Ga naar de inhoud

REDD: niet zomaar een mislukking

REDD is er ongetwijfeld niet in geslaagd de grootschalige ontbossing terug te dringen. Als men zich echter alleen concentreert op de overduidelijke mislukking van REDD, krijgt men een onvolledig beeld van de schadelijke gevolgen ervan.

18 min leestijd

(Door Jutta Kill, secretariaat WRM, bron: website WRM, vertaling globalinfo.nl (die van donateurs bestaat)

Dit artikel maakt deel uit van het dossier 15 Years of REDD: A Mechanism Rotten at the Core. Download de publicatie als pdf

REDD heeft de afgelopen 15 jaar het internationale bosbeleid gedomineerd met de belofte om het lucratiever te maken om bomen te laten staan dan te kappen en zo een snelle en goedkope manier te bieden om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De bedrijven die miljarden opstrijken door bossen te veranderen in monocultuurplantages, veeweiden of ze te vernietigen voor mijnen, hydrodammen en andere infrastructuur, waren niet geïnteresseerd in REDD. REDD is er ongetwijfeld niet in geslaagd de grootschalige ontbossing terug te dringen. Als we ons echter alleen concentreren op de overduidelijke mislukking van REDD, krijgen we een onvolledig beeld van de schadelijke gevolgen ervan.

REDD is de Engelse afkorting voor “Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation”; het heeft het internationale bosbeleid de afgelopen 15 jaar gedomineerd. Het uitgangspunt voor REDD was de veronderstelling dat het bieden van financiële beloningen degenen die verantwoordelijk zijn voor de vernietiging van bossen ervan zal overtuigen hun plannen te laten varen; in ruil voor de REDD-betaling zouden zij in plaats daarvan het bos beschermen. REDD zou de bomen dus meer waard maken dan als ze gekapt worden en zo een snelle en goedkope manier bieden om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De voorstanders van REDD dachten dat het enige wat nodig was om een einde te maken aan de ontbossing, een aanbod was van financiële beloningen om te beschermen in plaats van te vernietigen.

Maar de bedrijven die miljarden verdienen door bossen om te vormen tot oliepalm- of sojaplantages of veeweiden of door ze te vernietigen voor mijnen, waterkrachtcentrales, snelwegen en andere infrastructuur, waren niet geïnteresseerd in REDD. Sommigen waren niet geïnteresseerd, omdat ze nog veel meer konden verdienen als ze doorgingen met het vernietigen van bossen. Wie “reageert op puur economische prikkels zou kiezen voor palmolie”, zoals de pro-REDD groep Ecosystem Market Place al in 2014 schreef. Anderen waren niet geïnteresseerd omdat hun ontbossing illegaal was. Welk bedrijf zou REDD-betalingen aanvragen en zeggen dat het bereid is plannen om illegaal bossen te vernietigen te laten vallen? Er waren er ook die zich vooral met ontbossing bezighielden als een manier om eigendom van land op te eisen, of om hun eigendomsaanspraken te versterken. Voor deze groep was de belofte van REDD-betalingen van weinig belang omdat hun voornaamste motivatie om land te kappen niet de onmiddellijke financiële winst was. (1)

15 jaar later is het concept dat in de VN-klimaatonderhandelingen werd geïntroduceerd met de belofte dat het zou leiden tot een snelle en goedkope vermindering van de uitstoot als gevolg van de vernietiging van tropische bossen, er niet in geslaagd de grootschalige ontbossing terug te dringen. In landen als Brazilië, Peru of de Democratische Republiek Congo is de ontbossing sinds de invoering van REDD zelfs toegenomen.(2)

Dit falen van REDD om de ontbossing terug te dringen is uitvoerig gedocumenteerd.(3) Een recent onderzoek naar de doeltreffendheid van de Duitse overheidsfinanciering voor REDD verklaart waarom er desondanks veel REDD-successen zijn: een “neerwaartse bijstelling van de verwachtingen” over wat REDD zou bereiken, heeft de voorstanders van REDD in staat gesteld “schijnbaar positieve effecten te creëren in de context van de beperkte aantrekkingskracht van het instrument”. De prijs voor deze aanpassing: “verwatering van het algemenere doel om de ontbossing te stoppen.”(4)

Als we ons echter alleen richten op het overduidelijke falen van REDD om het verlies aan oerwoud terug te dringen, lijkt het beeld van de schadelijke erfenis van het instrument onvolledig.

