijd

(Door Ante Wessels, vrijschrift, vertaling globalinfo.nl)

We moeten de internationale regels die de beleidsruimte beperken, heroverwegen en handelsovereenkomsten die dat wel doen, zoals CETA, niet ratificeren. Op zijn minst moet de geschillenbeslechting tussen investeerders en staten (ISDS) worden afgeschaft.

———–

Analyse heeft uitgewezen dat CETA geneesmiddelen duurder zou maken. Dit zou het geval zijn in Canada, aangezien Canada zijn octrooiregels zou moeten versterken. Een sterkere octrooibescherming verhoogt het inkomen van farmaceutische bedrijven, maar maakt geneesmiddelen duurder.

Voor zover ik kan zien, zou de EU haar wetten niet hoeven te veranderen. Over het algemeen werkt het andersom: de EU neemt zelf een sterke octrooibescherming aan en exporteert vervolgens haar regels in handelsovereenkomsten. Zij geeft haar industrieën een sterkere positie in de wereld – ten koste van de toegang tot geneesmiddelen. Maar ook ten koste van haar vermogen om haar eigen wetten te hervormen. Het levert dus beleidsruimte in.

Coronavirus

Maar dan komt het Coronavirus. Artsen proberen levens te redden; wetenschappers werken in hun laboratoria. Gezondheidsadviseurs wijzen erop dat onze regels ons vermogen om de pandemie te bestrijden beperken. Het is een zielige stand van zaken dat we gezondheidsbepleiters nodig hebben om  hier op te wijzen. Enkele voorbeelden van hun cruciale werk:

Costa Rica stelt voor een opslagplaats te creëren voor informatie over diagnostische tests, apparaten, medicatie of vaccins, met vrije toegang of met licenties tegen redelijke en betaalbare voorwaarden, in alle landen die lid zijn van de WTO.

Meer dan 400 maatschappelijke organisaties en individuen onderschrijven de brief aan de Wereldorganisatie voor Intellectueel Eigendom: intellectuele eigendomsrechten mogen geen belemmering vormen voor de strijd tegen COVID-19 en de gevolgen daarvan.

“Onderzoekers ontdekten de verspreiding van het virus via een tekst- en datamining-project dat auteursrechtelijk beschermde nieuwsartikelen analyseert, mogelijk gemaakt door Canada’s flexibele recht op eerlijke handel voor onderzoeksdoeleinden.”

Christopher Garrison roept op tot dringend noodzakelijke collectieve actie om de uitdaging van deze pandemische crisis aan te gaan: een pool van intellectueel eigendom in verband met het Coronavirus.

“Waardevolle tijd kan niet worden verspild aan langdurige onderhandelingen met deze houders van intellectuele-eigendomsrechten of aan campagnes om hen over te halen om samen te werken”.

Eerder hebben de VS, de EU, Canada en andere landen helaas afstand gedaan van het recht om geoctrooieerde geneesmiddelen of vaccins te importeren die onder een dwanglicentie in het buitenland zijn vervaardigd. Gezondheidsadviseurs vragen deze landen om de eerdere beslissing terug te draaien.

Joseph Stiglitz, hoogleraar aan Columbia University, en in 2001 ontvanger van de Sveriges Riksbankprijs voor economische wetenschappen ter nagedachtenis aan Alfred Nobel gaf het volgende commentaar:

“Het leven moet altijd boven de winst worden gesteld, en dat geldt des te meer midden in een pandemie. De WTO zou geen regels moeten hebben die opzettelijk barrières opwerpen voor de invoer van benodigde medicijnen, of het nu gaat om rijke landen of om arme landen; en vooral omdat die regels het vermogen van bedrijven om efficiënte schaalvoordelen te behalen, beperken. De opt-outbepaling in artikel 31bis is protectionisme op zijn slechtst – waardoor  levens verloren kunnen gaan  – en iets wat duidelijk niet in het belang is van een land, groot of klein, importeur of exporteur, tijdens de COVID-19-crisis”.

Ruth Lopert, adjunct-hoogleraar gezondheidsbeleid en -beheer, George Washington University, verklaarde:

“Of het nu gemotiveerd was door berusting of overmoed, het is ironisch dat bij de beslissing om af te zien van deelname, hoge inkomenslanden nooit hebben geanticipeerd op de dag dat ze zelf 31bis nodig zouden kunnen hebben.”

Onze regels beperken ons vermogen om een pandemie te bestrijden. Bovendien beperken ze de toegang tot geneesmiddelen op dagelijks niveau. Wat te doen na de pandemie? Terug naar de normale gang van zaken? Of erger nog? Brook K. Baker waarschuwt voor een golf van pro-IP voorstellen van de industrie in het kielzog van de COVID-19.

Dat zou zeker een stap in de verkeerde richting zijn.

CETA, crisisrespons, ISDS

Tijdens een pandemie kunnen landen dwanglicenties op octrooien verlenen. De bepalingen inzake intellectuele-eigendomsrechten van CETA lijken de toegang tot geneesmiddelen tijdens de pandemie niet te schaden.
CETA bevat echter ook een supranationale geschillenbeslechting tussen investeerders en staten, die door de harde bescherming van investeringen ons vermogen om op crises te reageren beperkt. Sommige van de maatregelen die landen zullen nemen om de pandemie te bestrijden, zijn wellicht minder welgevallig voor commerciële belangen dan in andere tijden. De staten en het publiek hebben Roche onder druk gezet om een geheim recept voor tests vrij te geven. Dwanglicenties en compensaties kunnen conflicten veroorzaken.

Bedrijven zouden ISDS kunnen gebruiken tegen de EU, de lidstaten van de EU en Canada. Advocaten zijn al bezig met het slijpen van hun messen. We moeten voorkomen dat CETA wordt gebruikt voor ISDS, door CETA niet te ratificeren.

Beleidsruimte

Laten we de beleidsruimte terugpakken. De ontwikkeling van medicijnen gebaseerd op een monopolie is verraad aan de wereld. We hebben betaalbare medicijnen nodig, niet alleen tijdens een pandemie. We hebben open wetenschap en onderzoekspraktijken nodig voor de wereldwijde gezondheidsbehoeften die innovatie en tijdige toegang op elkaar afstemmen. We hebben de beleidsruimte nodig om deze praktijken uit te voeren.

De pandemie opent de beleidsruimte – die we daarna niet weer moeten sluiten. Naast de toegang tot medicijnen stelt de redactie van de Financial Times:

“Radicale hervormingen – het omkeren van de heersende beleidsrichting van de laatste vier decennia – zal op de agenda moeten komen. Regeringen zullen een actievere rol in de economie moeten aannemen.”

We kunnen niet terug naar de ‘normale gang van zaken’ (ook in het licht van de klimaatverandering). We hebben een fundamenteel meer veerkrachtige samenleving nodig, met meer ruimte om te ageren – en we hebben nu misschien een eenmalige kans. We moeten de internationale regels die cruciale beleidsruimte beperken, heroverwegen en handelsovereenkomsten, zoals CETA, die dat wel doen, niet ratificeren. De ISDS moet op zijn minst worden afgeschaft.