Ga naar de inhoud

Foodwatch aan Ploumen: ´TTIP schaadt consumentenbelang en is ondemocratisch´

Foodwatch Nederland stuurde minister Ploumen een open brief over de onderhandelingen over het Trans-Atlantische Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP). TTIP stuurt aan op harmonisering of wederzijdse erkenning van de huidige én toekomstige wet- en regelgeving tussen VS en EU. foodwatch vreest dat TTIP economische belangen boven de belangen van burger en consument stelt en daarmee de democratie bedreigt. Volgens de organisatie misleidt Ploumen bovendien de Nederlandse burger met onvolledige en misleidende voorlichting en maakt het gebrek aan transparantie democratische controle van het onderhandelingsproces onmogelijk. foodwatch is ook een TTIP-emailactie gestart en vraagt consumenten mee te doen.

25 min leestijd

(Bron: Supermacht)

Hieronder is de tekst van de open brief van foodwatch aan minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. En helemaal onderaan de tekst van de TTIP-emailactie van foodwatch.

foodwatch-logoOPEN BRIEF

Van: Stichting foodwatch Nederland, Fizeaustraat 23, 1097 SC Amsterdam
Aan: de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Mevrouw drs. E.M.J. Ploumen
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Datum: Amsterdam, 29 juni 2015

Geachte minister Ploumen,

Namens Nederland heeft u goedkeuring gegeven voor de onderhandeling die de Europese Commissie sinds 2013 met de Verenigde Staten voert over het Trans-Atlantische Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP). TTIP beoogt de grootste economische handelszone in de wereld te creëren [1]. TTIP is echter geen traditioneel handelsverdrag dat zich beperkt tot grenscontroles en handelstarieven, maar gaat een stap verder. TTIP stuurt aan op het harmoniseren of wederzijds erkennen van wet- en regelgeving tussen de VS en de EU. Het gaat hierbij om zowel huidige als toekomstige wet- en regelgeving. Het opheffen van deze verschillen in wet- en regelgeving zou handel moeten stimuleren.

foodwatch maakt zich zorgen over deze onderhandelingen, die economische belangen boven die van burgers en consumenten plaatsen, en daarmee een bedreiging vormen voor onze democratie. Veel mensen delen deze zorgen en proberen zich daarom over deze complexe onderhandelingen te informeren. Het is aan de overheid om deze burgers volledig voor te lichten. In verschillende uitlatingen in de media, en op de website van de Rijksoverheid in het bijzonder, geeft de Nederlandse overheid nu een erg eenzijdig beeld van TTIP. Positieve verhalen worden uit hun context gehaald, opgeblazen en continu aangehaald, terwijl de risico’s en de negatieve effecten van TTIP veelal worden genegeerd.

Het gebrek aan transparantie in het onderhandelingsproces maakt het bovendien onmogelijk voor burgers, journalisten en maatschappelijke organisaties om het proces te controleren. Dit is onacceptabel: deze eenzijdige communicatie, in combinatie met het gebrek aan transparantie, misleidt de burger. In deze brief zetten wij de grootste voorbeelden van deze misleiding op een rij en verzoeken wij u om uw communicatie aan te passen.

Vijf voorbeelden van misleiding

1. TTIP zorgt voor economische groei en banen

Op de website van de Rijksoverheid beweert u onder het kopje ‘voordelen TTIP voor burgers’ dat Nederland een structurele winst van 1,4 tot wel 4,1 miljard euro toe kan komen als TTIP werkelijkheid wordt – een voorspelling die wordt gemaakt op basis van een onderzoek van Ecorys uit oktober 2012 [2].

In 2014 constateerde de Oostenrijkse Stichting voor Ontwikkelingsvraagstukken (OFSE) in een kritische metastudie naar de voor- en nadelen van TTIP dat de voordelen in Europa stelselmatig te hoog worden ingeschat, en de nadelen steevast onder het tapijt worden geveegd [3]. Dat is in Nederland helaas niet anders. Op uw website worden alleen de positieve scenario’s uit het Ecorys rapport benoemd, terwijl er ook studies zijn die negatieve effecten van TTIP voorspellen. Zo berekende Jeronim Capaldo van Tufts university [4], op basis van het Global Policy model dat door de VN wordt gebruikt dat TTIP Europa helemaal geen groei, maar juist krimp zal opleveren! Handel tussen de VS en de EU neemt weliswaar toe, maar gaat ten koste van handel tussen de Europese landen onderling [5]. Bovendien voorspelt dit model dat er honderdduizenden banen verloren gaan dankzij TTIP. De mogelijke risico’s die Capaldo voorspelt zouden prima vermeld kunnen worden op de website van de Rijksoverheid onder het kopje ‘Zijn er ook nadelen aan TTIP?’ Momenteel vermeldt u daar enkel het mogelijke banenverlies in ‘sommige sectoren’ zonder specifiek aan te geven om hoeveel banen het zou kunnen gaan. Wij verzoeken u om deze informatie beter in perspectief te plaatsen.

