Ga naar de inhoud

Zelfbestuur En De Strijd Tegen Uitbuiting

De arbeidersklasse heet niet meer te bestaan. Toch komen we nog steeds twee groepen mensen tegen: zij die uitbuiten en zij die uitgebuit worden. Wat dat aangaat woedt er immer nog een strijd rond onverzoenlijke tegenstellingen, een strijd tegen uitbuiting. Aldus opent Le Monde libertaire het bijzondere nummer met het thema zelfbestuur (nummer 49, mei-juni 2013).

9 min leestijd

(Door Thom Holterman, eerder verschenen op Libertaire Orde)

De strijd – of die nu wel of niet klassenstrijd wordt genoemd –  heeft ook heden nog als doel, zoals Michael Bakoenin (1814-1876) in 1868 dat heeft verwoord: ‘De maatschappij zodanig inrichten, dat ieder individu, man of  vrouw, bij zijn of haar intrede in de wereld nagenoeg dezelfde middelen vindt tot ontwikkeling van zijn of haar verschillende vermogens en tot het gebruik van zijn of haar arbeid. Tegelijk gaat het om de inrichting van een maatschappij, die aan ieder individu de uitbuiting van de arbeid van anderen onmogelijk maakt’. En Bakoenin weet het ook wel: ‘De volkomen verwezenlijking van deze kwestie zal ongetwijfeld het werk van eeuwen zijn’. (uit diens: Federalisme, Socialisme en Anti-theologisme).

 Het uitbuitingssysteem heeft zich als een hardnekkig virus in de maatschappij weten te nestelen. Het gaat om de zoveelste variant van het kapitalisme. In plaats van over proletariaat toen, spreken we nu over het precariaat (van ‘précarité’, onzekerheid). Indertijd hebben arbeiders via het (revolutionair) syndicalisme het kapitalistische systeem bestreden. Fundamentele maatschappijveranderingen heeft dat niet opgeleverd. Zal dat wel kunnen lukken met behulp van andere organisatievormen? Het bijzondere nummer van Le Monde libertaire speelt met het dossier ‘Zelfbestuur’ in op die vraag.

Zelfbestuur: geschiedenis en ontwikkeling

Ten behoeve van een beter begrip van het concept ‘zelfbestuur’ bespreekt Frank Mintz in Le Monde libertaire de verschillende kernelementen ervan. Het gaat om het organiseren en beheren van zaken door de mensen zelf. Institutioneel levert dit op: vrije organisatie, vrijwillig tot stand gekomen, gebaseerd op een vrij ‘contract’. Men komt dit al in soortgelijke bewoordingen tegen bij Bakoenin (die daarvoor weer ideeën van Proudhon verwerkte).

De historicus en docent sociale geschiedenis aan de Sorbonne (een van de Parijse universiteiten), Frank Georgi, beschrijft in het kort de geschiedenis van het (politieke) zelfbestuur. Hij opent zijn betoog met ondermeer enkele verwijzingen naar historische situaties waar van zelfbestuur sprake was (de Sovjet-Russische arbeidersraden; de Duitse ‘Räte’; de collectivisaties in Spanje 1936). De hoofdmoot van zijn betoog wordt evenwel uitgemaakt door een beschrijving van de wijze waarop in Frankrijk vanaf de beginjaren 1950 allerlei sociaal-politieke en ideologische groeperingen zich van het begrip ‘zelfbestuur’ gingen bedienen.

Zo besteedt hij aandacht aan het Joegoslavische arbeiderszelfbestuur. Ook in Nederland, in de jaren 1970, werd grote belangstelling ervoor getoond (zie Aantekeningen hieronder). Georgi spreekt over de ‘Joegoslavische mythe’. Die kon volgens hem ontstaan vanwege de ideologische breuk tussen Stalin en Tito. De laatste (Tito) verzette zich vanaf 1948 tegen de wil tot hegemonie van de eerste (Stalin). Aldus kon onder Tito een socialisme naar Joegoslavisch model tot ontwikkeling komen. Binnen die context werd er rond 1953 in Frankrijk een nieuw woord aan het politieke taalgebruik van die tijd toegevoegd: autogestion (zelfbestuur) als vertaling van het Servo-kroatische equivalent. Het werd vervolgens het woord voor een socialisme gebaseerd op het directe beheer door de arbeiders van de productie.

