Ga naar de inhoud

Enkele laattijdige stellingen over het Midden-Oosten, de Islam en de oorlogen die gaande zijn

1- De geopolitieke crisis van het Midden-Oosten. Naast de sociaaleconomische problematiek ontwikkelt zich vandaag een geopolitieke en religieuze kwestie rond het Islamfundamentalisme. De opkomst van religieus fundamentalisme is zeker niet het monopolie van de Islam. Ook binnen het christendom en het jodendom zien we gelijkaardige fenomenen met allerlei sektes, evangelische kerken en Born Again geloofsgemeenschappen die even absoluut en extreem zijn. Sinds ideologen zoals Samuel P. Huntington de thematiek van een ‘clash of civilizations’ (conflict der beschavingen) hebben gelanceerd zien we echter de aandacht vooral gaat naar het islamfundamentalisme. De thematiek van clash van beschavingen beantwoordt de nood aan een vijandsbeeld binnen een wereldsysteem dat nog steeds gedomineerd wordt door het VS-imperialisme. (…)

29 min leestijd

(Bron:  attac Vlaanderen, opgemaakt origineel op weblog auteur)

(…) Het wegvallen van het ‘rode gevaar’ in 1989-1991 gaf gevolg aan ‘de nieuwe wereldorde’. De geopolitieke ordening in de jaren ’90 werd gekenmerkt door wankelende postkoloniale regimes in Afrika en het Midden-Oosten en wisselende allianties. Vooral in het Midden-Oosten werden de postkoloniale regimes gedestabiliseerd door massabewegingen die een ‘politieke islam’ prediken (op basis van een puriteinse herinterpretatie van de ‘Sharia’). Zij combineren de Islam met een antiwesterse symboliek en trachten klassentegenstellingen op te heffen via een homogeniseringsvertoog. Het succes van deze bewegingen werd mede bepaald door de massale schaal van corruptie, de diepe sociale kloof alsook de ideologische en politieke zwaktes van de linkerzijde.

2. De landgrenzen in het Midden-Oosten werden in de nasleep van Wereldoorlog I getrokken door de koloniale mogendheden. De Franse en Britse grootmachten verdeelden gebieden onder elkaar tijdens een geheime conferentie van Sykes-Pikot in 1916. Na de eerste wereldoorlog valt het Ottomaanse rijk uit elkaar en wordt deze kaart toegepast onder Britse en Franse bevoogding. Het Pan-Arabisch nationalisme betwistte deze grenzen maar tegelijkertijd werden ze tevens gestabiliseerd door de dictatoriale regimes van de postkoloniale periode. De huidige situatie in het Midden-Oosten is eveneens het gevolg van de 1ste en 2de Meer dan 10 jaar na de val van het regime van Saddam Hussein is het ‘nieuwe’ Irak een chaos met een passief van tienduizenden slachtoffers. De gebeurtenissen van de laatste maanden, zowel in Gaza als het offensief van ISIS in Syrië en Irak kan niet begrepen worden zonder Iran in de analyse te betrekken. Indien de onderhandelingen met Iran met betrekking tot nucleaire wapens tot een akkoord komt zal Iran de strafbank mogen verlaten en wordt zij de facto een belangrijke speler in de regio. Dit zint noch het Navo-lid Turkije noch de Golfstaten. Om dit scenario te verhinderen hebben de golfstaten en Turkije de fundamentalistische soenitische milities bewapend en financieel gesteund.

3. De gebeurtenissen in het Midden-Oosten zijn ook het gevolg van de geografisch herschikking inzake ontginning van fossiele brandstoffen. Enerzijds verschaft de olieproductie nog steeds een miljarden-rente die autoritaire regimes ter plaatse de middelen geven hun heerschappij te bestendigen. Anderzijds hebben de VS geen nood meer aan fossiele brandstoffen uit het Midden-Oosten dankzij de ontginning van schaliegas op eigen bodem. De toenemende behoefte aan fossiele brandstoffen in het verre oosten leidt tot nieuwe allianties. De VS moet dus zowel haar belangen blijven verzekeren en heeft anderzijds minder behoefte aan een rechtstreekse militaire aanwezigheid. De opeenvolgende zwenkingen van de VS-administraties van Bush en Obama drukken deze ambivalentie uit.

