Ga naar de inhoud

WTO: Europese brandbrief tegen Doha-ronde

Nadat eerder ruim honderd organisaties uit de gehele wereld een algemene oproep deden om te stoppen met de huidige WTO-onderhandelingen, is er nu een nieuwe specifiek Europese oproep met een vergelijkbare inhoud.

4 min leestijd
Placeholder image

Meer dan 70 Europese NGO’s eisen een nieuwe benadering van het internationale handelssysteem.

Brussel, 28 juni 2006 – Meer dan 70 Europese maatschappelijke organisaties uit 21 landen (*1)hebben vandaag gevraagd om een stopzetting van de Doha-ronde van de WTO-onderhandelingen. Morgen zullen EU-Handelscommissaris Peter Mandelson en de Europese ministers van Internationale Handel in Genève bijeenkomen voor een mini-ministeriële WTO-vergadering, waarbij gepoogd zal worden om op de valreep een akkoord te sluiten om de vastgelopen onderhandelingen vlot te trekken.

John Hilary van War on Want verklaarde: “De tijd is aangebroken om toe te geven dat het huidige WTO-systeem niet zal uitmonden in een pro-ontwikkelingsakkoord. De Doha-ronde zou geschrapt moeten worden – het huidige pakket zou een slechte deal zijn, die alleen maar de belangen dient van de grootste bedrijven in de wereld. De enige kans voor een echte ontwikkelingsagenda is als de Doha-ronde begraven wordt, het verdrag verscheurd en helemaal opnieuw gestart wordt.”

Campagnevoerders roepen de rijke landen op om hun handelsbeleid geheel te heroverwegen en te eisen dat de manier waarop handelsonderhandelingen gevoerd worden, grondig hervormd zal worden. Veel van de maatschappelijke organisaties zijn ook ondertekenaars van een wereldwijd gestelde eis aan regeringen om de huidige onderhandelingen te staken, die door meer dan 100 organisaties onderschreven werd (*2). Zij betwijfelen ook de legitimiteit van de mini-ministeriële top waarin een meerderheid van de WTO-leden niet vertegenwoordigd zal zijn.

De campagnevoerders verwerpen ook de pogingen van de EU en de VS om de Doha Agenda voor te stellen als een multilaterale inzet ter bevordering van ontwikkeling, hetgeen volledig hypocriet zou zijn. Een reeks economische rapporten (*3) toont voortdurend krimpende winstmogelijkheden voor de ontwikkelingslanden: de Wereldbank bracht de aanvankelijke schatting van 500 miljard dollar in 2003 terug naar een kleine 96 miljard in 2005, waarvan slechts 16 miljard naar een paar ontwikkelingslanden zou vloeien als Brazilië, India en China. De rest van het geld vloeit naar de ontwikkelde landen. De meerderheid van de bevolking in veel ontwikkelingslanden, met name in sub-Sahara en andere minst ontwikkelde landen, zal zelfs armer worden.

In plaats van het Verdrag over Landbouw (Agreement on Agriculture) te herzien om te voorzien in voedselsouvereiniteit, zorgen omtrent levensonderhoud en overlevingomstandigheden van miljoenen boeren wereldwijd, zijn de onderhandelingen op het gebied van landbouw vooral gericht op het vergroten van de mondiale markten voor exporteurs en grote agribusiness uit voornamelijk ontwikkelde en een paar ontwikkelingslanden. In de NAMA-onderhandelingen over industriële tarieven en natuurlijke hulpbronnen, zullen de tariefreducties en dereguleringen die voorgesteld zijn door de ontwikkelingslanden, wereldwijd ingrijpende en nadelige lange termijn effecten hebben, vooral in ontwikkelingslanden, zoals de-industrialisering, verlies aan banen en toenemende uitputting van natuurlijke hulpbronnen.

Sonja Meister van Friends of the Earth Europe verklaarde: “De voorstellen die bij deze gesprekken op tafel liggen vormen een ernstige bedreiging van het levensonderhoud van mensen, met name vrouwen, en het milieu in de hele wereld. Goedkoop voedsel, kleding of elektronische goederen zijn van weinig belang voor mensen die niet in hun leven kunnen voorzien onder aanvaardbare arbeidsomstandigheden. Escalerende internationale handel in natuurlijke hulpbronnen zullen waarschijnlijk de mondiale biodiversiteit aantasten en de armoede vergroten van miljoenen in ’s werelds armste gemeenschappen.”

Frédéric Viale van Attac verklaarde: “Deze onderhandelingen zijn vervallen in het afpersen van de regeringen van ontwikkelingslanden, die bedreigd worden met ineenstorting van het multilaterale handelssysteem, om hen te bewegen om een nadelige deal te aanvaarden. We zijn voorstander van multilaterale regels voor internationale handel. Maar we moeten zoeken naar krachtige nieuwe wetten en beleidsvormen die rechten van mensen en vrouwen bevorderen, en ontwikkeling en het milieu in landen in de hele wereld”.

—————–

*1) Het Seattle to Brussels Network is een netwerk van Europese maatschappelijke organisaties, gericht op een duurzaam, sociaal en democratisch handelssysteem (website)
*2) De open brief ‘Multilateral trading system: time for a new approach’ werd door 103 internationale organisaties ondertekend en in de hele wereld naar ministers gestuurd. De brief omvat aanvullende informatie op deze verklaring en kan opgehaald worden bij (pdf): link
Een Nederlandse vertaling is hier te vinden.

3] Een reeks vernietigende rapporten over de mogelijke uitkomst van de Doha-ronde, is gepubliceerd door de Wereldbank, de VN en verschillende denktanks waaronder:
“Agricultural Trade Reform and the Doha Development Agenda”, Kym Anderson and Will Martin et. al. World Bank Report, Nov.1, 2005
“Winners and Losers: Impact of the Doha Round on Developing Countries”, Sandra Polaski, Carnegie Endowment for International Peace, Washington DC, 2006
“Trade Sustainability Impact Assessment of the Doha Development Agenda -Global Overview”, IARC/University of Manchester, commissioned by DG Trade/European Commission, final draft report
“The WTO’s Empty Hong Kong Development Package: How the WTO’s 97% Duty Free Proposal could leave poor Countries worse off”, Action Aid International and Public Citizen

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Zie in bericht.)