Ga naar de inhoud

“Afschaffing van de WTO!” blijft een legitieme eis

Afschaffen of hervormen? Eerst maar eens afvragen waar die WTO voor staat.

7 min leestijd
Placeholder image

Afkomstig uit WTO-Zip nr 56, vertaling door Renate Ebner [1]

Terug naar WTO-Zip nr. 56.

De politieke eis van afschaffing van de WTO of andere internationale economische instanties lijkt vandaag de dag volstrekt zinloos of achterhaalde linkse praat. En inderdaad schiet een visie tekort die het kwaad (=WTO en dergelijke) als oorzaak van alle ellende beschouwt en daarom met hun uitroeiing ook de globale machts- en uitbuitingsverhoudingen ziet afgeschaft. Als de internationale instanties van de macht maar weg zouden vallen, zouden vooral de landen van de periferie zich prachtig kunnen ontwikkelen… (Er is echter bijna niemand die dit betoog afsteekt).De juiste vraagstelling is: waarvoor staat de WTO (net als de Wereldbank of het IMF), waarom wordt hun hervorming geëist, wie eisen dit en hoe? Een progressief standpunt vereist om te beginnen inzicht in enkele feiten en tegenstrijdigheden.

Ten eerste – en bovenal – komt in WTO, IMF en Wereldbank nog steeds de neoliberale verbouwing van de maatschappij tot uitdrukking. Dit betekent dat het sociale handelen wordt onderworpen aan de wet van internationale concurrentie, enerzijds, en het berusten in kapitalistische eigendoms- en productieverhoudingen, anderzijds. De feitelijke nare gevolgen van de liberalisatie in de landbouw, de textiel- of gezondheidssector zijn over het algemeen bekend. Bovendien werd in de afgelopen jaren duidelijk dat deze ontwikkelingen gepaard gaan met openlijk geweld.

Ten tweede zijn de internationale instanties zelf handelende partij. De neoliberale structuuraanpassingsprogramma’s van IMF en Wereldbank hebben in de landen van de periferie een beslissende bijdrage geleverd aan het erdoor drukken van het neoliberalisme. Als ‘kind van de jaren 90’ is de WTO de neoliberale instantie bij uitstek.Deze neoliberale instanties kampen met een groeiend legitimatieprobleem. Dit verklaart de recente verschuiving in het beleid van de Wereldbank naar armoedebestrijding en ‘Comprehensive Development Frameworks’ – of bij de WTO naar de zogenaamde “ontwikkelingsronde”.

Ten derde beleven we juist op internationaal vlak een ‘re-feodalisring van de politiek’. Dit wil zeggen dat democratische besluitvorming, transparantie en de politieke openbaarheid/publieke opinie bijna geheel ontbreken. Het opgetogen gepraat over netwerken is daarom zinloos zolang men niet beseft dat de internationalisering van politieke processen vooral plaats vindt in de grijze gebieden en overwegend zonder elke transparantie. Goede voorbeelden hiervan zijn de procedures voor geschillenbeslechting bij de WTO en de ‘duimschroevenpraktijken’ en onderhandelingen van het ‘green room’-type tijdens ministeriële conferenties van de WTO.

Voor een juiste inschatting van het vermogen tot politieke beïnvloeding is nog een ander aspect doorslaggevend: een filosofie van hervoming dreigt – ten vierde – in de valkuil te stappen dat de verlichte elites overtuigd kunnen worden van een noodzakelijke verandering van beleid. Achter dit geloof zit de zeer krachtige vooronderstelling dat ‘de’ politiek het proces van economische globalisering maatschappelijk dient in te bedden. De vraag is echter: welke rol speelt de politiek in de meest recente veranderingen?Ze heeft het neoliberale proces actief aangejaagd. Ook het handelen van de staat (alsook van het merendeel van de civil society) blijkt georienteerd op het internationale concurrentievermogen van de
‘eigen’ standplaats.

Daarom schiet het dus zwaar tekort om aan de heersende machten te appelleren om bij de VN ontwikkelingstop een “nieuw begin te maken” of de “kans te benutten”. De neoliberale regeringen weten immers precies wat ze aan het doen zijn. ‘Ontwikkeling’, ‘milieubehoud’ of ‘armoedebestrijding’, ze zijn allemaal goed voor preambules en feestelijke toespraken. In de kern gaat het echter om het wereldwijd veiligstellen van de kapitalistische eigendomsorde, het creëren van veiligheid voor investeringen en planning, en het ontsluiten van almaar nieuwe terreinen ten bate van het kapitaal. De kleine boeren in het Zuiden vormen hierbij op zijn best collateral damage….

De internationale sociale bewegingen blijven succes boeken met de de-legitimering van de heersende neoliberale en militaristische globalisering. Ze kunnen hun zinnen erop zetten om de bestaande machtsverhoudingen te politiseren. Hiervoor is volgens mij de eis van afschaffing van de WTO (en/of van de Wereldbank en het IMF) erg geschikt.