In het verdere verloop van de tijd kwamen daar twee elementen bij. Het eerste was dat zelfbestuur niet beperkt moest blijven tot de bedrijven (arbeiderszelfbestuur), maar het moest alle aspecten van het leven doordesemen (politiek, onderwijs, enzovoort). Het moest gaan om ‘gegeneraliseerd’ zelfbestuur. Het tweede element betrof het feit dat zelfbestuur niet langer als een verre utopie werd opgevat. Het werd ervaren als een praktijk van handelen in het heden. Allerlei bewegingen gingen het dan ook als handelingsvorm binnen hun sociale, organisatorische verbanden toepassen, zo schrijft Georgi.

De redactie van Le Monde libertaire heeft aan de hand van deze beschrijving een aantal erop aansluitende artikelen gepubliceerd, zoals dat van Éric Vilain, ‘Gedachten over zelfbestuur in Joegoslavië’ en van Pascal Haslé, ‘Kan zelfbestuur de school veranderen?’ (Haslé is zelf docent aan een zelfbesturend lyceum in Parijs). Daarnaast treft men een vraaggesprek aan met een medewerker van de al 25 jaar bestaande, in zelfbestuur georganiseerde houtzagerij ‘Ambiance bois’, die ook huizen bouwt. Ook schrijven enkele leden over hun kruidenierswinkel, de ‘Indépendante’ (De Onafhankelijke), welke winkel als zelfbesturende coöperatie is opgezet. Naast de winkelfunctie vervult deze coöperatie ook sociale en solidaire functies.

Amap

Anarchistische Amap

In dit nummer is eveneens een beschrijving opgenomen van ‘Court-circuit’ (Kortsluiting), een ‘anarchistische’ AMAP. De afkorting Amap staat voor ‘Association pour le Maintien de l’Agriculture Paysanne’. Het betreft associaties, die kleinschalige land- en tuinbouw in stand willen houden. Het doel ervan is het bestaan te garanderen van ‘boerenbedrijven in de buurt’ op basis van de logica van een duurzame beoefening van land- en tuinbouw. Het streven is dat de agrarische activiteiten tegelijk sociaal rechtvaardig en economische gezond zijn en dat ze het de consumenten mogelijk maken levensmiddelen aan te schaffen van goede kwaliteit tegen een eerlijke prijs.

De consumenten die er hun levensmiddelen kopen, kennen in dit geval de herkomst van de producten, maar ook de wijze waarop ze geproduceerd zijn. Op die manier nemen zij deel aan het proces van het beschermen en ontwikkelen van de lokale agrarische activiteit met het oog op duurzame ontwikkeling. Het feit van de ‘productie in de nabijheid’ maakt, dat er meer seizoensgebonden producten worden geconsumeerd dan anders. Door de nabijheid van de productie worden er geen of in ieder geval minder transportkosten worden gemaakt, gelet op de beperkte afstand producent / consument; tevens valt de tussenhandel weg wat prijsvoordeel oplevert..

In de opgenomen bijdrage over dit onderwerp worden de resultaten van een studie over Amap’s in de omgeving van Parijs verwerkt. Daarbij wordt in het bijzonder het ontwikkelingsproces van de Amap ‘Court-circuit’ beschreven, die gevestigd is in een van de voorsteden van Parijs (Saint-Denis). Deze Amap is ‘anarchistisch’ en dus zelfbesturend, zoals de auteurs benadrukken.

De beschrijving leert dat in de loop van het proces de activiteiten van deze Amap politiek verbreed zijn en dat er allerlei extra activiteiten zijn ontwikkeld, die men niet in die mate bij andere Amap’s opmerkt. Zo is er een bibliotheek en een videotheek opgezet. Court-circuit is daarmee een plaats in de lokale samenleving gaan vormen, die men bezoekt om ook andere redenen dan om er een mand groente op te halen. Men kan er gezamenlijk tuinieren en is er een werkplaats om fietsen te repareren, naast een ‘schrijversatelier’. Enkele jaren geleden heeft men tevens een volksuniversiteit geopend onder de naam Dionyversité, gevestigd in de Arbeidsbeurs van Saint-Denis.

 Venezu

 [Beeldmateriaal reisreportage over zelfbestuur, Venezuela]

In het dossier ‘Zelfbestuur’ treft men nog twee artikelen over zelfsturende coöperaties aan. Onder de titel ‘Cecosesola ou l’autogestion totatele’ schrijven de twee Belgen Johan Verhoeven en Edith Wustefeld een reportage over ‘Cecosesola’, een coöperatie in Venezuela. Het andere artikel gaat over de zelfbestuurde culturele coöperatie ‘Espace noir’ in Saint-Imier (Zwitserland). Het betreft het trefcentrum van waaruit de grote internationale anarchisten ontmoeting in dat plaatsje in de zomer van 2012 is georganiseerd.

