Ga naar de inhoud

Plan B kwam bijeen in Kopenhagen

In het weekend van 19-20 november was er in de Deense hoofdstad een bijeenkomst van het Plan B initiatief. Dit was de opvolger van de bijeenkomst in Madrid (19-21 februari 2016) waar het manifest voor een Plan B werd uitgebracht. De conferentie in Kopenhagen werd praktisch en materieel mogelijk gemaakt door twee Skandinavische radicaal-linkse partijen, de Zweedse Vänsterpartiet (‘Linkse Partij’) en de Deense Rood-Groene Alliantie, wat verklaart dat de bijeenkomst doorging in het Deens parlement en gebruik kon maken van vertaal-en vergaderinfrastructuur. Jonas Sjöstedt van de Vänsterpartiet zorgde voor een uiterst hoffelijk en efficiënt voorzitterschap van de conferentie.
Ander Europa was er aanwezig (Frank Slegers en ikzelf) en u krijgt dus een verslag uit eerste hand. De dagorde, foto’s en een video van de bijeenkomst zijn te vinden op de website van de Kopenhaagse Plan B bijeenkomst.

13 min leestijd

(Door Herman Michiel, oorspronkelijk verschenen bij Ander Europa, eerder verscheen al dit verslag van dezelfde conferentie)

Deelnemers

Van de ongeveer 220 deelnemers was de helft afkomstig uit Denemarken en de andere Skandinavische landen; de anderen kwamen uit België, Cyprus, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Nederland, Ierland, Italië, Letland, Luxemburg, Polen, Portugal, Slovenië, Spanje, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.

Onder hen enkele bekendere politici zoals Stefano Fassina (Italiaans parlementslid voor de partij Sinistra Italiana en gewezen vice-minister), Jean-Luc Mélenchon (Parti de Gauche, kandidaat bij de Franse presidentsverkiezingen van 2017), Zoe Konstantopoulou (gewezen voorzitter van het Grieks Parlement), Tiny Kox (senaatsfractievoorzitter van de Nederlandse SP). Voorts vooraanstaande sociale militanten als Eric Toussaint (CADTM), Susan George (ATTAC en Transnational Institute), Peter Wahl (een van de stichters van ATTAC-Duitsland en voorzitter van WEED), Kenneth Haar en Erik Wesselius (CEO), Asbjørn Wahl (directeur van de Noorse Campaign for the welfare state), Costas Lapavitsas (professor economie in Londen, gewezen lid van Syriza) en nog andere militante academici zoals Andy Storey (Dublin), Andreas Nölke (Frankfurt) of Laura Horn (Roskilde). Ook leden van het Europees Parlement, alle behorend tot de parlementaire fractie van Europees Verenigd Links (GUE/NGL) waaronder Miguel Urbán Crespo (Podemos), Fabio De Masi (Die Linke), en tal van medewerkers van Europees Verenigd Links. Vooral uit Skandinavië waren er ook nogal wat parlementsleden van de linkse partijen. Oost-Europa was zwak vertegenwoordigd, met slechts enkele mensen uit Tsjechië, Slovenië en Polen die het tot Kopenhagen hadden gemaakt.

Een speciale gaste was Filiz Kerestecioğlu, één van de Koerdische HDP-leden waarvan de parlementaire onschendbaarheid onlangs door Erdoğan werd opgeheven; in naam van de conferentie werd een solidariteitsmotie goedgekeurd met protest tegen de zware schendingen van de democratie in Turkije.

Deze opsomming van deelnemers is natuurlijk verre van volledig, maar geeft een indruk van hun diversiteit: vertegenwoordigers uit de EU-kernlanden en andere uit de zuidelijke of Oost-Europese periferie, politici en sociale militanten, werkend binnen of buiten Europese of nationale instellingen, sommigen onvoorwaardelijke voorstanders van een uittrede uit de euro, anderen met nog een zekere hoop op hervormbaarheid.

Natuurlijk is niet iedereen die achter Plan B staat op een dergelijke conferentie aanwezig, en anderzijds zijn sommige aanwezigen gekomen als waarnemers vanuit organisaties, om zich een idee te vormen van wat Plan B is of zou kunnen worden. Men krijgt wel de indruk dat vandaag, na de Griekse ervaringen van 2015, na Brexit, in diverse milieus het bewustzijn groeit dat er in Europa dringend iets moet ondernomen worden om een nog groter sociaal debacle te vermijden. De Belgische socialistische vakbond FGTB had bijvoorbeeld enkele mensen naar Kopenhagen gestuurd; ook de voorzitter van de Ierse vakbond Mandate, John Douglas, stond op de deelnemerslijst. We ontmoetten er ook Marc Botenga, binnen de Belgische PVDA/PTB verantwoordelijk voor Europese aangelegenheden. Zijn partij is sinds januari 2016 ‘geassocieerd lid’ van Europees Verenigd Links.

