Ga naar de inhoud

Is kritiek op regeringen gevaarlijk?

Het gaat uiteraard niet enkel over de bestraffing van een vakbondsactie of het ontslag van een directeur, het gaat ook over de moorden die vandaag gebeuren in de Filippijnen en in Colombia, over wat we nooit hebben willen zien in Syrië of in Marokko, en over wat een zogenaamd ‘rechts populisme’ vandaag in Europa aanricht. Kortom, het gaat helaas over een diepe en gevaarlijke stroming in al onze landen die zelfs solidariteit met vluchtelingen als een misdrijf beschouwt.

8 min leestijd

(Door Francine Mestrum, uitpers.be Gentse Feest Debatten

Het probleem is zo omvangrijk dat ik niet weet of we dit hier op één namiddag allemaal kunnen bespreken.

Ik zou twee punten willen aanhalen die m.i. wel centraal staan:

  • De plaats van ngo’s en sociale bewegingen tav regeringen
  • De plaats van mensenrechten in het internationale beleid

De plaats van ngo’s en sociale bewegingen

Begin van de jaren ’90, na de val van de Muur, werd door internationale instellingen voorgesteld dat we voortaan zouden werken in een driehoek van optimisme, legitimiteit en efficiëntie. Gedaan met de tegenstelling tussen markt en staat, door de plaats die burgers zouden innemen – de beroemde ‘civil society’ – zou alles in een mooi en drielijnig evenwicht vallen.

In West-Europa dachten we nochtans een stabiel model te hebben, een overlegeconomie, met sterke vakbonden die de verzorgingsstaten uitbouwden en versterkten gaven, en in het buitenland gingen onze ngo’s mee voor ontwikkeling zorgen.

Vandaag weten we dat die twee modellen zijn uitgeteld, het eerste omdat het bewust wordt afgebroken, het tweede omdat het nooit heeft gewerkt.

De verzorgingsstaten gaan voor de bijl, vakbonden worden verzwakt en verliezen leden. In Frankrijk wilde Macron de ‘sociale zekerheid’ zelfs uit de grondwet halen en vervangen door het minder politieke ‘sociale bescherming’. Universalisme krijgt een nieuwe betekenis.

Ngo’s in het zuiden hebben zeker, in sommige gevallen, goed werk geleverd, maar zij kunnen niet op tegen de almacht van regeringen en multinationale ondernemingen. Laat ons rustig stellen dat het hele ontwikkelingsproject is gefaald, en zeker mee aan de basis ligt van de zogenaamde migrantencrisis.

Vandaag moeten ngo’s en sociale bewegingen mee het beleid van de regering uitvoeren. Toen enkele weken geleden aan de Europese Commissie werd gevraagd wat ze verwacht van de Europese armoedebewegingen, was het antwoord dat die het Europese beleid moeten uitdragen. Ter herinnering: zowat 1 of 4 inwoners van de EU is arm. Maar de Europese Commissie heeft, net zoals onze nationale of Vlaamse regering, het wapen van de subsidies.

We staan vandaag op een kruispunt waar het moeilijk kiezen wordt tussen verschillende mogelijke richtingen.

Men kan zeggen dat vakbonden autonoom hun richting moeten bepalen en zich niet moeten laten inkapselen in de nationale instellingen. Dat klinkt goed, maar tegelijk kan men rustig stellen dat in dit land de verzorgingsstaat zo lang overeind is gebleven precies omdat onze vakbonden onrechtstreeks mee besturen. Die institutionalisering heeft dus zeker geen windeieren gelegd. In vergelijking met onze buurlanden is België nog steeds een sociaal paradijs.

In België wordt het klassieke middenveld vandaag uitgeschakeld, van vakbonden tot de mutualiteiten, in dat laatste geval ten voordele van patiëntenverenigingen die geen deskundige kennis hebben en geenszins een beleidsvisie kunnen voorstellen. De uitbouw van een zogenaamde ‘Vlaamse sociale bescherming’, de verschuiving van het federale niveau naar Vlaanderen laats niets over van het paritaire beheer dat de nationale sociale zekerheid kenmerkt. De regering heeft geen behoefte aan stoorzenders.

Ngo’s en andere sociale bewegingen worden in het zuiden vaak met een kritisch oog bekeken en soms is dat wel gerechtvaardigd. Ik denk aan de ngo’s die actief waren in Ecuador en daar mee oppositie voerden tegen de linkse maar in hun ogen niet links genoeg zijnde president Correa. Stel dat hier een ngo uit Qatar of Saoedie Arabie zou neerstrijken en zich zou komen ontfermen over asielzoekers of dakloze Roma, ik vermoed dat de regering snel zou optreden …

Het is duidelijk: het autoritaire neoliberalisme – in feite het samengaan van conservatieven en neoliberalen – wil geen kritisch middenveld, en precies daarin schuilt het grote risico van het populisme. Wat men wil, zijn  – machteloze – individuen, en niet hun legitieme vertegenwoordigers,  die tegenover de staat staan. De linkerzijde moet hier ernstig over nadenken, want al te makkelijk verdedigen sommigen de zogenaamde rechtstreekse democratie van individuele burgers.

