Ga naar de inhoud

Dansen met dynamiet in Latijns-Amerika

Onlangs had ik een interview met Benjamin Dangl, auteur van het onlangs verschenen boek Dancing with Dynamite: Social Movements and States in Latin America.

10 min leestijd
dancingdynamitecover

(Het origineel is verschenen verschenen op de website Huffington Post. Vertaling: Tijn van Beurden/globalinfo.nl)

Nikolas Kozloff (NK): U hebt een zeer ambitieus boek geschreven dat de lezer meeneemt door heel Zuid-Amerika. Een van de meest indrukwekkende dingen van uw werk is dat het grotendeels is gebaseerd op eigen persoonlijke intervieuws met politieke deelnemers van de grassroots bewegingen in plaats van louter secundair onderzoek. Hoe lang heeft uw onderzoek geduurd en wat was het fascinerendste land waarin u werkte?

Benjamin Dangl (BD): Het boek is het resultaat van meer dan acht jaar onderzoek, reizen en interviews in Zuid-Amerika. Deze periode viel samen met het aan de macht komen van de meeste van de huidige linkse leiders in de regio. De interviews die ik in het boek gebruikte reflecteren de hoop in de beginperiode en de daaropvolgende teleurstelling bij vele sociale bewegingen. De interessantste plaats waar ik werkte is beslist Bolivia, waar de macht van de grassroots bewegingen het sterkste is en de indrukwekkende relatie tussen deze bewegingen en de regering van Evo Morales voortdurend verandert.

 

NK: Het kan in meerdere opzichten zwaar zijn om onderzoek te verrichten in Zuid-Amerika. Waarom interesseerde u zich voor het onderwerp en kunt u enkele obstakels noemen die uw pad kruisten?


BD: Het belangrijkste wat me tot schrijven bracht over politieke en sociale vraagstukken in Latijns-Amerika, was de impact die de buitenlandse politiek van de VS en de activiteiten van de grote ondernemingen hadden op de regio en de hoopvolle en nauwelijks bekende sociale strijd die er aan de gang was. Daarnaast vond ik dat lezers van de Engelstalige media in de Verenigde Staten meer moesten weten van de betrokkenheid van de VS bij de zogenaamde oorlog tegen drugs en de grondstoffenplunderingen door de grote ondernemingen. De geavanceerde organisatietactiek, grassroots strategie en overwinningen van de sociale bewegingen in de regio wilde ik helpen versterken en verspreiden in de VS, omwille van bewustzijn, solidariteit en lessen die moesten worden geleerd. Het grootste obstakel bij dit onderzoek waren de feitelijke reiskosten. Ik had allerlei ongewone baantjes in die jaren, in de bouw, het boerenbedrijf en ander handwerk om te betalen voor vliegtuigtickets naar Latijns-Amerika en daar onderzoek te doen en te schrijven.

 

NK: Hier in de VS idealiseren vele linksen Chávez en zijn soortgenoten, maar u suggereert dat veel zogenaamde linkse regimes de kracht van de hedendaagse sociale bewegingen kunnen aantasten. Hoe gebeurde dat en kunnen we zeggen dat de “Linkse” regimes uiteindelijk een contraproductieve of zelfs schadelijk effect hebben op de lokale politiek in hun respectieve landen?


BD: In elk land heeft dat verband op een andere manier zijn invloed gehad. Sommige Latijns-Amerikaanse presidenten waren nadat ze aan de macht kwamen meer bereid en in staat dan anderen om samen te werken met de sociale bewegingen die hun hadden geholpen bij het verkrijgen van het ambt. De betrekkingen in Venezuela en Bolivia zijn waarschijnlijk het gezondste in die zin. In andere landen, zoals Brazilië met President Lula en de organisaties van landloze boeren (MST), de Ecuadoraanse President Rafael Correa en de inheemse bewegingen daar, zijn die relaties moeilijker geweest. Met regeringen die onderdrukken, criminaliseren en bewegingen demobiliseren als dat mogelijk is. Dancing with Dynamite kijkt naar hoe die relatie, die dans, in zeven verschillende landen uitwerkte. Het vertelt een verhaal dat verder gaat dan wat presidenten en de belangrijkste politici deden of zeiden en focust meer op de geschiedenis van de afgelopen tien jaar vanuit het perspectief van de grassroots. Links in de VS zou er zijn voordeel mee doen door zich te concentreren op dat gezichtspunt van onderen denk ik, om zo het volledige beeld te krijgen van wat die belangrijke veranderingen van de laatste tien jaar veroorzaakte.