Nu we het over de aanwezigen gehad hebben, toch ook iets over afwezigen. Dat was opvallend het geval met EL, European Left, de Europese partij waar de meeste (maar niet alle) partijen die aangesloten zijn bij de parlementaire fractie Europees Verenigd Links lid van zijn. Europees Verenigd Links zelf was wel mee vermeld als organisator van de Kopenhagenconferentie, maar niet EL. Dit is een duidelijke uiting van de meningsverschillen die vooral na de capitulatie van SYRIZA in juli 2015 gerezen zijn in de Europese politieke linkerzijde. Voorzitter van EL is momenteel Pierre Laurent, die tevens voorzitter is van de Franse communistische partij (PCF). De EL-leiding is van oordeel dat Tsipras en het deel van SYRIZA dat hem volgde de beste en enige mogelijke keuze gemaakt heeft door het ondertekenen van een derde memorandum met de Trojka. Ook Transform!, het theoretisch tijdschrift verbonden met EL en gecoördineerd door Walter Baier (KPÖ, communistische partij van Oostenrijk), is haast uitsluitend de spreekbuis van deze optie (al moet eerlijkheidshalve vermeld worden dat de bijeenkomst in Kopenhagen wel aangekondigd werd in Transform!). In deze kringen wordt een breuk met de euro al vlug gelijkgesteld met nationalisme (*1). Als men dan weet dat tal van partijen die lid zijn van Europees Verenigd Links (de Zweedse Vänsterpartiet, de Portugese communistische partij) of van Europees Verenigd Links én EL (het Portugese Bloco de Esquerda, de Deense Rood-Groene Alliantie, het Cypriotische AKEL, de Franse Parti de Gauche) discussies over uittrede uit de euro helemaal niet schuwen, kan men de eenzijdigheid van de EL-leiding enkel betreuren. Tussen haakjes, de uiteenlopende interpretaties van de politiek van SYRIZA kwamen eventjes scherp tot uiting nadat Zoe Konstantopoulou deze als het werk van verraders had bestempeld. Daarop kwam Tiny Kox (SP) nogal verontwaardigd tussen: we moeten allen ‘kameraadschappelijk’ met elkaar blijven omgaan, de term ‘verrader’ is daarbij uit den boze.

Het debat over de euro

De grote discussiethema’s waarrond de bijeenkomst in Kopenhagen opgezet was waren de volgende:

  • Is het mogelijk de EMU (Economische en Monetaire Unie) op een aanvaardbare manier te hervormen binnen het huidig EU-kader, of zijn breuken onvermijdelijk?
  • Zijn er alternatieven voor de euro?
  • Brexit betekent een historische breuk in het Europese integratieproces. Welke rol kan links hierin spelen?
  • Rond welke strategische kwesties zou de linkerzijde in Europa de volgende jaren moeten actief zijn?

Het is hier niet de bedoeling de uiteenzettingen van de panelleden en de daaropvolgende debatten met de zaal samen te vatten; we noteren alleen enkele dingen die ons opvielen en geven eventueel wat persoonlijk gekleurde commentaar.

Over de hervormbaarheid van de EMU kwamen uiteenlopende standpunten naar voren, die men niet simpelweg kan samenvatten als believers (in de hervormbaarheid) en non believers. Er zijn hervormingen denkbaar, en verschillende kwamen aan bod, zoals Keynes’ bancor, of een vorm van gemeenschappelijke munt zoals beschreven door Stiglitz, Lordon (monnaie commune in plaats van monnaie unique) en anderen. Maar weinigen geloven dat hiervoor de politieke wil bestaat. Fabio De Masi (europarlementslid voor Die Linke) vertolkte waarschijnlijk de mening van de meeste deelnemers toen hij zei: “De euro kan hervormd worden, maar de euro zal niet hervormd worden”. Dat Mélenchons Parti de Gauche (PdG) met een hervormingsprogramma voor de euro (“bancor, monnaie commune, …”) naar de presidentsverkiezingen trekt werd door PdG-spreekster Jeanne Chevalier als volgt verduidelijkt: “Deze voorstellen vermijden de schrik die kleeft aan een uitstap uit de euro”. Maar ook de PdG stelt dat er slechts de keuze is tussen een hervorming of een uitstap.

