Ga naar de inhoud

April-deadline WTO toch niet gehaald

Geen nieuwe deadline, wel intensief werkprogramma voor modaliteiten

De WTO heeft haar april-deadline niet gehaald. Het bleek onmogelijk om voor eind april de volledige modaliteiten voor Landbouw en Industriële Goederen vast te stellen zoals in december 2005 in Hong Kong is overeengekomen. Evenmin is het plan van WTO-voorzitter Lamy voor prioriteitsstelling en fasering van modaliteiten haalbaar. Een herzien werkplan moet nieuwe kansen bieden.

8 min leestijd
Placeholder image

Na een week van intensieve onderhandelingen over Landbouw (AG) en Niet-Agrarische Markt Toegang (NAMA) sloten de voorzitters van de AG- en NAMA-werkgroepen deze op 21 april af. Het was de meeste WTO-lidstaten duidelijk dat een doorbraak er niet in zat en dat vaststelling van “volledige modaliteiten” – het kader voor de vervolgonderhandelingen – voor eind april onhaalbaar was [1][2]. De stemming was grimmig [3].

Aan het eind van de laatste sessie van de NAMA Negotiating Group zei voorzitter Stephenson: “We did not have a good week.” Er waren volgens hem wel wat “kleine overwinningen” te melden, maar de substantiële kwesties bleven geblokkeerd. Men bleek zelfs niet in staat een discussie op gang te brengen over de ‘hoofdkwestie’: de formule voor tariefreductie en de coëfficiënten die de mate van die reductie bepalen. Intensivering van het onderhandelingsproces, en dan niet alleen gericht op “teksten” maar vooral op “cijfers en aantallen” is noodzakelijk, aldus Stephenson.

Ook voorzitter Falconer van het Committee on Agriculture (Special Session) gaf aan dat men onvoldoende was opgeschoten. Hij stelde een nieuw werkplan voor voor Landbouw gebaseerd op drie achtereenvolgende, tweewekelijkse cycli van intensieve onderhandelingen in Genève [4]. Dat werkplan gaat op 26 april in en is gericht op het bereiken van “volledige modaliteiten”. Daarmee speelde hij in op het feit dat het voor vele lidstaten onacceptabel is indien pas in latere instantie de modaliteiten worden bepaald die voor hen belangrijk zijn.
Falconer kondigde verder aan dat de besprekingen in toenemende mate gebaseerd zullen zijn op zogenaamde referentiepapers. Uiteindelijk zullen die worden omgezet in conceptteksten [5] die alle modaliteitsonderwerpen moeten omvatten. De lidstaten waren het met hem eens dat het stellen van een nieuwe deadline zinloos is, maar dat de “volledige modaliteiten” wel ruim voor aanvang van het zomerreces (eind juli) klaar dienen te zijn.

Aan het eind van vrijdagmiddag hielden Lamy en een kleine groep van genodigde ambassadeurs een besloten vergadering (‘Green Room’) over de modaliteiten-kwestie. De Braziliaanse ambassadeur deelde na afloop aan de pers mee dat er geen “minitop” gehouden zal worden zoals Lamy eerder had voorgesteld. Men zou daar nu niet “klaar voor zijn” gezien het feit dat de speciale onderhandelings-sessies voor AG en NAMA niets hadden opgeleverd. Een andere ambassadeur vertelde informeel dat duidelijk was dat het vaststellen van “volledige modaliteiten” nu onmogelijk is [6].

Formeel besluit tot uitstel

Tijdens een informele Heads of Delegation-vergadering en aansluitende persconferentie op 24 april deelde directeur-generaal Lamy vervolgens formeel mee dat het niet mogelijk is om de april-deadline te halen [7]. Lamy was van mening dat “genuine and important progress has been made, but not fast enough to allow us to reach agreement on modalities by the end of the month”. Hij gaf ook aan dat er onvoldoende basis is om de ministers (van een selecte groep staten) uit te nodigen voor een minitop zoals hij eerder had voorgesteld.