Het is daarnaast op basis van de door u verstrekte informatie moeilijk te achterhalen wanneer de eventuele economische groei verwacht mag worden. Morgen? Over een jaar? Dit kan de suggestie wekken dat TTIP al op korte termijn effect zal hebben terwijl dit niet het geval is. In het rapport van Ecorys waar u naar verwijst treden de effecten die u vermeldt pas op na een periode van tien jaar. Soortgelijke optimistische studies op Europees niveau van het Centre for Economic Policy Research (CEPR) [6] en De Bertelsmann Stiftung [7] gebruikten dezelfde modellen en data als Ecorys en kwamen tot vergelijkbare resultaten en drukten deze groei uit in procenten. Zij berekenden een gemiddelde groei van de Europese economie van 0,5% over tien jaar. Dit komt ruwweg overeen met de 4,1 miljard groei die Ecorys voorspelt voor Nederland, en komt neer op een gemiddelde groei van 0,05% per jaar. Dat is niet bijzonder veel.

Voorts dient duidelijk te worden vermeld dat het gaat om voorspellingen, en niet om feiten. Het gaat om modellen waarin veel aannames worden gemaakt. In een recente publicatie van prof. De Ville en dr. Silas-Brugge in het wetenschappelijke New Political Economy wordt aangetoond dat een aantal van de aannames die Ecorys, CEPR en de Bertelsmann Stiftung maken te optimistisch zijn over het aantal non-tarifaire handelsbarrières die dankzij TTIP zal worden opgeheven [8]. Non-tarifaire handelsbarrières zijn het gevolg van een verschil in regelgeving tussen de VS en de EU – bijvoorbeeld op gebied van volksgezondheid, voedselveiligheid, en consumentenrechten. Om de eerder genoemde 4,1 miljard van Ecorys te realiseren moet ongeveer 50% van deze niet-tarifaire handelsbarrières worden opgeheven. Voor het minder ambitieuze scenario van 1,4 miljard winst wordt aangenomen dat 25% van de
verschillen in regelgeving wordt opgeheven.

Dit wijst op een contradictie in uw communicatie, en in de informatievoorziening op de website van de Rijksoverheid. Het op grote schaal opheffen van deze non-tarifaire barrières is namelijk niet eenvoudig, en ook niet zonder risico’s. Er zijn twee manieren waarop verschillen in standaarden kunnen worden opgeheven, te weten harmonisatie of wederzijdse erkenning. De eerste optie, harmonisatie, is een zeer ingewikkeld politiek proces. Het komt er namelijk op neer dat er voor één gezamenlijke standaard moet worden gekozen (die van de EU of van de VS, of er moet een geheel nieuwe standaard worden overeengekomen). Als we dit voor 25% of zelfs 50% van de bestaande verschillen in regelgeving en standaarden willen bereiken is dat een eindeloos politiek proces. Een dergelijke grote hoeveelheid nieuwe regels zou bovendien een onwenselijk grote bureaucratische uitdaging met zich meebrengen. Vandaar dat de tweede optie, die van wederzijdse erkenning, de enige werkbare manier is om deze grote hoeveelheid non-tarifaire barrières te beslechten. Wederzijdse erkenning wil zeggen een product dat volgens de normen van één land is geproduceerd, in het andere land niet verboden mag worden. Dit is politiek haalbaarder, aangezien men geen overeenstemming hoeft te bereiken over welke standaard de ‘beste’ is, en is administratief gezien ook makkelijker te implementeren.

Hier komt nu de grote zorg van veel burgers en maatschappelijke organisaties aan het licht. Aangezien Europese en Amerikaanse regels en standaarden in het merendeel van de gevallen niet dezelfde mate van bescherming bieden, zal grootschalige wederzijdse erkenning leiden tot het erkennen van afwijkende, en dus ook lagere, standaarden. Dit zal weliswaar niet direct leiden tot het verlagen van bestaande Europese en Amerikaanse standaarden, maar zou op termijn wel kunnen leiden tot competitieve voordelen voor de zijde met de lagere standaard, en kunnen er dus producten op de Nederlandse markt verschijnen die aan lagere standaarden voldoen dan onze huidige regelgeving toestaat. Dit werkt mogelijk een race-to-the-bottom in de hand. Het kan er toe leiden dat bedrijven die in landen met een hogere standaard moeten werken, zullen vragen om een verlaging naar het niveau van de buitenlandse concurrent om het speelveld gelijk te trekken en eerlijk te kunnen blijven concurreren.

