Ga naar de inhoud

Crisis in multilaterale onderhandelingen

Zijn bilaterale handelsverdragen beter dan de mondiale bij de WTO? Neem die tusse de EU en Mexico als voorbeeld.

9 min leestijd
Placeholder image

(Uit: nieuwste WTO.ZIP van 13 oktober 2004)

“Degenen die nu juichen, zullen straks huilen”, zei minister Brinkhorst van Economische Zaken vorig jaar september in Cancún (Mexico). De top van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) was net mislukt. Brinkhorst doelde op een groep enthousiaste mensen even verderop in het conferentiecentrum die niet rouwig waren om de mislukking. Zij meenden dat een akkoord dat in Cancún op tafel lag vooral goed zou zijn voor bedrijven, en dat armen er niets mee zouden opschieten.
Onderhandelingen in de WTO zijn sindsdien uiterst moeizaam verlopen. Eind juli is er een raamwerk afgesloten dat de onderhandelingen weer vlot moet trekken, maar de animo van de lidstaten is nog niet echt toegenomen.
Dit wil niet zeggen dat er ondertussen niets gebeurt. Veel WTO-lidstaten richten zich op bilaterale of regionale verdragen. Zo ook de Europese Unie. Zij heeft al een FTA (Free Trade Agreement) met Chili en Mexico en is momenteel aan het onderhandelen met de Mercosur-landen [2]. De grote vraag is natuurlijk wat de Europese Unie hiermee denkt te bereiken. Europese Commissaris voor de handel Lamy wordt niet moe om te vertellen dat de grote toekomst ligt bij de WTO, en niet bij bilaterale verdragen. Waarom sluit de EU dan toch dit soort verdragen en voor wie?

Markttoegang

Een goed voorbeeld van een FTA is het handelsverdrag tussen de Europese Unie en Mexico dat in 2000 in werking trad. De verwachtingen waren hooggespannen. Mexico wilde graag minder afhankelijk worden van de Verenigde Staten en een meer diverse export naar de Europese Unie realiseren. De Europese Unie was onder druk van het bedrijfsleven erg geïnteresseerd in markttoegang tot de Verenigde Staten via Mexico. Daarnaast wilde zij opening van gevoelige sectoren in Mexico als aardolie, water en energie. Om dat mogelijk te maken zou de Mexicaanse senaat toestemming moeten geven voor een verandering van de grondwet.

De Europese Commissie krijgt veel kritiek van NGO’s en vakbonden, die vinden dat het sluiten van handelsakkoorden vooral Europese bedrijven bevoordeelt (meer markttoegang), maar dat burgers er niet van profiteren of er zelfs op achteruitgaan. De Commissie probeert deze kritiek te weerleggen door in handelsakkoorden niet alleen paragrafen op te nemen over vrijhandel, maar ook over politieke en economische samenwerking. In het EU-Mexico akkoord is bijvoorbeeld een democratische clausule opgenomen. Hierin staat dat “het respect van de democratische principes en de fundamentele mensenrechten een essentieel onderdeel vormen van het Akkoord”.Mooie woorden, maar vooral inhoudsloos als er geen handen en voeten aan worden gegeven.

Europees voordeel

Inmiddels is na een paar jaar een aantal resultaten zichtbaar. Woordvoerders van economische zaken in Mexico en de EU vertellen dat de export naar de Europese Unie meer gediversifieerd is en er meer handel wordt bedreven met verschillende lidstaten. Bovendien investeren in Mexico meer dan vijfduizend Europese bedrijven en zijn steeds meer Mexicaanse bedrijven actief op de Europese markt.

Als je beter kijkt vallen de resultaten echter flink tegen. De handelsverhouding tussen Mexico en de Europese Unie is nog meer in het voordeel van de laatste verschoven. Het aandeel van de export van Mexico naar de Europese Unie is gedaald ten opzichte van de totale export [3]. Manuel Luna, directeur-generaal van het Mexicaanse ministerie van Economische Zaken in Mexico moet dan ook al snel toegeven: “De handel tussen de EU en Mexico is een lachertje, omdat het zo weinig voorstelt. Het is in absolute cijfers wel iets toegenomen, maar minder dan de handel van Mexico met andere landen.”Voor het uitblijven van de exportgroei worden verschillende redenen aangevoerd. Het Mexicaanse bedrijfsleven zou te onbekend zijn met het handelsakkoord en de mogelijkheden daarvan. De Europese bedrijven die zich vestigden in Mexico profiteerden echter snel van de investeringen in het bank- en verzekeringswezen en in de autosector. En ze kregen gemakkelijker toegang tot de Verenigde Staten.

