Ga naar de inhoud

Wim Kok, symbool van de teloorgang van de sociaal-democratie

Staatsman, verbinder, pragmaticus, premier van heel Nederland en polderaar waren de veel gelezen en gehoorde kwalificaties na het overlijden van Wim Kok. Allemaal waar. Maar achter al deze als loftuiting bedoelde kwalificaties gaat de rauwe realiteit schuil van een politicus die als geen ander in Nederland staat voor de teloorgang van de Partij van de Arbeid en de hele sociaal democratie.

3 min leestijd

(Door Willem Bos, oorspronkelijk verschenen op grenzeloos.org, foto cc/wikipedia, fotograaf onbekend/anefo)

Van timmermanszoon tot commissaris bij onder andere Shell en ING, van vakbondsbestuurder tot minister-president, van mulo leerling tot ere-doctor. De levensloop van Kok zou je met enig cynisme kunnen zien als een verwezenlijking van het sociaal-democratische verheffingsideaal: van de gedachte dat wie voor een dubbeltje geboren is de kans moet krijgen om een kwartje, een gulden, of in dit geval een euro te worden. Maar dan wel de neoliberale versie van dit ideaal. Een uitzonderlijk begaafde mulo leerling die via de vakbeweging de top van het bedrijfsleven weet te bereiken.

Dat is natuurlijk heel wat anders dan het ideaal van de verheffing van de arbeidersklasse, van de verbetering van de positie van de ‘factor arbeid’, waar de PvdA voor pretendeerde te staan. In zijn beginjaren bij de vakbeweging was Wim Kok lid van de ‘werkgroep voor een maatschappijkritische vakbeweging’, een groep vakbondsmensen die vond dat de vakbeweging niet alleen voor de directe belangen van de loon- en uitkeringsafhankelijken op moest komen, maar ook voor maatschappelijke veranderingen die de positie daarvan zouden verbeteren.

Kok heeft in zijn verdere loopbaan, als vakbondsbestuurder, als politicus en als commissaris bij multinationals als Shell, KLM en ING zeker bijgedragen aan maatschappijverandering, maar dan in omgekeerde richting. Als vakbondsbestuurder sloot hij het akkoord van Wassenaar waarin de vakbond toezegde de lonen te matigen, in ruil voor werkgelegenheid. Met zijn paarse kabinetten zette hij de door de kabinetten Lubbers ingezette neoliberale omvorming verder door.

Het resultaat van de veranderingen in de afgelopen decennia waar Kok een bijdrage aan heeft geleverd, en waarvoor hij nu alom wordt geprezen is duidelijk: De rijken zijn rijker dan ooit, de kloof tussen rijk en arm is groter dan ooit. En ook de macht van de multinationals is groter dan ooit. Zijn Partij van de Arbeid staat er slechter voor dan ooit en ‘zijn’ FNV worstelt om het hoofd boven water te houden en weer een factor van betekenis te worden.

Wim Kok heeft een mooie carrière gehad. Zijn nalatenschap zijn de puinhopen van Paars, waar het rechtse populisme welig tiert. Hij wordt nu ook geprezen voor zijn integriteit. En dat is wat voor een man die het als minister-president had over de ‘exhibitionistische zelfverrijking’ van de top van de ING om later als commissaris van de bank nog grotere bonussen te verdedigen, en daar zelf goed voor beloond werd. Maar het feit dat hij nu geprezen wordt voor zijn integriteit zegt misschien vooral iets over de huidige generatie politici, die lijken dat woord in vele gevallen niet eens te kennen.