Dit is een misleidende contradictie in uw communicatie. Enerzijds gaat u uit van het meest optimistische scenario van economische groei, maar anderzijds beweert u dat Nederland harde garanties wil dat TTIP niet ten koste gaat van het milieu en de voedselveiligheid. De informatie die de overheid onder het kopje ‘mogelijke voordelen TTIP voor burgers’ verstrekt klopt daarom niet. Terwijl het positief is dat de overheid een discussie wil faciliteren over de mogelijke effecten van TTIP, dient u hierbij wel een evenwichtig beeld te geven, waarin zowel de positieve als negatieve voorspellingen worden gepresenteerd. Bovendien dient u eerlijk te vermelden dat de economische winst die in deze modellen wordt voorspeld enkel behaald kan worden bij een enorme reductie van non-tarifaire handelsbarrières. Een reductie van deze omvang betekent per definitie dat er sprake zal zijn van wederzijdse erkenning van standaarden. Simpel gesteld: als we willen inzetten op de voorspelde 1,4 tot 4,1 miljard euro groei riskeren we dat huidige standaarden op het gebied van volksgezondheid en voedselveiligheid in de toekomst onder druk komen te staan. Als onze standaarden heilig zijn en we het risico op een race-to-the bottom niet willen lopen zullen veel non-tarifaire handelsbarrières blijven bestaan, en kunnen we de (toch al beperkte) voorspelde groei niet realiseren. Deze disclaimer is noodzakelijk om de discussie in goede banen te leiden.

2. TTIP zal niet leiden tot een inperking van beleidsvrijheid

In een reactie op vragen van het Kamerlid Van Dijk (SP) schreef u: ¨Uitgangspunt van de EU bij de onderhandelingen over TTIP is dat niet op het niveau van Europese consumentenbescherming wordt ingeboet en de beleidsvrijheid behouden blijft om wetgeving op te stellen op het gebied van veiligheid en bescherming van de gezondheid van mens, dier, plant en milieu [9].¨

In iets andere bewoordingen vinden we deze stellingen ook terug op de website van de Rijksoverheid op de pagina ‘Garanties TTIP voor consumenten en milieu’ [10], waar u bovendien vermeldt: ”De Europese wetten en regels voor biotechnologie, zoals genetisch gemodificeerde organismen, blijven van kracht. Verder blijven allerlei Europese verboden bestaan. Zoals het verbod op dierproeven en het verbod op het toelaten van met chloor ontsmet kippenvlees (‘chloorkip’).¨ De stelling dat Nederland haar beleidsruimte volledig behoudt om wetgeving op te stellen die het publieke belang ten goede komt is merkwaardig. TTIP is een internationaal verdrag dat, vanwege haar karakter, de beleidsruimte van nationale overheden per definitie zal inperken. Nationale regelgeving die in strijd is met het verdrag zal immers op grond van artikel 93 van de Grondwet buiten toepassing worden gelaten. Als TTIP wordt getekend zullen afspraken die in het kader van de onderhandelingen over regelgeving worden gemaakt worden vastgelegd in samenspraak met, onder andere, de Verenigde Staten. Dat betekent dat aanpassingen van deze regels na het tekenen van het verdrag de goedkeuring van zowel de EU als de VS zullen vereisen.

Niet alleen worden op deze manier huidige standaarden bevroren en wordt de macht van nationale overheden en parlementen per definitie verkleind, maar ook de beleidsvrijheid om in de toekomst nieuwe regelgeving op te stellen wordt ingeperkt. Met het invoeren van TTIP wordt er een hele nieuwe bureaucratie opgetrokken met de intentie om toekomstige regelgeving blijvend te ‘harmoniseren’. Blijkens het EU-voorstel van april jl. [11] wordt er met TTIP een Regulatory Cooperation Body in het leven geroepen. Dit samenwerkingsorgaan van Amerikaanse en Europese technocraten is een permanente, ontransparante en ondemocratische vergadering, die op ieder moment in nationale regelgevingsprocessen mag interveniëren en advies mag geven. Dit advies is weliswaar niet bindend, maar moet wel volledig behandeld en beantwoord worden – het mag niet zomaar terzijde worden geschoven. Lobbyisten mogen bij deze gesprekken aanschuiven. U heeft tijdens het Algemeen Overleg op 30 april aangegeven het belangrijk te vinden dat ook vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties hierbij aanschuiven [12], maar zoals de Europese ombudsman begin 2015 liet zien kunnen deze financieel niet op tegen de industrielobby [13]. De Europese koepelorganisatie van consumentenbonden BEUC waarschuwt dat bedrijfslobbyisten hierdoor de mogelijkheid krijgen om het regelgevingsproces te vertragen en te beïnvloeden door steeds aan te sturen op meer onderzoeken en meer adviezen [14]. Dit is een bekende en effectieve lobbystrategie, die ook wel ‘paralysis by analysis’ wordt genoemd en de vrijheid van overheden kan inperken door beleidsprocessen eindeloos te vertragen.

