Ga naar de inhoud

Franse aanzet tot ‘La belle démocratie’?

De Franse gemeenteraadsverkiezingen zijn achter de rug en die verliepen niet zonder moeilijkheden. De eerste ronde die ondanks het coronavirus plaatsvond op 15 maart 2020 en die heel wat besmettingen opleverde, werd gekenmerkt door een historisch lage opkomst, want slechts 44,64 procent van de Fransen ging naar de stembus. Toen al waren ze een voorafspiegeling van wat er ook tijdens de tweede stemronde op 28 juni 2020 is gebeurd en waarbij nog slechts 4800 gemeentes betrokken waren. (1) De lijsten van La République en Marche (LRM) van president Macron deden het ronduit slecht in tegenstelling tot de groene lijsten van Europe Écologie-Les Verts (EELV) die overwegend goed scoorden.

9 min leestijd

(Door Walter Lotens, overgenomen van uitpers.be)

Tweede ronde

Op 28 juni werd deze dubbele trend bevestigd (zie uitpers van 29 juni). Er kwamen nog minder kiezers opdagen – slechts 41 procent – maar die zorgde ervoor dat Frankrijk nóg groener kleurde, ook in grotere steden als Lyon, Strasbourg, Bordeaux, Marseille, Poitiers, Besançon, Chambéry, Tours, Annecy en Colombes haalde de EELV het burgermeesterambt binnen of kwamen haar leden via een coalitie in het nieuwe bestuur. Voor de groene partij betekende 28 juni een merkelijke schaalvergroting. Voorheen hadden ze slechts één stad van meer dan 100.000 inwoners in handen – Grenoble onder Éric Piolle – maar vanaf die datum werden het er zeven plus één metropool. Dat is ongetwijfeld een historische gebeurtenis. In Grenoble was de populaire Éric Piolle al groene burgemeester – lees zijn boek ‘Grenoble, grandir ensemble’ – en hij werd dan ook herkozen en hier en daar gaan nu zelfs al stemmen op dat hij in 2022 een mogelijke groene presidentskandidaat zou kunnen worden. Ook in Parijs werd de socialistische burgemeester Anne Hidalgo die in haar beleid van de Franse hoofdstad duidelijk groene accenten legde, herkozen. (2) Op luttele stemmen na zou zelfs Rijsel een groene burgemeester hebben gekregen, maar uiteindelijk blijft de socialiste Martin Aubry op haar plaats zitten. Als deze uitslagen als graadmeter kunnen genomen worden voor de presidentsverkiezingen van 2022 dan staat Macron er helemaal niet goed voor. Het ziet er naar uit dat in Marseille Michèle Rubirola, de roodgroene burgemeester zal worden als kandidate van de linkse lijst ‘Le printemps Marseillais’. In Toulouse werd het dan weer ‘net niet’. Er ontbraken enkele duizenden stemmen om Antoine Maurice, kandidaat van de EELV en van de lijst Archipel citoyen die einde 2019 vorig jaar een participatieve lijst van 70 kandidaten had voorgesteld als nieuwe burgemeester te installeren. Toch dragen ‘groen’ en ‘rood’ en vooral de combinatie van beide politieke kleuren op dit ogenblik de voorkeur weg van vele Fransen. Dat is de lezing van de meeste commentatoren op de laatste gemeenteraadsverkiezingen.

Opkomende burgerplatformen

Minder aandacht bij al dat partijpolitieke geweld gaat er naar de kleinere bewegingen van burgerplatformen die zich stilaan in het politieke landschap beginnen te nestelen, vooral dan op het gemeentelijk niveau, waar het bestuur gekenmerkt wordt door een veel grotere nabijheid van en bij de burgers. Dat wordt municipalisme genoemd. Die stroming bekijkt de stad of het dorp als een bevoorrechte schaalgrootte waar het gaat over politieke participatie. De grondslag van het municipalisme gaat er vanuit dat het stedelijk niveau toelaat om een andere politiek uit te werken en te streven naar andere politieke verhoudingen dan op nationaal niveau. La reconquête démocratique passe-t-elle par le local? Dat is de vraag die door het municipalisme positief beantwoord wordt. Op vele plaatsen in de wereld is die zoektocht naar verdieping van de democratie aan de gang. Ze worden rebelse steden genoemd of, zoals in Spanje, ciudades sin miedo of ciudades del cambio. Ook in Frankrijk is die trend aanwezig. Zo won in 2014 de burgerlijst ‘Autrement pour Saillans’ de verkiezingen en daardoor werd dat dorp van 1300 inwoners in de Vercors een boeiend experiment in participatieve democratie dat nationaal en internationaal met grote aandacht werd gevolgd. (3) Het voorbeeld van Saillans heeft geleid tot de oprichting van een collectief ‘La belle démocratie’, een platform dat ervoor ijvert dat de inwoners van een gemeente het bestuur van hun woonnplaats mee in handen nemen.