Zie ook: “What’s hiding behind the letters R – E – D – D?

REDD is niet voor iedereen een mislukking

REDD is niet mislukt voor degenen die het hebben gebruikt als instrument om meer controle te krijgen over land dat door van bossen afhankelijke gemeenschappen wordt bewerkt. Het verhaal dat “slash-and-burn” landbouw het bos vernietigt; dat boerenlandbouw ontbossing veroorzaakt en dat de teeltpraktijken van bosbewoners moeten worden “gemoderniseerd” is – hoewel het onjuist is en koloniale overheersingspatronen versterkt – tegenwoordig nog breder geaccepteerd dan 15 jaar geleden.(5) Sterker nog: omdat bijna alle REDD-activiteiten gericht zijn op het veranderen van de manier waarop boeren en bosbewoners bossen gebruiken, en niet op grootschalige ontbossing, is de vernietiging door bedrijven minder zichtbaar geworden als gevolg van REDD.

REDD, en met name de laatste incarnatie ervan, genaamd “nature-based solutions” (NbS) of “nature climate solutions”, heeft ook de fossiele-brandstofindustrie geen windeieren gelegd. REDD heeft deze industrie een excuus verschaft om door te gaan met de vernietiging van de ondergrondse koolstofvoorraden die de kern vormen van zowel hun bedrijfsmodel als de afbraak van het klimaat. Met REDD, en nu NbS, beweren olie-, kolen- en fossiele-gasbedrijven dat zij hun winstgevende vernietiging kunnen voortzetten zonder het klimaat te schaden. Ze hoeven alleen maar iemand te betalen die beweert elders koolstof te besparen.(6) Onder meer luchtvaartmaatschappijen, mijnbouwbedrijven, agro-industrieën, kunstmest- en voedselbedrijven hebben REDD ook aangegrepen als strategie voor het in stand houden van het kapitalistische model van van fossiele brandstoffen afhankelijke productie- en consumptiewijzen, waarvan zij profiteren.

De realiteit is echter dat het onmogelijk is om het klimaateffect te compenseren dat wordt veroorzaakt wanneer koolstof vrijkomt uit ondergrondse koolstofvoorraden die zich in miljoenen jaren hebben gevormd. Doen alsof die compensatie kan worden bereikt door te betalen voor REDD-activiteiten zoals het planten van meer bomen of het vermijden van zogenaamd geplande ontbossing, is een gevaarlijke illusie (zie Is All Carbon the Same? Fossil Carbon, Violence and Power). Door die illusie te voeden, helpt REDD de onvermijdelijke discussies over het beëindigen van de verbranding van fossiele brandstoffen uit te stellen, en wordt zo zelf een drijvende kracht achter de afbraak van het klimaat.

En ten slotte hebben adviesbureaus, internationale natuurbeschermings-NGO’s en denktanks allemaal geprofiteerd van de genereuze REDD-financieringsprogramma’s van geïndustrialiseerde landen en filantropen en de aankoop van koolstofcompensatie door bedrijven.(7) Ook gespecialiseerde REDD-verkoopbureaus, eigenaren van REDD-projecten in de particuliere sector, ontwikkelaars van certificeringsnormen en auditbedrijven hebben een lucratieve niche voor zichzelf gecreëerd. Ook voor hen is REDD dus geen mislukking geweest.

REDD-betalingen en koolstofkredieten ondanks toenemende ontbossing. Hoe is dit mogelijk?

In 2019 betaalde het Groene Klimaatfonds 96,5 miljoen dollar aan de regering van Jair Bolsonaro in Brazilië voor het zogenaamd terugdringen van de ontbossing; sinds 2015 heeft het REDD Early Movers-programma van de Duitse regering miljoenen dollars aan REDD+ “prestatie”-betalingen overgemaakt aan de regeringen van de Braziliaanse staten Acre (25 miljoen euro / 28 miljoen dollar) en Mato Grosso (44 miljoen euro). Dit geld werd uitbetaald hoewel de ontbossing in beide staten sinds de invoering van REDD is toegenomen.

