Ga naar de inhoud

Bernard Lietaer: Geld en duurzaamheid

Monetaire ecosysteem Bernard Lietaer en zijn medeauteurs pleitten er in Geld en duurzaamheid voor de monocultuur van op schuld gebaseerd, door rente gedreven geld te verlaten en te gaan naar een monetair ecosysteem. Ofwel het monopolie van één munt in een land dient te worden doorbroken en meerdere munten dienen naast elkaar geïmplementeerd te worden. Zolang dit niet gebeurt, zal het financieel-economisch systeem volgens de schrijvers instabiel zijn.

4 min leestijd
geldenduurzaamheid_klein

Geldsysteem

Dennis Meadows, bekend van roemruchte boek Limits to Growth (1972), schrijft in zijn voorwoord dat hij lang niet heeft nagedacht over het geldsysteem. Hij nam het als een neutraal en onvermijdelijk aspect van de menselijke samenleving aan. Meadows is zeker niet de enige die zo over geld denkt. De schrijvers merken op:

“Streven naar duurzaamheid zonder ons geldsysteem te herstructureren is een naïeve benadering en is gedoemd te mislukken.”

 

In Geld en duurzaamheid wordt aangetoond dat conventioneel geld geen gedragsmatig en passief ruilmiddel is, maar juist leidt tot onduurzaam gedrag. Meadows zegt na het lezen van dit rapport te begrijpen dat het heersende financiële systeem op vijf manieren niet verenigbaar is met duurzaamheid:

  • het veroorzaakt op- en neergaande cycli in de economie;

  • het produceert kortetermijndenken;

  • het vereist eindeloze groei;

  • het concentreert rijkdom;

  • het vernietigt sociaal kapitaal.

 

Systemische crisis

De crisis die wij nu meemaken is geen incident. Volgens IMF-gegevens ondervonden tussen 1970 en 2010 145 landen bankencrises; tel daarbij 208 monetaire crashes en 72 crises met staatsschulden. Dat geeft een totaal van 425 systemische crisis, oftewel: gemiddeld elk jaar meer dan tien landen in crisis! De schrijvers merken terecht op dat de neiging om elke systemische crisis als een apart geval te bekijken, de gemeenschappelijke drijvers achter deze crises verdoezelt.

 

Monetaire blinde vlek

Wij lijden volgens Lietaer en consorten aan een monetaire ‘blinde vlek’. Deze heeft tenminste drie lagen:

  • De hegemonie van het denken in één valuta’. Net als Graeber in zijn boek Schuld merken de schrijvers op dat er in het verleden diverse samenlevingen hebben bestaan die tweevoudige of mulit-muntsystemen gebruikten.

  • De ideologische oorlog van ‘kapitalisme tegen communisme’. Beide vinden het gebruik van een centrale munt vanzelfsprekend.

  • Een geïnstitutionaliseerde status-quo. Centrale banken blijven gehecht aan het idee dat een monopolie van een enkele nationale, op bankschuld gebaseerde munteenheid in elk land of elke landengroep moet worden afgedwongen.

 

Chicago Plan

Het ‘Chicago Plan‘ wordt de laatste tijd zo nu en dan geopperd als oplossing voor de crisis. Dit betekent nationalisering van de geldschepping wat diverse voordelen oplevert. De mogelijkheid van toekomstige bankcrashes kan zo worden verminderd en alle staatsschuldencrises kunnen direct worden opgelost. Toch vinden de schrijvers dit niet de beste oplossing. Een privé-monopolie wordt namelijk vervangen door een publiek monopolie. Bovendien zullen monetaire crashes blijven bestaan en vragen zij zich af of het Chicago Plan politiek haalbaar is.

 

Duurzaamheid

De schrijvers maken gebruik van complex flow networks om duurzaamheid te bestuderen. Als we duurzaamheid plastisch uitdrukken, zijn er in deze theorie drie variabelen betrokken: diversiteit, interconnectiviteit en de balans tussen efficiëntie tegenover veerkracht. Een monocultuur kan dus nooit stabiel zijn. Lietaer en consorten concluderen dan ook dat het monopolie van een soort geld leidt tot crises en dat diversiteit in ruilmiddelen nodig is om stabiliteit te realiseren. Zij raden een monetair ecosysteem aan, waarin andere ruilmiddelen dan bankgeld een rol spelen.

 

Complementair geld

Geld is, volgens de schrijvers, een overeenkomst binnen een gemeenschap om op een gestandaardiseerde manier iets te gebruiken als ruilmiddel. Naast de euro kunnen wij parallelle overeenkomsten afsluiten en complementaire munten in omloop te brengen om verschillende doelstellingen te realiseren: sociale, ecologische, maar evengoed economische. In dit rapport worden negen modellen besproken; vijf modellen die zonder toestemming van overheid kunnen worden ingevoerd en vier waar de overheid als initiatiefnemer optreedt. De Gentse Torekes om milieu- en buurtzorg te promoten en de C3 Uruguay om de nationale economie te versterken zijn bekende bestaande voorbeelden. De schrijvers benadrukken dat de overheid belangrijk is, omdat zij monetaire ecosystemen naar een hoger niveau kan brengen. De eerste en belangrijkste taak is het weghalen van de obstakels die het monopolie van een valuta beschermen, zodat gespecialiseerde ruilmiddelen ontwikkeld kunnen worden.

 

Conclusie

Dit rapport is een toevoeging aan de bestaande literatuur, omdat het heldere analyse van het huidige geldsysteem biedt en diverse onorthodoxe oplossingen voor de crisis geeft. Het verdient zeker meer aandacht. Meerdere munten kunnen bijdragen aan stabiliteit en door te kiezen voor andere betaalmiddelen kunnen drijfveren en gedrag veranderen in de richting van duurzaamheid en solidariteit. De grote vraag blijft echter of democratische controle over de geldschepping (het Chicago Plan) niet de allerbelangrijkste stap in dit proces is. Veel complementaire munt modellen voelen toch wat klein aan. Controle over nationale geldschepping lijkt mij cruciaal, zeker in tijden van transitie…

 

——————

Geld en duurzaamheid

Van een falend geldsysteem naar een monetair ecosysteem

Bernard Lietaer e.a.

360 pagina’s, gebonden, 17,95

Uitgeverij Jan van Arkel (link)

ISBN 9789062245215