Ga naar de inhoud

Het Pauperparadijs

Het is een boek. Het was een voorstelling in Veenhuizen in 2016. En in 2017. Het wordt een voorstelling in Carré in juli 2018. Het verhaal is gebaseerd op ware gebeurtenissen. Het gaar over Het Pauperparadijs.

3 min leestijd

(Door Rob Lubbersen, oorspronkelijk verschenen op solidariteit)

Sinds mensenheugenis zijn er armen en rijken. Nou ja, sinds er een maatschappelijk meerproduct was en over de verdeling daarvan kon worden gestreden. Ook zijn er altijd wel rijken geweest die zich het lot van de armen aantrokken. In het tijdperk van het kapitalisme heet het dan dat lieden uit de gegoede burgerij zich uit liefdadigheid bekommeren om de minder bedeelde medemens.

Arm en rijk. Held of schurk

Zo’n rijke burger was inde negentiende eeuw de generaal Johannes van den Bosch. Hij richtte in 1823 een drietal grote gestichten op bij Veenhuizen, ter verheffing van armelui, vooral uit Amsterdam. Uiteindelijk zouden tienduizenden paupers van vijf generaties daar worden opgevangen.
In een interview met FNV Magazine (nummer 2 van 2018) antwoordt theatermaker Tom de Ket op de vraag of Van den Bosch een goed mens was:

Dat is de vraag. Was hij een held of een schurk? Allebei. Je moet hem in zijn tijd zien. Hij was een humanist, met het hart op de juiste plaats. Hij vond dat ieder mens recht had op een fatsoenlijk bestaan. Daar streed hij voor. Je kunt wel degelijk van een dubbeltje een kwartje worden. Dat was een opvatting die toen heel bijzonder was. Hij was een vernieuwer.

Je kunt wel stellen dat de Maatschappij der Weldadigheid die hij heeft opgericht om de kolonie te financieren, de eerste vorm van crowd funding was. En het begin van de verzorgingsstaat. Hij vond dat de overheid zich met de armoede moest bemoeien. Vergaring van kapitaal is het begin van alle kwaad. Dat was zijn analyse. Ja, dat klinkt bijna socialistisch.

Maarrr …:

(…) hij was ook een schurk: hij wilde van kritiek niks weten. Hij was megalomaan, verliefd op zijn eigen dadendrang. Armoede moest worden uitgeroeid, koste wat het kost. Uiteindelijk keerde dat op zich goede ideaal zich tegen de mensen voor wie hij het allemaal deed. De mensen werden onder dwang te werk gesteld, er heerste tucht en discipline. Daardoor werden ze slaafs en dociel, in plaats van krachtig en zelfstandig. Het ideaal ging ten onder aan corruptie.

Van Veenhuizen naar Carré

De historie van de gestichten in Veenhuizen is vooral bekend geworden door het boek van Suzanne Jansen: Het Pauperparadijs – een familiegeschiedenis. Vervolgens heeft Tom de Ket er een theaterbewerking van gemaakt die in 2016 en 2017 is opgevoerd op het buitenterrein van het Gevangenismuseum in Veenhuizen. Het werden bejubelde en uitverkochte voorstellingen. Met meer dan 200 objecten, waaronder een heuse hijskraan, op een podium van 50 bij 70 meter. Met hypnotiserende massascènes en scenes met klein menselijk lief en leed.
En nu is er een bewerking gemaakt voor Carré in Amsterdam. Van 4 juli tot en met 5 augustus 2018 zal Het Pauperparadijs daar worden opgevoerd. Zes voorstellingen zijn reeds volgeboekt.

Overigens is regisseur Tom de Ket, ondanks zijn sombere samenvatting van het stuk, zeker niet moedeloos. In FNV Magazine beklemtoont hij dat een maatschappij altijd visie en idealen nodig heeft én dat de corrumpering daarvan voorkomen kan worden door de democratie te versterken, door de macht te controleren. Hetgeen wat hem betreft, culmineert in de kreet Denk zélf na!.