Ga naar de inhoud

Kritiek op WSF laait op

Onderstaand
stuk is van Firoze Manji, een van de redacteuren van Pambazuka , een
toonaangevend Keniaanse webmagazine dat nauw verbonden was aan het WSF. Eerder
publiceerden we van dezelfde bron een vooruitblik op het WSF. Zie ook Het WSF komt thuis uit
de Sloppenwijk
.

5 min leestijd
Placeholder image

World
Social Forum: de zoveelste NGO-kermis?

Het
Wereld Sociaal Forum, dat in Nairobi, Kenia plaatsvond, voor het eerst in
Afrika, werd geacht een forum te zijn voor de geluiden vanuit de basis. Maar
Firoze Manji schrijft dat, ondanks de diversiteit aan stemmen op het evenement,
niet iedereen gelijkwaardig vertegenwoordigd was.

Zoals
je kon verwachten, was het WSF hoogst heterogeen. Er gebeurde een hoop. Op een
zeker niveau kan niemand ontkennen dat er diversiteit was van mensen uit alle
delen van de wereld. Het WSF lijkt de heterogeniteit van van de civiele
maatschappij internationaal te weerspiegelen: er waren basisinitiatieven van
vrouwenorganisaties, van feministes, sociale bewegingen, grote en kleine
Afrikaanse organisaties, internationale (of moeten we zeggen 'multinationale'?)
organisaties, donoren en fondsen, ontvangers van beurzen, scharrelaars… Er
waren luidruchtige antikapitalistische en anti-(kapitalistische)
globaliseringsbijeenkomsten en discussies, zoals je mag verwachten op een
evenement dat ontwikkeld is uit de nood om een alternatief te formuleren voor
de imperialistische globalisering van het tiepe Davos. En dan waren ook degenen
wiens beleid redelijkerwijs gezien kan worden als deel van de burgerlijke
maatschappelijke infrastructuur van de moderne imperialistische expansie.

Maar
het beschrijven van de diversiteit alleen zou geen recht doen aan het
werkelijke, en misschien wel meer verontrustende beeld. Het probleem was dat
niet iedereen evenredig vertegenwoordigd was. Niet iedereen had een
gelijkwaardige stem. Deze gebeurtenis had alle kenmerken van een handelsbeurs
-degenen met meer middelen hadden meer evenementen in het programma, grotere
(en meer comfortabele) ruimtes, meer propaganda – en daarmee dus een grotere
stem. Zodoende was het gebruikelijke gekakel van quasi donor/internationale
ngo's veel meer aanwezig dan van binnenlandse organisaties – niet omdat het
belangrijker was wat ze te zeggen hadden in het WSF-kader, maar omdat ze
feitelijk meer middelen tot hun beschikking hadden. Waarmee het WSF dus niet
immuun blijkt tegen de neoliberale marktwetten. Er werd niet gewerkt aan het
'effenen van het speelveld'. Dit was meer een Wereld NGO Forum dan een
antikapitalistische mobilisatie, die lichtjes besprenkeld was met wat sociale
activisten en basisbewegingen.

Het
gevoel van overheersing door het neoliberalisme werd verder versterkt door de
alomaanwezigheid van het CelTel logo – de uit Kuweit afkomstige
telefoonmaatschappij die de exclusieve rechten op het WSF had; een praktisch
monopolie dat aan een hotel gegeven was voor de voedselvoorziening tegen
schandalige prijzen die de meeste Kenianen – als ze al binnen kwamen – nooit
zouden kunnen betalen. Het wemelde ook van de geruchten dat mensen op
invloedrijke posten de exclusieve rechten hadden binnengehaald voor de catering
van het WSF. Een tijdje werden 'hawkers', 'tussenhandelaren' waarvan iedereen
afhankelijk is in Nairobi voor het leveren van alles van telefoonkaarten tot
voedsel en frisdrank, fysiek en financieel buiten het door China gebouwde Moi
sportstadium in Kasarani gehouden, de plek waar het WSF plaatsvond. Pas toen
gefrustreerde activisten directe actie ondernamen om de kantoren van de
organisatie te bezetten, werd een wat vrijer toegangsbeleid afgedwongen.

Dit was
de eerste keer dat een WSF in z'n geheel in Afrika gehouden werd (Mali was
vorig jaar een van de plekken waar een van de drie polycentrische WSF's werd
gehouden). Maar het forum werd gekenmerkt door ondervertegenwoordiging van
sociale activisten uit Afrika – of eigenlijk van het mondiale Zuiden. Onvermijdelijk
zag dit z'n weerspiegeling in hoe debatten en discussies vormgegeven werden.
Pambazuka News redacteuren hadden gehoopt dat deze ruimte de basis zou vormen
voor het smeden van een breder radicaal pan-Afrikanisme. Maar dat zou, helaas,
niet het geval zijn. Het witte Noorden, met z'n hegemonische kokerblik
('parochialism') was oververtegenwoordigd. Sociale bewegingen uit het Zuiden
vielen vooral op door de getalsmatige beperktheid van hun aanwezigheid op het
forum.

Gedurende
de hele week was het forum dat constant het meest druk bezocht werd,
waarschijnlijk die georganiseerd door Human Dignity en Human Rights Network,
die ook de grootste tent hadden waar voortdurend bijeenkomsten waren, met een
programma van bekende sprekers. Maar zoals de meeste evenementen op het WSF,
was de opzet van de bijeenkomsten die van een traditioneel pannel van sprekers
met een publiek dat eerder toegesproken werd, dan dat het werd betrokken bij
een discussie. Terwijl we de ervaringen aanhoorden van zowel overlevenden van mensenrechtenschendingen,
als van verdedigers van mensenrechten, was er weinig politieke analyse te
horen.

Dat
beschrijft waarschijnlijk het wezen van de meeste, maar gelukkig niet alle,
WSF-evenementen: er was een hoop gepraat en leuzengeroep. Er werd heel wat
afgediscussieerd over beleid en alternatieven daarvoor. Maar je voelde toch de
hele tijd de afwezigheid van politiek. Het lijkt erop dat velen geloven dat
leuk beleid (of wetten op het gebied van mensenrechten) gewoon gemaakt kan
worden door leuke mensen. Maar de werkelijkheid is natuurlijk dat wat
uiteindelijk beleid wordt, de uitkomst is van strijd op het politieke terrein –
en in feite strijd tussen degenen die niets hebben en de bezitters ('the haves
and the have-nots'). Maar in een week waarin de stemmen van degenen die niets
hebben ondervertegenwoordigd zijn geweest, moeten we denk ik niet verbaasd zijn
over de afwezigheid van politiek.

Ik denk
dat iedereen teleurgesteld was over de verbazingwekkend lage opkomst: naar
schatting 30.000 tot 50.000 mensen hebben deelgenomen, in plaats van de
verwachte menigte van 150.000. Wat was de reden dat zo velen het massaal af
lieten weten? Hoewel aan velen deze vraag gesteld, heb ik hiervoor geen echt
duidelijke redenen gehoord.

Firoze
Manji is directeur van Fahamu en redacteur van
Pambazuka
News