Ga naar de inhoud

Hoe kapitalisme en racisme elkaar versterken

Kan het kapitalisme wel zonder racisme? Econoom Richard Wolff ziet een historische band; rassen-ideeën worden al sinds de geboorte van het kapitalisme gebruikt om economische ondergeschiktheid goed te praten. Zoals het feit dat sommige “schokdempende” bevolkingsgroepen harder geraakt worden door economische crises dan andere. De voorstanders van kapitalisme profiteren van het gebruik van een racisme waarvan de praktijk en gevolgen aan het kapitalisme zelf zouden moeten worden toegeschreven.

11 min leestijd

(Oorspronkelijk verschenen op economielinks)

“Racisme” wordt vaak getoond door statistieken over gevangenissen in de VS en politiepraktijken; door data over verschillen in werkgelegenheid, huisvesting, vermogen- en inkomensverdelingen, deelname aan het hoger onderwijs, filmprijzen en zo veel meer; en door de sterker wordende afkeer van immigratie. Tegelijkertijd wordt racisme zo vaak veroordeeld – tenminste in mainstream media, dominante politieke kringen en de meeste intellectuele en academische instellingen. De hardnekkigheid waarmee racisme blijft voortbestaan daar waar het kapitalistisch economisch systeem heerst, doet de vraag rijzen wat de relatie is tussen kapitalisme en racisme.

Veel samenlevingen hebben een structuur en functioneren op een manier die één of meer delen van hun bevolking ondergeschikt maakt – in politieke, culturele, economische zin of een combinatie hiervan – en anderen bevoorrecht. Onder de opvolgende generaties die geboren worden in samenlevingen met zulke ongelijkheden zullen sommigen hun situatie bestrijden en proberen te veranderen. Met dwang kan geprobeerd worden de ondergeschiktheid in stand te houden, maar dit is duur, risicovol en vaak niet succesvol. Er werd voorkeur gegeven aan de methode om (a) een idee te ontwikkelen dat de ondergeschiktheid rechtvaardigt en (b) dit idee zo goed mogelijk te laten verankeren in zowel de ondergeschikten als bevoorrechten.

Eén zo’n idee is “ras”, de notie dat groepen mensen op fundamentele wijze van elkaar te onderscheiden zijn aan de hand van reeksen inherente (vaak als “natuurlijk” beschouwde) eigenschappen. Dit idee van ras kan vervolgens gebruikt worden om de ondergeschiktheid van sommigen en de privileges van anderen te verklaren uit raciale verschillen. Het concept van ras bereikt op die manier een omkering: in plaats van een geproduceerd idee, een ex-post rechtvaardiging van structuren van sociale ondergeschiktheid, verandert ras in een reeds bestaande “realiteit” die de ondergeschiktheid veroorzaakt of mogelijk maakt.

We weten hoe en waarom racisme ter ondersteuning van slavernij over de hele wereld fungeerde en in het bijzonder in de Verenigde Staten. Slavenhouders onderschreven en verspreidden ideeën die rechtvaardigden dat slaven ondergeschikt waren omdat ze een inferieur ras zouden zijn . Een racistische ideologie ondersteunde soms ook het feodalisme door heren en horigen in verschillende rassen in te delen. Sommige vroege kapitalistische systemen onderscheidden op vergelijkbare wijze werkgevers en werknemers in verschillende rassen.

Inicial_quote

Een racistische ideologie ondersteunde soms ook het feodalisme door heren en horigen in verschillende rassen in te delen.”

Racisme leeft niet in het minst voort omdat de voordelen voor het kapitalisme groter zijn dan de kosten.

