‘Wat als alles, dat je geleerd hebt over de menselijke geschiedenis, verkeerd is?’. Dit geeft The New York Times van 31 oktober 2021 in de kop boven de bespreking van het boek van David Graeber en David Wengrow, ter overdenking mee. De titel van het boek luidt The dawn of everything – A new history of humanity.
We zijn post, we zijn autonoom, we zijn anarchisten, we zijn communisten, we doen humanitair werk in Oekraïne, we achtervolgen de rellen, we zijn brute feministen en letten op elkaar, op zoek naar de waarheid en toch gedesoriënteerd, we strijden in onze buurten en zoeken naar elke gelegenheid om een steen te gooien. Wij komen uit de solidariteitsbeweging met Latijns-Amerika, uit de huisvestingsbewegingen van de jaren 80, de uit uitlopers van de Antifa van de jaren 2000, uit de globaliseringsbeweging en tenslotte uit het heden, dat nog geen naam heeft. We willen alles en niets.
De tekst is al meer dan een halve eeuw oud, maar kan nog steeds gelezen worden, te weten: De transformatie van de democratie (1967, Nederlandse vertaling 1971) van de hand van Duits-Italiaanse ketterse marxistische politicoloog Johannes Agnoli (1925-2003). Hij verwoordt daarin onder meer het volgende: ‘Het parlementaire regeringsstelstel is de weerspiegeling van de reducering van antagonisme [fundamentele belangentegenstellingen] tot pluralisme’(p.26). ‘Dit pluralisme formaliseert zich en de politieke partijen worden willekeurig verwisselbaar’ (p. 41)..
De Duitse anarchosyndicalist Rudolf Rocker (1873-1958) – waarvan recentelijk zijn magnum opus Nationalisme en Cultuur bij Kelderuitgeverij, Utrecht, in herdruk verschenen is [in twee delen, zie Online] – had zo zijn bedenkingen bij het begrip revolutie. Hij had die bedenkingen ondermeer uitgesproken in zijn brochure Absolutistische gedachten in het socialisme (1950). Het kan geen kwaad die nog eens onder de aandacht te brengen, reden waarom Johny Lenaerts vertaalde wat Rocker daarover schreef in die brochure, zo kort na de Tweede Wereldoorlog. [ThH]
Afgelopen jaar zijn er drie boeken verschenen over armoede in Nederland, anno nu. Dat is geen toeval, de ongelijkheid neemt hard toe en een steeds groter deel van de bevolking vervalt in armoede. Een vergelijking tussen de drie boeken is goed te maken, onder meer omdat ze alle drie gepresenteerd werden met een debat in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.
Recentelijk verscheen Algerijnse kronieken (1939-1958) van Nobelprijswinnaar Albert Camus (1913-1960) bij Uitgeverij Vleugels (2022). Het betreft zijn reportages, speeches en beschouwingen uit die tijd, die nu voor het eerst in het Nederlands vertaald zijn. Voor ons een aanleiding om de schrijver opnieuw voor het voetlicht te plaatsen zoals de Duitse anarchosyndicalist Helmut Rüdiger dit een halve eeuw geleden deed in zijn artikel ‘Albert Camus als politieke denker’ (in: Arbetaren nr, 2/1960). Johny Lenaerts vertaalde het artikel van Rüdiger. [ThH]
Op 25 oktober overleed de linkse onderzoeker en schrijver Mike Davis. Langzaam komen de teksten ter herdenking nu naar buiten. We vertaalden er twee voor u.
“Zijn democratie en ecologie onverenigbaar? We horen vaak dat er iets elitairs is aan ecologie, iets dat in strijd is met de wensen van de meerderheid. Of wanneer het nodig zou zijn, om het ecologische tij op tijd te keren, dat de toevlucht tot autoritaire methoden gebruikt moet worden.” In haar essay getiteld, Ecologie en democratie, probeert de Franse filosofe Joëlle Zask aan te tonen dat er niet alleen geen tegenstelling tussen ecologie en democratie bestaat, maar ook dat het een, democratie, niet zonder het ander (ecologie) kan.
Weer een heel boek van Raoul Vaneigem, vertaald door Geert Carpels. Over het 'afschaffen van de handelsbeschaving'. Hieronder de flaptekst en inhoudsopgave, en een link naar de hele 77 pagina's als pdf.
Voor de afschaffing van de handelsmaatschappij voor een levende maatschappij Raoul Vaneigem, Payot - Rivages Petite Bibliothèque, 2002, uitgave 2006
Het is omdat ik de aankondiging van een onlangs uitgekomen klein formaat boekje tegenkwam, anders had ik nooit van hem gehoord, een van de grootste wiskundigen van de 20ste eeuw, de Duits-Franse Alexandre Grothendieck (1928-2014). Maar naast wiskundige bleek hij tot meer in staat en dat is wat ons mag interesseren. Het boekje bevat namelijk enkele teksten van hem die niet over wiskunde gaan en het verslag van een discussie met medewerkers van een tempel van onderzoek, allemaal van beginjaren 1970. Verouderd? Ik geef de verzekering dat dit niet het geval is.
