Ga naar de inhoud

Regeerakkoord? Ik geloof er geen barst van

Uit de reguliere media kon je in eerste instantie geen beoordeling destilleren van wat het regeerakkoord nou eigenlijk is. Er lekte voor publicatie van het akkoord van alles uit, maar een duidelijk beeld was er niet. Een soort geruis via de televisie en in de kranten, waarbij enkele puntjes er tamelijk willekeurig uitgepikt werden. Veel dingen eromheen werden verteld die niet belangrijk zijn. En er kwam geen echte mening naar voren over de achterliggende filosofie van het kabinet.

10 min leestijd

(Door Piet van der Lende, oorspronkelijk verschenen op konfrontatie.nl)

Of je nu de Volkskrant las of Dominique van der Heiden hoorde leuteren op de televisie, je wist nog steeds niks. En vooral rechtse politici en andere neoliberalenkwamen  aan het woord, zoals in De Wereld Draait Door.de vreselijke Barbara Baarsma, die nog meer richting het ongebreidelde kapitalisme wil. Het standpunt van de FNV – een scherpe veroordeling van het akkoord – moest ik vernemen via een email van de FNV zelf.

Frits Wester kwam in een avondvullend programma op RTL4 niet verder dan: ‘de mensen hebben iets van: eerst zien dan geloven, ze weten het niet’. Hij zegt verpleegkundigen, politieagenten en zo te hebben gesproken en ook hun organisaties (?). ‘Ach ja’, zegt hij, ‘er zijn altijd mensen die het niet genoeg vinden, de een zegt dit en de ander dat’.

Pas enige dagen na publicatie van het akkoord werd duidelijk, dat het een akkoord is dat desastreuze gevolgen zal hebben voor veel mensen in hun dagelijks leven. Geschrokken reacties van de FNV en van linkse politieke partijen maar ook van vele uitvoerende instanties en het maatschappelijk middenveld, in de gezondheidszorg, op het gebied van milieu en organisaties die opkomen voor politieke vluchtelingen of de belangen behartigen van huurders.

Gebrek aan visie op de problemen in de samenleving

In de inleiding van het akkoord geen woord over de sociale problemen die in de samenleving bestaan, zoals de bij de autonome ontwikkeling van het kapitalisme groeiende kloof tussen zeer rijk en zeer arm die moet worden tegengegaan. En de grote armoede van de daklozen, flexibele arbeidskrachten, een-ouder gezinnen, migranten, etc. Geen enkel besef spreekt uit de inleiding dat het kapitalisme op zijn minst beteugeld moet worden om die sociale problemen te lijf te gaan.

Men heeft een hekel aan tegenstellingen zegt men, we moeten alles samen doen, we moeten streven naar evenwichten, bla bla. Vervolgens worden in het akkoord een reeks van maatregelen opgesomd, waarbij opvalt, dat sommige voorstellen gedetailleerd en erg technisch zijn uitgewerkt, waaruit de grote invloed blijkt van lobbyisten en van de Haagse bureaucratie van vele topambtenaren. Natuurlijk wordt bij de samenstelling van een regeerakkoord altijd advies ingewonnen bij ambtenaren en belangenbehartigers, maar tussen de regels door komt dat in dit regeerakkoord wel heel sterk naar voren in de vele technische uitwerkingen, die de onderhandelaars waarschijnlijk zelf niet zo in hun hoofd hadden zitten.

Maatregelen

Ik ga niet alle maatregelen opsommen, maar noem die in relatie tot de bijstand. Het voornemen wordt geuit dat de gezamenlijke overheden zich de komende jaren zullen blijven inspannen voor de realisatie van de integrale aanpak, ‘dichtbij de burger’ voor mensen die het zonder ondersteuning niet redden. Middels de normeringssystematiek voor het Gemeente- en Provinciefonds komt er meer geld voor gemeenten beschikbaar. Over de inzet van deze middelen in het sociale domein worden programmatische afspraken gemaakt met gemeenten.

In het regeerakkoord wordt beschreven dat een extra inspanning is vereist om mensen in een kwetsbare positie een betere toekomst te geven. Als werken in een reguliere baan niet mogelijk is, moeten gemeenten arrangementen bieden voor beschut werk. Het budget voor activering van en dienstverlening aan mensen in een kwetsbare positie wordt verhoogd, waarmee voor 20.000 extra personen de mogelijkheid voor beschut werk ontstaat.

De extra middelen om de inzet op beschut werk te verstevigen, worden opgebracht door het instrument van loonkostensubsidies in de Participatiewet te vervangen door de mogelijkheid tot loondispensatie. Werkgevers kunnen daarmee onder het wettelijk minimumloon betalen, al naar gelang de verdiencapaciteit van de persoon in kwestie. De gemeente vult afhankelijk van de gemeentelijke inkomensvoorziening waar belanghebbende gebruik van maakt, het inkomen aan met een uitkering.
De extra arbeidsplaatsen voor beschut werk komen dus niet uit de Rijksmiddelen, maar uit de winst die de gemeenten zullen gaan maken op het tewerkstellen van bijstandsgerechtigden, gratis of onder het minimumloon. Uitbreiding van de dwangarbeid dus.