Het is niet ongebruikelijk dat in het kader van REDD geld wordt uitbetaald terwijl de ontbossing in het REDD-programma of -projectgebied is toegenomen. Dit heeft te maken met de manier waarop “succes” in het kader van REDD wordt gedefinieerd. In het geval van het Groene Klimaatfonds en de REDD Early Movers-betalingen zijn de betrokken regeringen overeengekomen dat REDD-betalingen zouden worden gedaan zolang de feitelijke ontbossing onder het gemiddelde ontbossingspercentage gedurende een bepaalde periode in het verleden bleef. In het geval van de Braziliaanse staten Acre en Mato Grosso werden de piekjaren van de ontbossing, 2004 en 2005, in de berekening opgenomen. De ontbossing was na die jaren drastisch afgenomen, als gevolg van maatregelen van de Braziliaanse regering om de ontbossing terug te dringen voordat REDD bestond. Deze maatregelen omvatten de afbakening van de gebieden van inheemse volkeren en regelmatige controles en boetes voor degenen die illegaal bos vernietigen. Toen REDD werd ingevoerd, werden demarcatie en wetshandhaving vervangen door de financiële stimuleringslogica waarop REDD is gebaseerd. Het resultaat: de ontbossing is weer toegenomen.

Waarom ontvangen zij nog steeds REDD-betalingen? Omdat de referentieperiode zo werd gekozen dat een zeer hoge ontbossing in het verleden kon worden aangetoond. Daarom wordt zelfs een enorme toename van de ontbossing na de invoering van REDD als een REDD-succes beschouwd: omdat de ontbossing op een bepaald moment in het verleden veel hoger was, is de ontbossing nu – ook al neemt zij toe – minder dan zij zonder REDD zou zijn geweest.

redd 1grafDe grafiek hiernaast laat zien hoe het bedrag van de REDD-betaling eerder afhangt van de overeengekomen referentiegetallen dan van wat er werkelijk in het bos gebeurt. De donkergroene lijn geeft de feitelijke ontbossing in het Braziliaanse Amazonegebied aan. De gekleurde balken tussen 2014 en 2018 tonen verschillende referentiecijfers waarover de Braziliaanse regering in het kader van verschillende REDD-initiatieven heeft onderhandeld. Hoewel de regering haar eigen verbintenis uit 2009 om de ontbossing te verminderen niet is nagekomen, kwam zij toch in aanmerking voor REDD-financiering. De hoeveelheid ontvangen REDD-financiering hing niet zozeer af van de feitelijke ontbossing, maar van het verschil tussen de feitelijke ontbossing en het overeengekomen referentiegetal (de rode lijn): Hoe hoger de ontbossing volgens het referentiegetal, hoe meer geld er in het kader van REDD werd uitbetaald – ook al nam de ontbossing toe.

Dergelijke jurisdictionele REDD+-betalingen wenden zich tot het verleden om een (opgeblazen) uitgangslijn vast te stellen. Individuele REDD+ projecten gebruiken een nog dubieuzere methode: Ze vergelijken de werkelijke ontbossing binnen het project met het fictieve verhaal van hoeveel ontbossing er zou zijn gebeurd zonder het REDD-project. In verschillende rapporten is aangetoond hoe deze methode heeft geleid tot het sterk overdrijven van vermeende emissiebesparingen.(17)

Tot overmaat van ramp bevat REDD een ingebouwde perverse stimulans om de bosvernietiging die zonder het REDD-project zou hebben plaatsgevonden, te overdrijven: Hoe groter de hypothetische vernietiging, hoe groter het verschil tussen de werkelijke ontbossing en wat er volgens de projecteigenaar zou zijn gebeurd. En het is dit verschil dat wordt omgezet in koolstofkredieten die het project kan verkopen. Veel, zo niet de meeste, bestaande REDD-projecten zijn gebaseerd op onwaarschijnlijke beweringen dat bossen zouden worden vernietigd zonder het REDD-project.(18)

Eén voorbeeld is een REDD-project dat wordt beheerd door ’s werelds grootste natuurbeschermings-NGO’s, The Nature Conservancy (TNC). Het REDD-verhaal van TNC is dat TNC zonder het project het bos zou kappen en de komende jaren het meest waardevolle hout zou weghalen. Dit is zeer ongeloofwaardig, niet in het minst omdat TNC twee decennia eerder een succesvolle fondsenwervingscampagne had gevoerd om het land te kopen. In de fondsenwervingscampagne had de TNC aangevoerd dat door de aankoop het bos beschermd zou worden tegen houtkap.(19)

REDD als instrument om de controle over door bosbewoners gebruikt land te vergroten

