Ga naar de inhoud

Naar een democratische globaliseringsbeweging

Het verzet tegen internationale financiele instellingen zoals de Wereldbank en de Wereld-handelsorganisatie (WTO) begint zich te ontwikkelen tot een maatschappelijke beweging met een eigen karakter en agenda. Anarchisten hebben reeds in een vroege fase van de straatprotesten tegen multinationals en internationale financiele instellingen een zichtbare rol gespeeld. In dit artikel wordt ingegaan op de bijdrage van anarchisten aan de beweging in het verleden, de huidige bijdrage en de rol die anarchisten in de toekomst kunnen spelen binnen een anders-globaliseringsbeweging.

12 min leestijd
Placeholder image

(Dit stuk verscheen eerder in het Anarchistische kwartaalblad ‘De As’ en daarna in Buiten de Orde)

Anarchisten eisen een radicalisering van de democratie (radicale democratie) en het doen samenvallen van doel (vrije samenleving) en middelen (directe actie). Er wordt eerst een overzicht gegeven van de radicaal-democratische kritiek op de handelsliberalisering (economische globalisering), waarna de rol van anarchisten nader belicht zal worden. Er wordt ingegaan op de historische bijdrage van anarchisten aan de beweging en er worden suggesties gedaan voor een toekomstige plaats van een radicale democratie binnen de sociale beweging.
In wezen is de kritiek op de internationale financiele instellingen zoals de WTO, de Wereldbank en andere internationale financiele instellingen een voortzetting van de kritiek op ontwikkelingen binnen het kapitalisme in het algemeen. De kritiek centreert zich rond de ongelijke verdeling van macht en middelen en de motoren die deze verdeling aandrijven en in stand houden. Het is een kritiek op het feit dat een kleine elite profiteert van de arbeid van de meerderheid -een kritiek op het feit dat tachtig procent van de rijkdom van de wereld in handen van twintig procent van de bevolking is. De belangen van een minderheid worden bevredigd ten koste van de belangen van hele bevolkingen en het milieu. De barrieres voor algemene deelname aan besluitneming en aan de winsten worden almaar groter: overheden werpen letterlijk metershoge barrieres op rond hun besluitvormingfora. De ongelijkheid in macht en middelen in de samenleving is niet het gevolg van een natuurlijke ontwikkeling maar komt voort uit een politiek-economisch systeem gebaseerd op concurrentie en winstmaximalisatie.
Bedrijven strijden op de nationale en wereldmarkt om dominantie en winst. In de strijd om het marktaandeel ver- worden mensen, gemeenschappen en milieu tot middelen die nuttig kunnen zijn (of niet) maar wiens belangen ondergeschikt zijn aan deze concurrentiedrang. In deze strijd zijn er ‘winners’ en ‘losers’ – eenmaal winnaar, worden maatschappelijke structuren ingericht en versterkt om de bevoorrechte positie veilig te stellen.
Het creeren van een gunstig investeringsklimaat heeft politieke prioriteit boven het serieus aanpakken van klimaatverandering of de sanering van Derde Wereldschulden. Instellingen zoals de WTO, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereld Bank en de G8 maken van de globalisering gebruik om de macht van het bedrijfsleven te institutionaliseren op wereldniveau.