U verzekert de consument steeds dat de chloorkip er niet komt, en dat huidige Europese wetgeving van kracht blijft. De zorgen over TTIP hebben echter niet alleen betrekking op het verlagen van bestaande normen, maar gaan vooral over het inperken van de mogelijkheid om normen in de toekomst verder aan te scherpen. TTIP is een ‘levend’ verdrag, dat wil zeggen dat er niet alleen gekeken wordt naar huidige regelgeving, maar ook toekomstige. We zien nu al dat de TTIP onderhandelingen de totstandkoming van nieuwe regelgeving in Europa onder druk zet. Zo legden onderzoeksjournalisten onlangs een verband tussen het uitblijven van een Europees verbod op hormoonverstoorders (endocrine disruptors) en de TTIP onderhandelingen [15]. Een ander voorbeeld van hoe TTIP nieuwe regelgeving beïnvloedt is de discussie over het in de toekomst labelen van producten van gekloonde dieren. Tijdens een publieke hoorzitting van het Europees Parlement verklaarde Europarlementariër Peter Liese (EPP/CDU) dat een ambitieus plan om ook de producten van nakomelingen van gekloonde dieren van een label te voorzien onder druk van de TTIP onderhandelingen is gesneuveld [16].

Over de invloed die de TTIP onderhandelingen nu al hebben op het zetten van standaarden, het risico dat huidige standaarden met TTIP worden bevroren (een vrees die ook in Amerika wordt uitgesproken), het optuigen van een indringend samenwerkingsorgaan voor regelgeving en daarmee de toename van invloed van lobbyisten op onze regelgeving, is in uw communicatie weinig terug te vinden. Deze risico’s worden onder het kopje ‘Zijn er ook nadelen aan TTIP?’ op de informatiepagina van de Rijksoverheid zelfs helemaal niet benoemd. Het weglaten van deze informatie doet vermoeden dat deze risico’s niet bestaan, en is dan ook misleidend. Wij verzoeken u daarom om burgers volledig te informeren over de aard van TTIP, de bijbehorende bureaucratie en de beperking van nationale beleidsvrijheid. In reactie op een brief van foodwatch Duitsland aan bondskanselier Merkel stelt haar hoogste ambtenaar dan ook dat TTIP wel degelijk een beperking van de beleidsvrijheid kan betekenen [17. Als mevrouw Merkel hier open over is, waarom u dan niet?

3. ISDS, een noodzakelijke vorm van investeerdersbescherming

Wij willen met dit verdrag een wereldwijde standaard zetten, ook op het gebied van investeerdersbescherming. Het moet de wereldwijde norm worden” zei u in april 2015 tegen de NOS over de omstreden investeringsbescherming ISDS [18]. Op de voorlichtingspagina van de Rijksoverheid over TTIP stelt u: ¨Nederlandse investeerders moeten in het buitenland kunnen rekenen op een eerlijke en gelijke behandeling. Lijdt hun investering schade door onrechtmatig overheidshandelen in het buitenland? Dan moeten zij het recht hebben op een schadevergoeding.¨ Ook stelt u: ¨De Rijksoverheid wil dat Nederland eigen beleid kan maken zonder het risico te lopen op rechtszaken van investeerders. Daarom heeft Nederland, samen met andere landen, verbeteringen voorgesteld voor investeringsbescherming in handels- en investeringsverdragen¨.

Het is opvallend dat u het zo opneemt voor ISDS (Investor-State Dispute Settlement). De meeste Europeanen zien ISDS namelijk helemaal niet zitten. Een Europese consultatie over de wenselijkheid van ISDS in TTIP rekende in 2014 al op bijna 150.000 inzendingen – het hoogste aantal ooit bij een dergelijke consultatie – waarvan 97% ISDS afwees [19][20]! Deze zorgen werden echter terzijde geschoven en ondanks deze overweldigende afkeuring is ISDS nog steeds niet van tafel.

