Ga naar de inhoud

Internationale voedselcrisis en voorstellen om die te overwinnen

Terwijl het aantal mensen in de wereld dat honger lijdt schrikbarend snel stijgt, stijgen de winsten van de grote voedselmultinationals nog veel sneller. [leestijd 20 minuten].

22 min leestijd

 (Door Eric Toussaint en Omar Aziki, dit artikel stond op CADTM. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos kaart van plan.be)

In tegenstelling tot wat in 2022 werd gedacht, begon de wereldwijde voedselcrisis vóór de Russische inval in Oekraïne en de stijging van de graanprijzen als gevolg van speculatie. Van 2014 tot 2021 nam het aantal mensen dat te kampen heeft met ernstige voedselonzekerheid wereldwijd toe met meer dan 350 miljoen, van 565 tot 924 miljoen. De stijging was bijzonder sterk van 2019 tot 2021 en trof meer dan 200 miljoen mensen. In 2021 hadden ongeveer 2,3 miljard mensen (29,3 procent van de wereldbevolking) te maken met matige of ernstige voedselonzekerheid [1]. In 2022 wijzen alle indicatoren op een waarschuwing. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 17 mei 2022 bijeengeroepen om te bespreken hoe om te gaan met een komende voedselcrisis die zou kunnen leiden tot volksopstanden.

Hoe komt het dat mensen in de 21e eeuw nog steeds honger lijden?

Dat is het directe gevolg van het agro-industrie model dat gericht is op het vergaren van winst in plaats van het voeden van mensen. Het is vooral duidelijk in de landen van het Zuiden waar het beleid van structurele aanpassing van het IMF en de Wereldbank een intensieve vorm van exportgerichte landbouw heeft bevorderd, die concurrerend en winstgevend is op de wereldmarkt, en die de productie van basisvoedingsmiddelen en de boerenlandbouw, die 70 procent van het voedsel in de wereld produceert, heeft verdrongen [2]. Voedsel is een grondstof geworden die onderworpen is aan speculatie op de wereldmarkt, waar een handvol grote multinationals de prijzen bepalen.

Die grote landbouwbedrijven profiteren van overheidssubsidies, nemen steeds meer land in voor de uitbreiding van de productie van agrobrandstof en putten watervoorraden uit voor gewassen met een hoog verbruik, vernietigen boerenzaden ten gunste van hybriden en GGO‘s, en veralgemenen het gebruik van kunstmest en pesticiden.

Dat productiemodel verhoogt de kwetsbaarheid van gewassen voor externe schokken aanzienlijk en draagt enorm bij aan de klimaatverandering en droogteperiodes die de van regen afhankelijke landbouw aantasten en de grondwaterstand doen opdrogen. Het is onlosmakelijk verbonden met het mondiale kapitalistische systeem en zijn vele crises, waarvan de voedselcrisis er slechts één is.

Hoe ernstig is de humanitaire crisis?

Eén op de tien mensen in de wereld lijdt permanent honger.

Volgens een ruimere norm die door de FAO en andere VN-organen is ontwikkeld, lijdt 30 procent van de wereldbevolking aan matige voedselonzekerheid.

De FAO merkt op dat op het Afrikaanse continent ongeveer 60 procent van de bevolking te maken heeft met matige voedselonzekerheid en 20 procent met ernstige voedselonzekerheid en die cijfers zullen waarschijnlijk toenemen met de instabiliteit van het klimaat.

In 2020 ‘leden naar schatting 45 miljoen kinderen onder de vijf jaar aan ernstige vermagering, de dodelijkste vorm van ondervoeding, waardoor de kindersterfte tot 12 keer groter is. Bovendien hadden 149 miljoen kinderen onder de vijf jaar een groei- en ontwikkelingsachterstand door een chronisch gebrek aan essentiële voedingsstoffen.’ [3] 45 procent van de sterfte van kinderen onder de 5 jaar is te wijten aan ondervoeding, wat neerkomt op 3,1 miljoen kinderen.