Macht

De verworvenheden van decennia van strijd dreigen zo in de verdrukking te komen. Arbeidsrechten worden teruggeschroefd, milieumaatregelen worden uitgehold aangezien ze handelsbelemmerend zijn, de globale economie vereist een 24-uurs economie en dus een aanpassing van het arbeidsethos, onderwijs en openbaar vervoer worden geprivatiseerd en gecommercialiseerd, de bevrijding van de oude kolonies maakt plaats voor neokolonialisme in de vorm van WTO-afspraken die landen dwingen hun natuurlijke hulpbronnen te verkopen om megaschulden af te betalen. In toenemende mate komen publieke middelen en diensten in prive-bezit. Eenmaal in prive-bezit is de toegang tot de middelen en diensten beperkt tot een elite die ervoor kan betalen. Allemaal ontwikkelingen die verband houden met de groeiende macht van ‘de economie’ ten opzichte van de samenleving. Een ontwikkeling die versterkt, gestimuleerd en uitgebouwd wordt door internationale financiele instellingen en organen zoals de WTO.
De instellingen die wereldhandel ondersteunen en institutionaliseren, beperken tegelijkertijd de mogelijkheden van burgers om controle uit te oefenen op de activiteiten van het internationale bedrijfsleven. Controle wordt namelijk gedefinieerd als ‘handelsbarriere’, en daarmee gedefinieerd als wezenlijk in strijd met de uitgangspunten van liberalisering. Overheden en directies van multinationals hebben zo lang ongestoord hun gang kunnen gaan dat ze een soort nonchalance hebben ontwikkeld. Ongegeneerd etaleren ze hun macht en rijkdom tijdens bijeenkomsten zoals in Davos (een Zwitsers ski-oord waar tot vorig jaar internationale politici en zakenlui bij elkaar kwamen. Deze bijeenkomst vond dit jaar plaats in New Vork). Deze arrogantie van de macht heeft ertoe geleid dat mensen hun weerstand tegen de aftakeling van maatschappelijke vrijheid ten bate van de groeiende invloed van het bedrijfsleven zichtbaar maakten door de straat op te gaan. Frustraties die al langer onderhuids broeden, barsten nu naar boven. De crisis in de legitimiteit van internationale handelsinstellingen en van overlegorganen zoals de G8 maakt het mogelijk het primaat van de economie ter discussie te stellen -niet alleen op mondiaal niveau maar ook landelijk, lokaal en binnen een brede maatschappelijke arena.
De negatieve gevolgen van handelsliberalisatie leiden in eerste instantie tot verzet. Onze Wereld is niet te Koop! Het verzet tegen de onderdrukking en uitbuiting door het kapitaal uit zich snel in een hernieuwde interesse voor alternatieven voor het kapitalisme. Deze alternatieven werden dit jaar tijdens de bijeenkomst van het World Social Forum in Brazilie; door meer dan 50.000 afgevaardigden van over de hele wereld besproken. De ontwikkeling waarin het verzet plaats maakt voor het zich richten op de alternatieven voor het kapitalisme, was ook te zien in Genua tijdens een alternatieve conferentie parallel aan de bijeenkomst van de G8. Onder de titel ‘Een Andere Wereld is Mogelijk’, discussieerden afgevaardigden van meer dan zevenhonderd organisaties uit alle werelddelen over het ontwikkelen van een andere samenleving. Het is niet de bedoeling om hier verslag te doen van deze bijeenkomsten. Het belang van de bijeenkomsten zit vooral in het feit dat de deelnemende organisaties duidelijk maakten dat de globaliseringsbeweging de volgende stap maakt. Niet meer blijven hangen in het verzet tegen het kapitalisme, in het volgen van de agenda van overheden en bedrijfsleven. De organisaties nemen zelf het initiatief. Het succes van deze strategie bleek al snel – de Wereldbank liet weten nu de agenda van de straat te volgen! Ze verklaarden de thema’ s van de demonstranten – armoede en milieuvernietiging – een prominente plaats op de agenda te geven.