Schoktherapie was de term die werd gebruikt om de drastische overgang te beschrijven van een planeconomie in de Sovjet-Unie in 1990 naar een volledig kapitalistische productiewijze. Het was tien jaar lang rampzalig voor de levensstandaard. Shock doctrine was de term die Naomi Klein gebruikte om de vernietiging van openbare diensten en de verzorgingsstaat door regeringen vanaf de jaren tachtig te beschrijven. Nu passen de grote centrale banken hun eigen "schoktherapie" toe op de wereldeconomie, met de bedoeling de rente te verhogen om de inflatie onder controle te houden, ondanks het groeiende bewijs dat dit volgend jaar tot een wereldwijde recessie zal leiden.
In het Orwelliaanse jaar 1984 kwamen enkele duizenden anarchisten van over de hele wereld bij elkaar in Venetië voor de meerdaagse Internationale Anarchistische Bijeenkomst. De inhoudelijke opzet en de organisatie van de bijeenkomst berustten mede op de mensen rond het Italiaanse Centro Studi Libertari en de redacties van de Italiaanse tijdschriften Volontà en A/Rivista Anarchica.
Deze maand gaat Onderstroom over religie en over atheïsme. Alex heeft Hector te gast om het hierover te hebben. Het gaat daarbij over wat religie is en waarom het als thema belangrijk is voor onze politiek. Atheïsme heeft een beetje een vreemde naam gekregen doordat het voornamelijk gebruikt wordt door rechtse liberalen die ermee weglopen. Alex beschrijft dit type atheïsme en een aantal problemen die het heeft, en probeert een begin te maken aan een overzicht van een beter atheïsme.
In het najaar van 1951 verscheen L’homme révolté (De mens in opstand) van de beloftevolle Franse schrijver Albert Camus (1913-1960), die in 1957 de Nobelprijs voor literatuur zou krijgen. Het boek zou aanleiding geven tot hevige debatten en tot de definitieve breuk met Jean-Paul Sartre. – Wat te doen als alle revoluties uitgelopen zijn op een versterking van de Staat?
Toen ik meer dan dertig jaar geleden mijn toevallige carrière in de journalistiek begon, als stagiaire bij tijdschrift Mother Jones, was een van mijn eerste opdrachten het op feiten controleren van een column van Barbara Ehrenreich. Ik kan me het onderwerp nog herinneren: een karakteristieke bijtende en geestige takedown van het dwaze begrip "omgekeerd seksisme" en enkele van zijn kenmerkende wendingen. (Een terloopse verwijzing naar mannen als de categorie mensen die verantwoordelijk is voor haar dat uit hun oren groeit, maakt me nog steeds aan het lachen als ik deze onzalige waarheid moet overdenken).
In 1967 schreef de Franse situationist Guy Debord (1931-1994)) zijn boek getiteld De spektakelmaatschappij (in Nederlandse vertaling Online). Om de gedachtewereld van deze revolutionaire auteur beter te begrijpen heeft Antoine Silveri voor het Franse tijdschrift Le Comptoir met de jonge Franse filosoof Bertrand Cochard een vraaggesprek gehad. Volgens Cochard zou het begrip ‘spektakel’ ons kunnen helpen de problemen van onze hedendaagse samenleving beter te begrijpen. Hieronder de bekorte vertaling van dit vraaggesprek. [ThH]
Paul Verhaeghe schreef voor de Maand van de Filosofie het essay 'Intieme vreemden', een op het eerste zicht wat vreemd klinkende titel. Over de eeuwen heen is ons zelfbeeld voortdurend veranderd, met altijd één constante: we hebben steeds het gevoel tekort te schieten. Waarom willen we én intiem zijn met elkaar én tegelijk afstand houden. Vreemd. Of toch niet?
Tussen het einde van de oorlog in 1945 en de oprichting van de Bondsrepubliek in 1949 meende Rudolf Rocker (1873-1958) dat er een kans bestond om West-Duitsland herop te bouwen op basis van het gemeentelijk socialisme.* Dat was wat hij betoogde in een programmatisch geschrift uit 1947, getiteld ‘Over de situatie in Duitsland. De mogelijkheden van een vrijheidslievende beweging’. Het heeft blijkbaar weinig navolging gekend, maar is van historisch belang omdat het in de schoot van de anarchistische beweging de weg effent voor het libertair municipalisme, zoals dat vanaf de jaren 1970 door Murray Bookchin bepleit werd. Het loont de moeite van deze historische tekst kennis te nemen. Hier volgt een uittreksel en vertaling van de hand van Johny Lenaerts. [ThH]
Anja Meulenbelt slaat met haar nieuwe boek de spijker op zijn kop. De klassenstrijd is grondig aan vernieuwing toe. Als eerste benadrukt ze de wederkerigheid van de identiteitspolitiek en de klassenstrijd. Afzonderlijk bespreekt ze de identiteitspolitiek en daarna de klassenverhoudingen. Als tweede stelt ze dat het kapitalisme als sociaal, politiek en economisch systeem een grondige verandering heeft doorgemaakt. Daarbij laat ze het fundamentele uitgangspunt van het kapitalisme – eindeloze groei of accumulatie – niet los.