‘De genderkloof in voedselonzekerheid bleef stijgen. In 2021 had 31,9 procent van de vrouwen in de wereld te maken met ernstige voedselonzekerheid, tegenover 27,6 procent van de mannen ‒ een kloof van meer dan 4 procentpunten, tegenover 3 procentpunten in 2020.’ [4]

Unicef kondigde op 23 juni 2022 aan dat bijna 8 miljoen kinderen onder de 5 jaar in 15 door de crisis getroffen landen het risico lopen te sterven aan ernstige vermagering tenzij ze onmiddellijk therapeutische voeding en zorg krijgen… Sinds het begin van het jaar heeft de escalerende wereldwijde voedselcrisis nog eens 260.000 kinderen ‒ één kind elke 60 seconden ‒ blootgesteld aan ernstige vermagering in de 15 landen die het zwaarst door de crisis worden getroffen, vooral in de Hoorn van Afrika en de Centrale Sahel.’ Unicef stelt ook: ‘De prijs van kant-en-klare therapeutische voeding voor de behandeling van ernstige vermagering is de afgelopen weken met 16 procent gestegen door een sterke stijging van de kosten van basisingrediënten, waardoor 600.000 extra kinderen geen toegang hebben tot levensreddende behandeling en met de dood worden bedreigd.’

Paradoxaal genoeg zijn de meeste mensen die aan ondervoeding lijden landbouwers, voornamelijk kleine producenten die geen of onvoldoende grond bezitten, noch de middelen om die te verwerven en die zoveel mogelijk landbouwproducten op de markt moeten verkopen om hun schulden af te betalen, waardoor hun gezinnen van voedsel verstoken blijven. Natuurlijk zijn er ook de verarmde stedelijke klassen.

Enkele definities in het glossarium van het gemeenschappelijk rapport van de FAO, de WHO en Unicef.

Matige voedselonzekerheid: verwijst naar het niveau van de ernst van de voedselonzekerheid, op basis van de FIES, waarbij mensen geconfronteerd worden met onzekerheden over hun vermogen om aan voedsel te komen en zich genoodzaakt zien de kwaliteit en/of kwantiteit van het voedsel dat ze consumeren op bepaalde momenten in het jaar te verminderen wegens gebrek aan geld of andere middelen. Het verwijst dus naar een gebrek aan consistente toegang tot voedsel, waardoor de voedselkwaliteit afneemt, normale voedingspatronen worden verstoord en negatieve gevolgen kunnen hebben voor voeding, gezondheid en welzijn.

Ernstige voedselonzekerheid: het niveau van ernstige voedselonzekerheid waarbij mensen waarschijnlijk geen voedsel meer hebben, honger lijden en, in het meest extreme geval, dagenlang niet hebben gegeten, waardoor hun gezondheid en welzijn ernstig gevaar lopen, op basis van de FIES.

Ondervoeding: een abnormale fysiologische toestand veroorzaakt door een inadequate, onevenwichtige of overmatige inname van macronutriënten en/of micronutriënten en omvat ondervoeding (tekorten bij kinderen en tekorten aan vitaminen en mineralen) en overgewicht en zwaarlijvigheid.

Vermagering is een dodelijke vorm van ondervoeding, meestal het resultaat van gewichtsverlies in verband met een recente periode van onvoldoende energie-inname via de voeding en/of ziekte. Bij kinderen jonger dan vijf jaar wordt vermagering gedefinieerd als een gewicht in verhouding tot de lengte dat minder dan -2 SD onder de mediaan van de WHO-kindergroeinormen ligt. In 2022 lijden meer dan 45 miljoen kinderen onder de vijf jaar hieraan.

Ernstige vermagering: toestand die wordt gekenmerkt door extreme vermagering in verhouding tot de grootte, wat leidt tot een verzwakking van het immuunsysteem. Ernstige vermagering is de meest directe, de meest zichtbare en de meest dodelijke vorm van ondervoeding. In 2022 lijden meer dan 13 miljoen kinderen onder de vijf jaar eraan.