Uitoefening van macht

Verder in dit nummer nog enkele artikelen die buiten het bestek van het dossier ‘Zelfbestuur’ vallen. Op een van die artikelen wil ik nog wijzen. Het betreft een polemiek van Pola K., een activistische feministische anarchiste, tegen een artikel van de filosoof en psychoanalyticus Rogier Dadoun in het vorige bijzonder nummer van Le Monde libertaire (nummer 48). Het artikel van Dadoun droeg de titel ‘L’Hystère. Chambre 2806, Hôtel Sofitel, New York’. De titel verwijst naar de seksaffaire van de Franse oud-topman van het IMF, Dominique Strauss-Kahn (DSK).

Rogier Dadoun publiceert regelmatig in Le Monde libertaire over onderwerpen vanuit een psychoanalytische invalshoek. Hij doet dat op een manier en in een stijl die maken dat zijn artikelen voor mij onnavolgbaar en daardoor onbegrijpelijk zijn. Vervolgens doe ik er het zwijgen toe. Nu is het anders omdat ik hetgeen Pola erover meldt wel kan volgen.

Deze anarcha-feministe fileert – op zeer begrijpelijke en overtuigende wijze – het artikel van Dadoun. Zij wijst Dadoun, die over hysterie bij DSK sprak, fel terecht. Hysterie wordt gezien als een oncontroleerbare neiging, het is iets van de menselijke natuur. Pola reageert daar fel op: ‘Hysterie, mijn reet!’. ‘Wat u hysterie noemt, beste Dadoun, heet bij mij uitoefening van macht. En dat vond er in die hotelkamer plaats!’.

Pola leest hier de psychiater de feministische les, en terecht. Het redactiecomité erkent een vergissing te hebben begaan met de plaatsing van het artikel van Dadoun in deze vorm in het vorige nummer.

——————-

Thom Holterman

LE MONDE LIBERTAIRE, hors série, nummer 49, mei-juni 2013, 64 blz., prijs 5 euro.

Aantekeningen

[1]  Het arbeiderszelfbestuur kreeg in Nederland, in de jaren 1970, vooral aandacht van uit het zogeheten ‘Joegoslavisch model’. Bekende Nederlandse auteurs over dit onderwerp uit die tijd waren ondermeer:

M.J. Broekmeyer, De arbeidersraad in Zuidslavië, 1950-1966, Een hoofdstuk uit de bevrijding van de arbeid, Meppel, 1968. Samen met I. Cornelissen schreef hij Arbeidersraad of ondernemerstaat, Macht en machtsstrijd in Nederland en Joegoslavië, Amsterdam, 1969.

R. Boonzajer Flaes, Macht in overvloed, Ontwikkelingen in het Joegoslavische arbeiderszelfbestuur, Alphen aan de Rijn, 1978. Samen met J. Ramondt had hij toen al geschreven Auroriteit en democratie, Arbeiderszelfbestuur in rijke en arme Joegoslavische ondernemingen, Rotterdam. 1974.

Ook de Wiardi Beckman Stichting liet zich aangaande dit onderwerp niet onbetuigd. Onder voorzitterschap van Bram Peper kwam een bundel tot stand waaraan ondermeer bekenden als C. Poppe en J. Ramondt meewerkten, getiteld Op weg naar arbeiderszelfbestuur, Deventer, 1974.

Uiteraard is over dit onderwerp ook veel buitenlandse literatuur verschenen, waaraan ik voorbij ga. Eén vertaalde, korte tekst wil ik hier noemen, te weten die van de Joegoslavische filosoof Mihailo Markovic (1923-2010), De revolutionaire weg van bureaucratie naar zelfbestuur, Groningen, 1972 (Eurosboekje 1972/3-4).

[2]  Meer informatie over de verschillende hierboven genoemde organisaties vindt u op diverse sites. Ik laat die hier volgen.

Voor het Lycée autogéré de Paris (Lap), klik HIER; voor Ambiance-bois, klik HIER; voor L’Indépendante, klik HIER; voor Court-circuit, klik HIER; voor algemene informatie over Amap, klik HIER; voor de volksuniversiteit Dionyversité, klik HIER; voor Cecosesola, klik HIER; voor reis-reportage over zelfbestuur van Johan Verhoeven en Edith Wustefeld, klik HIER; voor Espace noir, klik HIER.