Ga naar de inhoud

Reacties op de Blair&Brown-G8 show

Afgelopen weekend maakten de G8-landen bekend dat ze overeengekomen waren om de schulden van de 18 armste landen kwijt te schelden. Veel media zagen hierin het bewijs dat Blair het beste met de wereld voorheeft.

6 min leestijd
Placeholder image

De reacties in de media en politiek over de afgelopen weekend afgekondigde kwijtschelding van de buitenlandse schulden van de 18 armste landen op aarde door de G8-regeringen, lopen uiteen. Over het algemeen wordt het besluit gezien als een belangrijke omslag en wordt het grote bedrag (40 miljard dollar/34 miljard euro) naar voren geschoven als bewijs van het belang van de maatregel.

Media als De Volkskrant, die er al van overtuigd waren dat Blair het beste met de wereld voorheeft, zagen het besluit als een bevestiging van zijn baanbrekende bedoelingen. Opmerkelijk koel en feitelijk bericht het NRC Handelsblad van zaterdag. “Die goedertierenheid kost hun voorlopig geen cent” merkt redacteur Maarten Schinkel al in de inleiding op de voorpagina op. Het is een van de weinige kranten die het hoofd koel houdt en signaleert dat “In zekere zin is de overeenkomst van dit weekeinde een formalisering van een bestaande praktijk. Veel van de betrokken schulden waren al oninbaar. En wat er aan rente en aflossing plaatsvond kwam in feite al van jaarlijkse hulpstromen”. Het belang van het besluit is volgens de krant vooral dat het een “doorbraak is in het internationale debat over schuldsanering dat in de jaren ’90 losbarstte”. Verderop in de analyse van het NRC wordt ingeschat dat de kwijtschelding geen cent gaat kosten omdat de “gemiste inkomsten op aflossing en rente” (van Wereldbank, IMF en African Development Bank, de schuldeisers) “naar het zich laat aanzien gewoon uit de bestaande budgetten van ontwikkelingshulp komen”. Met andere woorden; er zullen andere projecten voor gedumpt worden.

Verschil zal er dus alleen optreden als een ander punt op Blair’s G8-agenda, ook gehaald wordt, namelijk verhoging van het ontwikkelingshulpbudget van de rijke landen. En daarover is nog niets besloten. Andere punten die kritici aanhalen, zijn dat er nog veel meer landen zijn (en mensen in landen) die in een vergelijkbare positie zitten maar niet op de lijst van 18 voorkomen. Landen die hun schuld wel hebben afbetaald, of ten koste van veel menselijk leed de economie hebben hervormd, worden nu in feite gestraft voor ‘goed’ gedrag.

Meer ontwikkelinshulp (ook het stokpaardje van onze eigen minster van Ardenne) kan de boel ook verergeren. Het hangt er maar van af waar dat op gericht is, en Blair en de zijnen willen vooral privatiseren en marktwerking. In dat geval wordt ontwikkelingshulp gebruikt om de lokale producenten de nek om te draaien. In een ander artikel in het NRC (van Bram Vermeulen) wordt het voorbeeld van Zambia aangehaald, dat in 1964 het op één na rijkste land van Afrika was. “Nu na veertig jaar ontwikkelingshulp zijn Zambianen inmiddels twee keer zo arm als Zuid-Koreanen” (En voordat de vrijemarkfans dit als hun gelijk willen claimen; Zuid-Korea is een ’tijger’ geworden door sterke regulering en protectionisme). Opmerkelijk is verder in het stuk dat George Dor uitgebreid aan het woord komt. Hij is secretaris-generaal van de Zuid-Afrikaanse afdeling van de actiegroep Jubilee 2000 die campagne heeft gevoerd omtrent de schulden. Volgens hem bewijst Zambia “waarom de plannen voor Afrika van ’s werelds rijkste landen zijn gedoemd”: “De afgelopen jaren is alle hulp aan Zambia en andere Afrikaanse landen gekoppeld geweest aan privatiseringen”. “Honderden staatsbedrijven zijn verkocht, met als gevolg massaontslagen en instorting van onderwijs en gezondheidszorg. Nog meer voorwaardelijke steun zal de armoede alleen maar aanjagen”. Tot zover het NRC.

