Ga naar de inhoud

Minimumlonen in Europa: Eurofound rapport 2022

Eurofound bracht zopas zijn jaarlijks rapport uit over de evolutie van de minimumlonen in Europa.  Eurofound is een officieel EU-agentschap, dat zich inlaat met de “verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden in de Unie”, en vertegenwoordigers telt van werkgevers, werknemers en Europese Commissie. Verwacht er dus geen strijdbare vakbondstaal, maar anderzijds kunnen cijfers van Eurofound wel nuttig zijn voor strijdbare vakbondsmilitanten.

2 min leestijd

(Overgenomen van Ander Europa)

Ook patronale organisaties kunnen moeilijk cijfers tegenspreken die op dat niveau en samen met hen werden vastgelegd, wat woordvoerders van ondernemingen vaak toch doen. Het nieuwe rapport bevat o.a. nuttige gegevens over de reële minimumloonevolutie, dus rekening houdend met de zeer aanzienlijke inflatie.
Voor de Eurofound-rapporten van de vorige jaren verwijzen we naar 2018, 2019, 2020 .

De studie gaat essentieel over de 21 lidstaten met een bindend (statutair) minimumloon, d.w.z. waar de minimumloonnorm ‘kracht van wet’ heeft, gewoonlijk doordat een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) een statutair karakter kreeg van overheidswege; CAO-minima komen echter ook aan bod. De bedragen geldend voor 2021 worden in het eesrte hoofdstuk weergegeven.  Ter illustratie grafiek 2 van de studie, met de minimum bruto uurlonen geldig op 1 januari 2022. (Men kan verschillen vaststellen met Tabel 1 van de studie, wegens de omzetting van uurlonen in maandlonen, verschillende bepalingen van de normale arbeidsduur of de incalculatie van een 13e of 14e maand).

Minimum bruto uurloon in euro, geldig op 1 januari 2022.

Interessant is ook een grafiek van de prijsverhoging (inflatie) voor diverse producten, met een vervaarlijke zwiep voor de energiefactuur:

Daarmee rekening houdend is het beeld van de reële evolutie van het minimumloon heel wat genuanceerder:

In België klagen ondernemers steen en been over de automatische indexering van de lonen, maar zoals uit de grafiek blijkt gaat de Belgische minimumverdiener er qua koopkracht in het afgelopen jaar 4% op achteruit. In Orbán’s Hongarije daarentegen gaat die er 11% op vooruit. Aan de Belgische regeling wordt een apart kaderstukje gewijd (Box1).

Het tweede hoofdstuk bespreekt hoe de minimumlonen worden vastgelegd in de verschillende landen, welke discussies daarover gevoerd worden en eventueel te verwachten wijzigingen.

Hoofdstuk 3  bespreekt de rol die de Europese Unie (EU) speelt in de bepaling van een minimumloon; er is ondermeer een voorstel van richtlijn daarover dat momenteel in behandeling is. Het vierde hoofdstuk behandelt lopend onderzoek i.v.m. minimumlonen. De bevindinge worden samengevat in de Conclusion. (hm)