Toch is het kapitalisme een complexer geval omdat het vaak “individuele vrijheid” centraal stelde in de haar ondersteunende ideologieën. Tegenstanders van slavernij konden die ideologie gebruiken bij de strijd voor de afschaffing van de slavernij. Toch blijft de geschiedenis van het kapitalisme hardnekkig het idee van ras en racisme vertonen en het bewijs dat, onder andere, door Manning Marable in How Capitalism Underdeveloped Black America (1983) wordt aangevoerd, documenteert de ondergeschiktheid van Afrikaanse Amerikanen door het kapitalisme. Zouden racisme en kapitalisme elkaar wederzijds ondersteunen zoals in de bekende stelling van Malcolm X, “Je kan geen kapitalisme hebben zonder racisme”? Zouden we de zienswijze van Adolph Reed Jr. moeten volgen (in zijn artikel uit 2013 in New Labor Forum “Marx, Race and Neoliberalism”) die racisme ziet als een “historisch specifieke ideologie die ontstond, werd gevormd en evolueerde als een bestanddeel van” het kapitalisme?

Antwoorden op deze vragen komen voort uit de patronen van ongelijkheid en instabiliteit van het kapitalisme. Kapitalisten konden nooit een einde maken aan de neiging van hun systeem om grote ongelijkheden te creëren (in de inkomen- en welvaartsverdeling), noch aan de instabiliteit ervan (in cycli van depressies en recessies). Deze beide eigenschappen van het kapitalisme hebben bijgedragen aan sociale onrechtvaardigheden en het ontstaan van oppositionele sociale bewegingen. Indien de zware lasten van steeds terugkerende conjunctuurcycli (periodieke werkloosheid en de uiteenlopendegevolgen hiervan) redelijk gelijk of willekeurig zouden zijn verdeeld in de samenlevingen waar het kapitalisme heerste – en iedereen bedreigde en angst aanjaagde – dan zouden die oppositionele bewegingen mogelijk de brede steun hebben kunnen vergaren die nodig zou zijn geweest om het kapitalisme tot een vroeg einde te brengen.

Die lasten werden echter nooit gelijk of willekeurig verdeeld. Sommigen droegen deze lasten onevenredig veel en vaak, wat leidde tot sociale ondergeschiktheid. Anderen waren relatief bevoorrecht en gedeeltelijk of volledig gevrijwaard van deze lasten. Maar in de strijd om slavernij en feodalisme te verdringen, de pre-kapitalistische economische systemen die in samenlevingen heersten , hadden de voorstanders van het kapitalisme vaak beloofd dat dat zou verschillen van die systemen door vrijheid, gelijkheid en broederschap of solidariteit voor iedereen te garanderen. Wat het kapitalisme bereikte was in weerspraak met die belofte.

De kosten van de instabiliteit van het kapitalisme raakten werknemers veel harder dan werkgevers, en bepaalde werknemers veel harder dan andere. Kapitalisme had dus altijd al te maken met een fundamenteel legitimeringsprobleem. Hoe kon het een rechtvaardiging geven voor de ongelijke verdeling van inkomens, welvaart en de lasten van haar systemische instabiliteit onder de bevolking wiens “vrijheid en gelijkheid” het kapitalisme juist zou hebben moeten waarborgen?

Inicial_quote

Wat het kapitalisme bereikte kwam niet overeen met de belofte van vrijheid, gelijkheid en broederschap voor iedereen. […] Werkgevers, politici, academici en journalisten voedden het idee dat de oorzaak van de ongelijke verdeling lag bij raciale verschillen, niet bij het kapitalistisch systeem.

Een van de belangrijke manieren om met dit probleem van legitimiteit om te gaan was een ideologie van ras (naast andere ideologieën rond concepten als “productiviteit” en “meritocratie”). Kapitalisme gaf ras en racisme een nieuw doel. Door mensen te verdelen, zowel conceptueel als in de praktijk, in intrinsiek verschillende subgroepen, konden de verdedigers van het kapitalisme een verklaring en een rechtvaardiging geven voor het feit dat haar economische baten (bijvoorbeeld, de status van werkgever in plaats van werknemer) en haar kosten (werkloosheid, armoede, et cetera) zo ongelijk verdeeld werden (zowel binnen landen als internationaal). Werkgevers, politici, academici en journalisten voedden het idee dat de oorzaak of schuld ten grondslag aan die ongelijke verdeling lag bij raciaal verschillende eigenschappen, niet bij het kapitalistisch systeem.

