Ga naar de inhoud

Europese regeringen voeren repressie tegen crisisacties op

Toen organisaties in mei in Frankfurt drie dagen lang wilden ageren tegen het crisisbeleid van de aldaar gevestigde Europese Centrale Bank (ECB), besloten de lokale autoriteiten in een keer alle aangemelde demonstraties en acties verboden te verklaren. Daaronder vielen wakes door religieuze organisaties die al lange tijd elke maand plaatsvinden, lezingen en concerten. Als argument voor het algehele verbod, werd onder meer ingebracht dat het juist in tijden van crisis ‘plicht’ is om een ongestoord functioneren van een instelling als de ECB te garanderen. Nu de crisismaatregelen en bezuinigingen drastischer worden, schroeven steeds meer regeringen in Europa de repressie sterk op om reacties de kop in te drukken. Tegelijkertijd staan reguliere democratische wegen om het economische beleid te beïnvloeden, in toenemende mate buiten spel.

11 min leestijd
Blockupy-Frankfurt-01

 

(Verschijnt in geredigeerde vorm in het komende Statewatch Bulletin)

Bepaald surrealistisch werden de taferelen in Frankfurt toen politie ingreep tegen een bijeenkomst die op donderdag 17 mei, die het ‘Komitee für Grundrechte und Demokratie’ had uitgeroepen als protest tegen de verboden. Een menigte van enkele honderden mensen stond omsingeld door een grote politiemacht, met onder meer waterkanonnen, camerawagens en geluidswagens die regelmatig omriepen dat de bijeenkomst verboden verklaard was en dat iedereen zich moest verwijderen en dat anders “maatregelen zouden volgen”. Regelmatig stormde ook een speciaal team riotcops naar binnen in een poging de megafoon van de demonstranten in beslag te nemen, of een tent (symbool van de occupybeweging). Demonstranten haakten dan in om te proberen de aanval af te slaan, of hielden massaal boekjes met de tekst van de Duitse grondwet (die vrijheid van vereniging en meningsuiting voorschrijft) in de lucht voor de hoofden van de ME-ers. De plek was beladen van symboliek, het betrof het plein bij de Paulskirche, waar in 1849 de allereerste Duitse grondwetsvergadering gehouden was.

 

De tekst op een spandoek – waarvan de eigenaar veiligheidshalve maar in een boom was gaan zitten – luidde: “wij demonstreren tegen het verbieden van een demonstratie tegen het verbieden van demonstraties.”

 

Een dag later – op vrijdag 18 mei – werden minstens 400 mensen gearresteerd toen ze het demonstratieverbod negeerden en richting ECB probeerden op te trekken. In totaal claimt het legal team van de demonstranten werden tenminste 1400 mensen opgepakt (zie verklaring EA/Legal Team ). Alleen een demonstratie op zaterdag 19 mei was toegestaan, maar slechts nadat de organisatoren naar de rechter waren gestapt. Deze bevestigde de meeste overige verboden (van 14 aangemelde bijeenkomsten). De lokale rechter had ook nog een streetrave (demonstratie met muziek) op woensdag 16 mei willen toestaan, maar werd enkele dagen later door het provinciale hof in Kassel overruled, dat ook bevestigde dat het occupy-camp dat al sinds 15 oktober 2011 naast de torenflat van de ECB stond, ontruimd moest worden.

 

Deze besloot trouwens ook dat de demonstratie op zaterdag – die was aangemeld door respectabele organisaties als ATTAC en de vakbond van onderwijzend personeel GEW – alleen toegestaan zou zijn als er de dagen daarvoor geen ordeverstoringen zouden zijn. Dat leidde tot merkwaardige taferelen op straat, waarbij massale politie-acties tegen demonstranten, door die politie beargumenteerd werden met het beschermen van het recht op demonstratie: de repressie in de dagen voorafgaande zou nodig zijn om ervoor te zorgen dat de demonstratie van zaterdag doorgang kan vinden.

 

Op één punt hebben de autoriteiten moeten inbinden toen ze hun zaak niet hard konden maken voor de rechtbank. Het betrof het uitvaardigen van persoonlijke betredingsverboden voor ruim 400 mensen voor een groot deel van de stad Frankfurt tijdens de actiedagen. Deze mensen hadden gemeen dat ze eerder in maart urenlang omsingeld waren geweest bij een demonstratie tegen het crisisbeleid, en allen hun ID hadden moeten laten registreren, voor ze weer vrijgelaten werden. Een deel van deze mensen was naar de rechter gestapt tegen het latere betredingsverbod – dat voor mensen uit Frankfurt zelf zou betekenen dat ze hun huis niet eens uitmochten. Het lukte de politie niet om hard te maken dat deze mensen allemaal gewelddadige plannen tijdens de actiedagen zouden koesteren. Toen de rechter niet onder de indruk bleek van het aangevoerde ‘bewijs’ (waaronder een vaag filmpje van mensen die bij een eerdere demonstratie stenen uit de straat wrikken om naar de politie te gooien), werden alle betredingsverboden in een keer weer ingetrokken. Het weerhield ze er overigens niet van om bussen op weg naar Frankfurt met demonstranten tegen te houden en onder politiebegeleiding terug te sturen naar Berlijn. Ook treinen werden doorzocht, en enkele keren werd iedereen die het centraal station van Frankfurt verliet, omsingeld en vastgehouden.