Émile Frison, lid van het internationale panel van deskundigen inzake duurzame voedselsystemen (IPES-food) verklaarde in Le Monde: ‘we moeten ons niet laten misleiden door de overtuiging dat de voedselcrisis het gevolg is van de covid gezondheidscrisis en van de oorlog in Oekraïne, en dat als die problemen worden opgelost, alles goed komt.’ Mathilde Gérard, journaliste bij Le Monde voegde daaraan toe: ‘Die twee grote internationale gebeurtenissen hebben eerdere structurele problemen slechts verergerd.’ [5]

De wereldwijde voedselcrisis is niet te wijten aan een vermindering van de productie van granen of andere voedingsmiddelen

De wereldwijde voedselcrisis is niet het gevolg van een gebrekkige voedselproductie. Feitelijk is de wereldwijde voedselproductie al meer dan een halve eeuw sneller gestegen dan de wereldbevolking. In 2021 bereikte de graanoogst een recordhoogte.

Maar benadrukt moet worden dat een steeds groter deel van het geproduceerde voedsel niet bestemd is voor menselijke consumptie.

De regeringen van het Noorden hebben de productie van agrobrandstof gesteund en die misleidend Green Fuel of biobrandstof genoemd om een positieve reactie bij het publiek teweeg te brengen. In een artikel van april 2022 wijst Jean-François Collin, een hoge ambtenaar en voormalig adviseur van het Franse ministerie van Landbouw, op ‘de aanzienlijke toename van de industriële toepassingen van de wereldgraanproductie (…), met name de productie van ethanol: 30 procent van de toename van de wereldproductie in de afgelopen vijftig jaar is besteed aan de ontwikkeling van industriële toepassingen van granen. Het gaat vooral om maïs, maar ook om tarwe. (…) Jaarlijks wordt ongeveer 200 miljoen ton Amerikaanse maïs verwerkt tot ethanol voor gebruik in autobrandstof. 10 procent van het in de wereld geproduceerde graan wordt nu gebruikt als brandstof. Daarbij komen nog de arealen die bestemd zijn voor andere planten dan granen, zoals koolzaad, soja of palmolie, die worden gebruikt voor de productie van di-ester, die ook als brandstof wordt gebruikt. Dit zijn allemaal gebieden die niet bestemd zijn voor de productie van tarwe of rijst die rechtstreeks de mens zouden kunnen voeden.’

Meer dan een derde van de wereldwijde graanproductie (35 procent) is bestemd als veevoer.

Een handvol multinationale ondernemingen beheersen de graanmarkt en vormen zo een oligopolie, en vergroten voortdurend hun winsten en hun vermogen ten koste van de belangen van de bevolking. Op mondiaal niveau beheersen vier ondernemingen, waarvan drie Amerikaanse en één Franse, 70 procent van de internationale graanmarkt. Ze hebben een fundamentele invloed op de prijzen en het aanbod. Het zijn Archer Daniels Midland, De Bunge, Cargill en Louis Dreyfus, vaak de ABCD genoemd.

Laten we het geval van Cargill nemen. In een recent rapport van Oxfam International staat: ‘Cargill is een wereldwijde voedselgigant en een van ’s werelds grootste particuliere bedrijven. In 2017 was het een van de vier bedrijven die meer dan 70 procent van de wereldmarkt voor landbouwgrondstoffen controleren en het is voor 87 procent in handen van de elfde rijkste familie ter wereld. De gecombineerde rijkdom van de familieleden die op de Forbes miljardairslijst staan, bedraagt 40,2 miljard euro ‒ en hun rijkdom is sinds 2020 met 13,5 miljard euro (65 procent) toegenomen, met een groei van bijna 18,7 miljoen euro per dag tijdens de pandemie. Dat kwam door de stijgende voedselprijzen, vooral voor granen. Vier andere leden van de uitgebreide Cargill-familie zijn onlangs toegetreden tot de lijst van de rijkste 500 mensen ter wereld. In 2021 had het bedrijf een netto-winst van 4,7 miljard euro en maakte het de grootste winst in zijn geschiedenis; het jaar daarvoor betaalde het voor 1,06 miljard euro aan dividenden uit, waarvan het grootste deel naar leden van de familie ging. Verwacht wordt dat het bedrijf in 2022 opnieuw een recordwinst zal boeken, waardoor de toch al oogverblindende rijkdom van de familie nog groter wordt.’