Het enige beleid dat echt zal helpen is als de rijke landen ophouden met de belangen van hun multinationals te behartigen en te proberen de markten van arme landen open te breken. En dat zal je Blair en van Ardenne en de hunnen niet horen zeggen. Sterker nog, dat beleid blijft vooraan staan, bijvoorbeeld in de gelijktijdig verlopende onderhandelingen binnen de WTO of in het kader van de EPA-onderhandelingen (Economic Partnership Agreements, zie stopepa.org) of bij bilaterale handelsverdragen.

Een uitstekend rapport over het ware beleid van de Britse regering en overige G8-landen, is getiteld “Why the UK Government is Part of the Problem” (hier een pdf) en uitgegeven door de World Development Movement (WDM). In dat rapport wordt hardop afgevraagd of Blair en Brown zichzelf wel mogen uitroepen tot de kampioenen van Afrika en helden van de armen. Vervolgens wordt uit de doeken gedaan hoe veel Afrikaanse organisaties juist het feit bekritiseren dat de Britse regering “leidinggevend is geweest in het stimuleren van privatisering, deregulering en ‘vrijhandel’, wat heeft geleid tot groeiende armoede en grootschalige aantasting van het milieu”. In het rapport wordt ingegaan op het beleid van Groot-Brittannië bij de WTO, EPA’s, het bevorderen van privatisering van publieke diensten in ontwikkelingslanden, klimaatverandering en ‘corporate accountability’.

Eerder al hebben wij verwezen naar twee belangrijke onderzoeken die aantonen hoezeer Blair en Brown’s plannen voor de G8, in nauwe samenwerking met het grote bedrijfsleven zijn ontstaan. (Zie: Goochelen met de G8 en het uitgebreide onderzoek van CorporateWatch).

Concluderend zal natuurlijk niemand verdrietig zijn dat er een voorlopig einde komt aan de perverse situatie dat straatarme landen meer aan aflossing en rente betalen aan het IMF en de Wereldbank, dan dat ze besteden aan onderwijs en gezondheidszorg in het eigen land (de realiteit in Mozambique). Als iemand je jarenlang slaat, mag je best blij zijn als diegene daar plotseling mee ophoudt. Maar als het daarbij blijft, en de rest van het beleid hetzelfde blijft, zal er weinig veranderen en zullen de landen binnen de kortste tijd weer in dezelfde spiraal belanden. Bovendien zijn deze maatregelen het resultaat van jarenlang actievoeren. Bij de G8-top in Birmingham in 1998, kwamen zo’n 50.000 mensen om de conferentie te omsingelen om schuldenkwijtschelding te eisen, en een jaar later in Keulen was opnieuw een vergelijkbare menigte op de been. De enige reden dat de rijke landen wat inbinden, is dat ze op de hielen worden gezeten door actievoerders en demonstranten overal ter wereld. En dat zal komende juli in Gleneagles gelukkig niet anders zijn.

Aanvulling

Een prachtig commentaar van Naomi Klein op Gordon Brown’s ‘new idea about how to “make poverty history” in time for the G8 summit’ is te vinden op de website van The Guardian.

En uit een analyse van IPS (bron): (…)”Ook doen de arme ontwikkelingslanden er best aan ook de kleine lettertjes te lezen van het nieuwe aanbod: het akkoord dat de ministers van Financiën over de zaak bereikten, bevat een voorwaarde over privatiseringen die de schuldeisers veel meer kan opleveren dan de schuldaflossingen die ze mislopen. De rijke landen houden ook een stok achter de deur: de Wereldbank zal erop toekijken dat de begunstigde landen werk maken van ‘goed beleid en transparantie’ en dat de bestuurders verantwoording afleggen tegenover de bevolking. Wie slecht scoort op die punten, krijgt minder hulp.”

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door globalinfo.)