Wat in feite gebeurt is dat de uitvoerende macht meer en meer macht naar zich toe trekt, ze schakelt het machtige middenveld uit, en is zelf schatplichtig aan het bedrijfsleven; wat we meemaken is een ‘corporate capture’, we worden bestuurd door de financiële en economische markten en noemen dat godbetert ‘democratie’. Tussen de uitvoerende macht en ‘het volk’ staan enkel nog machteloze ‘burgerorganisaties’ die petities mogen afgeven.

De plaats van mensenrechten in het internationale beleid

We hebben de afgelopen jaren een interessante evolutie meegemaakt. Tijdens de koude oorlog werden mensenrechten gebruikt als instrument voor de kritiek op socialistische regimes, uiteraard enkel de politieke en burgerrechten. Sociale en economische rechten bleven altijd buiten schot.

Vandaag is het duidelijk geworden dat westerse landen zich evenzeer schuldig maken aan schendingen van mensenrechten in eigen land – politieke en burgerrechten – als landen uit het zuiden. Het volstaat te kijken naar de scheiding van ouders en kinderen in de VS, naar de manier waarop gevangenen worden behandeld in verschillende westerse landen, de manier waarop kinderen op straat worden achtergelaten door een stadsbestuur als dat van Gent.

Sociale en economische rechten worden zelden au serieux genomen. De ILO baseert zijn voorstellen voor sociale bescherming nochtans op het feit dat dit een mensenrecht is, maar nauwelijks 29 % van de wereldbevolking heeft sociale bescherming.

En nee, ook al heeft de EU in zowat alle internationale verdragen een mensenrechtenclausule opgenomen, veel verschil maakt dat niet. Het is altijd moeilijk uit te voeren, als men ze al wil toepassen. In Myanmar, de Democratische Republiek Congo en Mexico kan de regering rustig alle rechten met voeten treden. Er heerst volledige straffeloosheid. En als Polen de scheiding der machten bij het afval zet, staat de EU met de mond vol tanden.

In de mensenrechtenraad van de VN is al enkel jaren een discussie aan de gang over de schendingen van mensenrechten door multinationale ondernemingen. Hoeft het gezegd dat het juist de lidstaten van de EU zijn die het hardst op de rem staan?

En ja, ngo’s en sociale bewegingen die regeringen en vooral multinationals aanklagen zijn de pineut. Zij worden gewoon neergeschoten, zie Colombia, Nicaragua, Mexico, de Filippijnen en vele andere landen. Journalisten delen hun lot. Er komt zelden of nooit reactie. De mensenrechtenraad kan deze landen veroordelen, het heeft weinig effect.

Vandaag staat de hele internationale orde die na WO2 tot stand is gekomen op de helling. En het probleem met die internationale orde is dat die ook door de linkerzijde wordt bekritiseerd. Dit is niet het thema van vandaag, maar sta me toe gewoon even te verwijzen naar de WTO, de G20 of zelfs de NAVO, aan kritiek was er nooit een tekort, maar wat als die multilaterale orde verdwijnt? De VS zijn al uit de G7, de VN-mensenrechtenraad en Unesco gestapt. Zijn we dan beter af zonder internationale instellingen?

We zijn dringend aan een ernstige bezinning toe, en vooral vanuit progressieve hoek is er een behoefte aan alternatieve voorstellen. Want uiteraard gaat het niet op dat het nog steeds de vijf landen zijn die WO2 hebben gewonnen, die alle vijf over kernwapens beschikken, en vandaag nog steeds de dienst uitmaken. In de jaren ’80 en ’90 zijn er heel wat goede en minder goede voorstellen geformuleerd, maar alles is dood gebloed, het is zelfs nooit ernstig besproken. Vandaag zijn ze pieredood. En de risico’s zijn groot.

Conclusie

Mensenrechten, alle mensenrechten, zijn belangrijk, hier en elders.

Wat we vooral niet mogen denken is dat we een probleem hebben met onze rechtse regering en dat als die regering wordt weggestemd, alle problemen worden opgelost. We hebben te maken met een mondiale beweging die in het Zuiden al verder is gevorderd dan hier. Het antwoord zal dan ook zowel mondiaal als Europees en nationaal moeten zijn.

We zullen moeten nadenken over een nieuwe multilaterale orde, met mensenrechten die centraal staan.

We zullen moeten nadenken over hoe we die mensenrechten kunnen uitbreiden, want de 1 % rijken schenden ook de rechten van de 99 % door overmatig gebruik te maken water én uitermate veel CO2 uitstoten. Extreme ongelijkheid is per definitie een schending van mensenrechten.

En we zullen vooral, in eerste instantie moeten nadenken over de autonomie van vakbonden, mutualiteiten en het hele middenveld. Want welke oplossingen we ook bedenken voor de toekomst, zonder mensen massaal te organiseren en te mobiliseren zal het nooit lukken. Zelf ben ik er niet van overtuigd dat autonomie het enig goede antwoord is, maar dat zullen we hier moeten bespreken.

Het antwoord kan weliswaar nooit zijn dat we onze mond houden. We staan voor een erg gevaarlijke evolutie, nationaal en internationaal, en de linkerzijde is verdeeld en staat zwak. De macht is in handen van rechts en de anti-systeem en zelfs anti-kapitalistische antwoorden komen van hen.  Mensenrechten staan niet op hun agenda. Niet voor niets wordt gevreesd voor een algehele fascisering van onze samenlevingen.

Ik hoop dat we hier vanmiddag een begin van antwoord kunnen bedenken.