Europese bedrijven in Mexico

Een onderdeel van het verdrag is het investeringsakkoord. In tegenstelling tot de rest van het akkoord is het niet zo dat Mexico met de Europese Commissie onderhandelt, maar zij moet daarvoor met alle EU-lidstaten apart onderhandelen. Dit is anders dan bij de WTO, omdat daar nog geen investeringsverdrag gesloten is. De EU-lidstaten – Nederland, Spanje, Duitsland en Engeland voorop – maken dan ook ruimschoots gebruik van dit investeringsakkoord. In december 2001 waren zevenhonderd Nederlandse bedrijven actief in Mexico, met een dominante rol in de verzekeringssector.

Doordat Mexico zich openstelt voor buitenlandse investeringen treden er ook vreemde situaties op. Zo is nu meer dan 90% van de banken in handen van buitenlandse banken, vooral Europese en Amerikaanse. Wat betekent het als bijna alle banken in handen zijn van private investeerders? Carlos Rozo, onderzoeker aan de Mexicaanse universiteit UAM: “Er is een wet over banken, en die geldt voor alle banken, ongeacht wie de eigenaar is. Het probleem zit in de kapitaalstromen. Door de vrijhandelsakkoorden kan de Mexicaanse overheid hieraan minder eisen stellen, en dat is een enorm gevaar. Wat gebeurt er als opeens alle buitenlanders de banken willen verkopen?” Directeur-generaal Luna van het Mexicaanse ministerie van Economische Zaken in Mexico spreekt dit tegen: “Het is geen speculatief kapitaal. Het feit dat buitenlanders banken kopen, betekent dat dit kapitaal niet snel het land kan verlaten, omdat ze eerst hun bezittingen moeten verkopen. Ook is het goed voor het land, wanneer bestaande banken opgekocht worden, omdat buitenlandse bedrijven een beter salaris betalen, vaak efficiënter werken en nieuwe technologieën invoeren.”Goed nieuws dus? Manuel Perez Rocha van Oxfam: “Buitenlandse investeringen voegen niets toe aan de economische activiteiten in Mexico, omdat het voor het grootste gedeelte gaat om het opkopen van bestaande bedrijven. Van de banksector is nu al 90 procent in handen van buitenlanders. We schieten er niets mee op. Een gezamenlijke studie van de Wereldbank en de Banco de Mexico liet zien dat de commissie die de buitenlandse banken in Mexico berekenen 10 procent meer is dan in hun land van herkomst.”

Papieren wetten

De economische resultaten van de export vallen dus flink tegen voor Mexico, en ook op het gebied van investeringen blijven goede resultaten achterwege. Maar misschien is er nog iets te verwachten van het andere deel van het akkoord: de politieke samenwerking tussen Mexico en de EU. Wat is er terechtgekomen van de democratische clausule?
“Het is een stuk dood papier” stelt Carmen Leticia Diaz van de Mexicaanse organisatie RMALC die bestaande internationale handelsverdragen kritisch volgt: “Het bevat geen middelen om bedrijven of overheden te straffen die internationale afspraken op het gebied van arbeids- of mensenrechten schenden.”Inmiddels zijn veel Europese bedrijven actief op de Mexicaanse markt die beslist niet allemaal de Mexicaanse of internationale afspraken over bijvoorbeeld werknemersrechten respecteren. Tot nu toe is geen bedrijf tot de orde geroepen, niet door de Mexicaanse overheid, niet vanuit de Europese Unie [4].
Antonio Villalba van de onafhankelijke vakbond FAT: “Mexico is zo afhankelijk van buitenlandse bedrijven dat ze de regering bij de ballen hebben. Ze doen helemaal niets om te zorgen dat Europese bedrijven naar de Mexicaanse wetgeving handelen. We zouden erg graag willen dat de democratische paragraaf ons mogelijkheden bood de Europese bedrijven tot de orde te roepen. Maar het helpt allemaal niets, een aantal Europese bedrijven respecteert de Mexicaanse wetgeving niet.” Onderzoeker Rozo: “Maar dat doet niemand, ook Mexicaanse bedrijven houden zich niet aan de wet. De wet is flexibel!” Directeur-generaal Manuel Luna: “We zien dat er problemen zijn met een paar Europese bedrijven. Maar die problemen zijn wereldwijd. Zo heeft bijvoorbeeld Volkswagen in Duitsland ook de arbeidslonen verlaagd.”
Komt het er dan op neer dat, omdat er een wereldwijde recessie heerst en Mexicaanse bedrijven de Mexicaanse arbeidswetgeving niet respecteren, Europese bedrijven straffeloos hun gang kunnen gaan? Op dit moment worden bedrijven die internationaal opereren noch door de regering van het gastland, noch door hun eigen regering gecorrigeerd. Antwoord van Luna: “Dit is een kwestie die hoog op de agenda moet staan van internationale fora als van Davos, in de WTO en bij de ILO (Internationale Arbeidsorganisatie).”