 

Maar de boodschap was duidelijk: wie naar Frankfurt komt om te demonstreren kan rekenen op flinke maatregelen. Dat er op zaterdag 19 mei alsnog zo’n 25.000 mensen kwamen demonstreren, mag dan ook een klein wonder heten. Overigens vond ook die demonstratie plaats in gezelschap van een alomtegenwoordig en overweldigend politieapparaat dat de demonstratie vaak afgrendelde van de buitenwereld. Het leidde tot woedende en verbijsterde reacties op de afsluitende manifestatie. Een vertegenwoordiger van de grootste vakbond van Duitsland DGB verklaarde daar bijvoorbeeld dat “we vier dagen lang in het ijskoude smoelwerk van een politiestaat hebben moeten staren”. Of de kop in dagblad Junge Welt: Als bij een burgeroorlog (“Fast wie im Bürgerkrieg”).

 

Voorafgaand aan de verboden actiedagen in Frankfurt werd er een debat in het deelstaatparlement gevoerd. Daar bleek onder andere dat de regeringspartijen vonden dat instellingen als de ECB de plicht hadden om altijd te functioneren, en dat zij dat dus diens functioneren moesten garanderen (hr/Hessenschau, 09.05.2012). Andersom werd gesteld dat de verboden nodig zouden zijn omdat de demonstranten ‘gewelddadige’ plannen hadden ‘zoals het blokkeren van financiële activiteiten’. Het geweldloos blokkeren of bezetten van een bank wordt hiermee dus ineens tot een gewelddadige actie bestempeld.

 

De organisatoren zijn nog bezig met juridisch beroep aan te tekenen tegen de verboden, en het is dus nog onduidelijk hoeveel van deze drastische maatregelen uiteindelijk ook de toetsing door het constitutionele hof zullen doorstaan. (voetnoot: Ruim drie jaar na de G8-protesten in Duitsland is juridisch besloten dat een golf huiszoekingen en inbeslagnames aan de vooravond van de protesten, illegaal zijn geweest want buiten proporties). Maar lokale autoriteiten en politie-functionarissen hebben alvast verklaard dat ze “tevreden waren met het verloop en in de toekomst vaker zo’n soort aanpak zullen kiezen”. (FAZ May 21 2012)

 

Democratische erosie

 

In analyses van de politieke ontwikkelingen in Europa, rond de crisis en de economie in het algemeen, wordt door veel deskundigen opgemerkt dat de burgers steeds meer voor voldongen feiten gesteld worden, waar geen politieke invloed meer op mogelijk is. Het is steeds vaker de (financiële) markt die bepaalt of regeringen aanblijven of niet en zo ja welk beleid ze moeten voeren. In Griekenland en Italië moesten gekozen regeringsleiders het veld ruimen om vervangen te worden door (ongekozen) technocraten. In Italië en Spanje wordt inderhaast besloten om tientallen miljarden extra te bezuinigen als de rente op staatsleningen oplopen.

 

Met name het ‘fiscale pact’ dat Europese regeringen in maart sloten en dat de nationale politieke bewegingsvrijheid als het om de economie gaat feitelijk ernstig inperkt, doet veel sociale bewegingen en arbeidsorganisaties concluderen dat de formele politieke weg om invloed uit te oefenenen, in toenemende mate doodloopt. “Het begint op een permanente staatsgreep te lijken” verklaart literatuurprofessor Joseph Vogel in een artikel in de Berliner Zeitung met de titel “Het volk wordt een storende factor”. Informele onderonsjes tussen bankiers, politici en directeuren van centrale banken bepalen in toenemende mate het beleid: “Financiële sovjets nemen beslissingen die niet meer terug te draaien zijn en die de belangen van bepaalde actoren dienen”. (Berliner Zeitung 20/04/2012).

 

Spaanse hervormingen

 

Terwijl de formele politieke wegen dus afgebroken worden, wordt een voorschot genomen op de alternatieve uitingen van onvrede door de repressie op te voeren. Een goed voorbeeld is de voorgenomen aanscherping van inperking van de demonstratievrijheid in Spanje. De hervorming van de ‘wet op de openbare orde'(reforma de la ley de seguridad ciudadana) die door de regering wordt aangekondigd, behelst onder andere:

 

*) Een boete van 3.000 – 30.000 euro voor het ‘verbergen of beschermen van het gezicht bij een publieke demonstratie’. Dit voornemen werd bevestigd door minister van Binnenlandse zaken Jorge Fernández Díaz (EFE MADRID

21/05/2012)

 

*) Een minimum straf van twee jaar voor wie ‘met behulp van internetmedia gewelddadige activiteiten organiseert’. Degenen die via sociale media oproepen voor een actie die uitmondt in gewelddadigheden, maken zichzelf daarmee ‘leden van een criminele organisatie’ waarvoor die minimumstraf geoorloofd zou zijn.