Het rapport van Oxfam voegt eraan toe: ‘Cargill is volgens Bloomberg niet de enige die grote winsten boekt door voedseltekorten en marktvolatiliteit. Een van de concurrenten van het bedrijf, het landbouwhandelshuis Louis Dreyfus Co, zei in maart dat zijn winst vorig jaar met 82 procent steeg, grotendeels dankzij graanprijsschommelingen en sterke marges in oliezaden.’ (Bron: Oxfam Media Briefing Profiting from Pain. The urgency of taxing the rich amid a surge in billionaire wealth and a global cost-of-living crisis, gepubliceerd op 23 mei 2022).

Die controle over de voedseldistributie heeft die agribusinessbedrijven, maar ook grote commerciële ketens zoals Wallmart of Carrefour, in staat gesteld om in 2021 prijsverhogingen van ongeveer 30 procent door te voeren. [6]

Het neoliberale vrijhandelsbeleid, dat we verderop bespreken, is een andere diepere oorzaak van de voedselcrisis. Het heeft de landen van het Zuiden immers steeds afhankelijker gemaakt van de invoer van voedsel (zie hieronder onze kritische opmerkingen over diverse beleidsmaatregelen die door de landen van het Zuiden worden uitgevoerd onder druk van instellingen zoals de Wereldbank en het IMF, maar ook van hun eigen heersende klasse). In geval van een externe schok die leidt tot een prijsstijging op de wereldmarkt en/of een aanbodprobleem, worden de landen van het Zuiden, die onvoldoende graan produceren, rechtstreeks getroffen.

Onder de recente factoren die de voedselcrisis hebben verergerd, moeten we de enorme speculatie op de graanmarkten noemen zodra Oekraïne door Rusland was binnengevallen. De prijzen van tarwe en maïs stegen binnen twee weken met bijna 50 procent, terwijl er toen nog geen sprake was van productievernietiging of leveringsproblemen. Het was pure speculatie van de kant van particuliere bedrijven die graan (inclusief toekomstige oogsten) opkochten op de beurzen, waarvan de belangrijkste die in Chicago is. De prijs van rijst steeg ook, zij het minder sterk.

Supermarktbedrijven verhoogden onmiddellijk de voedselprijzen zonder enige reden.

Op het moment dat deze regels worden geschreven, eind augustus 2022, is de prijs van tarwe op de beurs van Chicago de afgelopen drie maanden met 32 procent gedaald en de prijs van maïs met 22 procent, maar dat had geen effect op de detailhandelsprijzen.

De detailhandelsprijzen voor de consument zijn sterk gestegen en het is onwaarschijnlijk dat ze zullen dalen aangezien de overheid geen beleid van prijscontrole of prijsbepaling voert. Grote particuliere bedrijven zijn vrij om de prijzen naar eigen inzicht vast te stellen.

De voedselcrisis is niet begonnen met de invasie van Oekraïne

Op wereldschaal verslechterde de situatie eigenlijk al sinds 2014. Terwijl er in 2007-2008 een ernstige voedselcrisis was (zie onze toelichting) waardoor meer dan 800 miljoen mensen honger leden, was de situatie van 2009 tot 2013 verbeterd en sinds 2014 weer verslechterd (zie tabellen 1 en 2).

cadtmcreenshot 2023 01 05 17 33 55

Tabel 1: Aantal mensen met ernstige voedselonzekerheid (in miljoenen)

FAO, The State of Food Security and Nutrition in the World 2022, tabel 4, blz. 26.

Wereldwijd is het aantal mensen met ernstige voedselonzekerheid tussen 2014 en 2021 met meer dan 350 miljoen toegenomen, van 565 tot 924 miljoen.

CADTM2Screenshot 2023 01 05 17 34 26

Tabel 2: Aantal mensen met een matige voedselonzekerheid (in miljoenen)

Bron: FAO, The State of Food Security and Nutrition in the World 2022, tabel 4, blz. 26.

Kan honger worden uitgeroeid?