ISDS wordt in toenemende mate gebruikt door multinationals om overheden aan te klagen voor het invoeren van wetgeving die haaks staat op de belangen van deze bedrijven [21]. Zo kreeg Duitsland in 2012 te maken met een claim van 4,7 miljard euro van het Zweedse energiebedrijf Vattenfall omdat het besloten had niet langer in te zetten op kernenergie. Ecuador moest zelfs 2,3 miljard euro betalen aan het Amerikaanse Occidental Petroleum nadat Ecuador het contract opzegde omdat nota bene Occidental de voorwaarden had overtreden. Tot slot is er ook het voorbeeld uit Australië waar tabaksgigant Philip Morris een ISDS zaak aanhangig heeft gemaakt tegen de overheid omdat die verscherpt rookbeleid heeft ingevoerd. Dergelijke zaken kunnen vergaande gevolgen hebben voor regelgeving die de consument en burger ten goede komt. Zo heeft Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld aangegeven dat ze haar voorgestelde rookbeleid nog niet invoert en eerst de uitkomst van de Australische zaak afwacht [22]. Dit laatste is een voorbeeld van wat ‘Regulatory Chill’ wordt genoemd. Huidige regelgeving wordt bevroren uit angst dat het aanscherpen van regels tot een schadeclaim zal leiden.

Deze voorbeelden laten duidelijk zien op welke manieren ISDS een bedreiging kan zijn voor de beleidsvrijheid van nationale overheden. Het is dan ook vreemd dat u op de informatiepagina van de Rijksoverheid stelt dat u Nederlandse bedrijven wilt voorzien van dit instrument om buitenlandse overheden onder druk te kunnen zetten, maar tegelijkertijd een dergelijke druk op de Nederlandse besluitvorming niet zal accepteren. Dat zal niet gaan, het mes snijdt aan twee kanten. Een ISDS clausule in TTIP betekent dat ook Nederland gedaagd kan worden voor democratisch tot stand gekomen beleid, en dat de belastingbetaler mag opdraaien voor een eventuele veroordeling of schikking.

U heeft een aantal voorstellen gedaan om de ISDS procedures te verbeteren. Zo pleit u voor meer transparantie, de mogelijkheid van beroep en een permanent hof. Maar de inzet blijft hetzelfde; ISDS stelt bedrijven in staat de Nederlandse overheid voor een speciale rechter te slepen. Er blijft sprake van een parallel rechtssysteem waarlangs onevenredig veel druk kan worden uitgeoefend op overheden en parlementen. De bovengenoemde risico’s worden met deze voorstellen dan ook niet opgelost. Er zijn ook minder ingrijpende vormen van investeerdersbescherming denkbaar. Zo bestaan er bijvoorbeeld speciale verzekeringen voor bedrijven die in het buitenland willen investeren.

Wij verzoeken u dan ook om de nadelen van ISDS in huidige vorm nadrukkelijker te belichten en in te gaan op de risico’s van regulatory chill zodat voor burgers duidelijk wordt waarom u de belangen van Nederlandse investeerders in het buitenland, boven die van Nederlandse burgers thuis stelt.

4. Maximale transparantie is een beleidsprioriteit

Op 26 maart schreef u in een opiniestuk in De Volkskrant het volgende: ¨Ruim anderhalf jaar lang lukte het niet om de Transatlantic Trade and Investment Partnership op de publieke agenda te krijgen, maar vorige week was TTIP, het handelsverdrag tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten, trending topic op Twitter. Daarmee is aan één van mijn beleidsprioriteiten aangaande dit verdrag voldaan: maximale transparantie. Mijn complimenten aan programmamaker Arjen Lubach. En aan de chloorkip, stralend middelpunt van alle belangstelling

Het is tekenend dat u een trending topic op Twitter en een item op nationale televisie bij Arjen Lubach presenteert als “maximale transparantie”. Bovendien was de toon van veel van deze discussies vaak boos en verontwaardigd van toon. Veel mensen hadden het gevoel niet tijdig en volledig te zijn geïnformeerd over TTIP. En dat is niet vreemd. De TTIP onderhandelingen zijn namelijk vanaf de start uitermate ontransparant geweest. De onderhandelingen vinden achter gesloten deuren plaats, en veel belangrijke documenten blijven geheim [23]. Pers, volksvertegenwoordigers, maatschappelijke organisaties en burgers krijgen maar beperkt informatie. Sinds het aantreden van de nieuwe commissie vorig jaar is daar verbetering in gekomen, maar nog steeds wordt veel informatie geheim gehouden voor het publiek. Dit heeft onder andere te maken met de weigering aan de zijde van de VS om documenten openbaar te maken. De Europese ombudsman heeft aangegeven dat hier verandering in moet komen. Europa moet meer transparantie eisen [24]. Als maximale transparantie daadwerkelijk een beleidsprioriteit van u is, zou u daar gehoor aan moeten geven. Bovendien zijn de eerste kaders van het verdrag zonder inspraak van Europese burgers al in een eerder stadium gezet. De toegenomen transparantie komt daarmee als mosterd na de maaltijd.