Nieuwe netwerken

Er is intussen in Frankrijk een heel netwerk van kleine organisaties van onderuit ontstaan waartoe naast Mouvement Utopia en Commonspolis, ook Action Commune, Open source politics, solucracy, démocratie vivante, démocratie ouverte, het Institut Alinksky, kawaa, créateurs de lieu en Jardinières du nous behoren. Samen organiseren zij in heel het land het festival ‘Curieuses Démocraties’, waarmee zij inspiratie wilden bezorgen aan andere gemeentes om tegen de verkiezingen van 2020 met eigen participatieve burgerlijsten te beginnen. Na de eerste ronde van 15 maart 2020 waren er 23 kleine gemeentes van minder dan 5000 inwoners waarin een burgerlijst meer dan 50 procent van de stemmen binnenhaalde. Na de tweede ronde zijn er daar nog een zestigtal bijgekomen. 66 burgerlijsten besturen nu een gemeente in Frankrijk, 1324 gemeenteraadsleden zitten in een bestuurscoalitie, 638 in de oppositie en 279016 Fransen stemden voor een burgerlijst, maar dat blijft in de huidige Franse context natuurlijk nog steeds een zeer kleine minderheid. (4)
Het pilootdorp Saillans zag trouwens haar burgerlijst ‘Autrement pour Saillans’ nipt verliezen, maar een andere burgerlijst met andere accenten nam het politiek initiatief over. In Dieulefit, een dorp van 3150 inwoners, ook in de Drôme, behaalde de burgerlijst Osons une transition heureuse’ dan wel weer een klinkende overwinning in de tweede ronde en dat gebeurde ook in Pélusin in de Loire, Telgrus-sur-Mer in de Finistère, Vaour in de Tarn en nog op vele andere, meestal kleine plaatsen.

Burgercollectieven en partijen

Is het antwoord op de vraag ‘La reconquête démocratique passe-t-elle par le local? dan een voorzichtig ‘ja’, maar dan alleen in kleinschalige gemeentes, lees dorpen ? Dat blijkt niet uit de feiten, zeker niet na de tweede ronde. Er zijn op het lokale vlak opvallend veel toenaderingspogingen geweest tussen autonome burgerbewegingen en politieke partijen met een groene en/of rode insteek. De meeste van die burgercollectieven zoeken aansluiting bij de ecologisten van EELV (Europe Écologie-Les Verts) en bij LFI (La France Insoumise) van Jean-Luc Mélenchon waarvan de strategie is om zich op lokaal vlak te verbinden met burgercollectieven. Dat is onder meer het geval in Toulouse (Haute-Garonne) waar La France Insoumise en enkele afgescheurde socialisten zich en cours de route, en niet zonder problemen, hebben verbonden met het burgercollectief Archipel citoyen, die einde vorig jaar een participatieve lijst van 70 kandidaten heeft voorgesteld en die nu tijdens de tweede ronde nipt het onderspit heeft moeten delven. De groenrode houding van Anne Hildalgo in Parijs, maar ook van burgemeester Éric Piolle in Grenoble en van Jean-François Carin van het kleinere Loos-en- Gohelle in Nord-Pas-de-Calais kunnen inspirerende voorbeelden zijn. Deze toenadering tussen traditionele partijen en georganiseerde, gepolitiseerde burgers heeft ongetwijfeld zijn vruchten afgeworpen in deze tweede ronde, maar het is nu de vraag of die twee elkaar ook zullen vinden in ‘de herovering van de democratie’. De verdedigers van een radicale visie op de democratie kijken met de nodige reserve naar dat toenaderingsproces tussen burgercollectieven en politieke partijen. ‘Ik stel mij vragen bij dat samengaan met partijen, ook met linkse,’ zegt Tristan Rechid van Autrement pour Saillans en van ‘La belle démocratie’, die waarschuwt voor wat hij ‘citoyennisme-washing’ noemt. Neem nu de stad Poitiers met haar 87.900 inwoners als voorbeeld. De nieuwe burgemeester, de ecologiste Léonore Moncond’Huy draagt wel het etiket EELV, maar het geheel van de lijst Poitiers Collectif werd in werkgroepen op een open en participatieve manier samengesteld.
Zal de volgende legislatuur in deze gemeentes een praktijkoefening worden om te komen tot een andere, participatief democratische werking of zullen eerder partijpolitieke belangen uiteindelijk toch weer niet gaan doorwegen in deze nieuwe, atypische besturen? Zullen kritische burgers met een gepolitiseerde neus door dezelfde deur kunnen als gehaaide politici? Dat is een algemene, grensoverschrijdende vraag die zeker ook voor de rebelse steden in Spanje kan worden gesteld. Ook in België begint die toenadering tussen ‘het politieke’ van de toenemende burgerbeweging(en) en de traditionele partijen stilaan op gang te komen, maar het is in de meeste gevallen nog een gereserveerd aftasten. Het opnemen van enkele onafhankelijke burgers op een politieke lijst lijkt nog te veel op een accapareringsbeweging. Het kan ook anders en beter. In Montpellier (Hérault) lijkt het burgercollectief ‘Nous Sommes’ , zoals het burgercollectief ‘Barcelona en Comú’ van Ada Colau, een autonome koers te varen. Hun lijst is niet geïnspireerd vanuit een partij, maar vanuit de kandidaten die representatief zijn voor Montpellier. Jammer genoeg behaalde ze tijdens de tweede ronde net geen meerderheid. Het wordt nu zaak om ook de handen uit de mouwen te steken en te bewijzen dat die burgerlijsten gen eendagsvliegen zijn en dat zij kunnen bewijzen op het gemeentelijk niveau het (kleine) verschil te maken. Dat zegt ook Thomas Simon, woordvoerder van het netwerk Action Commune: ‘Het idee is om het niveau van de consultatieve stem van de burger te overstijgen en te bewijzen dat een meer horizontaal bestuur, gebaseerd op collectieve intelligentie mogelijk is.’