Honger uitroeien is perfect mogelijk. Oplossingen om dit essentiële doel te bereiken, vereisen een project van voedselsoevereiniteit dat radicaal verschilt van het model van de intensieve agro-industrie. Voedselsoevereiniteit verwijst naar het recht van elk land om zijn eigen capaciteit om zijn basisvoedsel te produceren in stand te houden en te ontwikkelen. Het veronderstelt de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, met name land, water en zaden. Voedselproducenten, distributeurs en consumenten moeten centraal worden gesteld in voedselsystemen en het beleid in plaats van de eisen van markten en multinationale bedrijven, waarbij de bevolking wordt gevoed door lokale producenten en de import en export worden beperkt.

Voedselsoevereiniteit kan alleen worden bereikt als agro-ecologie ten grondslag ligt aan de besluiten van regeringen. Agro-ecologie is een alternatief voor het productivistische neoliberale model. Het garandeert de collectieve rechten van boeren, beschermt de biodiversiteit, versterkt lokale voedselsystemen en waardeert het letterlijk vitale werk van vrouwen.

Het zou kwaliteitsvoedsel leveren: zonder GGO’s, zonder pesticiden of herbiciden, zonder chemische meststoffen. Maar om dat doel te bereiken moeten meer dan drie miljard boeren toegang krijgen tot voldoende land en voor zichzelf boeren in plaats van de grootgrondbezitters, transnationale landbouwbedrijven, handelaren en kredietverstrekkers te verrijken. Ze moeten ook toegang krijgen tot overheidssubsidies om het land te bewerken en wel zonder het uit te putten.

Een landhervorming is nodig, daar ontbreekt het nog aan, zowel in Brazilië, Bolivia, Paraguay, Peru, Azië als in sommige Afrikaanse landen. Zo’n hervorming moet de herverdeling van land organiseren, grote privé-landgoederen verbieden en de boeren overheidssteun geven. Landhervorming moet ingaan tegen het landbeleid van de Wereldbank, trusts zoals de Bill & Melinda Gates Foundation en multinationals die grootschalige landroof bevorderen.

Landhervorming moet bestaande bossen behouden en herbebossing aanmoedigen, de privatisering en commercialisering van watervoorraden stoppen en monoculturen die de bodem uitputten vermijden…

Benadrukt moet worden dat het IMF en de Wereldbank een enorme verantwoordelijkheid hebben in de voedselcrisis, omdat deze instellingen erop aandrongen dat landen steeds afhankelijker werden van internationale markten, hulp aan kleine boeren schrapten en meestbegunstigingsvoordelen boden aan multinationale landbouwbedrijven. Het IMF en de WB adviseerden regeringen in het Zuiden om graansilo’s op te heffen die werden gebruikt om de binnenlandse markt te bevoorraden in geval van een voorzieningstekort en/of prijsexplosie. De Wereldbank en het IMF hebben er bij de regeringen in het Zuiden op aangedrongen de openbare kredietinstellingen voor boeren af te schaffen en deze in de klauwen van particuliere geldschieters (vaak grote handelaren) of particuliere banken te duwen die woekertarieven rekenen. Dat heeft geleid tot enorme schulden bij kleine boeren in India, Mexico, Egypte en verschillende landen in Afrika bezuiden de Sahara.

Volgens officiële onderzoeken is overmatige schuldenlast onder Indiase boeren de belangrijkste oorzaak van de zelfmoord van bijna 400.000 boeren in India in de afgelopen 25 jaar. India is precies één van de landen waar de Wereldbank de overheid ervan heeft overtuigd de overheidsleningen aan boeren te onderdrukken. De afgelopen 50 jaar hebben de WB en het IMF ook tropische en andere landen in het Zuiden onder druk gezet om hun productie van tarwe, rijst of maïs te vervangen door exportgewassen zoals cacao, koffie, thee, bananen, pinda’s, bloemen, katoen of rietsuiker. Om hun werk ten gunste van de agro-industrie en de graanexporterende landen (te beginnen met de VS, Canada en Europa) te voltooien, hebben ze de regeringen ertoe aangezet hun markten open te stellen voor voedselimporten die in het Noorden grotendeels gesubsidieerd worden, waardoor veel producenten in het Zuiden failliet gaan en de lokale voedselproductie sterk afneemt.