Strenger beleid

Behalve het buitenwerking stellen van de Wet op het Minimumloon voor bepaalde groepen wil de nieuwe regering afspraken over een ‘geïntegreerde aanpak’. Lees: uitvoerende instanties op het gebied van inkomen, gezondheidszorg, belastingen en hulpverleningsorganisaties moeten meer gaan samenwerken om gegevens uit te wisselen en de zaken op een bepaald persoon betrekking hebbende te coördineren, zodat je als het ware van verschillende kanten ‘in de tang’ wordt genomen.

Daarnaast wil de nieuwe regering strenger toezien op de uitvoering van bepalingen in de Participatiewet, die nu nog in veel gemeenten een dode letter zijn, omdat de gemeenten de bepalingen onuitvoerbaar achten of omdat men het er in de gemeente niet mee eens is. Het kabinet is voornemens om in gesprek te gaan met gemeenten over de wijze waarop zij uitvoering geven aan de reeds in de wet opgenomen verplichte tegenprestatie. Het lijkt erop, dat het nieuwe kabinet de gemeenten onder druk wil zetten om deze verplichte tegenprestatie in te voeren als dat nog niet het geval is. Verder wil men niet-vrijblijvende bestuurlijke afspraken maken met gemeenten over het vergroten van de beheersing van de Nederlandse taal van Nederlanders met een migratieachtergrond; anders gezegd: de voorwaarde dat je Nederlands spreekt om op de langere termijn bijstand te krijgen moet strenger worden nageleefd.

Zoals we hierboven zagen, is het wisselgeld van het nieuwe kabinet om de gemeenten tot medewerking te bewegen de inzet van wat extra financiele middelen voor de gemeenten. Nieuwkomers in Nederland krijgen het zwaar. Het kabinet wil:
-integratie met burgerschapswaarden (het zingen van het Wilhelmus en zo), en een verplicht leer- en (vrijwilligers) werktraject. Dus het werken met behoud van uitkering (dwangarbeid) dat ook al voor andere groepen bestaat, gaat in het bijzonder gelden voor nieuwkomers.
-een begeleide toegang tot de verzorgingsstaat: gemeenten innen de zorgtoeslag, huurtoeslag en bijstand gedurende de eerste 2 jaar en de nieuwkomer ontvangt deze voorzieningen en begeleiding in natura met leefgeld. Na een toetsmoment kan een statushouder die zichzelf redt op de arbeidsmarkt, eventueel eerder uitstromen. Dit betekent, dat een statushouder de eerste twee jaar geen recht heeft op gewone bijstand.

Uitholling van rechten

Er wordt nog een reeks van andere maatregelen voorgesteld om de rechten van werkenden en uitkeringsgerechtigden verder uit te hollen. Het ontslagrecht wordt versoepeld, de Wajong gaat naar beneden, de keuringen voor de WIA worden nog strenger, en de koopkracht van vooral mensen met een laag inkomen wordt uitgehold door verhoging van het lage BTW-tarief. Dat wordt zogenaamd gecompenseerd met belastingverlagingen, maar vele minima profiteren hier niet van en AOW-ers bijvoorbeeld betalen geen belasting. Dus die hebben er niks aan.
Tegenover de verdergaande verarming van velen staat de verrijking van een minderheid. Belastingtarieven gaan omlaag en de bedrijven krijgen allerlei douceurtjes, zoals de afschaffing van de dividend-belasting. Gaat hert regeerakkoord worden uitgevoerd?

Gaat het regeerakkoord worden uitgevoerd?

De VVD kon 40 jaar lang bijna onafgebroken in de regering haar neoliberale beleid uitvoeren, ook al waren ze een minderheid, omdat vooral de sociaal-democratie in de vorm van de massaorganisatie bij de vakbonden en de Partij van de Arbeid in ruil voor wat concessies dat beleid als het erop aan kwam legitimeerde. Zij verkochten het beleid aan een morrende achterban middels de sleutelposities die ze in die massa-organisaties en in de lokale bestuursorganen innamen. Op die posten hielden ze al te rigoreuze acties tegen de neoliberale regering waarvoor in de morrende achterban gepleit werd, tegen. Daarbij werden figuren als Dijsselbloem als leiders naar voren geschoven, die ook neoliberaal dachten.

Met de historische nederlaag van de Partij van de Arbeid bij de verkiezingen is deze legitimatiebasis verdwenen. De schrijvers van het regeerakkoord zijn zich er zeer van bewust dat de bereidheid van een meerderheid van de bevolking in het algemeen en van het maatschappelijk middenveld en de lagere bestuursorganen in het bijzonder om de maatregelen uit te voeren, de achilleshiel is van de nieuwe coalitie, die toch al steunt op een zeer krappe meerderheid, hoewel ze waarschijnlijk als het erop aankomt wel steun van de SGP en ander rechtse splinterpartijen zullen krijgen en misschien incidentele steun van de PVV.

