Ga naar de inhoud

ALBA en de Bank van het Zuiden

Alternatieven
voor het neoliberalisme:
Tijdens
de top over een vrijhandelsakkoord tussen de EU, Latijns-Amerikaanse landen en
Caribische landen (De Vijfde LAC-EU Top) die deze week in Lima (Peru) wordt
gehouden, zullen ALBA (Bolivarian Alternative for the Americas) en de Banco del
Sur waarschijnlijk op de achtergrond een prominente rol spelen. ALBA biedt
namelijk een ander model voor economische samenwerking in de regio en de Banco
del Sur kan een alternatief zijn voor de financiering door IMF en Wereldbank en
kan de landen in de regio minder afhankelijk maken van de handels- en
investeringsvoorwaarden van de EU en de VS. (Het stuk was voorafgaand aan de topconferentie geschreven, inmiddels is die achter de rug, red.)

 

10 min leestijd
Placeholder image

De
grote economische blokken in de wereld, zoals de VS en de EU, proberen vooral
sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw vrijhandelsverdragen met het Zuiden af te
sluiten die ten goede komen aan de Europese of Amerikaanse economieën en de
daar gevestigde multinationals. Een voorbeeld is Latijns-Amerika.

De
laatste jaren groeit de volksbeweging tegen dit soort initiatieven echter,
zowel op straat als institutioneel. Zo worden tijdens de Vijfde EU-LAC top die
deze week in Peru [1] plaatsvindt demonstraties en een tegentop gehouden en
worden de praktijken van multinationals aan de kaak gesteld. En op de
achtergrond speelt de Banco del Sur een rol als alternatieve geldbron.

De VS
streeft al langere tijd naar een volledige vrijhandelszone met Latijns-Amerika
en wendde daartoe verschillende instrumenten aan. De door de VS gedomineerde
Wereldbank en IMF legden vanaf de tweede helft van de jaren ’70 aan de
Latijns-Amerikaanse landen – die in diepe schulden verkeerden – zogenaamde
herstructurering- of deflatieprogramma’s op. Deze programma’s bestonden, net
als de programma’s tijdens de Grote Depressie in de jaren ’30 van de vorige
eeuw, hoofdzakelijk uit deregulatie, devaluatie, liberalisering en
privatisering van hun economieën. Sedert de val van de Berlijnse Muur kon dit
neoliberale programma van de Wereldbank en het IMF wereldwijd, maar zeker ook
in Latijns-Amerika, op groeiende steun en vooral op versnelde wereldwijde
invoering rekenen. Rusland, landen in Oost-Europa, Afrika en Latijns-Amerika:
allemaal met structurele handels- en betalingsbalanstekorten.

In
tegenstelling tot wat Wereldbank- en IMF-economen, en hun ideologische
leermeesters – de Chicago Boys – beweerden, leidden deze programma’s in geheel
Latijns-Amerika tot groeiende financiële en economische crises, tot verdere
verarming en tot grote politieke instabiliteit, waarbij vaak neofascistische
regimes aan de macht kwamen om de Wereldbank- en IMF-programma’s aan de
bevolking op te leggen. Dit staat in scherp contrast tot landen in Azië, zoals
China, India en Vietnam, maar in het verleden ook Zuid-Korea en Singapore, die
juist gebruik maakten van economische planning met een omvangrijke staatssector
(inclusief publieke diensten), stabiele wisselkoersen, kapitaalcontroles,
tariefmuren en export (agrarische producten, industriële goederen, kapitaal)
die hoge economische groeicijfers met handelsbalansoverschotten opleverden.

In
tweede helft van de jaren ’90 kwam er een tegenreactie in Latijns-Amerika op
gang tegen deze opgelegde saneringsprogramma’s met haar vrijhandelsverdragen,
zoals de Free Trade Agreement of the Americas (FTAA/ALCA), die werd gedragen
door gekozen linkse regeringen. Ook werd op 25 en 26 april 2005 een alternatief
handelsverdrag gesloten tussen Venezuela, Cuba en Bolivia met als titel
"Het Bolivariaans Alternatief voor de Latijns-Amerikaanse volkeren",
ofwel ALBA [2].

ALBA
[3] is een regionaal samenwerkingsverband op economisch, sociaal en cultureel
vlak dat is bedoeld om een eerlijke handel te realiseren, gebaseerd op
wederzijdse belangen. Hieronder zijn de uitgangspunten omschreven:

  1. Het nemen van concrete stappen voor het
invoeren van het integratieproces, gebaseerd op de gezamenlijke verklaring van
Venezuela en Cuba van 14 december 2004 

  2. Het doen van investeringen, gericht op
wederzijds belang, in de vorm van publieke, binationale, gemengde of
coöperatieve bedrijven, projecten met een gemeenschappelijk management of
andere samenwerkingsverbanden 
Prioriteit wordt gegeven aan initiatieven die de capaciteit versterken
van sociale deelname, industrialisatie van de natuurlijke hulpbronnen en veilig
voedsel met respect voor en bescherming van het milieu.