Kortom, we moeten voedselsoevereiniteit invoeren, agro-ecologie bevorderen en landhervormingen doorvoeren. We moeten de productie van industriële agrobrandstoffen stopzetten en overheidssubsidies aan de producenten ervan verbieden. We moeten opnieuw openbare voedselreserves aanleggen (vooral graan: rijst, tarwe, maïs…), openbare kredietinstellingen voor landbouwers (her)creëren en de voedselprijzen reguleren. We moeten ervoor zorgen dat bevolkingsgroepen met een laag inkomen toegang krijgen tot kwaliteitsvoeding tegen lage prijzen. We moeten de BTW op basisvoedingsmiddelen afschaffen. De staat moet kleine boeren voldoende goede prijzen garanderen zodat ze hun levensomstandigheden aanzienlijk kunnen verbeteren. De staat moet ook openbare diensten op het platteland ontwikkelen, zoals gezondheidszorg, onderwijs, communicatie, cultuur of zaadbanken. De overheid is perfect in staat om zowel gesubsidieerde prijzen voor de voedselconsument te garanderen als voldoende hoge verkoopprijzen voor de landbouwers om voldoende inkomsten te genereren.

Maakt deze strijd tegen de honger niet deel uit van een veel bredere strijd?

We kunnen niet serieus beweren dat we honger bestrijden zonder de onderliggende oorzaken aan te pakken. Schuld is er een van en de verschillende aankondigingen over dit onderwerp, die de laatste jaren veelvuldig zijn gedaan, zoals tijdens de G7- of G20-toppen, verhullen niet dat honger een onopgelost probleem blijft. De huidige mondiale crisis maakt de schuldsituatie van ontwikkelingslanden nog erger en nieuwe schuldencrises liggen in het verschiet. De gebeurtenissen in Sri Lanka en Argentinië in 2022 zijn hiervan sprekende voorbeelden. Deze schuld heeft volkeren in het Zuiden, die anders zouden kunnen rekenen op aanzienlijke menselijke en natuurlijke hulpbronnen, in massale armoede gestort. Het schuldenstelsel is georganiseerde plundering die moet worden gestopt.

Het helse mechanisme van de onrechtmatige overheidsschuld is namelijk een van de belangrijkste obstakels voor de bevrediging van de menselijke basisbehoeften, waaronder de toegang tot fatsoenlijk voedsel. Zonder twijfel moet de bevrediging van fundamentele menselijke behoeften voorrang krijgen op elke andere overweging, of die nu geopolitiek of financieel is. Vanuit moreel oogpunt zijn de rechten van schuldeisers, landheren of speculanten slechts een peulenschil tegenover de fundamentele rechten van acht miljard burgers, die vertrapt worden door het onverbiddelijke mechanisme van de schuld.

Het is immoreel te eisen dat mensen in landen die verarmd zijn door een crisis waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn, een groot deel van hun middelen besteden aan het terugbetalen van welgestelde schuldeisers (zowel in het Noorden als in het Zuiden) in plaats van te voorzien in hun basisbehoeften. De immoraliteit van de schuld is vaak een gevolg van het feit dat die is aangegaan door niet-democratische regimes die de leningen niet in het belang van hun bevolking hebben gebruikt en grootschalige verduistering hebben georganiseerd met stilzwijgende of uitdrukkelijke goedkeuring van landen in het Noorden, particuliere schuldeisers, de Wereldbank en het IMF. Schuldeisers van geïndustrialiseerde landen hebben vaak willens en wetens leningen verstrekt aan regimes die corrupt zijn. Ze hebben niet het recht om van de bevolking terugbetaling van deze immorele en onrechtmatige schulden te eisen.

Kort gezegd is schuld een van de belangrijkste mechanismen waarmee een nieuw soort kolonisatie werkt. Het komt bovenop de historische schendingen die de rijke landen al hebben begaan: slavernij, uitroeiing van inheemse volkeren, koloniaal juk, plundering van grondstoffen, van biodiversiteit, van knowhow van landbouwers (door het patenteren van landbouwproducten uit het Zuiden, zoals Indiase basmatirijst, ten voordele van transnationale landbouwbedrijven uit het Noorden) en van culturele goederen, braindrain, enzovoort. Het is hoog tijd om uit zorg voor rechtvaardigheid de logica van overheersing te vervangen door een logica van herverdeling van rijkdom.