4. Sinds eind jaren ‘90 is de strijd voor een Palestijnse staat in een dramatische impasse terecht gekomen. De akkoorden van Oslo (1993) openden de deur van een onafhankelijke staat op een kier. In 1995 wordt Yitzhak Rabin, de Israëlische premier die de hand van Yasser Arafat heeft willen schudden vermoord door een joods uiterst-rechtse figuur. De kolonisatie heeft zich sindsdien doorgezet en de economische situatie van de Palestijnse bevolking is erop achteruit gegaan. Aan Palestijnse kant heeft de ontgoocheling van het vredesproces geleid tot een nieuwe radicalisering ten voordele van Hamas. In Israël heeft de rechterzijde de wind in de zeilen en vandaag vertoont het Israëlisch Zionisme een schrikwekkende evolutie waarbij niet alleen racisme maar tevens de fysieke eliminatie van Palestijnen openlijk wordt verdedigd. Voor de volksmassa’s van Noord-Afrika en het Midden-Oosten is de Palestijnse kwestie een open wond en herinnert zij elkeen aan het feit dat ondanks resoluties van de Verenigde Naties de imperialistische mogendheden beslissen waar en wanneer er een beleid van twee maten en twee gewichten wordt toegepast. Meer dan ooit moet gesteld worden dat er geen pacificatie in het Midden-Oosten mogelijk is zonder een oplossing van de Palestijnse kwestie.

5. Sinds het voorjaar van 2010 is de geopolitieke crisis in het Midden-Oosten in een stroomversnelling terecht gekomen. In een eerste fase heeft de protestgolf van de Arabische lente autoritaire regimes doen wankelen (Egypte, Tunesië, Yemen, Syrië). Met uitzondering van Tunesië heeft deze golf van burgerprotest geen democratisering van de samenleving teweeg gebracht. In Egypte wonnen de Moslimbroeders de verkiezingen maar werden zij deels door straatprotesten deels door het leger verjaagd waarna het ‘ancien regime’ een comeback kon maken. Na de terugtrekking van de VS-aanwezigheid in Irak heeft de confessionele opdeling van het territorium de soenitische component gemarginaliseerd. De Iraakse regering onder Shiitische leiding heeft nooit voldoende legitimiteit verworven, noch binnen het staatsapparaat noch ten aanzien van de andere componenten van de bevolking. Dit heeft een voedingsbodem geschapen voor een militaire-religieus verzet van soenitische obediëntie. In het buurland Syrië werd het civiele protest op harde wijze de kop ingedrukt door het regime van Bachar-El-Assad. In het gewapend verzet kregen de milities die financiële en militaire steun verkrijgen van Qatar en Saoedi-Arabië steeds meer gewicht. Het seculiere verzet, met o.m. het Syrisch bevrijdingsleger, moest op twee fronten vechten, tegen het regime van Bachar El-Assad en tegen de Islamfundamentalisten.

6. Vanaf 2012 komt een nieuwe actor tevoorschijn onder de naam van ISIS (ofte Islamitische Staat van Irak en Syrië, tegenwoordig Islamitische Staat ‘tout court’ ook Da’ech genoemd wat de acroniem in het Arabisch). wat vandaag een leger is begon als gewapende militie, geholpen en gefinancierd door de Golfstaten, Turkije en zelfs de Verenigde Staten. ISIS pretendeert een Kalifaat te stichten, naar analogie van de Profeet Mohamed en zijn opvolgers in de 7de en 8ste Turkije, Qatar, Saoedi-Arabië zagen in ISIS de hefboom om het regime van Assad op de knieën te krijgen en de as Iran-Syrië te verzwakken. Het Syrisch regime is immers de voornaamste bondgenoot van Iran. De sluikse steun voor ISIS vanwege verschillende regimes heeft een Frankenstein-monster in leven geroepen. Dit is mede het gevolg van het feit dat ISIS een ‘groot verhaal’ weet uit te dragen. Van buitenaf bekeken is dit een monsterlijk verhaal maar van binnenuit, voor de soenitische Moslims, die in Irak gemarginaliseerd werden door een Shiitische regering is dit al veel minder het geval. ISIS heeft ook militaire kaders weten te rekruteren bij de Republikeinse Garde van Saddam Hussein. Gedeclasseerde individuen zien de opportuniteit via ISIS hun vroegere sociale posities te herwinnen. Het fenomeen van ISIS kan evenmin begrepen worden zonder het koloniaal verleden van Europa in de analyse te betrekken. De significante aanwezigheid van Europese Jihadstrijders onder de gelederen van ISIS doorprikt de illusie dat we in Europa een ‘eigen’ geschiedenis hebben die los staat van de zuidelijke en oostelijk gebieden van de Middellandse zee. Neen, we delen met alle landen van dit zeegebied een geschiedenis die teruggaat tot de oudheid. De ontkenning van dit gemeenschappelijk verleden vertaalt zich vandaag in een gewelddadige terugkeer onder de vorm van het terrorisme. Daarnaast produceert ISIS een globaal verhaal dat een kleine fractie van de jeugd weet te bekoren. In vele gevallen gaat het zelfs niet om jongeren met een Moslim-achtergrond maar recent bekeerde individuen die geïndoctrineerd werden. Deze indoctrinatie speelt in op een ‘collectief narcisme’ dat zingeving, fierheid en een wij-gevoel ontwikkelt. Collectief narcisme is een concept dat uitgewerkt werd in de sociale psychologie (Erich Fromm) en ons in staat stelt gedragingen te verklaren die niet louter het gevolg zijn van economische achterstelling. Collectief narcisme is de uitdrukking van een buitensporige behoefte aan eigenliefde ter compensatie van het ondergaan van ‘symbolisch geweld’ (Pierre Bourdieu) zoals declassering, stigmatisering, racisme, segregatie.

