Braziliaanse president beschuldigd van intimidatie onderzoek moord Franco

(Vertaling van deel email-nieuwsbrief Comcosur-Mujer, vertaling globalinfo, foto Midia NInja, demonstratie tegen Bolsonaro in São Paulo in 2018)

Braziliaanse politiecommissarissen beschuldigden president Jair Bolsonaro van “een poging tot intimidatie” van de persoon die belast is met het onderzoek naar de moord op het gemeenteraadslid van Rio de Janeiro en mensenrechten-activiste Marielle Franco.

Verenigingen en vakbonden van Braziliaanse politie-chefs beschuldigden president Jair Bolsonaro van “een poging tot intimidatie” van de persoon die verantwoordelijk is voor het onderzoek naar de moord op gemeenteraadslid en mensenrechtenactiviste Marielle Franco van Rio de Janeiro, die zo’n 20 maanden geleden plaatsvond.

“Door gebruik te maken van de positie van president van de Republiek en van staatsinstellingen valt (Bolsonaro) de politiecommissaris van Rio de Janeiro duidelijk aan en probeert hij deze te intimideren, met de bedoeling om het onpartijdige onderzoek naar de waarheid te belemmeren,” schrijft de verklaring die door vijf entiteiten is ondertekend.

De politieverenigingen en vakbonden hebben zich uitgesproken ter verdediging van commissaris Daniel Rosa, die leiding geeft aan het onderzoek naar de misdaad tegen het gemeenteraadslid die op 14 maart 2018 plaatsvond.

Bolsonaro’s naam verscheen in het onderzoek van de zaak op basis van een verklaring van een getuige, zoals verslagen door TV Globo, die verklaarde dat de vermeende moordenaars van de wethouder kort voor de misdaad samenkwamen in het wooncomplex in Rio de Janeiro waar de president zijn privéwoning heeft.

De zaak leidde tot een enorme controverse, maar in minder dan 24 uur tijd werd het weer gesust toen het kantoor van de openbare aanklager van Rio verzekerde dat deze getuige loog door de naam van de ultrarechtse staatschef te noemen.

De getuige in kwestie is de portier van het complex en legde uit dat de voormalige politieagent Élcio Queiroz, een van de beschuldigden van de moord, hem vertelde dat hij naar het huis ging van Bolsonaro, op dat moment afgevaardigde van het federale parlement, en dat iemand hem daar toestemming gaf om binnen te komen.

Maar Queiroz ging uiteindelijk naar de naburige residentie van Ronnie Lessa, de andere beschuldigde van het neerschieten van de activist uit Rio en de buurman van Bolsonaro.

De verklaring is tegenstrijdig, aangezien de huidige president op 14 maart 2018 in Brasilia was, meer dan duizend kilometer van Rio, zoals blijkt uit de officiële verslagen van het Congres.

Voorafgaand aan de opheldering van het Openbaar Ministerie heeft een van de zonen van de president, Carlos Bolsonaro, de gesprekken van die dag bij de ingang van de urbanisatie openbaar gemaakt, waaruit blijkt dat de toegang van Élcio Queiroz was goedgekeurd door Ronnie Lessa zelf en niet door iemand uit het huis van de president.

Aan de vooravond daarvan bevestigde Jair Bolsonaro dat opnames van de gesprekken tussen de portiersloge en de condominiumwoningen al eerder waren afgeluisterd en dat de dossiers volgens hem vervalst waren.

“We namen ze mee voordat er met ze geknoeid werd of geprobeerd werd om ermee te knoeien. We hebben al het digitale geheugen van het elektronische secretariaat, dat al meer dan een jaar wordt bijgehouden, in beslag genomen. De stem is niet de mijne”, onthulde de president in verklaringen die in het bezit zijn van de krant O Globo.

Hij beschuldigde ook de gouverneur van Rio de Janeiro, Wilson Witzel, van het “manipuleren” van de misdaadonderzoeken, en over de commissaris die verantwoordelijk is voor de zaak zei hij dat deze ”heel erg vriendjes van de gouverneur is,” volgens de krant.

In die zin hebben de vijf verenigingen en politiebonden die het communiqué op zondag hebben uitgegeven, de verklaringen van Bolsonaro over dit onderwerp “verworpen”.

In de video’s van zijn sociale netwerken en in materiaal dat werd gepubliceerd door de krant O Globo, op zaterdag, insinueert de president dat de leiding van het onderzoek zelfs met bewijsmateriaal zou hebben geknoeid en de getuige onder druk zou hebben gezet, en verwijst naar de commissaris die belast is met de zaak als “vriendje van de gouverneur” van Rio, zeggen ze in de verklaring.

En ze voegen eraan toe: “De positie van hoofd van de uitvoerende macht staat hem niet toe om aanvallen te plegen op de eer van mensen, laat staan van hen die, in de uitoefening van een openbaar ambt, hun functies uitoefenen in het belang van de samenleving en niet in het belang van een regering.

Het onderzoek naar de moord op Franco loopt bijna 20 maanden later nog steeds. Tot nu toe zijn twee vermeende daders (de voormalige politie-agenten Élcio Queiroz en Ronnie Lessa) gearresteerd, maar het is nog niet duidelijk wie de iopdrachtgever was.

Bron: Deutsche Welle / COMCOSUR Mujer Nº 621 – 04/11/2019