Onder het kopje ‘Onderhandelingen over TTIP’ op de website van de Rijksoverheid staat: ¨Hierbij worden betrokkenen geraadpleegd. Daarvoor organiseert de Europese Commissie regelmatig open consultaties [25].¨ Er wordt hier verwezen naar de publieke consultaties rondom TTIP, maar naast deze bijeenkomsten is er ook sprake van een niet-aflatende stroom van industriële lobbyisten die continu worden uitgenodigd. De lobbywaakhond Corporate Europe Observatory (CEO) heeft vastgesteld dat 92% van de genodigden bij de door de EU georganiseerde consultatiebijeenkomsten lobbyisten van grote bedrijven en industrieën zijn [26]. Pers, maatschappelijke organisaties en burgers hebben het nakijken. Dit werd ook bevestigd in een ander recent rapport van de Europese ombudsman. Zij stelde dat er vrijwel geen zicht is op de rol van lobbyisten in het onderhandelingsproces [27]. Dat is verre van transparant en onaanvaardbaar. Het gebrek aan transparantie rondom de rol van lobbyisten, die de democratische controle van burgers, journalisten en maatschappelijke organisaties ondermijnt, is onacceptabel en niet meer van deze tijd.

Daarnaast wordt de inspraak van Europese burgers vaak niet serieus genomen. De publieke consultatie van de Europese Commissie onder de Europese bevolking over het ISDS vraagstuk is hiervan een treffend voorbeeld. Een recordaantal van ruim 150.000 reacties werden ingezonden. 97% hiervan wees ISDS af. Deze overtuigende uitkomst is echter geheel terzijde geschoven,. ISDS ligt nog steeds op tafel. Een ander voorbeeld van de beperkte invloed van burgers is de omslachtige afwijzing van het Europese burgerinitiatief ‘STOP-TTIP’ door de Europese Commissie. De initiatiefnemers, waaronder
foodwatch, hebben zich hierdoor niet laten tegen houden en hebben besloten om het zelf te organiseren. Bij het schrijven van deze brief is er een recordaantal van ruim 2,2 miljoen handtekeningen verzameld en het aantal loopt nog steeds op. Het ontnemen of negeren van deze vormen van inspraak ondermijnen de positie van de burger. Het gebrek aan transparantie rondom de rol van lobbyisten en notulen van de gesprekken die met industrie worden gevoerd, geeft burgers een nog grotere achterstand. foodwatch verzoekt u deze tekortkomingen te erkennen en meer openheid en inspraak voor burgers te eisen.

5. Nederlands parlement moet TTIP goedkeuren voordat het wordt ingevoerd

Op de website van de Rijksoverheid staat onder het kopje ‘Goedkeuring verdrag’ dat Nederland verwacht dat TTIP een ‘gemengd akkoord’ zal zijn [28]. Dit betekent, volgens de Rijksoverheid, dat ook de afzonderlijke parlementen van de EU-lidstaten goedkeuring moeten geven voor TTIP.

Wij merken op dat deze verwachting van de minister geen enkele zekerheid biedt. In juni 2014 hebben verschillende Europese parlementen, onder leiding van de Nederlandse Tweede Kamer, de Europese Commissie weliswaar verzocht om TTIP als gemengd akkoord aan te merken, maar er is geen toezegging dat dit ook zal gebeuren.

Een gemengd akkoord wil zeggen dat het akkoord betrekking heeft op beleidsgebieden die op nationaal en Europees niveau worden bepaald. Handelsverdragen zijn een exclusieve bevoegdheid van de EU, en ook “investeringsbescherming” is volgens de Europese Commissie als onderdeel van handelsbeleid een exclusieve bevoegdheid van de EU geworden. Het is dus niet zonder meer waar dat heel TTIP als gemengd verdrag zal worden aangemerkt. De Europese Commissie stelde dan ook in oktober 2014 dat of een handelsverdrag een gemengd verdrag is, niet afhankelijk van de inhoud is. Zij gaf aan dat zij zich pas na afloop van de onderhandelingen kan buigen over de noodzaak om CETA en TTIP als gemengde verdragen te erkennen [29]. Het feit dat de Europese Commissie hier vorig jaar nog duidelijkheid over poogde te creëren wijst er op dat de stelling dat het verdrag volledig geratificeerd moet worden, niet zonder meer kan worden aangenomen.