Bepaalde bevolkingsgroepen – omgedoopt tot rassen – werden gezien als onderontwikkeld, onbekwaam, irrationeel of psychologisch ongekwalificeerd voor de productieve beproevingen van het kapitalisme. Zo’n veronderstelde minderwaardigheid werd als verklaring gegeven voor het feit dat mensen van sommige rassen zelden werkgevers waren en, onder werknemers, degenen waren die als laatste werden aangenomen en als eerste ontslagen, slecht betaald werden, in ghetto’s woonden, et cetera.

Inicial_quote

Zulke rassen – vaak niet-blank – kregen in feite de rol van schokdempers binnen de conjunctuurcycli.”

Zulke rassen – vaak niet-blanken – kregen in feite de rol van schokdempers binnen en voor de kapitalistische conjunctuurcycli. Dat zijn ze nog steeds: een rapport uit 2016 van de Universiteit van Illinois, dat gebruik maakt van raciale onderverdelingen, documenteert hoe gekleurde jongeren in de Verenigde Staten nog steeds te maken hebben met een hogere werkloosheid en een lagere werkgelegenheid als percentage van de populatie vergeleken met blanke jongeren.

In de Verenigde Staten is het de meeste blanke werknemers bespaard gebleven constant te vrezen voor werkloosheid en de gevolgen hiervan en daar ook regelmatig onder te lijden . Een minderheid van blanke werknemers deelt het lot van een groot deel van de “schokdempende” rassen. Dat lot bestaat uit baanonzekerheid, terugkerende werkloosheid en de gevolgen hiervan: een verlies aan vaardigheden, werkcontacten en promoties; het wegzakken in hopeloosheid en wanhoop; het aanwenden van illegale manieren om opbrengsten te genereren; onevenredig vaak opgesloten worden door de politie; et cetera. Door zowel het lot van armoede als de rol van schokdemper van de conjunctuurcyclus toe te kennen aan bepaalde bevolkingsgroepen en door racisme te gebruiken om dit uit te leggen, “beheersen” kapitalistische samenlevingen de risico’s die ontstaan als gevolg van hun tendens tot grote ongelijkheid en instabiliteit.

Sommige conservatieven en rechtse mensen legitimeren het kapitalisme ook nog door hun racisme te herformuleren. Volgens hen is “het probleem” dat het het kapitalisme niet is toegestaan haar helende magie – marktdiscipline – toe te passen op de minderwaardige groepen. Misplaatste sociale bescherming, minimumlonen, sociale vangnetten, bijstand et cetera hebben hen gevangen gehouden in een “cultuur van armoede” gedefinieerd als terugkerende werkloosheid, armoede, sociale isolatie, instabiliteit binnen de familie, opsluiting, et cetera. Door dit misplaatste en contraproductieve beleid te corrigeren (dat wil zeggen; af te schaffen) zou de disciplinering van het kapitalisme hen integreren in voorspoed en groei. Dat dit voor de meeste ongeschikte bevolkingsgroepen nog niet gebeurd is, wordt dan weer verklaard door hun raciale minderwaardigheid en/of de erfenis van de door progressieven opgelegde cultuur van armoede.

Inicial_quote

Volgens sommige conservatieven is het probleem dat het kapitalisme niet is toegestaan haar helende magie – marktdiscipline – toe te passen op de minderwaardige groepen.”