  3. Het uitwerken van een strategisch plan
dat aanvullende productie waarborgt met een wederzijds voordeel, gebaseerd op
een efficiënte verwerking van de bestaande natuurlijke voorraden (vooral olie),
en het beheer over de grondstoffen, de groei van de werkgelegenheid,
markttoegang en andere zaken, zoals die in solidariteit door de volkeren
verlangd worden.

  4. Het onderling uitwisselen van
wetenschappelijke en technische kennis om de economische en sociale
ontwikkeling van de drie landen te steunen.

  5. Het onderling uitwisselen van in de eigen
landen ontwikkelde kennistechnologische pakketten ten behoeve van het
gemeenschappelijk belang, die zullen voorzien in gebruik en uitvoering
gebaseerd op principe van wederzijds belang.

  6. Het streven naar een aandeel van
tenminste 51% voor het gastland in strategische bi- of trinationale bedrijven
daar waar de natuurlijke ligging en de prijs van de investering dat toelaten.

  7. Het openen van filialen van staatsbanken
op elkaars grondgebied. En het maken van wederzijdse kredietafspraken tussen
aan te wijzen bankinstituties ter vergemakkelijking van de betaling van en
belasting over de zakelijke en financiÃ"le transacties tussen de landen.

  8. Het toestaan van commerciële compensatie
door middel van goederen en diensten mits dit het wederzijdse belang van
uitbreiding en versterking van de handelsbetrekkingen dient (b.v. olie ruilen
tegen gezondheidsdiensten).

  9. Het versterken van de samenwerking op het
gebied van de communicatie door het beter benutten van infrastructurele
mogelijkheden voor transmissie, distributie, telecommunicatie enz., met respect
voor elkaars informatieve, culturele en opvoedkundige doelen. De regeringen
zullen de mogelijkheden voor integrale communicatie van Telesur steunen door de
kwalitatieve en kwantitative verspreiding in de landen uit te breiden.

 10. Het bevorderen van de ontwikkeling van
gezamenlijke culturele projecten, waarbij rekening wordt gehouden met het
bijzondere karakter van de verschillende gebieden en de culturele identiteit
van de bevolking.

 11. Het samenwerken om het analfabetisme uit
te roeien, door middel van de in Cuba ontwikkelde methode voor het bijbrengen
van basisschoolkennis bij grote groepen mensen.

Een coöperatieve
ontwikkelingsbank van het Zuiden: De Banco del Sur

Hoewel
er tegenwoordig gesproken wordt over een zogenaamde gewijzigde Washington
Consensus als antwoord op de groeiende financiële crises in het Zuiden, is het
volgens een recent rapport van Eurodad [4] nog steeds zo dat in 7 van de 10
gevallen, het IMF en de Wereldbank de eerder genoemde
herstructureringsprogramma’s opleggen aan schuldenlanden.

Als een
soort antwoord hierop nam de Venezolaanse president Hugo Chávez in 2006 het
initiatief voor de oprichting van de nieuwe Bank van het Zuiden (Banco del Sur)
[5][6], een Zuid-Amerikaanse investerings- en ontwikkelingsbank. De Bank van
het Zuiden wil de economische en sociale ontwikkeling financieren van de landen
die deel uitmaken van de Zuid-Amerikaanse Unie (UNASUR). De hoofdzetel is
gevestigd in Carácas (Venezuela). Het beginkapitaal van de bank van het Zuiden
bedraagt 4,5 miljard euro. Zeven landen met hun presidenten hebben zich
inmiddels aangesloten bij dit initiatief, te weten de Nestor Kirchner van
Argentinië, Hugo Chávez van Venezuela, Lula da Silva van Brazilië, Nicandor
Duarte van Paraguay, Rafael Correa van Ecuador [7], Evo Morales van Bolivia en
Tabare Vasquez van Uruguay.[8]

De Bank
van het Zuiden heeft als belangrijkste doel het steunen van vaak grootschalige,
zeer kapitaalintensieve, infrastructurele projecten door middel van langlopende
leningen, onder andere op het gebied van grondstoffen- en energiewinning [9].
Het gaat dan bijvoorbeeld om de 8000-kilometer lange gaspijpleiding van
Venezuela naar Argentinië die door Bolivia en Brazilië heen loopt. De projecten
zijn niet geheel onomstreden, omdat ze opgespannen voet kunnen staan met de
ecologische doelstellingen van de ALBA en landen die op korte termijn overwegen
lid te worden van ALBA, de zogenaamde geassocieerde leden.