Representatief of participatief?

In Frankrijk doet zich op het vlak van democratische participatie een paradoxale situatie voor. De eerste en tweede ronde van de gemeenteraadsverkiezingen waarvoor bijna ongeveer zestig procent van de kiezers hun kat stuurde, bewijzen dat het niet goed gesteld is met de representatieve democratie in dat land. Dat merkt ook de Franse politicoloog Pierre Martin van Grenoble op: ‘We mogen niet vergeten dat het succes van de groenen gepaard gaat met het deficit van de representatieve democratie. Die grote afwezigheid van de kiezer maakt dat we moeten erkennen dat geen enkele politiek project de kiezer echt heeft kunnen aanspreken: niet rechts, niet links, maar ook de groenen niet.’ (5)

Precies op dat ogenblik van politieke apathie zien we de eerste kiemen van een andere aanpak opduiken. Worden die pogingen om op het gemeentelijk vlak een meer participatieve inhoud te geven aan het begrip democratie dan misschien de aanzet tot La Belle Démocratie?

———–
(1) De stemmethode is het twee-ronde proportionele lijstensysteem met een meerderheidsbonus. Als een lijst een absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen krijgt, wordt in de eerste ronde de helft van de zetels toegewezen. Dit wordt de prime majoritair genoemd. De andere helft van de zetels wordt verhoudingsgewijs verdeeld over alle lijsten die meer dan 5% van de uitgebrachte stemmen hebben gekregen. Als geen enkele lijst een absolute meerderheid behaalt, wordt een tweede ronde gehouden. Alleen de lijsten die ten minste 10% van de in de eerste ronde uitgebrachte stemmen hebben behaald, kunnen zich herverkiesbaar stellen. Kandidaten die ten minste 5% en minder dan 10% hebben behaald, mogen zich bij een andere lijst aansluiten.
(2) Manifesto de Paris, 28 bis boulevard de Sebastopol, 75004 Paris, parisencommun.contact@gmail.com
(3) Zie Maud Dugrand, La petite République de Saillans, une expérience de démocratie participative, 2020, la brune au rouergue
(4) Om de zes jaar worden er in 34 970 Franse gemeentes ongeveer 500.000 gemeenteraadsleden en burgemeesters verkozen, en tevens ook de leden van de vele intercommunales.
(5) Pauline Graulle, Municipales: ce qui se cache sous la prétendue «vague verte». Mediapart van 2 juli 2020