Conflicten als gevolg van REDD-projecten en de negatieve gevolgen daarvan voor bosbewoners zijn uitvoerig gedocumenteerd (20). Die conflicten doen zich vaak voor wanneer projecten worden opgezet op grond waarvan het eigendom wordt betwist. Conflicten ontstaan bijvoorbeeld wanneer het REDD-project beperkingen oplegt aan het gebruik van de grond binnen het REDD-projectgebied. Degenen die de beperkingen opleggen negeren meestal dat hun aanspraak op het land kan worden betwist en dat bosbewoners al lang gebruik maken van het gebied dat nu tot REDD-project is verklaard.(21)

feijo Redd not just a Failure

Demonstratie in Feijo, Acre, Brazil.

De beperkingen omvatten vaak een verbod op het verzamelen van brandhout en landbouwpraktijken waarbij vuur wordt gebruikt. Door REDD-projecten getroffen gezinnen hebben ook melding gemaakt van toegangsbeperkingen en confiscatie van hun vee, bijvoorbeeld wanneer het REDD-project mensen niet langer toestaat het land waarover zij voorheen beschikten te gebruiken als weidegrond voor hun dieren. Ook is melding gemaakt van een toename van conflicten tussen mens en dier. Gezinnen die worden getroffen door het Kasigau Corridor REDD project in Kenia, bijvoorbeeld, meldden dat hun gewassen vaak worden vernietigd door olifanten zonder adequate compensatie van het REDD project of het nabijgelegen Nationaal Park. Elke partij beweert dat de olifanten de verantwoordelijkheid zijn van de ander, waarbij de gemeenschappen in het midden blijven, zonder compensatie voor hun vernietigde gewassen.

REDD heeft het voor regeringen en natuurbeschermings-NGO’s ook gemakkelijker gemaakt om programma’s ter beperking van praktijken als zwerflandbouw (“slash and burn“) te rechtvaardigen. Veel van deze initiatieven leggen veranderingen op die de landbouwpraktijken van bosbewoners en boeren afhankelijker maken van technologie en door bedrijven gecontroleerde landbouwmethoden invoeren. Ze kunnen praktijken bevorderen die afhankelijk zijn van het gebruik van kunstmest en gespecialiseerde, door bedrijven gecontroleerde zaden om zogenaamd de opbrengst per hectare te verhogen (zodat bosbewoners minder land zullen kaalkappen, zo luidt het argument). Dit stelt bedrijven, consultants en overheidsinstellingen in staat om de controle te vergroten over land dat door bosbewoners wordt gebruikt en om de boerenlandbouw verder te integreren in de gemondialiseerde voedselmarkten. Op deze manier draagt REDD ertoe bij dat boeren en van het bos afhankelijke volkeren hun autonomie en voorouderlijke kennis en cultuur over hun land en levensruimte verliezen.

Veel REDD-projecten maken ook gebruik van drones en camera’s om te controleren wie land gebruikt en hoe gebieden binnen het REDD-project worden gebruikt.(22) Soms wordt dit toezicht voorgesteld als iets positiefs, bijvoorbeeld als een manier om indringers op te sporen die illegaal bossen vernietigen op het grondgebied van inheemse volkeren. Maar is dit soort toezicht niet een manier om te controleren hoe, waar en wanneer een gemeenschap haar grondgebied gebruikt, vooral in gebieden waar de rechten op het land worden betwist? Zullen bosbewoners worden beboet als uit dronebeelden van het REDD-project blijkt dat ze bomen hebben gekapt op hun grondgebied, bijvoorbeeld voor de bouw van een gemeenschapshuis? Zullen ontwikkelaars en consultants van REDD-projecten cruciale informatie kunnen verzamelen met de digitale karteringsapparatuur die zij aan de bij een REDD-activiteit betrokken gemeenschapsleden verstrekken? Wie controleert deze informatie?