 

NK: Van alle Zuid-Amerikaanse landen die u beschrijft, lijkt Bolivia het meeste revolutionaire potentieel te hebben. Waarom is dat zo en welke nieuwe radicale ontwikkelingen kunnen we verwachten van Bolivia de komende jaren?


BD: Ik denk dat dit potentieel gedeeltelijk komt uit de erfenis en kracht van de inheemse bewegingen in het land. Meer dan 60% van de Bolivianen ziet zichzelf als inheems en die identiteit komt op een sterke manier tot uiting in de belangrijkste mobilisaties over de toegang tot natuurlijke hulpbronnen en in het toegankelijker en participatiever maken van de politiek in het land. De rijke geschiedenis van bewegingen van arbeiders, studenten, boeren en andere activistische bewegingen hebben ook bijgedragen aan de huidige grassroots dynamiek. Veel mensen in Bolivia, dat het armste land in Zuid-Amerika is, moeten zich wel wenden tot politiek activisme en sociale organisatie om te overleven. In veel gemeenschappen vechten voor toegang tot water, een corrupte burgemeester verdrijven, de rechten om coca gewassen te telen verdedigen, dit zijn onderdelen van het dagelijkse leven. Dat vermogen om te mobiliseren vertaalt zich in een verscheidenheid van bewegingen die klaar staan om actie te voeren als dat nodig is. Of het nu gaat om Evo Morales onder druk te zetten of om te mobiliseren tegen rechts en de buitenlandse ondernemingen. Vanwege die dynamiek en de steeds veranderende omstandigheden, is het moeilijk om te zeggen wat er de komende jaren gaat gebeuren.

 

NK: Vanuit een politiek en economisch gezichtspunt overtreft Brazilië alle andere landen van Zuid-Amerika. Onlangs won Dilma Rousseff, de beschermelinge van Lula in de Arbeiderspartij, de Braziliaanse verkiezingen. Dat is goed nieuws voor Correa, Morales en Chávez omdat Rousseff de linkse regimes in Zuid-Amerika niet zal lastig vallen. Maar zoals u eerder stelde, Brazilië is een moloch geworden op het gebied van de agrobusiness. Het verdringt boeren in binnen- en buitenland door haar soja industrie. Hoe kan het radicalere blok van Bolivia, Venezuela en Ecuador de geopolitieke hegemonie van Brazilië in de regio bedwingen?


BD: Het trieste is dat de destructieve agrobusiness en dan vooral de sojateelt, arme boeren verdringt, het milieu vernietigt en giftige pesticiden gebruikt, snel in Latijns-Amerika expandeert. Brazilië is een deel van die expansie. Soja gewassen zijn er in grote delen van Paraguay, Bolivia, Uruguay en Argentinië. Er is in de regio niet veel politieke wil geweest van de leiders die links van het midden staan om zich uit te spreken tegen die trend. Wat betreft de macht van Brazilië in de regio, ik denk dat Lula de weg heeft gebaand voor veel progressieve regionale initiatieven en diplomatieke toenaderingen. Ik denk dat Rousseff waarschijnlijk doorgaat op die manier. Als Bolivia, Venezuela en Ecuador de macht van Brazilië willen betwisten, dan zullen ze dat waarschijnlijk samen doen, in plaats van ieder afzonderlijk tegen de imperiale buurman.

 

NK: Sociale bewegingen in Zuid-Amerika hebben niet veel energie geïnvesteerd om een revolutionairdere buitenlandse politiek voor elkaar te krijgen en hebben er in plaats daarvan voor gekozen om zich te concentreren op de dagelijkse levensbehoeften in eigen land. Zouden ze niet krachtiger voor een andere soort buitenlandse politiek moeten pleiten en zo ja, hoe zou die er uit moeten zien?


