Ga naar de inhoud

Voedselcrisis: De WTO heeft de schuld

De
timing had niet beter gekund. De alarmbellen gingen rinkelen op het moment dat
de wereld in snel tempo van landbouw naar industrialisering beweegt, van
boerenlandbouw naar industriële landbouw. Terwijl kleine boerenbedrijven
opgeslokt worden door de grote agrobusiness, wordt landbouwgrond in toenemende
mate voor industriële doeleinden gebruikt. Nu de internationale aandacht is
verschoven van de productie van basisvoedsel naar ‘cash crops’ (teelt voor de
verkoop) en nu naar bio-energie, staat de wereld aan de vooravond van een
voedselcrisis zonder precedent. Het tijdperk van goedkoop voedsel is voorbij.De
strijd om voedsel en brandstof zal de mondiale honger doen stijgen.

 

5 min leestijd
Placeholder image

Tegelijkertijd
is de wereld dichter bij de ondertekening van een overeenkomst om handel verder
te liberaliseren. De Directeur-generaal van de Wereld Handelsorganisatie (WTO)
doet daar een serieuze gooi naar door een ministeriële conferentie te plannen
in mei. De minister van handel van India, Kamal Nath, speelt het spel mee,
ondanks het feit dat de WTO en de grotere handelspartners – de VS en de EU –
India’s zorgen voortdurende negeren.

Laten
we eerst eens kijken naar de internationale voedselprijzen. De internationale
graanprijzen zijn de afgelopen vijf jaar 300 procent gestegen. In 2007 steeg de
graanprijs met 92 procent. Rijst en maïs zijn ook scherp gestegen. De
voedselprijsindex van de FAO steeg met een ongekende 40 procent in 2007. Sinds
India begon met het importeren van graan in 2006, zijn de prijzen door het dak
geschoten. Binnen twee jaar tijd zijn de mondiale graanprijzen bijna
verdubbeld, waardoor India gedwongen werd om in te kopen tegen het tarief van
390 USD (per ton, vert.). Met de verwachtingen van nog grotere aankopen door
India, zijn de ‘futures’ van graan (opties, vert.) ook met 70 procent gestegen.
In dezelfde tijd zijn de voedselvoorraden wereldwijd gezakt. In feite zijn de
voedselreserves op de laagste stand sinds dertig jaar. De graanvoorraden
stonden bijvoorbeeld in 2007 op 107 miljoen ton, terwijl dat in 2001 nog 197
miljoen ton was. Vergelijkbaar zijn de rijstvoorraden gekelderd van 136 miljoen
ton naar 71 miljoen in dezelfde periode. De voorspellingen voor de nabije
toekomst zijn even duister.

Geen wonder
dat er voedselrellen zijn uitgebroken in dertig landen. Verschillende landen,
waaronder de VS, Japan en Rusland hebben de rijstvoorraden gerationeerd. In
Azië, waar 97 procent van de wereldwijde rijstteelt plaatsvindt, groeit het
stijgende tekort van rijst uit tot een politieke crisis. Omdat Vietnam,
Thailand en India, de drie grootste exporteurs van rijst, de export zo’n beetje
geheel gestopt hebben, is de paniek alomtegenwoordig.

Nu meer
en meer rijstexporterende landen hun export opschorten en een groot deel van de
crisis te herlijden is naar de groeiende voedselafhankelijkheid die de WTO
voorstaat, is de fundamentele vraag die gesteld moet worden wie er zit te
wachten op de Doha Development Round (van de WTO, vert.). Waarom trekt de
wereld geen les van de huidige voedselcrisis en stop te met internationale
handel?

Met de
verveelvoudigde import van graan sinds 2006 is India nu de grootste importeur
geworden. Ironisch want deze dubieuze eer valt het land toe terwijl er geen
terugval te bespeuren is in de binnenlandse graanproductie. Hoewel de Indiase
regering elke keer weer heeft verzekerd dat de voedselreserves de laagste zijn
van de laatste dertig jaar, blijft de graanimport zich handhaven en India moet
wellicht terugkomen op zijn neoliberale beleid van integratie van de landbouw
in de wereldeconomie. Er is een ernstige terugslag opgetreden toen de prijzen
van graan verdubbelden in de tijd van een jaar, waarmee de regering gedwongen
werd om terug te stappen van zijn agressieve inkoopstocht.

Aan de
wortel van het probleem ligt het neoliberale economische beleid die de focus
heeft verplaats van voedselzelfvoorziening naar vrije handel. Het heeft geen
zin om de rijstproducerende landen te verwijten dat de rijstproductie omlaag
gegaan is, als de mondiale inzet is om ze juist af te brengen van maatregelen
die gezorgd hadden voor zelfvoorziening in voedsel. Neem het geval van
Indonesië. Dat was twaalf jaar geleden nog een netto exporteur van rijst.
Dankzij de verschuiving in binnenlands beleid die het resultaat was van
macro-economisch denken, is het land omgevormd in een van de grootste
importeurs van rijst. Wat Indonesië overkomen is, is geen uitzondering. Veel
ontwikkelingslanden zijn nu voedselimporteurs geworden, nadat de WTO in 1995
met haar bestaan begon.

Dat is
precies wat de Wereldbank en het IMF de afgelopen twintig jaar hebben lopen
preken en de WTO heeft het voornamelijk gelegitimeerd door dat van wettelijke
tanden te voorzien. De tragedie is dat terwijl de voedselcrisis op het ene podium
bediscussieerd wordt, het onderwerp niet op de agenda staat bij de
onderhandelaars over handel. Dat is geen wonder, want terwijl de wereld elders
op zijn kop staat over voedsel, komen de handelsvertegenwoordigers steeds
dichter bij het ondertekenen van een akkoord over de controversiële Doha
Ontwikkelings Ronde. Die zal de ontwikkelingslanden dwingen om hun markten nog
verder open te stellen voor importen van zwaar gesubsidieerde granen uit de VS
en de Europese Unie. Dit zal als gevolg hebben dat de crisis verder zal
verergeren. Wat de wereld wel hard nodig heeft, is zich lost te maken van het
WTO-proces en de ontwikkelingslanden 
ervan overtuigen dat ze zich moeten richten op zelfvoorziening op het
gebied van voedsel. Tenzij we met z’n allen volslagen stompzinnig zijn
geworden. Terwijl de veenbrand van de voedselrellen langzamerhand de hele
wereld beslaat (55 landen zijn vatbaar voor de voedselcrisis), blijven
beleidsmakers, mainstream economen en handelsvertegenwoordigers viool spelen.

————-

Dit
bericht wordt gratis aangeboden op de globalinfo.nl website. Om voortgang van
dit project mogelijk te maken, kun u het financieel steunen. Klik hier voor
meer informatie