De directeur-generaal is echter niet van mening dat de onderhandelingen vastgelopen zijn zoals hij journalisten later die dag voorhield: “We may have missed the deadline but we are not in deadlock”. De WTO-vertegenwoordigers werd voorgehouden dat het nodig is het werkplan te herzien. Het “proces om de modaliteiten vast te stellen zal vanaf nu een continu proces zijn dat plaats vindt in Genève en zal zijn gericht op teksten”, aldus Lamy, die toevoegde dat “we het werk in weken in plaats van maanden zullen moeten afmaken”.

Lamy onder druk

Begin april kwam voorzitter Lamy nog met een aangepast plan dat uitging van topoverleg door een beperkt aantal ministers in de periode van 27 april tot 5 mei, dat moest leiden tot de vaststelling van modaliteiten [8]. Hij zou daarbij zelf zorgen voor de onderhandelingsteksten. Voor waarnemers was duidelijk dat hij de modaliteiten wilde indelen naar “prioriteit” en dat hij de “minder urgente” onderwerpen wilde doorschuiven. In zijn opvatting zou een akkoord over de “key modalities” [9] de onderhandelingen op de andere terreinen in een later stadium kunnen doen “ontsluiten”.

Zover kwam het echter niet. Ten eerste was er deze week geen doorbraak te melden in de onderhandelingssessies voor AG en NAMA. Maar ook was er weerstand vanuit ontwikkelingsstaten.

Zo verklaarden de handelsministers van de Afrikaanse Unie op 14 april in Nairobi dat ze een plan voor vaststelling van “beperkte modaliteiten” niet zouden accepteren. De kwesties die voor Afrika van belang zijn, zoals voorkeursregelingen, ‘Special Safeguard Mechanism’ en ‘Special products’ dienen te worden meegenomen [10].
Landbouwvoorzitter Falconer reageerde snel op deze uitlatingen van de Afrikaanse Unie en speelde hier tegen alle verwachtingen op in: “It is perhaps also worth underlining that it is a genuinely multilateral endeavour, which means it can be achieved only with the consensus and the on-going participatory involvement of the entire membership. It is moreover an enterprise aimed at securing the so-called modalities. Not half modalities, or partial modalities or modalities a la carte. It is the full fixed menu” [11].
Op 20 april stuurde de G33 [12] een brief aan Lamy en Falconer waarin ze aangaven niet akkoord te gaan met landbouwmodaliteiten waarin geen uitgangspunten voor een ‘Special Safeguard Mechanism’ en voor ‘Special products’ zijn opgenomen. Die zijn namelijk bepalend voor de Special en Gedifferentieerde Behandeling van ontwikkelingsstaten. Ze willen dat er in een keer over alle modaliteiten besloten wordt; ze vrezen namelijk dat de machtige lidstaten het laten afweten zodra die hun ‘buit’ binnen hebben [13].

Overige bijeenkomsten

Lamy gaf op 24 april aan dat er vanaf nu met grote regelmaat informele Heads of Delegation-vergadering gehouden zullen worden om de lidstaten van de laatste ontwikkelingen op de hoogte te brengen. Op 1 mei is er weer een ‘normale’ vergadering van de WTO-stuurgroep, het Trade Negotiation Committee [14]. Lamy: “There should be no doubt that the game is here in Geneva, in the multilateral arena, not anywhere else. This is a guarantee for all the membership that they are all players.”

En toch… Parallel aan de OECD-jaarvergadering in Parijs zal er een minitop gehouden worden over de WTO (23 en 24 mei). Het zou echter niet verbazen indien Lamy daar toch bij aanwezig zal zijn… [15].