De Bank
van het Zuiden is op 10 december 2007 officieel van start gegaan. De bank is
opgericht door de eerder genoemde 7 landen, maar de Raad van Bestuur wordt
gevormd door de ministers van Economische Zaken van 10 Latijns-Amerikaanse
landen en zelfs 12 landen kunnen gebruik maken van de faciliteiten. Joseph
Stiglitz – Nobelprijswinner, bekend Keynesiaans econoom en voormalig
hoofdeconoom van de Wereldbank – zei er het volgende over na een ontmoeting met
Chávez:

(….) "one of the advantages of having a Bank of
the South is that it would reflect the perspectives of those in the Western
Hemisphere. It would boost Latin America’s development and provide a useful
alternative to the World Bank and the International Monetary Fund. It is a good
thing to have competition in most markets, including the market for development
lending [10]."
(….).

Noten:

[1]
Voor meer over deze top en over de tegentop van de Latijns-Amerikaanse volkeren,
de Enlances Alternativo, zie noticias.

[2]
ALBA heeft het karakter van een Economische en Sociale Unie, waarbij wordt
gestreefd naar één geïntegreerd economisch blok van Latijns-Amerikaanse landen.
ALBA gaat nu als één handelsblok het programma van Raul Prebisch, een
Import-Subsidie Industrialisatie programma (ISI) uitvoeren op basis van het
model van de Keynesiaanse ontwikkelingsstaat (Zie wikipedia). Hierbij is
geleerd van de ervaringen van de opkomende grote Aziatische
ontwikkelingseconomieën, India en China. Deze weg was Cuba na 1989 vanwege haar
diepe economische depressie, al eerder ingeslagen (Zie: "Prospects for the
Cuban Revolution in the Post-Communist Era,
" van dr.
G. Lambie,
1997.

Op 25
april stelde de ALBA een eigen bank in werking: de Banco del ALBA. Meer
hierover in: "Banco del Alba entrará en funcionamiento el 25 de
abril," ABN, 7 april 2008.

[3] Voor een uitgebreide ALBA-analyse, zie "ALBA,
Venezuela’s answer to ‘free trade’: the Bolivarian alternative for the
Americas," door David Harris en Diego Azzi, Focus on the Global South,
januari 2007 (link, pdf ).
Voor een korte samenvatting, zie globalinfo. Een recente kritische
ALBA-analyse is te vinden in "Alternative financing for development:
Venezuela and ALBA
," door Alejandro Bendaña, 28 februari 2008.

[4] Een
analyse en korte samenvatting van en een link naar dit Eurodad-rapport is te
vinden in "World Bank Still Pushing Economic Policy Conditions," door
Celine Tan, 9 november 2007.

[5] Op
28 april 2008 besloten de regeringen van Brazilië, Ecuador, Paraguay, Uruguay,
Venezuela en Bolivia om aan hun parlementen en presidenten het voornemen voor
te leggen om de Bank per eind 2008 te openen. Argentinië sluit zich naar
verwachting binnenkort aan bij dit initiatief.
Zie: "El
Banco del Sur comenzará a operar a finales de 2008 con un capital inicial de
7.000 millones de dólares," EuropaPress, 28 april 2008 .

[6] Per
25 april 2008 is daarnaast de (door met name Venezuela gefinancierde) Banco del
ALBA actief. Volgens de Venezolaanse minister voor Financiën, Isea, heeft deze bank
niet ten doel rijkdom te vergaren, maar om de landen in Latijns-Amerika en de
Cariben te stimuleren tot ontwikkeling. De middelen van de bank worden
aangewend om de bestaande assymetrische verhoudingen in de regio te corrigeren
door het opvoeren van de economische productie.

[7]
Ecuador is voorstander van een nog bredere aanpak. Naast de Bank van het Zuiden
zou er een regionaal monetair fonds (RMF) moeten komen en een monetaire unie
met eigen munt voor geheel Latijns-Amerika ter vervanging van de dominantie van
de Amerikaanse dollar. Zie: "De Bank van het Zuiden: een bank voor het
zuiden?,
" Francine Mestrum, augustus 2007.

[8]
Drie andere landen toonden destijds interesse voor deelname: Chile, Peru en
Colombia.

[9] De
importsubstitutie industrialisatie á la Prebisch kan niet van de grond komen
als deze basisindustrieën niet eerst tot ontwikkeling worden gebracht, zie
"Raul Prebisch (wikipedia) ".

[10] Uit: "Bank of the South: Another step toward
Latin American integration," door Roberto Mallen, 7 december 2007 .
Landen met een
structureel overschot op hun handels- en betalingsbalans (een monetair surplus)
kunnen andere landen met een structureel tekort op hun betalingsbalans hebben
bijstaan zonder allerlei harde sanerings- of deflatieprogramma’s. Een centraal
idee van John Maynard Keynes bij de formulering van zijn oorspronkelijke
Bretton Woods-voorstellen om een Grote Depressie zoals in de jaren ’30 te
voorkomen (zie bijvoorbeeld: "Excerpts from No-Nonsense guide to
Globalization"
by Wayne Elwood (2002)").