7.ISIS onderscheidt zich van Al Qaeda op meerdere vlakken. Al Qaeda heeft de neiging haar terroristische cellen op te offeren bij zelfmoordaanslagen terwijl de kern van het netwerk, het financiële hart, veilig verborgen blijft. IS ontwikkelt een territoriale strategie van waaruit ze de VS kan uitdagen en aldus in Europa legitimiteit verwerven voor een internationale van de Jihad. Velen analyses verwijzen terecht naar de invloed van een bepaalde interpretatie van de Islam zoals het Wahabisme (een puriteinse en fundamentalistische doctrine die van 18de eeuw dateert) maar ook Damas heeft ISIS ruimte gegeven. Het regime heeft in 2011 en 2012 gevangenissen geopend om de seculiere oppositie tegen het regime een pad in de korf te gooien. De techniek van ‘war by proxy’ (oorlogsdaden met meervoudige doelstellingen) wordt door alle regimes aangewend. Hierbij kiest men de vijand uit die het beste uitkomt. men speelt in op concurrerende allianties en tracht het eigen kamp langs de ‘goede kant van de barricade’ te situeren. Daarom kan ISIS ook aanzien worden als het verbasterd product van twee kampen die in een oorlog met elkaar verwikkeld zijn. ISIS staat intussen op eigen benen via de verkoop van ruwe aardolie. Dagelijks worden miljoenen barrels aardolie op de zwarte markt verkocht. Het regime van Damas betaalt tolgeld aan ISIS opdat deze pijpleidingen niet zouden opblazen. Desalniettemin is het verkeerd ISIS als een échte ‘staat’ te aanzien met een begrensd territorium. Eerder is er sprake van een politiek-militair bewind dat dankzij een terreurbewind handelsroutes en steden controleert. IS hanteert de naam van ‘Kalifaat’ om aan te geven dat de strijd nu territoriaal is in plaats van abstract-symbolisch zoals het geval was met Al-Qaeda. Het ‘Kalifaat’ symboliseert de wil om terug te keren naar de ontstaansperiode van de Islam wanneer de profeet Mohamed en zijn volgelingen een nieuwe staatsvorm hadden opgericht.

isl88. De opmars van ISIS vormt ook de aanleiding om opnieuw een oorlogsinterventie op touw te zetten. De samenstelling van de ‘coalition of the willing’ zonder enige discussie binnen de VN is een tot mislukken gedoemde operatie. De collaterale schade zal niet beperkt kunnen worden en er zullen in toenemende getallen slachtoffers vallen onder de bevolking. De militaire interventie zal de steun voor ISIS onder de Iraakse soenitische gemeenschap versterken. De sympathie voor ISIS zal toenemen onder fracties van de jeugd die in het islamfundamentalisme het antwoord vindt op haar bestaanscrisis. De onthoofdingen en andere gruweldaden zullen in de westerse landen de afkeer voor de Islam doen toenemen. Het racisme en de stigmatisering van moslims zal verdere opdeling van de werkende bevolking aanwakkeren en het noodzakelijke sociale verzet tegen het pan-Europese besparingsbeleid verzwakken. In de naam van de strijd tegen het terrorisme zullen democratische vrijheden teruggeschroefd worden. We dreigen in een ‘reactionair tijdperk’ terecht te komen waarbij uiterst-rechtse partijen de politieke agenda zullen bepalen.