Omdat TTIP een heel breed verdrag is, is het wel waarschijnlijk dat in ieder geval sommige onderwerpen niet binnen de exclusieve competentie van de EU zullen vallen. Dit zal betekenen dat de lidstaten hier – via nationale parlementen – wel goedkeuring aan moeten geven. Maar ook daar is de goedkeuringsprocedure voor internationale overeenkomsten van de EU, die is vastgesteld in artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de EU, uitgebreider dan de minister doet voorkomen [30] Voordat het verdrag in de nationale parlementen wordt voorgelegd zal een groot deel van de procedure van goedkeuring al zijn doorlopen. Dit heeft grote implicaties, die u derhalve dient te vermelden.

Het proces verloopt namelijk als volgt: nadat de onderhandelaars van de Europese Commissie de TTIP onderhandelingen voltooid hebben, zal de Raad van Ministers hierover beslissen. Terwijl de Raad van Ministers wacht op nationale parlementen, kan zij besluiten tot een voorlopige inwerkingtreding van de overeenkomst. Hiervoor is geen unaniem besluit nodig – dit kan al bij een gekwalificeerde meerderheid. Voorlopige inwerkingtreding wil zeggen dat het verdrag per direct tot uitvoering kan worden gebracht, nog voordat het door de nationale parlementen is geratificeerd [31]. Dit proces duurt
echter jaren, en tot die tijd is de voorlopige toepassing van het verdrag van kracht hetgeen betekent dat TTIP dus gewoon al zal worden uitgevoerd.

Indien een lidstaat er uiteindelijk voor zou kiezen om TTIP niet te ratificeren betekent dit overigens niet dat het gehele verdrag daarmee zou worden afgewezen. Het zou betekenen dat het land in kwestie uit het TTIP verdrag stapt, maar enkel op de terreinen waar het de nationale wetgeving betreft. Het ‘EU-only’ deel van het verdrag blijft dan gewoon gelden. De huidige informatievoorziening op de website van de rijksoverheid schiet op dit punt ernstig tekort. De suggestie wordt gewekt dat nationale parlementen de gelegenheid krijgen zich eerst te mogen uitspreken alvorens TTIP werkelijkheid wordt. Dit zal in de praktijk niet het geval zijn, aangezien de Raad van Ministers de mogelijkheid heeft om het verdrag voortijdig te implementeren.

Dit zal ertoe leiden dat TTIP al jaren in werking zal zijn voordat de Tweede Kamer of een ander nationaal parlement in Europa er een uitspraak over kan doen. De suggestie wekken dat dit anders zal zijn is misleidend en geeft zowel de burger, als het parlement, een vals gevoel van zekerheid en democratische controle. U kunt deze schijn wegnemen door ons juist te informeren over de kansen van een gemengd verdrag, en over de EU procedure voor het goedkeuren van internationale verdragen.

Verzoek

foodwatch ziet TTIP als een bedreiging voor de democratie. Economische belangen worden voor consumentenbescherming geplaatst en dat vinden wij onacceptabel. Deze zorgen worden door zeer veel mensen in Nederland en de rest van Europa gedeeld. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat hun overheid hen volledig informeert en mensen niet misleidt door hen selectief te informeren. Wij verzoeken u daarom nogmaals om uw communicatie op de in deze brief benoemde punten aan te passen. Transparantie en volledige informatieverstrekking zijn voorwaarden voor een open en eerlijk debat.

