Ga naar de inhoud

Manifest: Voor een Covid-19 noodbelasting

Een collectief van tientallen linkse persoonlijkheden uit Europese politieke, syndicale, academische en bewegingskringen publiceren een standpunt over de financiering van de coronacrisis en de maatschappelijke perspectieven voor de post-coronatijd. Het standpunt verscheen  op 11 juni onder andere in Le Soir, en in een Spaanse versie op ctxt.es. Nederlandse vertaling door Ander Europa

8 min leestijd

(Bron Diversen, Ander Europa, illustratie: van website ENSASE)

De Covid-19 crisis heeft de Europese lidstaten verplicht een reeks buitengewone uitgaven te doen als antwoord op een buitengewoon ernstige sanitaire en sociale situatie. De tijdelijke opheffing van het Europees Stabiliteits-en Groeipact liet toe om de begrotingstekorten te laten oplopen zonder risico op sancties vanwege de Europese instellingen. Maar vandaag is de vraag wie de factuur zal betalen: zullen de toegenomen schulden van de lidstaten leiden tot nieuwe soberheids- en aanpassingsprogramma’s, of zullen de rijksten moeten betalen? Het is daarom dringend nodig om de verdeling van de rijkdom op de agenda te plaatsen, met andere woorden het idee dat hoge inkomens en grote eigendommen belast moeten worden in het belang van de samenleving.

Wij zijn ook van mening dat de coronacrisis een gecoördineerde aanpak vereist op internationaal niveau. In Europa bleek de Europese Unie en de gemeenschappelijke markt niet in staat om op vlak van gezondheid en economische politiek een coördinatie op te zetten die beantwoordt aan de sociale nood. Daarom komen wij op voor maatregelen in de richting van een ander Europa, aangepast aan de noodsituatie waarin we ons bevinden. We vragen aan de Europese Raad om een Covid-19 belasting te heffen om tegemoet te komen aan de huidige economische noden. Als er geen akkoord is onder alle lidstaten, denken wij dat een dergelijke belasting kan gecoördineerd worden onder de landen die daartoe beslissen, zonder te wachten op unanimiteit onder de 27 lidstaten. En bij gebrek aan meerdere lidstaten die er zich toe bereid verklaren kan één enkele regering daartoe overgaan.

Wij stellen daarom het volgende voor:

  • De dringende invoering door de Europese lidstaten van een Covid-19 noodbelasting die de winsten van de ondernemingen en de grote vermogens belast als een maatregel die tegemoet komt aan de massale uitgaven ten gevolge van de crisis. Deze belasting moet voor 30 juni 2020 betaald worden.
  • De inning van deze belasting moet door de schatkist van de verschillende landen georganiseerd worden. Wij stellen een dergelijke belasting voor in elk Europees land, om aldus een Europees Covid-19 solidariteitsfonds te creëren dat op een gecoördineerde manier beheerd wordt door alle deelnemende landen.
  • De fondsen worden uitgekeerd in functie van de noden en de impact van de pandemie in elk land. De lidstaten beheren de ontvangen gelden om tegemoet te komen aan de dringendste sociale noden veroorzaakt door de crisis, teneinde decente levensvoorwaarden voor de bevolking te kunnen garanderen, om te kunnen investeren in de openbare gezondheid en zo de gevolgen van jaren bezuiniging aan te pakken.
  • Dit moet bijdragen tot de noodzakelijke verandering van het productiemodel, dat moet een antwoord bieden op de sociale en milieuvereisten die tot uiting komen in de pandemie. Een deel van de middelen moet dienen voor de creatie van een efficiënt publiek orgaan dat de gezondheidsinitiatieven en het onderzoek van alle deelnemende lidstaten coördineert met het oog op het gemeenschappelijk welzijn, in een geest van internationale solidariteit, wars van elke privatiseringslogica omtrent de toekomstige medicamenten en vaccins tegen het coronavirus.

Aan de noodbelasting zouden vier principes ten grondslag moeten liggen:

  1. Een belasting op winsten groter dan vijf miljoen euro, behaald op het zakencijfer en de economische activiteit in elk van de lidstaten. Er moet een belasting van 3% geheven worden op de nettowinsten. Daartoe moeten alle inkomsten beschouwd worden, behaald uit de omzet of op andere wijze, na aftrek van de onkosten maar vóór de nationale belastingsaftrek voor het fiscaal jaar 2019, en dit voor elk bedrijf, consortium of vennootschap waarvan de hoofdzetel zich al dan niet bevindt in een lidstaat.
  2. Een belasting op het patrimonium van fysieke personen, wat ook de juridische vorm van het eigendom mag zijn. Een belasting van 3% zal geheven worden op de handelswaarde van het patrimonium zoals bepaald op 31 december 2019, en dit voor alle vastgoed, wat ook de aard zij, met een waarde vanaf één miljoen euro. Vanaf 10 miljoen bedraagt de aanslagvoet 5% van de handelswaarde van alle activa, bepaald op 31 december 2019.
  3. Een belasting op de activa van investeringsfondsen en patrimoniumbeheerders. De belasting bedraagt 3% van de handelswaarde van alle activa d.d. 31 december 2019.
  4. Een belasting op de eigendomsoverdracht van om het even welke aard: alle bedragen overgedragen door morele personen worden belast a rato van 3% van de handelswaarde d.d. 31 december 2019. Er wordt een belasting van 2% geheven op de handelswaarde bij overdracht door fysieke personen, en dit vanaf één miljoen euro.