De G7, het IMF, de Wereldbank en de Club van Parijs leggen hun eigen versies van waarheid en rechtvaardigheid op, waarvan ze zowel rechter als partij zijn. Sinds de crisis van 2007-2009 heeft de G20 het stokje overgenomen van de G7 en ertoe bijgedragen dat het in diskrediet gebrachte en gedelegitimeerde IMF weer centraal staat in het politieke en economische spel, met name ten aanzien van het Zuiden. We moeten een einde maken aan deze onrechtvaardigheid die de onderdrukkers ten goede komt, of ze nu uit het Noorden of het Zuiden komen.

CADTM steunt van harte de voorstellen en eisen van de internationale boerenbeweging La Via Campesina om de huidige voedselcrisis het hoofd te bieden en te komen tot voedselsoevereiniteit:

In deze dramatische context formuleert La Via Campesina krachtige eisen en voorstellen om de crisis aan te pakken, zowel op korte als op langere termijn.

We eisen onmiddellijke actie:

– beëindiging van de speculatie op voedsel en opschorting van de handel in voedselproducten op de grondstoffenmarkten. Speculatie op landbouwfutures moet onmiddellijk verboden worden. De prijs van internationaal verhandeld voedsel moet gekoppeld zijn aan de productiekosten en de beginselen van eerlijke handel volgen, zowel voor producenten als voor consumenten;

– beëindiging van de controle van de WTO op de voedselmarkten, en de landbouw buiten de vrijhandelsovereenkomsten houden. Met name de strafbepalingen van de WTO die landen beletten openbare voedselvoorraden aan te leggen en de markt- en prijsregulering moeten onmiddellijk worden opgeheven, zodat landen het nodige overheidsbeleid kunnen ontwikkelen om kleinschalige voedselproducenten in deze uitdagende context te ondersteunen;

– een spoedvergadering beleggen van het Comité voor voedselzekerheid en een nieuw internationaal orgaan oprichten om transparante onderhandelingen te voeren over grondstoffenovereenkomsten tussen exporterende en importerende landen, zodat landen die afhankelijk zijn geworden van voedselimporten toegang krijgen tegen een toegankelijke prijs;

– het gebruik van landbouwproducten voor de productie van agrobrandstof of energie verbieden. Voedsel moet absolute prioriteit hebben boven brandstof;

– een wereldwijd moratorium op de betaling van overheidsschuld door de meest kwetsbare landen instellen. In de huidige context is het uitoefenen van druk op sommige zeer kwetsbare landen om de schuld te betalen zeer onverantwoordelijk en leidt het tot sociale, economische en voedselcrises. Een einde maken aan de druk van het IMF om nationaal overheidsbeleid en overheidsdiensten te ontmantelen. We eisen de kwijtschelding van de onrechtmatige buitenlandse overheidsschuld van ontwikkelingslanden.

We eisen radicale veranderingen in het internationale, regionale en nationale beleid om de voedselsoevereiniteit te herstellen door:

– een radicale verandering van de internationale handelsorde. De WTO moet worden ontmanteld. Een nieuw mondiaal kader voor handel en landbouw, gebaseerd op voedselsoevereiniteit, moet de weg vrijmaken voor versterking van de lokale en nationale boerenlandbouw, om te zorgen voor een stabiele basis voor een voedselproductie teruggebracht naar het nationale en lokale niveau, de ondersteuning van lokale en nationale boerenmarkten, alsmede voor een eerlijk internationaal handelsstelsel dat gebaseerd is op samenwerking en solidariteit in plaats van op concurrentie en speculatie;