Op veel plaatsen in het regeerakkoord wordt gezegd dat in overleg zal worden getreden met instituties in de samenleving. Hiervoor kwam al ter sprake, dat men bestuursakkoorden wil met de gemeenten, verenigd in de VNG. En nieuwe akkoorden met de vakbonden, milieuorganisaties en die in de gezondheidszorg. Maar het scenario dat zich voltrok tijdens het kabinet Rutte I zal in mijn ogen worden herhaald.

Mislukte onderhandelingen tijdens Rutte I

Het kabinet Rutte I was een coalitie van CDA en VVD met gedoogsteun van de PVV, net als het nieuwe kabinet met een krappe meerderheid. Ook toen ontbrak de legitimatiebasis van de sociaal-democratie gedeeltelijk. Het kabinet begon onderhandelingen met lagere bestuursorganen over een bestuursakkoord op verschillende terreinen. Deze onderhandelingen verliepen zeer moeizaam. Vooral de sociaal democraten die in veel gemeenten belangrijke bestuurlijke posities hadden, lagen dwars.

Uiteindelijk ging de VNG akkoord, met uitzondering van de toenmalige nieuwe wet Werken naar Vermogen die moest dienen als vervanging van de Wet Werk en Bijstand. Ook in deze wet werd de zogenaamde loondispensatie voorgesteld, net als de nieuwe regering nu doet, dus werken voor bijstandsgerechtigden beneden het wettelijk minimumloon.

Er was tijdens de onderhandelingen grote onenigheid over de budgetten die de lagere bestuursorganen zouden krijgen voor decentralisatie en overheveling van bevoegdheden. Pas tijdens het kabinet Rutte II, toen de Partij van de Arbeid weer in de regering zat, kon de Participatiewet worden ingevoerd, die in veel opzichten lijkt op de nooit ingevoerde Wet Werken naar Vermogen, en konden ook op andere beleidsterreinen zoals de WMO en de gezondheidszorg bestuurlijke decentralisaties worden doorgevoerd. Daarnaast kon toen een sociaal akkoord worden gesloten met de vakbeweging.

Nieuwe onderhandelingen

Nu de legitimatiebasis van de sociaal-democratie weer ontbreekt, lijkt het zeer waarschijnlijk dat het scenario van 2010/2011 zich zal herhalen. Weliswaar heeft de Partij van de Arbeid een historische nederlaag geleden, maar haar kaderleden nemen nog steeds sleutelposities in bij het maatschappelijk middenveld van vakbonden, lokale bestuursorganen, ambtenarij, milieu en organisaties op het gebied van wonen, etc. Zij zullen zich nu samen met anderen met hand en tand gaan verzetten tegen de maatregelen in het regeerakkoord. Met andere woorden: de mensen in het land, het maatschappelijk middenveld en delen van de lagere bestuursorganen zullen dit akkoord gewoon niet uitvoeren.

In dit verband zijn de gemeenteraadsverkiezingen meer dan ooit belangrijk. Het lot van het nieuwe kabinet zal deels afhangen van de krachtsverhoudingen in de gemeenten en bij de VNG die wel of niet in verzet zullen komen tegen de regeringsmaatregelen. In Amsterdam hebben Groen Links, Partij van de Arbeid en SP, dus de sociaal-democratie in de hoofdstad, al een Pact van Amsterdam gesloten, gepresenteerd op een bijeenkomst in De Balie op 22 october, waarbij ze in de aanval gaan tegen de nieuwe regering en grotere autonomie voor de regio’s eisen.

Ook de FNV lijkt op oorlogspad te willen gaan. Hoewel ze die plannen in het verleden ook hadden, toen er niets van terecht kwam, kunnen dit toch de eerste voorboden zijn van massaal maatschappelijk verzet tegen de nieuwe regering. Hoewel, in het verleden heb ik dit ook wel eens voorspeld, en toen kwam er niks van terecht omdat ik mij vergiste in de toenmalige betekenis van de oorlogsrituelen vanuit de sociaal-democratie, die altijd weer naadloos overgingen in een compromispolitiek met de neoliberalen die er bij vele sociaal-democraten tot op het bot ingebakken zit.
Maar ik hoop ook dat velen ervan doordrongen zijn dat ze deze keer de oppositie op een waarachtige manier zullen moeten voeren, en niet zoals in het verleden is gebeurd op nationaal niveau compromissen gaan sluiten, waarbij eenvoudigweg het neoliberale beleid van de afgelopen decennia wordt voortgezet. Anders wordt de PVV bij de volgende verkiezingen alleen maar weer veel groter.