Of het nu gaat om de landbouwpraktijken van bosgemeenschappen of het gebruik van hun bossen, REDD heeft bij de uitvoering ervan de autonomie en de voedselsoevereiniteit van de gemeenschappen op de een of andere manier in gevaar gebracht. Het heeft ook de invloed van REDD-projectmanagers en -adviseurs op het landgebruik in bossen binnen het REDD-project vergroot. Door een financiële waarde toe te kennen aan bomen als koolstofopslagplaatsen heeft REDD (en meer in het algemeen “op de natuur gebaseerde oplossingen”) ook de greep naar land aangewakkerd als een manier om de nieuwe koolstofwaarde van het land te verzilveren.(23)

REDD als aanjager van klimaatchaos

Doordat REDD een populair excuus is om het stoppen van de verbranding van fossiele brandstoffen uit te stellen, stimuleert het in feite de voortzetting en uitbreiding van het gebruik van fossiele brandstoffen. Nu de druk op bedrijven toeneemt om aan te tonen dat zij “actie ondernemen om hun impact op het klimaat te verminderen”, presenteren veel bedrijven zich als enthousiaste verdedigers van de bossen. Oliemaatschappijen als Eni en Shell schrijven over hun “inzet voor de bescherming en het behoud van bossen” (Eni) en hoe “op de natuur gebaseerde oplossingen een grote bijdrage kunnen leveren aan de ambitie van Shell om een netto-nul emissie (net-zero emissions)energiebedrijf te zijn tegen 2050, of eerder” (Shell)

Toch ontbreekt het diezelfde bedrijven aan vergelijkbaar enthousiasme om zich in te zetten voor “bescherming en behoud” van de ondergrondse koolstofvoorraden die zij blijven vernietigen om olie, kolen en gas te winnen. Waar is het engagement om een einde te maken aan deze vernietiging, die de belangrijkste oorzaak is van de klimaatafbraak?

Een REDD-Monitor artikel uit december 2020 vat samen waarom bedrijven als Eni, Shell en vele anderen zo enthousiast zijn over bossen, REDD en “nature-based solutions” of natuurklimaatoplossingen: “Grote vervuilers zijn er dol op omdat ze het mogelijk maken dat business as usual doorgaat. Een reeks olie- en gasbedrijven, waaronder Shell, BP, Total, Gazprom, Eni, Petronas, PetroChina en Occidental, hebben onlangs leveringen aangekondigd van “koolstofneutraal” vloeibaar aardgas. Fossiele brandstoffen kunnen natuurlijk niet “koolstofneutraal” zijn en beweringen dat de emissies zijn “gecompenseerd” door koolstofkredieten te kopen zijn pure greenwash. Klimaatzwendel zoals REDD en natuurlijke klimaatoplossingen bestaan precies met dat doel. Om de fossiele brandstofindustrie in staat te stellen zichzelf te greenwashen.”(24)

Het toestaan van een dergelijke greenwashing van de voortdurende verbranding van fossiele brandstoffen en de economische uitbuiting en sociaal-ecologische en culturele vernietiging die onlosmakelijk verbonden zijn met de winning van fossiele brandstoffen, maakt REDD veel erger dan alleen maar een kolossale mislukking om het bosverlies terug te dringen.

Noten (niet vertaald):

