Ga naar de inhoud

Falende geloofwaardigheid of polarisatie

Niet alleen alleen het kapitalisme wordt op de proef gesteld. In de Tweede Kamer maken CDA en D66 zich sinds kort zorgen over de polarisatie tussen bedrijfsleven en samenleving en pleiten voor een goed maatschappelijk gedrag van ondernemers. Maurice Ferares berichtte daar over in het vorige nummer van Solidariteit – goedgedrag-norm. De partijen roepen het kabinet op te onderzoeken hoe het voor Nederland traditionele Rijnlands model in ere hersteld kan worden.

6 min leestijd

(Door Hans Boot, oorspronkelijk verschenen bij solidariteit.nl)

Ze kiezen dus voor een samenwerkingsmodel, waarin de belangen van aandeelhouders en ondernemers in evenwicht gebracht zijn met andere belanghebbenden die zij ‘stakeholders’ noemen. Het nieuwe kabinet dat volgend jaar te verwachten is, zou dat ‘sociaal herstel’ in gang moeten zetten.

Winst verdacht

Het lijkt een verrassend initiatief in de parlementaire rituelen die op weg naar de verkiezingen wel een progressief tintje kunnen gebruiken. Bij nadere beschouwing blijken de twee partijen zich te voegen bij een discussie naar aanleiding van een breed onderschreven open brief die de Volkskrant 25 april plaatste. Daarin stond kritiek op de onvoorwaardelijke ‘corona steun’ aan bijvoorbeeld beursgenoteerde bedrijven die de belangen van aandeelhouders boven alles stellen, dus ook boven sociale rechtvaardigheid. Schade aan het algemeen belang zou uitsluiting van staatssteun moeten betekenen. Voor zover die steun al verstrekt was, zou een onmiddellijke terugbetaling moeten volgen, bij twijfels resteerde de omzetting in een lening van dit publiek geld. Algemene norm: bedrijven die het alleen gaat om geld te verdienen, hebben geen bestaansrecht. Kortom, op naar een ander, een sociaal kapitalisme – duurzaam, toekomstbestendig en zonder belastingontwijking,

De kritiek op de open brief bereikt al dezelfde dag Vrij Nederland. Kort samengevat: de scheiding in ‘goede’ en slechte’ bedrijven’, dus waar wel en waar geen steun naar toe gaat, is een paardenmiddel dat bij de boosdoeners onvermijdelijk tot ontslagen en uiteindelijk faillissement leidt. Belastingopbrengsten sneuvelen en de milieuschade zet door. Bovendien, wat let de overheid een sluitende belastingwetgeving door te voeren en de vervuilers zwaar aan te pakken – daar is geen corona crisis voor nodig.
Een paar dagen later bij RTL Nieuws heet de open brief ‘moralistisch’, betweterig. Dit commentaar wordt voorzien van het verwijt dat de opstellers veel overhoop halen en helaas weinig te melden hebben over hoe de beoogde doelen te bereiken zijn. Bovendien is de vraag hoe de verwachte gevolgen van het einde aan het vrije ondernemerschap worden voorkomen. Sinds wanneer is winst maken verdacht, is de vraag in de kop van het artikel.

Vertrouwenskloof

Een groep hoogleraren (vennootschapsrecht) pakt 23 mei in Het Financieele Dagblad de draad van de open brief op onder de noemer dat alle bij een bedrijf betrokkenen zich dienen te gedragen als een verantwoordelijke burger. Dat geldt dus ook voor hun bestuurders en commissarissen die de samenleving niet meer aanvoelen, gezien de voortdurend oplaaiende onvrede over topbeloningen en het verhitte debat over de afschaffing van de dividendbelasting.
Over deze vertrouwenskloof maakt de groep zich ernstig zorgen. Uit de bestuurskamers van beursgenoteerde bedrijven zal het bemiddelende antwoord niet komen, mede daarom dient een rechter met een wettelijk vastgelegde gedragsnorm hun handelen te kunnen toetsen. Daar zijn ook de besturen bij gebaat.