 

*) Vreedzame protesten zoals de pleinbezettingen moeten in de toekomst als “aanslag tegen de staatsorde” kunnen gelden, waar tussen vier en tien jaar celstraf op staat.

 

Daarnaast heeft minister van Justitie Alberto Gallardón verklaard dat hij graag het procesrecht aan zou willen scherpen, om mensen makkelijker in voorarrest te kunnen plaatsen.

 

Díaz verwees in zijn aankondiging van deze plannen onder meer naar de ‘antisystemische’ protesten in Barcelona tijdens de algemene staking van 29 maart (tegen de bezuinigingsmaatregelen). Hij kreeg daarbij de steun van Felip Puig (minister van binnenlandse zaken van Catalunya) die verklaarde dat het nodig is dat “meer mensen bang worden voor het systeem” (“que haya más gente que tenga más miedo al sistema”) (PUBLICO.ES 03/04/2012)

 

Er wordt bij deze maatregelen verwezen naar de aanpak van de ‘kale boroka’ in Baskenland, de jarenlange rellen tegen de Spaanse overheersing van de Baskische minderheid, die ook met dergelijke drastische maatregelen de kop in werd gedrukt.

 

Grimmige voorbode voor wat demonstranten te wachten staat is een rechtszaak tegen een viertal milieuactivisten die bij een protest tegen de aanleg van een hogesnelheidstreinrails, drie taarten gooiden naar de verantwoordelijke regeringsleider in Navarra. Omdat ze daarmee ‘een aanslag tegen de staatsorde’ zouden hebben gepleegd, hangt hen nu tussen de vier en tien jaar celstraf boven het hoofd.

 

In Italië zijn aanhoudende protesten bij vestigingen van de belastingdienst Equitalia. Om de protesten de kop in te drukken heeft de regering nu het voornemen om militairen in te zetten om de gebouwen van de belastingdienst te beschermen. “Wie Equitalia aanvalt, valt de Italiaanse Staat aan,” waarschuwde minister van Binnelandse Zaken Anna Maria Cancillieri. (Junge Welt 16/05/2012)

 

———————————-

 

(*** Kader:) Amnesty International (Wire May 2012): Keeping the Peace, Beating the Peaceful reports on police violence against protesters in Greece and against journalists trying to report this. Like photographer Manolis Kypreos who lost most of his hearing ability after being hit by a stun grenade, deliberately thrown at him by police as he was trying to register their activities during a protest in Athens on 15 June 2011.

 

Amnesty International writes:

 

Violations of international standards during the policing of demonstrations are not limited to Greece.

In the past months, many protests have taken place in European union (EU) cities against government austerity measures. EU and International Monetary Fund (IMF) bailouts have come with conditions attached: new property taxes, public sector pay cuts, welfare benefits reductions, and tax hikes. As a result,

public anger has grown and angry citizens are holding more and more demonstrations throughout the region. This calls for increased vigilance over policing practices.

In Spain, Amnesty International has documented that people were hit by police officers with batons in Barcelona and in Madrid, in May and August 2011 respectively. Video footage showed police officers hitting seemingly peaceful protesters on both occasions. Amnesty International also wrote to the Romanian authorities in January 2012 to express concerns after media reports and video footage showed police apparently using excessive force against demonstrators.

The UK, Denmark and Italy have also allegedly violated international standards during the policing of demonstrations. Police dealing with demonstrations that have turned violent are required by international law to exercise restraint. They should only use “necessary” and “proportionate” force to apprehend people committing criminal acts or to defend themselves or others from violence. Crucially, they should minimize the risk of harm to those who are not involved in the violence, and facilitate – or at least not curtail – people’s legitimate right to gather and protest.

Police must be held accountable for their actions and pursued through the criminal courts if they have acted in an arbitrary or abusive way. Unfortunately, the prevailing culture of impunity in Greece gives the police no reason to curb their behaviour. They therefore often use force in a general way against all protesters.

Across Europe, the authorities must ensure thorough, prompt, independent and impartial investigations into all allegations of such abuses in their countries’ policing, if they are to stop them.

 

The role of arms in police abuses

 

Weaponry and munitions such as tear gas and stun grenades, like the one that injured Manolis, are widely used by police forces in a way that does not comply with international standards.

Multiple shipments for a range of policing equipment, including CS hand grenades, stun grenades, tear gas and other riot control agents, are continually supplied to Greece. They are supplied by Brazilian, UK, German and US companies without any legally binding human rights criteria concerning their use. In countries where abuses by the state are commonplace, a similar flow of arms continues, unencumbered by the protection of human rights.

For more than a decade, Amnesty International has been at the forefront of the campaign for an effective Arms Trade Treaty with strong human rights safeguards. It is crucial that the Treaty contains the highest possible international standards to ensure that situations like the one Manolis experienced do not continue in future.

In July, UN member states will meet to negotiate the content of the first ever treaty to control the global arms trade. This is a once-in-a-lifetime opportunity to save lives, protect careers – such as Manolis’ – and protect human rights. (Wire May/June 2012)