Strijd tegen de EU

Dit is waarschijnlijk de meest frappante vaststelling bij deze Plan B bijeenkomst: spreken over een breuk met de EMU, en zelfs met de EU, is geen taboe meer. In een tussenkomst op het einde van de conferentie zei Eric Toussaint dat hij al heel veel Europese bijeenkomsten van de linkerzijde heeft bijgewoond, maar dat in Kopenhagen voor het eerst de echte kernproblemen aan bod kwamen. Men kan de ‘vrije de toon’ tegenover de Europese instellingen ook terugvinden in het statement (*2) dat na de conferentie ter ondertekening wordt voorgelegd (*3):

“Op de Plan B bijeenkomst in Kopenhagen hebben we geloofwaardige en ambitieuze oplossingen voorgesteld als antwoord op de lokale en globale uitdagingen van vandaag. Deze oplossingen zijn niet realiseerbaar binnen het huidig kader van de EU met zijn reactionaire verdragen. We moeten uit deze verdragen losbreken. We verbinden er ons toe om te strijden voor Europese samenwerking op een totaal andere basis, voor een Europa van sociale rechtvaardigheid, solidariteit, duurzaamheid en democratie.”

Men moet uit het voorgaande echter niet afleiden dat op een lichtzinnige manier over een uitstap uit de euro werd gepraat, of dat voorgesteld werd hierrond nu campagnes op te zetten. Alhoewel er eensgezindheid is over de absoluut negatieve rol die de euro speelt voor de gewone man en vrouw, wezen diverse sprekers erop dat de euro door velen, incluis de grootste slachtoffers ervan, als een symbool van moderniteit wordt gezien, dat er een reële schrik bestaat dat een uitstap tot chaos en zelfs verval in nationalisme kan leiden.

Brexit, nationalisme, xenofobie, extreem-rechts kwamen natuurlijk ook herhaald aan bod. Andy Storey (University College Dublin) noemde een opheldering over de verhouding tussen een broodnodige herwinning van soevereiniteit enerzijds en nationalistisch chauvinisme anderzijds een van de uitdagingen voor links. Lapavitsas zag in Brexit en de verkiezing van Trump een revolte tegen het ontbreken van soevereiniteit. In verband met Brexit kwam nochtans ook een heel ander standpunt naar voren: de uittrede van het Verenigd Koninkrijk uit de EU zou een zware slag betekenen voor de Britse arbeidsrechten en vakbonden, die alleen nog door de Europese richtlijnen op dit gebied een zekere bescherming zouden genieten. Dit standpunt is des te verbazender aangezien het komt van Left Unity, die op haar congres van november 2015 de EU bestempelde als een “reactionary anti-working class unreformable institution that played a brutal role in Greece in enforcing austerity” (*4). Brexit was natuurlijk geen gemakkelijke opgave voor linkse partijen, maar campagne voeren om lid te blijven van een reactionary anti-working class unreformable institution maakt het de rechtse demagogen wel erg gemakkelijk.

Een ander thema dat hiermee enig verband houdt is dat van het niveau waarop strijd tegen de neoliberale EU het meest efficiënt kan gevoerd worden. Volgens mij werd terecht herhaald gesteld dat het nationaal niveau, met zijn beetje resterende democratische rechten, een veel betere basis vormt voor die strijd dan een zogezegde ‘strijd op Europees vlak’. Veel hangt af van welke interpretatie men aan woorden geeft, maar ‘strijd op Europees vlak’ heeft me altijd een abstracte formule geleken. Een Europese betoging in Brussel zoals het Europees Vakverbond die af en toe organiseert kan nuttig zijn, maar zal nooit de grotendeels onverkozen Europese instellingen tot toegevingen dwingen zoals nationaal vakbonds-en ander verzet dat wel nog vermag tegenover de nationale machthebbers. En uiteindelijk wordt het Europees beleid bepaald en uitgevoerd door deze laatsten. Eveneens terecht werd opgemerkt dat het nationaal niveau aanduiden als het meest geëigende voor de strijd tegen het EU-beleid niets te maken heeft met nationalisme of een gebrek aan internationale solidariteit.
Men mag het als een belangrijke vooruitgang beschouwen dat goed klinkende maar abstracte formules steeds meer op hun concrete merites worden afgerekend. Zo zei Asbjørn Wahl dat hij gehoord had van ‘ongehoorzaamheid’ (désobéissance, een ordewoord dat in linkse Franse kringen een zeker succes kent, toch als slogan) als formule om het EU-beleid te bestrijden. Maar welke betekenis kan men daaraan geven, vroeg deze man van vele strijden zich terecht af. Wie niet gehoorzaam is aan de Europese oekazen, of daar zelfs alleen maar mee dreigt, heeft al vlug af te rekenen met represailles van de Europese Centrale Bank en de andere repressieve EU-instrumenten, zoals SYRIZA in de kortste keren moest vaststellen. Wie ongehoorzaam is maar geen Plan B heeft wordt onherroepelijk afgemaakt, dat is de les die 2015 ons leerde.