De verenigde beursgenoteerde bedrijven geven 8 september in Het Financieele Dagblad te kennen daar anders over te denken. Ze vrezen door een wettelijke norm vogelvrij te worden en hebben alle vertrouwen in de bestaande wetgeving die ‘immers’ een voortdurend lopende sociale dialoog bevordert. Daarop aansluitend volgt een pleidooi voor het Rijnlands model door onder anderen de voorzitter van de Raad van Commissarissen van Philips en de ING-groep, Van der Veer – in harmonie met alle stakeholders. Kennelijk voor alle zekerheid voegt hij eraan toe op de lange termijn.
Met zo’n voorwaarde valt echter politiek moeilijk te scoren en komen D66 en CDA die ook de sociale harmonie koesteren, met het initiatief om de mogelijkheid van een wetgeving te onderzoeken. Hun bezwaar is dat het Rijnlands model de verschillende belangen weliswaar keurig kan afwegen, maar in en buiten de wereld van de politiek slechts met de mond beleden wordt. En dat is verontrustend en draagt bij aan de actuele ‘polarisatie’.

Ontbinding en onverschilligheid

Het initiatief van de twee partijen kan dus gezien worden als een poging de lopende maatschappelijke discussie parlementair af te vangen – ‘we zijn eraan bezig’. Veel meer is het niet. Voor zover de polarisatie verklaard wordt, gaat het niet verder dan de vaststelling dat het eerdere streven naar algehele saamhorigheid faalde en nieuwe impulsen verdient. Bijvoorbeeld met ‘goed maatschappelijk gedrag’, ‘brede belangenafweging’ en de opvolging van het klassieke ‘rentmeesterschap’ door ‘verantwoorde toekomstbewaking’. Hoe ook geformuleerd, de wetgeving wacht geduldig.
Daar tegenover staat de expliciete benoeming in de open brief bij de Volkskrant van de maatschappelijke ontwrichting door de corona crisis en de bestrijding ervan. Los van de hiervoor kort aangeroerde beperkingen, in de brief vormen sociaaleconomische ongelijkheden en tegenstellingen een rode draad. Hun doorwerking naar sociale en individuele onzekerheid is onmiskenbaar. Of daarmee ‘de polarisatie’, in de zin van uiteengedreven ‘sociale groepen’ naar positie en opvatting, voldoende verklaard is, valt te betwijfelen. Ook, omdat in Nederland geen sprake is van een zichtbare, actieve en strijdbare vakbeweging. In dat opzicht, denk aan de recente pensioenstrijd, functioneert het Rijnlandse model prima en is voorkomen van polarisatie een centraal doel.

De twijfels over het gevoerde kabinetsbeleid, plus een hele serie mislukkingen en op zijn minst als hinderlijk ervaren effecten, kweken de laatste maanden ergernissen die soms met agressie gepaard gaan. Voeg daarbij de aanhang van allerlei speculaties die ogenschijnlijk geordend en verklarend als complottheorieën de ‘bovenwereld’ ingaan, en de zo gewenste ‘sociale cohesie’ bladdert af. Een proces van desintegratie dat veel media-aandacht krijgt en vaak stuntelig in strijd wordt geacht met ‘onze volksaard’. Onverschilligheid in woord en daad gaat de toon zetten.
Deze nader uit te werken elementen van ‘verklaringskracht’ lijken samengebald te worden in het sleetse neoliberalisme. Met veel bombarie in de jaren negentig uitgevent en doorgevoerd door prominente sociaaldemocraten in en binnen- en buitenland. Niet alleen als een hersenschimmige verlichting van een kapitalistische economie, maar ook als een ‘doe het zelf’ ideologie. Grijp de kansen die de markt biedt, neem verantwoordelijkheid, leid op tot een professional, leer denken en handelen als een ondernemer. Dit alles is goedkoper en kent een ongeschreven vanzelfsprekendheid. Uitmondend in een ideologie die vandaag gelogenstraft wordt en ontbindend de gevreesde polarisatie panklaar serveert.

Zie:
* Volkskrant – Bedrijven die het alleen gaat om geld verdienen hebben geen bestaansrecht
* VN – Waarom we de bestrijding van de coronacrisis niet moeten vervlechten met de realisatie van andere politieke doelen
* RTL Nieuws – Moralisten aan de macht: winst maken is verdacht
* FD – Goed en fout in het nederlandse bedrijfsleven
* FD – Bbedrijfselite voelt niks voor wettelijk opgelegd goed gedrag