We weten dat er een dringende, onmiddellijke respons moet komen op de gezondheids-, sociale en economische urgentie van de coronapandemie. Daartoe werden reeds miljarden euro uitgetrokken, met verhoogde schulden als gevolg die niet door de Staten zullen kunnen gedragen worden, wat hen zal hinderen om maatregelen te nemen. Wij zijn daarom van oordeel dat het van cruciaal belang is dat de Europese Centrale Bank voor alle lidstaten de schulden opheft die aangegaan worden ter bestrijding van de oorzaken en gevolgen van de pandemie, of ze omzet in ‘eeuwigdurende schuld’ die buiten de begroting blijft. In afwachting van een beslissing daarover, en als drukkingsmiddel, stellen we voor dat de Staten eenzijdig de opschorting van schuldbetalingen afkondigen, en een schuldaudit met burgerparticipatie organiseren met het oog op de afwijzing of annulering van het illegitieme gedeelte van de schuld.

Er is momenteel sprake van het steunen van Europese ondernemingen bij het bestrijden van de crisis. Voor ons is het essentieel dat alle hulp ontzegd wordt aan bedrijven waarvan de zetel, de moedermaatschappij of een filiaal zich in een fiscaal paradijs bevindt, waarvan de juridische en fiscale structuren gericht zijn op belastingsontwijking en fiscale dumping; de meest strikte definitie van fiscaal paradijs moet daarbij gehanteerd worden, zoals vastgelegd door Oxfam of het Tax Justice Network. Het is ook van essentieel belang dat er een gecoördineerd optreden is van de lidstaten tegen landen die als fiscaal paradijs fungeren, binnen en buiten de EU. Alleen zo wordt het mogelijk om te strijden tegen de massale fiscale fraude die, samen met het neoliberaal beleid, op drastische wijze de belastingsheffing van de Staten heeft aangetast.

We hebben de laatste maanden ook gezien hoe de centrale banken in Groot-Brittannië of de Verenigde Staten op directe wijze hun regeringen ‘zonder beperking’ financieren in het kader van de strijd tegen de epidemie en haar gevolgen. We denken dat het van fundamenteel belang is dat, net zoals de grens op het begrotingstekort werd opzijgeschoven, ook het neoliberale keurslijf doorbroken wordt waardoor centrale banken die het eurosysteem vormen verhinderd worden om de Staten direct te financieren. De neoliberale politiek, ingeschreven in tal van Europese verdragen, bleek niet alleen niet in staat om op te treden tegen de pandemie, maar was ook een obstakel voor zulk optreden. Het is tijd om te breken met deze verdragen, en Europa op zijn kop te zetten.

De coronapandemie bewijst de fundamentele onverenigbaarheid tussen het functioneren van het kapitalisme en de verdediging van het leven. Ons politiek streven moet dus gericht zijn op een nieuw productief, economisch en sociaal model, een model dat rechtvaardig, democratisch en duurzaam is en een einde maakt aan de ongelijkheid, de armoede en de aanslag op de natuur. Meer dan ooit moeten we bijdragen tot de sensibilisering en de mobilisering in de samenleving. Het is duidelijk dat de vernoemde noodbelastingen alleen niet zullen volstaan in deze strijd. De uitdaging is veel ruimer. Maar we moeten ergens beginnen. En het is tijd om concrete voorstellen op tafel te leggen.

Ondertekenaars:

België: Olivier Bonfond, econoom CEPAG ; Jean-Claude Deroubaix, socioloog Université de Mons ; Anne Dufresne, GRESEA ; Ariane Estenne, voorzitter Mouvement Ouvrier Chrétien ; Corinne Gobin, politoloog, Université Libre de Bruxelles ; Christine Mahy, secretaris-generaal van Réseau Wallon de Lutte contre la Pauvreté ; Jean-François Ramquet, regionaal secretaris FGTB Liège-Huy-Waremme ; Jean François Tamellini, federaal secrétaris FGTB, Éric Toussaint, woordvoerder CADTM internationaal; Pascale Vielle, professor sociaal recht UCLouvain

Duitsland: Andrej Hunko, verkozene voor Die Linke in de Bundestag

Frankrijk: Susan George ; Christophe Aguiton ; Clementine Autain (parlementslid, France Insoumise) ; Myriam Martin (Ensemble), Catherine Samary

Italië : Giovanna Vertova, Università di Bergamo ; Franco Turigliatto, ex-senator ; Checchino Antonini, journalist, directeur l’Anticapitalista ; Cristina Quintavalla, CADTM Italië; Eliana Como, CGIL ; Antonio Moscato, historicus; Eleonora Forenza, gewezen europarlementslid; Marco Bersani, Attac Italia

Portugal : Nelson Silva, lid Nationale Raad CGTP

Spaanse staat: Carles Riera, lid Catalaans parlement voor CUP, Mireia Vehi, lid Spaans parlement voor CUP, Miguel Urban, europarlementslid voor Anticapitalistas ; Guillén del Barrio, woordvoerder MATS

Zwitserland : Stephanie Prezioso, parlementslid (SolidaritéS)