Welk Europa?

Vele andere bekommernissen kwamen aan bod, zoals de eisen van de feministische beweging, en de zorg voor milieu en klimaat. Hierbij kwam ook de vaker gehoorde vraag naar voren hoe een links relanceplan, economische groei en strijd tegen de werkloosheid kunnen rijmen met duurzaamheid en bescherming van de planeet. Hierop werd geantwoord dat de uitbouw van bv. duurzame energievoorziening net veel banen zou creëren. Een interessant idee dat verschillende bekommernissen omsluit kwam (opnieuw) van Asbjørn Wahl: een campagne voor een drastische arbeidsduurvermindering zou kunnen ingaan op ecologische en feministische eisen, op het probleem van de massale werkloosheid en de voortschrijdende armoede, en op die manier een hele reeks actoren uit vakbonden, partijen, vrouwenbewegingen en milieuorganisaties mobiliseren.

Nog een andere bekommernis werd verwoord door Mick Barry, parlementslid voor de Ierse Socialist Party. Hij wees op het grote gevaar dat uitgaat van een militarisering van de EU: “Delors’ wensen dienaangaande in de jaren 90 zijn niet uitgekomen, maar de huidige voornemens van Juncker en Merkel worden een grote bedreiging.”

Toekomstplannen

Plan B is een beweging in opbouw die ­ net zoals de andere Europese initiatieven als DiEM25 of Alter Summit ­ heel ambitieuze plannen heeft. De strijd aanbinden met een moloch als de EU is inderdaad niet niets. De initiatiefnemers van Plan B opteren er daarom voor om een en ander uit te werken en de coalitie verder uit te breiden, liever dan overhaast van wal te steken. Daarom wordt een volgende bijeenkomst gepland in Rome, op 11-12 maart 2017. Dit zal ook symbool staan als tegenmanifestatie van de officiële viering van de zestigste verjaardag van het Verdrag van Rome, dat de aanloop vormde voor de Europese Unie. In de Europese context wordt het jaar 2017 uiterst belangrijk, met verkiezingen in Frankrijk, Nederland en Duitsland, en misschien de kans om het vrijhandelsakkoord met Canada (CETA) te verwerpen.

Lexit

We publiceerden eerder het manifest van het Lexit-netwerk, “voor een linkse uitstap uit de euro”. Aangezien sommige deelnemers van Plan B ook ondertekenaars zijn van of geïnteresseerd in Lexit werd de bijeenkomst in Kopenhagen te baat genomen voor een eerste bijeenkomst van dit prille initiatief. Dit gebeurde de zaterdagvoormiddag, vóór de aanvang van de Plan B conferentie. Er waren een twintigtal deelnemers, waaronder Stefano Fassina, Peter Wahl, Andy Storey en Christophe Ventura (Frankrijk, Mémoire des Luttes).

lexitnetwork

Men was het eens over Initiatieven die nu al kunnen genomen worden, zoals het bestuderen van alternatieve monetaire systemen en deze zo mogelijk op een populariserende manier toegankelijk maken voor een ruimer publiek, of het vertalen naar het Engels van artikels over de (L)exit-kwestie. Geïnteresseerden kunnen op de website van Lexit (onder de knop Blog)  een reeks interessante  artikels vinden over eurouitstap; het is ook de bedoeling om artikels over eurouitstap die elders verschenen onder de aandacht te brengen via een regelmatig geactualiseerde Digest.

Toegevoegd op 4 december 2016: een alternatief verslag over de Kopenhaagse Plan B conferentie verscheen op Globalinfo.

(*1) Zie hierover Oriëntaties binnen links Europa na de Griekse nederlaag.

(*2)Zie ” Statement for a Standing Plan B in Europe “, http://euro-planb.dk.

(*3) Deze werkwijze kan misschien eigenaardig overkomen. Wordt er op het eind van een congres geen slotverklaring ter stemming voorgelegd? Plan B is echter (nog?) geen organisatie met statuten en congressen, een aantal deelnemers waren er ook gewoon als waarnemers. In die omstandigheden is het inderdaad beter dat de initiatiefnemers van de bijeenkomst na afloop een statement opstellen dat volgens hen aansluit bij de gevoerde discussies en waarmee de volgende stap wordt voorbereid. Wie zich hierin terugvindt tekent het statement, wie niet kan nog steeds een discussie op gang brengen in het netwerk.

(*4) Zie “Motions passed at Left Unity conference”, blz. 10.