BD: Nou ik denk dat de sociale bewegingen wel druk hebben uitgeoefend voor een revolutionairdere buitenlandse politiek. Op het hele continent was er een historische druk van de grassroots tegen de Amerikaanse Vrijhandelszone politiek van Bush. De anti-imperialistische houding van veel nieuwe en recente presidenten is grotendeels een antwoord op de grassroots druk tegen de VS-militarisering van de oorlog tegen drugs, tegen VS militaire basissen, tegen inmenging van Washington, tegen buitenlandse dominantie over de grondstoffen en de economie. Als er te weinig mobilisering was voor een progressievere buitenlandse politiek, dan komt dat denk ik omdat veel bewegingen relatief tevreden zijn over hun presidenten in dit opzicht. De landlozen beweging in Brazilië juichte bijvoorbeeld het buitenlands beleid van Lula toe, maar bekritiseerde zijn zwakke landhervormingen. Een van de progressiefste aspecten van de regering van Correa in Ecuador was zijn buitenlandse politiek. Dat gezegd hebbende denk ik dat een verdere versterking van de regionale onafhankelijkheid van de VS een belangrijke doelstelling van de sociale bewegingen in de regio zal blijven.

 

NK: Enkele linkse leiders hebben een milieuonvriendelijk beleid gevoerd zoals u stelde. Bij hun nationalistisch grondstoffenbeleid vielen ze terug op een vrij verouderd ontwikkelingsmodel uit de twintigste eeuw, dat vrij laat door de opkomende milieu bewegingen in de regio werd bekritiseerd. In Brazilië, kreeg Marina Silva van de Groene Partij een indrukwekkende 19% van de stemmen in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. Wat voor soort invloed zal de groene politiek volgens u hebben in de wijdere regio en hoe kan de sociale beweging profiteren van de groeiende milieu bewustheid, om revolutionaire veranderingen teweeg te brengen?


BD: Veel sociale bewegingen hebben kritiek geuit op de milieuvernietigende grondstoffen industrieën die door de linkse regeringen werden aangemoedigd, vooral de mijnbouw, gas- en olie-industrie. Terwijl dit waarschijnlijk een spanningsgebied zal blijven tussen de socialistische regeringen en de bewegingen die zijn getroffen door die industrieën, is er een groeiende trend onder leiders om de oorzaken van de klimaatverandering en de milieu verwoestingen over de hele wereld aan te pakken. De regering van Evo Morales heeft dit bewezen door haar deelname aan besprekingen en conferenties over klimaatverandering. Duurzaam beleid dat gebaseerd is op het concept van Buen Vivir (Goed Leven) dat wordt gepropageerd door de inheemse groepen, biedt een passend model dat alle naties en volkeren kunnen toepassen.

 

NK: U lijkt zich in uw boek vooral te richten op activisten uit de VS en een van de integrerendste hoofdstukken bespreekt de verbindingen tussen de sociale bewegingen uit Zuid-Amerika en de VS. U noemt het voorbeeld van arbeiders uit Chicago die werden beïnvloed door hun Argentijnse tegenhangers toen ze een fabriek overnamen in 2008. Maar u geeft zelf toe dat het toepassen van Zuid-Amerikaanse ervaringen in de VS mogelijk niet werkt door de verschillende geschiedenis en politieke cultuur. Als dat waar is, wat kan links in de VS dan leren van de radicale politiek in Zuid-Amerika.


BD: Ik denk dat een heleboel activisten in de VS kunnen leren van de Latijns-Amerikaanse bewegingen. In het boek bespreek ik dan ook dat een paar belangrijke bewegingen en acties in de VS bijvoorbeeld gestoeld waren op tactieken en strategieën van de landlozen boerenbeweging in Brazilië en de waterrechten activisten in Bolivia. Een belangrijke tactiek is om niet toe te staan dat een vrees om het lot in eigen handen te nemen alle acties verlamd. Dat vind ik zeer nuttig voor de mensen in de VS. In Brazilië steunt de landlozen beweging de minst kwade van de twee bij de verkiezingen, terwijl ze ook ongebruikt land bezetten en werken aan hun eigen overleving, ongeacht het trage tempo van landhervorming van de regering. Sociale bewegingen in Bolivia waren in staat om de progressieve politiek van de Morales regering te verdedigen, terwijl zijn beleid door druk van beneden radicaliseerde. Zoals ik mijn boek beschrijf, is de vertaling van deze tactieken verschillend voor iedere gemeenschap in de VS. De afgelopen tien jaar lieten een historische verschuiving naar links laten zien bij de regeringsmachten en de straat. Daardoor is het zinvol dat de mensen in de VS leren van deze voorbeelden als we af willen komen van de wurggreep van onze stagnerende politieke cultuur.

 

———

 

Zie voor meer over het boek Dancing with Dynamite: website

Interview met Ben Dangl: video

Auteur van het interview Nikolas Kozloff heeft een website en een nieuw project over strategien voor verandering voortkomend uit het occupy-gebeuren.