Anarchisten

Dat anarchisten een centrale rol speelden in de groei van de democratische globaliseringsbeweging zal niet verbazen. Reeds bij de eerste WTO-demonstraties in Geneve stonden anarchisten in de voorste linies. De bijdrage van anarchisten kan samengevat worden onder de koppen logistiek, organisatie en ideologische onderbouwing. Wat het eerste betreft, anarchisten dragen in logistieke zin bij aan de voorbereiding van demonstraties en de opbouw van netwerken van verzet en emancipatie. Er wordt veelvoudig gebruik gemaakt van kraakpanden als conferentiecentra en als slaapzalen, van anarchistische bladen voor reclame en communicatie (denk aan www.indymedia.org), drukpersen in zelfbeheer zorgen voor posters, autonome kookcollectieven bereiden eten voor duizenden mensen, anarchistische affiniteitsgroepen verzorgen de gewonden bij conflicten met de ME. Een tweede bijdrage van anarchisten aan de beweging is de vorm van organisatie. Een groot deel van de beweging organiseert zich als een netwerk van basisgroepen (affinity groups). Deze vorm van organisatie is een typisch anarchistische organisatiemethode, ontwikkeld tijdens de Spaanse burgeroorlog. Centraal staat zelforganisatie in de vorm van basisgroepen, decentraal beslissingen nemen en collectieve beslissingen. Het succes van de beweging hangt samen met deze organisatiemethode. Het maakt de beweging veelkleurig, heterogeen, dynamisch en oncontroleerbaar. Het biedt echter ook de ruimte voor gewelddadige elementen – soms zelfverklaarde anarchisten, soms relschoppers of provocateurs. Er is binnen de beweging nog geen antwoord gevonden op ongecontroleerde uitingen van geweld.
De derde bijdrage van anarchisten is een ideologische onderbouwing voor de beweging. Een probleem is dat een deel van de beweging bestaat uit one-issue organisaties die of de Wereldbank, of de WTO, of een goudmijn ergens in Afrika onder de aandacht van het brede publiek brengen. Aan deze eenzijdigheid in aanpak kleven twee belangrijke gevaren. Enerzijds biedt het veel ruimte voor oppervlakkige aanpassing van het kapitalistische systeem en meer specifiek van de financiele instellingen – een mijnbouwbedrijf bouwt een school voor de lokale bevolking, blijft de omgeving vervuilen, maar krijgt ineens wel de goedkeuring van NGO’s (non governmental organisations) omdat kinderen nu een opleiding krijgen.
Anderzijds biedt de focus op verzet tegen aspecten van het kapitalisme de ruimte aan organisaties met een sterk gecentraliseerde organisatie of ruime financiele middelen om het initiatief naar zich toe te trekken. Met name wordt hier gedacht aan links-autoritaire groepen en grote NGO’ s.
De anarchistische kritiek biedt soelaas tegen het gericht zijn op een onderwerp van groepen in de beweging. Vanuit anarchistisch perspectief zijn de uitwassen van internationale bedrijven, zoals milieuvernietiging en maatschappelijke ongelijkheid, het gevolg van structurele gebreken in de kapitalistische economie. Een systeemperspectief op globalisering creeert de mogelijkheid tot samenwerking tussen uiteenlopende organisaties die actief zijn op verschillende deelonderwerpen. Met deze insteek werd een wezenlijke bijdrage geleverd aan het opbouwen van een beweging. De anarchistische kritiek richt zich verder niet alleen op het winstmotief waarin mens en milieu middelen tot verrijking van bedrijven worden. Anarchisten wijzen ook op de centralisatie van macht in handen van een politieke en financiele elite. Deze brede kritiek maakt het mogelijk om tegenwicht te bieden aan pogingen door links-autoritaire groepen en grote NGO’s om de beweging te monopoliseren. In Nederland werd er bijvoorbeeld door het anarchistisch collectief Eurodusnie en Infocentrum Wageningen gewaarschuwd tegen autoritaire tendensen in de beweging. Een zelfde rol werd gespeeld door Reclaim the Streets in Engeland en Earth First! in Tsjechie.

Maar welke uitgangspunten moeten centraal staan in een alternatief ontwikkelings- en maatschappijmodel? Wat kan de progressieve beweging als alternatief bieden voor een model gebaseerd op macht, winst en concurrentie? Het doel van de anarchistische deelnemers aan de democratische globaliseringsbeweging is niet om de samenleving te dwingen zich te conformeren aan een ideologisch keurslijf bedacht door economen, politici of filosofen uit een vorige eeuw.
Integendeel, de positie van anarchisten kan veel beter beschreven worden als een dialectiek van vrijheid. Gemotiveerd door een visie op een ideale samenleving gaan anarchisten de confrontatie aan met de werkelijkheid. In deze confrontatie worden maatschappelijke en politieke emancipatorische alternatieven ontwikkeld.
De reeds genoemde kookcollectieven, kraakpanden en collectieve drukpersen bijvoorbeeld. Er wordt geexperimenteerd met arbeiderszelfbestuur of inspraak van werknemers in het bestuur van hun bedrijven. Zo namen activisten van Eurodusnie deel aan ondersteuningsacties voor het NS-personeel. Voor Eurodusnie zijn de oorzaken van de problemen bij de NS tweeledig. Ten eerste, de privatisering van de NS maakt deel uit van een internationaal gebeuren waarin publieke goederen en diensten in particuliere handen komen. De macht van bedrijven wordt ten koste van de samenleving vergroot. Ten tweede hebben werknemers het recht deel te nemen aan beslissingen die hun aangaan. Een inperking hiervan moet tegengegaan worden.
Anarchisten streven naar vrijheid in de samenleving met de middelen en mogelijkheden die er voorhanden zijn. Door concrete alternatieven op en uit te bouwen krijgen vrijheid en zelfbeheer vorm. Deze initiatieven komen met elkaar in contact in netwerken zoals het Basis Democratisch Netwerk in Nederland en People’s Global Action (een wereldwijd netwerk waarin groepen vanuit het noorden en het zuiden actief zijn). Het bestaan van internationale en lokale netwerken betekent dat groepen van elkaar leren en elkaar ondersteunen.