Hoogachtend,

Ilse Griek
Directeur foodwatch Nederland

Jurjen de Waal
Politiek campaigner foodwatch Nederland

Noten bij foodwatch-brief:
[1] Europese commissie, DG handel, informatie over handel VS-EU , bekeken op 24 juni 2015.
[2] Website Rijksoverheid: ‘Waarom handelsovereenkomst TTIP? ‘ bekeken op 24 juni 2015.
[3] Austrian Foundation for Development Research (2015) : ASSESS_TTIP: Assessing the Claimed Benefits of the Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP), Wenen.
[4] J. Capaldo (2014): TTIP: European Disintegration, Unemployment and Instability, Tufts University.
[5] J. Capaldo (2014): ‘ TTIP: European Disintegration, Unemployment and Instability, Tufts University.
[6] CEPR (2013): Reducing Transatlantic Barriers: An economic assessment.
[7] Bertelsmann Stifftung (2013): Transatlantic Trade and Investment Partnership: Who benefits from a free trade deal?
[8] F. De Ville and G. Siles-Brügge (2014): The Transatlantic Trade and Investment Partnership and the Role of Computable General Equilibrium Modelling: An Exercise in ‘Managing Fictional Expectations’, New Political Economy.
[9] Ministerie van Buitenlandse Zaken, Beantwoording Kamervragen over vrijhandelsakkoord tussen EU en VS (TTIP), Minbuza 2015.261218.
[10] Website Rijksoverheid: Garanties voor consumenten en milieu bekeken op 24 juni 2015.
[11] European Commission (april 2015) TTIP – Initial Provisions for Regulatory Cooperation.
[12] Tweede Kamer der Staten Generaal, Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken (18 juni 2015) Verslag van een Algemeen Overleg Nr. 1510.
[13] Ombudsman (januari 2015): How to make the Commission’s expert groups more balanced and transparent.
[14] Beuc (februari 2015): Regulatory Cooperation Perhaps Boring but the TTIP Storm on the Horizon.
[15] Guardian (mei 2015): ‘EU dropped pesticide laws due to US pressure over TTIP, documents reveal.
[16] Video-opname publieke hoorzitting Europees Parlement over kloonvlees. Uitspraak heer Liese rond ((2:24:20 – 2:25:39).
[17] Reactie Bundeskanzelersambt op brief van foodwatch Duitsland (in het Duits).
[18] NOS (april 2015): Handelsverdrag tussen VS en Europa zwaar onder druk.
[19] Verslag Europese commissie (januari 2015): Online public consultation on investment protection and investor-to-state dispute settlement (ISDS) in the Tr ansatlantic Trade and Investment Partnership Agreement.
[20] Corporate Europe Observatory (februari 2015): TTIP investor rights: the many voices ignored by the Commission.
[21] UNCTAD (mei 2013): ‘Recent Developments in Investor-State Dispute Settlement (ISDS).
[22] Independent (oktober 2014): ‘Big Tobacco puts countries on trial as concerns over TTIP deals mount’.
[23] Corporate Europe Observatory (januari 2015): Ombudsman complaint on secrecy in TTIP talks.
[24] Euractiv (April 2015): Ombudsman: EU must interrogate US over TTIP transparency.
[25] Website Rijksoverheid: Onderhandelingen over TTIP bekeken op 24 juni 2015.
[26] Corporate Europe Observatory (juli 2014): Who lobbies most on TTIP.
[27] Euractiv (April 2015): Ombudsman: EU must interrogate US over TTIP transparency.
[28] Website Rijksoverheid: Onderhandelingen over TTIP bekeken op 24 juni.
[29] European Commission (16 oktober 2014), C(2014) 7557.
[30] EU wetgeving: Procedures voor de goedkeuring van internationale overeenkomsten.
[31] EU wetgeving: Procedures voor de goedkeuring van internationale overeenkomsten.

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

foodwatch-logoEMAILACTIE

Iedereen die net als foodwatch volledigheid en transparantie rondom TTIP ook belangrijk vindt, wordt gevraagd te tekenen. De emails worden doorgestuurd aan minister Ploumen en aan het algemene consultatie mailadres van het ministerie van Buitenlandse zaken.

De pagina met de emailactie is hier te vinden.

De tekst van de foodwatch TTIP-emailactie staat hieronder:

¨Geachte minister Ploumen,

Als consument maak ik mij grote zorgen over het Trans-Atlantische Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP). Ik vind dat economische belangen nooit voor onze veiligheid, volksgezondheid, milieu en onze rechten als consumenten mogen gaan. Steeds meer Nederlanders delen deze zorgen en proberen zich over deze complexe onderhandelingen te informeren. Het is daarom onacceptabel dat de Nederlandse overheid ernstig tekort schiet in haar informatievoorziening door bewust een eenzijdig beeld van de gevolgen van TTIP te geven. Mogelijke positieve effecten worden opgeblazen en continu aangehaald, terwijl de risico’s en de negatieve effecten van TTIP veelal worden genegeerd.

TTIP perkt onze beleidsvrijheid in, brengt economische risico’s met zich mee en stelt bedrijven in staat om onze overheid in de toekomst aan te klagen via speciale investeringsrechtbanken. Daarover bericht de overheid momenteel niet of nauwelijks. Ik sluit me daarom aan bij de oproep van foodwatch en wil u vragen om uw communicatie over TTIP op deze onderwerpen aan te passen. Transparantie en volledige informatieverstrekking zijn voorwaarden voor een open en eerlijk debat.

Met vriendelijke groet,¨