Noten:
[1] Meer over deze deadline en de aangepaste inzet van Lamy van begin april in het artikel “April-deadline WTO nadert” van 18 april 2006.
[2] Lamy meldde op 24 april dat de Rules Negotiating Group er wel in is geslaagd hun 30 april-deadline te halen. Er ligt nu een concepttekst (van de voorzitter) over Transparantie en Systematiek voor Regionale Handels Akkoorden (“RTA Transparency”) en hij verwacht dat er “snel overeenstemming mogelijk is”. Zie noot 1.
[3] “WTO members resigned to missed deadlines as week of talks ends Geneva,” door Martin Khor (en Kanaga Raja) van Third World Network, 21 april 2006.
[4] Hij gaat uit van de deelname van alle lidstaten en de mogelijkheid tot regelmatige input vanuit de hoofdsteden (ofwel: multilaterale en transparante Landbouwonderhandelingen). De eerste week van elke cyclus bestaat uit “zeer informele bijeenkomsten over specifieke onderwerpen” en de tweede uit de meer ‘normale’ informele bijeenkomsten. Elke week wordt afgesloten met een bijeenkomst voor rapportage (consultaties) en evaluatie (vooruitgang). Ambtenaren uit de hoofdsteden kunnen elke eerste week voor overleg naar eigen staat terugkeren om hun ministers op de hoogte te stellen en elke tweede week met politieke input terugkeren. Op de agenda van de eerste week (26 tm 28 april) ondermeer: ‘Special Safeguard Mechanism’ (SSM) voor ontwikkelingsstaten en ‘Special products’.
[5] De referentiepapers gaan over specifieke onderwerpen en worden door de voorzitters opgesteld. In deze papers worden passages voorgesteld ten behoeve van opname in de conceptonderhandelingsteksten. hier zijn de meeste van refentiepapers te vinden (zoek onder “Library”).
[6] “Latest from Geneva,” van Martin Khor (Third World Network) aan de S2B-maillijst, 21 april 2006.
[7] “Lamy calls for continuous negotiations as chairs report modalities deadline will be missed,” Trade Negotiations Committee, WTO, 24 april 2006.
[8] Zie noot 1.
[9] Cijfers voor reductie van binnenlandse landbouwsubsidies, van overige binnenlandse steunmaatregelen en van landbouwtarieven; cijfers voor gevoelige landbouwproducten; formule en coëfficiënten voor NAMA-tariefreductie en flexibiliteiten voor ontwikkelingsstaten voor toepassing van de NAMA-formule.
[10] “Geneva news – obstacles for Lamy,” van Aileen Kwa (Focus on the Global South) aan de WTO-INTL maillijst, 20 april 2006. Voor een uitgebreider verslag, zie: “African Ministers reject ‘partial modalities’ for end-April deadline“, door Martin Khor (Third World Network), 17 april 2006.
[11] Uit: “Invitation Note to Members to the Agriculture Week 17th to 21st of April 2006” van Falconer.
[12] Brief van 20 april van ambassadeur Gusmardi Bustami namens de G33 [onderaan pagina]. De G33 bestaat uit 45 ontwikkelinsgstaten die voedselveiligheid, behoud van bestaanszekerheid en rurale ontwikkeling voorop stellen.
[13] “G33 won’t accept agriculture modalities without SPs and SSM,” Door Martin Khor (Third World Network), 20 april 2006.
[14] Onduidelijk is wat de recente ontwikkelingen betekenen voor de agenda van de ingeroosterde Algemene Raadsvergadering van 15 en 16 mei, en of die wel doorgaat.
[15] Meer info: “Meeting of the OECD Council at Ministerial Level: Paris, 23-24 May 2006,” OECD, 21 april 2006. Een van de onderwerpen is: “The follow-up to last December’s WTO ministerial meeting in Hong Kong”.
Volgens de Japanse minister voor Landbouw, Visserij en Bosbouw is er waarschijnlijk in juni ook een topoverleg van ministers (“over tariefreductie coëfficiënten en andere specifieke liberaliseringsmaatregelen”). Uit: “WTO ministerial talks could be held by June: Nakagawa,” Japan Economic Newswire, 24 april 2006.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door WTO.Zip redactie.)