Het lijkt in eerste instantie niet realistisch. Toch kunnen met deze eis bij nader inzien argumenten over de werkwijze van het internationale systeem worden overgebracht. “Een andere wereld is mogelijk” – maar dat gaat niet met WTO, IMF en Wereldbank. Deze machtpolitieke organisaties staan namelijk voor een type van politiek dat vooronderstelt dat problemen het beste ‘van bovenaf’ kunnen worden opgelost. Dit brengt diegenen in een lastig parket die denken dat deze organisaties hervormd kunnen worden. Over het veelvuldig gevierde multilateralisme van de WTO schreef Marita Wiggerthale in de Frankfurter Rundschau van 30 december 2004: De WTO vanwege haar multilateralisme ondersteunen “zonder tevens haar neoliberale basis kritisch te beschouwen, is kortzichtig en politiek fataal.” In vergelijking met het unilateralisme van de VS gaat de WTO inmiddels inderdaad bij velen die haar enkele jaren geleden nog fel bekritiseerden door voor ‘het kleinere kwaad.’

Deze organisaties beschikken over materiële macht in de vorm financiële fondsen of wetgevende bevoegdheid. Daarnaast zijn ze ook de ‘organische intellectuelen’ van het neoliberalisme. Hegemoniale, dit wil zeggen ook door de overheersten geaccepteerde, verhoudingen moeten continu worden geconstrueerd. Dit betekent ook het ter kennis nemen en vertalen van kritiek naar een dynamisch element – echter alleen ten behoeve en onder handhaving van de bestaande fundamentele machtsverhoudingen. Zo wordt de telkens geformuleerde en bedriegelijke hoop van NGO’s op hervorming de basis voor legitimering van WTO & Co. Kennelijk zit immers de ‘globale civil society’ aan tafel [2]. Ze klaagt weliswaar maar blijft hopen, voorstellen doen en uitnodigingen accepteren.

Gezien vanuit een radikaal perspectief op hervorming is de belangrijkste taak het scheppen van ruimte – ook middels confrontaties. Zo bezien is de eis van afschaffing van WTO, IMF en Wereldbank legitiem en belangrijk. In een kritisch en emancipatief perspectief valt immers van deze organisaties niets te verwachten. Integendeel. Hun afschaffing kan onderdeel zijn van het proces waarmee de burgerlijke kapitalistische heerschappij en haar actueel neoliberale variant ingrijpend worden veranderd.

Niet alleen de kritiek moet worden geïntensiveerd, ook de discussie over alternatieven. Hierbij kunnen op emancipatie gerichte sociale bewegingen echter beter geen blauwdrukken verzinnen. Evenmin moeten ze op de stoel van de burgelijke media gaan zitten en zich beperken tot ‘realistische’ discussies over de voor- en nadelen van verschillende soorten WTO-beleid.

Waar het wel om gaat is: voorlichting en opheldering verschaffen, ruimtes voor denken en doen ontsluiten, het zogenaamd onzegbare formuleren, feiten ook eens provocerend aanscherpen, mensen overtuigen van de noodzaak van maatschappelijke verandering en persoonlijk engagement.
Want het debat over de WTO mag niet beperkt blijven tot de vraag hoe een of ander aspect “erin te lobbyen” of de constatering dat de vertegenwoordigers van regeringen “eigenlijk” belang bij duurzaamheid of ontwikkeling zouden moeten hebben.
Het echte probleem is het geheel van de institutionele structuur met de daarin gestolde principiële beginselen.

Noten:
[1] Oorspronkelijke titel: “‘WTO abschaffen!’ bleibt eine legitime Forderung,” in Jungle World nr. 9 van 2 maart 2005 (http://www.jungle-world.com/). Het betreft delen uit het boek “Gegen-Hegemonie – Perspektiven globalisierungskritischer Strategien,” van Ulrich Brand (uitgeverij VSA ( http://www.vsa-verlag.de/); ISBN 3-89965-116-2). Ulrich Brand studeerde Politicologie en werkt op het vakgebied Globalisierung und Politiek aan de Universiteit van Kassel. Is actief in de Bundeskoordination Internationalismus (BUKO) en lid van de wetenschappelijke raad van Attac Duitsland.
[2] (toevoeging red.) Illustratief is de deelname van Action Aid and Oxfam aan het Millennium Development Committee dat toe moet zien op de schuldenverlichting in Nigeria. In: “Biggest African debt rescue saves Nigeria 17.3bn,” door Larry Elliott and Patrick Wintour in de Guardian van 1 juli 2005. (http://www.guardian.co.uk/guardianpolitics/story/0,,1518659,00.html).

Terug naar WTO-Zip nr. 56.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door WTO.Zip redactie.)