Ga naar de inhoud

Los de eurocrisis eindelijk op: stop met loonmatiging

Sinds 1982 dient loonmatiging keer op keer als Haarlemmerolie van de Nederlandse economie. Loonmatigen helpt in tijden van hoogconjunctuur, want dan remt het bestedingen en inflatie. Het helpt in de laagconjunctuur, want dan mogen bedrijven niet op kosten worden gejaagd. En het helpt altijd voor de export.

4 min leestijd
euro

(Dit opiniestuk verscheen eerder in Trouw, Alfred Kleinknecht is hoogleraar Economie van de Innovatie aan de TU DelftIn 2009)

Als het vaderland de rijen sluit en de lonen matigt, dan kunnen onze bedrijven nog scherper concurreren en het exportoverschot nog verder opvoeren. Niet toevallig haalde het CDA recent de loonmatiging van stal, terwijl de werkgeversvoorzitters Wientjes en Biesheuvel al eerder een nullijn voor de lonen voorstelden.

Wat is daar mis mee?

Ten eerste heeft de lage economische groei van dit moment niets te maken met (te) hoge lonen. Sterker nog, het aandeel van lonen en salarissen in het nationaal inkomen schommelt rond het historisch lage niveau van 82 procent en zal volgens het Centraal Planbureau eerder nog dalen dan stijgen. De ruimte voor bedrijfswinsten ligt dus op historisch hoog niveau.

Wat ontbreekt voor herstel van de conjunctuur zijn hogere consumptieve bestedingen van huishoudens, want het consumentenvertrouwen is laag. Wordt in deze situatie het inkomen van huishoudens ook nog beknot door loonmatiging (bovenop de btw-verhoging en andere kabinetsmaatregelen), dan verergert dat de crisis alleen maar. In economenjargon: het knelpunt ligt niet aan de aanbodkant, maar aan de vraagkant van de economie.

Arbeidsproductiviteit
Ten tweede blijkt uit onderzoek dat de Nederlandse loonmatiging sinds de jaren tachtig de groei van de arbeidsproductiviteit fors heeft geschaad. De groei van de arbeidsproductiviteit blijft in Nederland sinds het midden van de jaren tachtig stelselmatig achter bij de groei in omringende landen. Deze lage productiviteitsgroei maakt de financiering van de vergrijzing alleen maar lastiger. Aangezien een kleiner aantal actieven straks een groter aantal gepensioneerden moet onderhouden, is een sterkere groei van de arbeidsproductiviteit dringend gewenst.

Ten derde maakt loonmatiging de oplossing van de eurocrisis veel moeilijker. Duitsland en Nederland hebben een superieure concurrentiepositie ten opzichte van de zuidelijke lidstaten van de eurozone. Deze landen werden in de afgelopen jaren overspoeld met export uit Duitsland en Nederland. Griekenland, Portugal en Spanje boekten mede daardoor forse importoverschotten, die werden gefinancierd doordat onze banken, verzekeraars en pensioenfondsen gretig geld aan het zuiden hebben uitgeleend. Een tijdlang leek het als of het uitlenen niet op kon, maar intussen is gebeurd wat er moest gebeuren: dit model is spaak gelopen.

Concurrentiepositie
Eigenlijk zouden de zuidelijke lidstaten van de eurozone nu exportoverschotten moeten boeken. Alleen zo kunnen zij het geleende geld terugbetalen, wat cruciaal is voor onze pensioenen en voor de stabiliteit van onze banken en verzekeraars. De zuidelijke lidstaten zijn daar echter nog ver van verwijderd. Hun concurrentiepositie is nog te zwak. Hun pogingen om de concurrentiepositie te verbeteren, worden tegengewerkt als Nederland en Duitsland eveneens loonoffers van de vakbonden vragen.

Het valt toe te juichen dat mensen als Van Haersma Buma (CDA), Wientjes (VNO/NCW) en Biesheuvel (MKB Nederland) zich tijdens de verkiezingscampagne consequent pro-Europees hebben opgesteld. Maar als ze dat echt gemeend hebben, dan moeten ze nu geen olie op het vuur van de eurocrisis gieten. Hun pleidooien voor loonmatiging moeten snel van tafel. Wil men de muntunie behouden, dan vraagt dat om een minimum aan consideratie voor zwakke partners binnen de unie.

Pleiten voor loonmatiging appelleert aan een oer-calvinistisch instinct: zuinigheid en matiging zijn nooit verkeerd. Helaas, in dit geval wel. Althans, het pleidooi voor matiging zou op andere plaatsen moeten worden gehouden: niet in Den Haag of Berlijn, maar in Lissabon, Madrid, Rome en Athene. Het CDA zou eens met haar Duitse zusterpartij moeten bellen. De CDU heeft in het verleden ook eens voor loonmatiging gepleit, maar recent hebben kopstukken van de partij de Duitse vakbonden aangemoedigd om wat hogere looneisen te stellen, als oplossing voor de crisis. Welke Nederlandse politicus doet hen dit na?

Onder het originele stuk in Trouw vindt een discussie over deze stelling plaats.

——————

Aanvulling Globalinfo:  IMF: Laat lonen in Nederland stijgen…