Progressieven en sociaaldemocraten die het concept van ras accepteren, hebben daarentegen vooral gepoogd het lijden van werklozen en armen te verlichten door middel van bijvoorbeeld onderwijs, de verzorgingsstaat en training. Dergelijk beleid was zelden algemeen of blijvend succesvol. Het kon het niet winnen van de reproductie van armoede en werkloosheid door het systeem en het onevenredig opzadelenhiermee van de schokdempende “rassen”. Zowel conservatieven als progressieven hebben een collectieve ontkenning opgelegd van het mechanisme van wederzijdse versterking van kapitalisme en racisme.

Natuurlijk is het kapitalisme niet de enige oorzaak of bron van racisme, maar het negeren of minimaliseren van haar rol laat racisme alleen maar voortduren. Door sommige leden van de samenleving de rol van schokdemper van herhaaldelijke conjunctuurcycli toe te kennen, creëert het kapitalistisch systeem erfenissen van trauma’s en ongelijkheid die zich kunnen ophopen als disfunctionele eigenschappen onder haar slachtoffers. Er is geen noodzaak of aanleiding om die eigenschappen als gegeven te beschouwen, noch om ze te bevorderen tot raciale eigenschappen. De oplossing is eerder om die erfenissen te beschouwen als deel van de onacceptabele consequenties en kosten van de verscheurende ongelijkheid en instabiliteit van het kapitalisme.

Een kapitalisme dat zichzelf in stand houdt door middel van racisme loopt grote kosten op om zichzelf te beschermen: door de schokdempende “rassen” met politie en opsluiting in bedwang te houden of hen te voorzien van sociale vangnetten of een combinatie van beide. Wanneer kapitalisten arbeiders via de belasting opzadelen met een deel of de gehele kosten, ontstaan nog meer sociale spanningen. Arbeiders wordt dan wijsgemaakt dat hun belastingbetalingen dienen ter compensatie van de “gebreken” die worden toegeschreven aan de schokdempende “rassen” in plaats van aan de structurele irrationaliteiten van het kapitalisme. Raciale conflicten voorkomen of verscheuren in dat geval de politieke eenheid van de arbeidersklasse. Racisme blijft voortbestaan niet in het minste omdat de voordelen voor het kapitalisme de kosten overstijgen, of in ieder geval die kosten die kapitalisten zelf moeten dragen.

Inicial_quote

Arbeiders worden opgezadeld met de kosten van racisme, wat nog meer sociale spanningen veroorzaakt en politieke eenheid van de arbeidersklasse verscheurt.”

Wanneer het kapitalisme en haar ideologische voorstanders racisme afwijzen, negeren ze zorgvuldig kapitalisme als een kernoorzaak van het probleem. Ze wijzen in plaats daarvan op de intolerantie van “sommige mensen die het compassie voor de minder bedeelden ontberen”. Daarmee verdelen ze in feite de arbeidersklasse nog verder, in een ras dat niet wil of kan werken (en daarom werkloos en arm is) en een ander ras die geen compassie heeft. Zowel kapitalisten als haar voorstanders slaan zichzelf op de schouders vanwege hun superieure moraal.

Daarmee is de cirkel rond voor het kapitalisme. Haar voorstanders profiteren van het gebruik van een racisme waarbij alleen anderen schuldig zijn aan de praktijken de gevolgen ervan, maar nooit het kapitalisme zelf.”

 – Richard Wolff (econoom), 2016*


Bovenstaande tekst is een volledige vertaling van een engelstalig artikel van Richard Wolff (“How Capitalism and Racism Support Each Other”) verschenen op Truthout en Democracy@Work op 27 april 2016 (met instemming van Wolff voor vertaling en publicatie).

(Marxistisch) Econoom Richard Wolff. Geboren in 1942.  Doceert sinds 1967 economie aan verschillende universiteiten in de VS. Schreef meerdere boeken over economie, kapitalisme en crises. Is in afgelopen jaren (vooral na de 2008 crisis) onder een breed publiek in de VS bekend geworden via publieke lezingen, media optredens en zijn wekelijkse radioprogramma Economic Update.