– de uitvoering van democratische en integrale landbouwhervorming om een einde te maken aan de toe-eigening van water, zaden en land door multinationale ondernemingen en om kleinschalige producenten eerlijke rechten op productiemiddelen te garanderen. We protesteren tegen de privatisering en inbezitneming van gebieden en gemeenschappelijk bezit door ondernemingen onder het mom van milieubescherming, via koolstofmarkten of andere compensatieprogramma’s voor biodiversiteit, zonder rekening te houden met de mensen die in deze gebieden wonen en die al generaties lang voor het gemeenschappelijk bezit zorgen;

Een radicale verschuiving naar agro-ecologie om gezond voedsel te produceren in kwantiteit en kwaliteit voor de hele bevolking. We mogen niet vergeten dat de klimaat- en milieucrisis in de huidige context onze grote uitdaging zal zijn. We moeten de uitdaging aangaan om voldoende kwaliteitsvoedsel te produceren en tegelijk de biodiversiteit te herstellen en de uitstoot van broeikasgassen drastisch te verminderen.

– een effectieve regulering van de markt voor productiemiddelen (zoals kredieten, meststoffen, pesticiden, zaden en brandstof) om de capaciteit van de boeren om voedsel te produceren te ondersteunen, maar ook om een eerlijke en goed geplande overgang naar meer agro-ecologische landbouwpraktijken te waarborgen;

– een voedselbeheer dat gebaseerd is op lokale productie, niet op de multinationals. Op mondiaal, regionaal, nationaal en lokaal niveau moet een einde worden gemaakt aan de inpalming van het voedselbeheer door de multinationals en moet voorrang worden gegeven aan de belangen van de volkeren. De essentiële rol van de kleine producenten moet worden erkend in alle organen die zich met voedselbeheer bezighouden;

– de omzetting van de VN-Verklaring over de rechten van de boeren in een juridisch bindend instrument voor de verdediging van de plattelandsbevolking;

– de ontwikkeling in elk land van openbare opslagcapaciteiten. De strategie van het aanleggen van voedselvoorraden moet zowel op nationaal niveau plaatsvinden, maar ook door de vorming en publieke ondersteuning van voedselreserves op gemeenschapsniveau met lokaal geproduceerd voedsel afkomstig van agro-ecologische landbouwpraktijken;

– een wereldwijd moratorium op gevaarlijke technologieën die de mensheid bedreigen, zoals geo-engineering, GGO’s of kweekvlees. De bevordering van goedkope technieken die de autonomie van de boeren en hun gebruik van hun eigen zaden vergroten.

– de ontwikkeling van overheidsbeleid om te zorgen voor nieuwe verhoudingen tussen degenen die voedsel produceren en degenen die voedsel consumeren, degenen die op het platteland wonen en degenen die in stedelijke gebieden wonen, waarbij eerlijke prijzen worden gegarandeerd op basis van de productiekosten, zodat iedereen die op het platteland produceert een fatsoenlijk inkomen krijgt en de consumenten een eerlijke toegang tot gezond voedsel;

– de bevordering van nieuwe genderverhoudingen gebaseerd op gelijkheid en respect, zowel voor de plattelandsbevolking als voor de stedelijke arbeidersklasse. ‘Geweld tegen vrouwen moet nu stoppen.’

Met dank aan Pablo Laixhay en Brigitte Ponet voor hun aandachtige lezing.

Wij raden u aan dit persbericht van CADTM te lezen: Beëindiging van de voedselcrisis

Voetnoten

[1] FAO, The State of Food Security and Nutrition in the World 2022.

[2] De FAO stelt dat ‘gezinsboeren, . . meer dan 70 procent van het voedsel in de wereld produceren ‒ en meer dan 80 procent in ontwikkelingslanden.’ Zie het einde van de verklaring.

[3] Persbericht van de Wereldgezondheidsorganisatie, 6 juli 2022,

[4] Ibid.

[5] Mathilde Gérard, ‘Ondervoeding: bijna één op de tien mensen in de wereld lijdt honger, een cijfer dat de afgelopen twee jaar sterk is gestegen’, Le Monde, 6 juli 2022.

[6] Oxfam Media Briefing, Profiting from pain: de dringende noodzaak om de rijken te belasten tegen de achtergrond van een toename van de rijkdom van miljardairs en een wereldwijde crisis van de kosten van levensonderhoud, gepubliceerd op 23 mei 2022, p. 6.