Conclusie:

Het sluiten van een FTA tussen landen of regio’s leidt niet meteen tot toename van de handel. Het sluiten van een investeringsverdrag tussen Mexico en de EU heeft niet geleid tot meer economische activiteit in Mexico maar belemmert wel de mogelijkheid van de Mexicaanse overheid om buitenlandse investeringen te reguleren. Het doet er niet veel toe of er bilaterale handelsakkoorden tussen twee landen of regio’s of in het kader van de WTO worden gesloten.
Het gaat om de inhoud van de verdragen, en het EU-Mexico FTA bevat onderwerpen die nog niet eens in de WTO op tafel liggen. Is dit de toekomst?
Onderzoeker Carlos Rozo: “Het is nu wel duidelijk dat het zomaar opengooien van de markt niet werkt. De regering moet beter nadenken over wat ze wil bereiken en voorwaarden kunnen stellen voordat ze handelsakkoorden gaan sluiten. Maar zoveel akkoorden als Mexico nu heeft, heeft duidelijk ook geen zin. Bovendien zijn ze allemaal verschillend, zodat voor bedrijven niet duidelijk is waar hun mogelijkheden liggen. We moeten naar het juiste evenwicht zoeken. We hebben bijvoorbeeld een verandering nodig in de wet om te voorkomen dat opeens alle banken te koop staan.”

Om nog terug te komen op de woorden van Brinkhorst: degenen die nu juichen zijn de Europese bedrijven die op een makkelijke manier toegang hebben gekregen tot de markten in de VS en Mexico. Mexicaanse arbeiders en consumenten hebben het nakijken.

Noten:
[1] Anne is medewerkster bij de handelscampagne van Milieudefensie.
[2] Dat zijn: Brazilië, Uruguay, Paraguay en Argentinië. Elders in de WTO.ZIP nieuwsbrief meer over de EU-Mercosur onderhandelingen.
[3] In 2002 ging 89,0 procent naar de Verenigde Staten en slechts 3,2 procent naar de Europese Unie.
[4] Voorbeeld: In 1998 kocht het Duitse bedrijf Continental Tire de fabriek Hulera Euzkadi. In 2001 ging Euzkadi dicht, zonder dat de concerndirectie zich hield aan gemaakte afspraken en Mexicaanse arbeidswetten. Een staking van twee jaar volgde die in eerste instantie niet door de Mexicaanse overheid erkend werd. Een groep arbeiders reisde naar de directie in Duitsland en benaderde Europarlementariërs. Meer dan elfhonderd arbeiders verloren hun baan.

Bron:
“El TLCUEM: evaluación de resultados económicos, documento de trabajo”, door Carlos A. Rozo (Universidad Autónoma Metropolitana, departemento de producción económica, Mexico) van maart 2004.

Meer informatie:
* Europese Delegatie in Mexico – http://www.delmex.cec.eu.int/en/eu_and_mexico/index.htm
* Europese Commissie – http://europa.eu.int/comm/trade/issues/bilateral/countries/mexico/index_en.htm

(Terug naar nieuwste WTO.ZIP van 13 oktober 2004)

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Anne van Schaik.)