Democratisering

Het begrip ‘globalisering’ staat op dit moment voor een strijd om de betekenis en structuur van een samenleving die mondiale verbanden heeft. Verschillende groepen strijden om de macht om de samenleving zo in te richten dat hun belangen het beste gediend worden. Het is echter niet alleen een strijd tussen overheden, multinationals en bevolking, maar ook tussen verschillende politieke organisaties. Een maatschappelijke beweging is namelijk aantrekkelijk voor organisaties die hun legitimiteit of financien (subsidies) ontlenen aan hun vertegenwoordiging van de massa’ s. Zo heeft NOVIB, bij monde van haar voorzitter Sylvia Borren, zich al bereid verklaard de leiding van de beweging op zich te nemen.
De uitdaging voor anarchisten moet binnen de context van de discussie over de toekomstige structuur van de samenleving gezien worden. Het is niet voldoende om internationale financiele instellingen zoals de WTO en de Wereldbank op aspecten te corrigeren. Het streven is een verregaande democratisering van alle facetten van de samenleving en op alle niveaus.

Een agenda voor radicale democratisering sluit daarom onder andere de volgende punten in:
Ten eerste, de opbouw van de beweging. De beweging is een divers en creatief geheel, dat niet geleid wordt door slechts enkele organisaties. De coordinatie van de beweging vindt plaats binnen een netwerk van organisaties die elkaar ontmoeten rond concrete thema’s of campagnes. De rol van anarchisten is om te waarschuwen tegen centraliserende tendensen en te werken aan decentrale vormen van organisatie. Een goed voorbeeld is People’s Global Action (www.agp.org).
Ten tweede het opbouwen van lokale alternatieven waarin democratie, individuele deelname aan beslissingen en solidariteit concrete vorm krijgen. Werkerscooperatieven zoals de befaamde Mondragon-collectieven zijn er goede voorbeelden van. Maar ook in Nederland wordt er volop gewerkt aan vernieuwende cooperatieve initiatieven. Neem bijvoorbeeld de Pergola-associatie van boeren en consumenten (www.strohalm.nl/pergola) waarin boeren en consumenten samenwerken aan wederkerigheid tussen producent, consument en natuur. Anarchisten kunnen bestaande initiatieven steunen en eigen initiatieven opzetten.
Ten derde kunnen anarchisten zich blijven verzetten tegen de overheersingsdrang van multinationals en overheden. Het is echter nodig om ook op mondiaal niveau te werken aan structuren die de macht van multinationals beperken en die de macht decentraliseren naar de bevolking. Een mogelijkheid hiertoe is eisen dat economische afspraken niet in conflict mogen zijn met bestaande internationale afspraken op het gebied van milieu en arbeidersrechten. De eis kan kracht worden bijgezet door demonstraties, maar wordt uitgevoerd door middel van juridische afspraken.
Ten vierde blijven anarchisten werken aan een samenhangende visie op een ideale samenleving. Niet als een blauw- druk, maar bestaande uit uitgangspunten en concepten en hun onderlinge relatie. Bladen zoals Buiten de Orde, Ravage vormen een uitstekend forum voor het discussieren over begrippen zoals zelforganisatie, individuele emancipatie en democratisering.
Samenvattend kan gezegd worden dat de anarchistische bijdragen aan de anders-globaliseringbeweging op drie niveaus plaats heeft: het lokaal werken aan concrete democratische alternatieve vormen van associatie, productie en samenwerking; het formuleren van een lange termijn visie op een democratische, mondiaal solidaire samenleving; en op de middellange termijn het op- en uitbouwen van netwerken van organisaties en initiatieven die een democratische samenleving dichterbij brengen. Zo bezien werken anarchisten noch aan een ‘anti’-globalisering, noch aan een globalisering met een menselijk gezicht of een ‘anders’ globalisering. De inzet
van de anarchistische deelnemers aan de nieuwe sociale beweging is democratische globalisering waarin democratie opnieuw gedefinieerd wordt als de mogelijkheid en praktijk om zelf vorm te geven aan het individuele en collectieve bestaan. De inzet van een democratische globalisering is een verregaande economische en politieke democratisering van de samenleving. Dit niet alleen als politieke eis maar ook als maatschappelijke praktijk.

Reacties zijn welkom en kunnen per email gestuurd worden naar donald pols:
En/of onder dit artikel op deze website natuurlijk…

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Donald Pols.)