Ga naar de inhoud

Mei 68 – Van ‘Marianne’: Tegen ‘Dikkoppen’

Over mei 68 is veel te doen, het zal u niet zijn ontgaan. Inmiddels zijn er studies over deze Franse opstand uitgekomen. Zeven miljoen mensen waren er in staking gegaan; bijna had er zich een sociaal-politieke metamorfose voltrokken. We zijn nu vijftig jaar na dato. Mei 68 is geschiedenis. Die kan op heel verschillende manieren worden beschreven. Week- en maandbladen doen hun best er verslag van uit te brengen – ten behoeve van de jonge garde (valt er wat van te leren?) en de oude garde (nostalgie?).

3 min leestijd

(Door Thom Holterman, oorspronkelijk verschenen  op Libertaire Orde)

Als je wilt, krijg je de boel plat. Maar dan ook doorzetten… En daar gaat het glijden, want de contrarevolutie wacht zijn kans af om de boel, links om of rechts om, te stoppen. Waar een pas vooruit is gemaakt, worden twee passen achteruitgezet… Menigeen beseft dat, ook de samenstellers van de special mei 68 van het Franse maandblad Marianne.

De ‘dikkoppen’ en anderen

Mei 68 herdenken is aandacht schenken aan de mensen die op allerlei manieren hebben meegedaan aan de mei-revolte, vooraf, tijdens, later. Zij komen in Marianne aan het woord. Het zijn niet de figuren die na verloop van tijd politiek zijn omgekeerd, terwijl ze het toentertijd zo goed wisten en anderen vertelden hoe ze moesten denken. Velen van hen manifesteren zich heden nog als mediatiek belangrijk. Onder hen tref je lui die als een slang van huid veranderden. Sommigen waren aanbidders van Trotsky en Marx en rechtvaardigden nadien hun overgang met de wetten van Milton Friedman en van Friedrich Hayek. Een aantal trotskisten van toen stellen zich nu tevreden wijze sociaaldemocraten te zijn geworden, de meest verwilderden onder hen kom je als sociaalliberalen tegen. Maoïsten transformeerden tot neoconservatieve neoliberalen. De Franse werkgeversorganisatie Medef rekruteerde er zelfs enkelen als ideologen, zo schrijft Jean-François Kahn in Marianne in zijn afsluitende artikel ‘De echte revolutie wacht nog op uitvoering’. Ik noem ze de ‘dikkoppen’.

Kahn gaat nog verder door enkelen een naam te geven. Hij wijst op een tekst aangaande de inval in Irak door Bush, die een enthousiaste bijval kreeg van onder meer André Gluckmann, Bernard Kouchner, Romain Goupil (de laatste was in mei 68 en lange tijd daarna trotskistische activist, die in de jaren 2000 evolueert in de richting van een neoconservatieve positie), drie voormannen van de post-68 beweging. Het icoon van die beweging, Daniel Cohn-Bendit, stelt zich nu tevreden een macronist te zijn geworden (bewieroker van de Franse president Macron).

fototweevrien

[Tijdens de staking van ‘Joint Français’ te Saint-Brieuc, 6 april 1972, een foto die beroemd ging worden. Men ziet een stakende arbeider, Guy Burnaux, de kraag van zijn vriend van het technisch lyceum grijpen, de CRS-er Jean-Yvon Antignac.]

Marianne moet niets hebben van de van kleur veranderde ‘dikkoppen’. Daarom vertelt zij het mei 68 verhaal, over ongeveer 90 pagina’s, door vooral de onbekenden aan het woord te laten, waarbij niet wordt vergeten hoe de voorbereidende jaren verliepen en wat er vervolgens zich voordeed. Daarbij wordt ook naar het buitenland gekeken (oorlog in Vietnam). En wat Frankrijk aangaat, komt vooral de ‘provincie’ in de schijnwerpers – dus het verhaal buiten Parijs. Dit alles uiteraard uitgevoerd met veel foto’s en ander beeldmateriaal.

Thom Holterman

Marianne nr. 1102, 27 april – 3 mei 2018, 122 blz., prijs in Nederland 5,80 euro