(1) Branford, S. & T. Borges (2021). Facebook enabling Amazon land grabbing, deforestation, finds investigation, and Branford, S. & M. Torres (2017) Crime and not enough punishment: Amazon thieves keep stolen public land. See also, Forest Trends (2014). Consumer Goods and Deforestation. An Analysis of the Extent and Nature of Illegality in Forest Conversion for Agriculture and Timber Plantations.
(2) For statistics about deforestation in the Brazilian Amazon, see the PRODES project of the Brazilian government: http://www.obt.inpe.br/OBT/assuntos/programas/amazonia/prodes and http://www.inpe.br/noticias/noticia.php?Cod_Noticia=5811; for deforestation trends in specific countries, see also the Global Forest Watch dataset here.
(3) See for example: Song, L. (2019). An even more inconvenient truth. Why carbon credits for forest preservation may be worth than nothing; on the World Bank FCPF, see REDD-Monitor (2022). Congo’s forest ‘emissions reductions programme’: Germany, Norway and UK taxpayers paying for nothing, as the World Bank-backed Forest Carbon Partnership Facility produces only ‘hot air’ emissions reductions;  WRM (2019): REDD+: A Scheme Rotten at the Core; Milne, S. et al. (2019). Learning From ‘Actually Existing’ REDD+.
(4) German Institute for Development Evaluation (DEval) (2020). Germany’s Contribution to the Forest and Climate Protection Programme REDD+.
(5) Geist, H. and Lambin, E. F. (2002). Proximate causes and underlying driving forces of tropical deforestation. BioScience, 52 (2002), 143-150.
(6) REDD and Natural Climate Solutions are a massive distraction from real climate solutions. REDD-Monitor, 14 December 2021.
(7) Lund, J. F. et al. (2016). Promising Change, Delivering Continuity: REDD+ as Conservation Fad. World Development, and Svarstad H. & Benjaminsen, T. (2017). Nothing succeeds like success narratives: a case of conservation and development in the time of REDD, Journal of Eastern African Studies.
(8) See the 2020 talk ‘Carbon Policy is not Climate Policy’ by Larry Lohmann for some of the reasons why this assumption is questionable.
(9) WRM (2020). What could be wrong about planting trees?
(10) Counsell, S. (2021). Conservation NGOs Gift Polluters a Massive Land Grab called ‘Nature Based Solutions’. In: “Nature-based Solutions”: Concealing a Massive Land Robbery. WRM Bulletin 255 – March/April 2021.
(11) See for example, 25 September 2020 letter from AIDESEP to the FCPF here: Letter N° 156-2020-Aidesep; Forest Peoples Programme (2021). La realidad de REDD en Peru. Entre el dicho y el hecho.   and Rights and Resources Initiative (2018). Mai-Ndombe: Will the REDD+ Laboratory Benefit Indigenous Peoples and Local Communities?
(12) Forest Carbon Partnership Facility Takes Aim at Deforestation.
(13) Global Forest Coalition (2020). 15 years of REDD. Has it been worth the money?; WRM (2019). Misguided funding: Green Climate Fund support for REDD+;
(14) Cabello, J. (2013). The World Bank and ‘market readiness’: A ‘carbon bible’ for Southern countries.  
(15) Fern and Forest Peoples Programme (2011). Smoke and Mirrors: A critical assessment of the Forest Carbon Partnership Facility.
(16) BioCarbon Fund “Who we are” and BioCarbon Fund – Initiative for Sustainable Forest Landscapes for an overview of who is involved in the different initiatives.
(17) See among others: Foodwatch (2021). Offsetting: ‘climate neutral’ through forest protection? Assessment of the ‘climate neutral’ claims related to the Tambopata-area REDD project in Brazil nut concessions in Madre de Dios, Peru; West, Th. et al. (2020). Overstated carbon emission reductions from voluntary REDD+ projects in the Brazilian Amazon. PNAS.
(18) In addition to reports in (17) and (19), see also: REDD-Monitor (2017). Is Wildlife Work’s Mai Ndombe REDD+ project “additional”?; Seyller, C. et al. (2016). The ‘Virtual Economy’ of REDD+ Projects. International Forestry Review; Mulungu, K. (2021). The Luangwa Community Forests Project (LCFP) in Zambia. A review of the biggest REDD+ project in Africa financed by the Italian oil and gas company ENI. Report commissioned by Greenpeace Italy; REDD-Monitor (2019). Indonesia’s Katingan REDD project sells carbon credits to Shell.   
(19) Most REDD+ activities are found in the global South, but there are also REDD+ projects in the US and Canada. See e.g., Ben Elgin (2020). These Trees Are Not What They Seem. How the Nature Conservancy, the world’s biggest environmental group, became a dealer of meaningless carbon offsets. Bloomberg Green.
(20) Among the REDD+ projects that have caused conflict are the Kasigau Corridor REDD project in Kenya, the Cardamon Mountains REDD projects in Cambodia, the Alto Mayo, Cordillera Azul and Tambopata REDD+ projects in Peru, the Russas and Valparaiso REDD projects in Brazil, the Katingan REDD+ project in Indonesia, the Mai Ndombe REDD projects in the DR Congo. REDD-Monitor has published articles on all of these projects. See also: Nel, A (2017). Contested carbon: Carbon forestry as a speculatively virtual, falteringly material and disputed territorial assemblage. Geoforum 81: 144–152; Flynn, G. (2021). REDD+ Projects Still Struggling to Live up to Expectations in Cambodia.
(21) See for example, REDD-Monitor (2021). Indigenous Kichwa community takes the Peruvian State and Cordillera Azul National Park to court; and Comunidad Kichwa Puerto Franco se reúne con representantes del Parque Nacional Cordillera Azul y exige que respeten sus derechos.
(22) Basta! & Amis de la Terre (2013): “REDD+ in Madagascar: You Can’t See the Wood for the Carbon”
(23) BBC News Brasil (2021): Documentário: BBC revela venda ilegal de terras na Amazônia pelo Facebook.
(24) REDD and Natural Climate Solutions are a massive distraction from real climate solutions