9. Enig lichtpunt in de huidige geopolitieke crisis het Koerdisch vraagstuk terug op de voorgrond brengt. Koerden vormen een volk van meer dan 35 miljoen mensen die zowel in Turkije, Irak, Iran als Syrië wonen. In Irak genieten zij toenemende autonomie zonder zich veel aan te trekken van hun lotsgenoten in de omliggende landen. De opmars van ISIS brengt hier enige verandering in en vandaag komt de PKK-PYG als politiek drijvende kracht op de voorgrond. In verschillende streken hebben de Koerdische strijdkrachten kunnen vermijden dat er duizenden slachtoffers vielen bij de opmars van ISIS. IN 2012 slaagden de Koerden erin in drie kantons een autonoom zelfbestuur op touw te zetten Rojava genaamd, wat de regering van Turkije niet zint. Mede daarom hebben de Turkse autoriteiten de milities van ISIS versterking laten krijgen via de grensgebieden. Terzelfdertijd worden de grenzen afgesloten voor Koerden waardoor versterking voor de door ISIS aangevallen gebieden wordt bemoeilijkt. Zoals de belegering van Kobanî aantoont mag het afwijzen van de militaire interventie niet leiden tot stilzwijgen over de reële bedreiging die ISIS vormt voor lokale bevolkingsgroepen zoals Yezidi’s, Christenen en Koerden. Het ware beter de lokale bevolking wapens te geven zichzelf te weren en terzelfdertijd IS af te snijden van financiële middelen.

isl1010.Het democratisch zelfbestuur van Rojava verdient alle steun. Sinds 2003 heeft de PKK een ideologische draai genomen richting federalisme en municipalisme. Zij ijvert voor een staatloze maatschappelijke structuur met basisdemocratie en participatie van onderuit. Ze bouwen een netwerk uit van communes met verkozen burgerraden, volksparlementen. Deze structuren zijn een hefboom om de maatschappij te veranderen, op vlak van menselijke relaties. In Rojave werd niet alleen de Koerdische taal erkend, ook Arabisch en twee andere talen van kleinere minderheden. De grondwettelijk verklaring van deze gebieden is veelzeggend: “[wij] de volkeren van de zelfbestuurd gebeiden ; Koerden, Arabieren, Assyriërs (Chaldeërs, Arameërs), Turkmenen, Armenen en Tsjetchenen, verkondigen op vrijwillige basis dit handvest opdat gerechtigheid, vrijheid, democratie en de rechten van vrouwen en kinderen, in overeenstemming met de principes van ecologisch evenwicht, vrijheid van godsdienst en geloof, gelijkheid en zonder discriminatie op basis van ras godsdienst, overtuiging, doctrine of geslacht de politieke en morele fabriek zouden vormen van een democratische samenleving. Dit ten einde te functioneren met wederzijds begrip en samenleven in diversiteit en met respect voor de principes van zelfbestuur en zelfverdediging van de volkeren.” Verder stelt dit handvest de zelfstandige gebieden met demokratisch zelfbestuur erkennen noch het concept van natie-staat noch dat van een staat gebaseerd op militaire macht, godsdienst en centralisme”. Deze verklaring in praktijk omzetten is een ongelofelijk belangrijk lichtpunt in het gitzwarte Midden-Oosten en daarom verdient deze strijd alle steun. De PKK heeft het Westen nooit de rug toegekeerd; er zijn zaken die zich in Europa ontwikkeld hebben die verdedigd worden; de PKK waardeert heel openlijk de verlichting en het humanisme en bv. ook de gelijkheid tussen man en vrouw. Dat is een verschil met Hezbollah of Hamas die in feite anti-imperialistisch zijn maar op politiek-cultureel vlak alles verwerpen dat van het Westen komt, ook op vlak van filosofie of democratische rechten. De Koerden zien waar de PKK voor staat, daarom steunen ze die ook massaal. Maar wij hebben ook de internationale steun nodig van de progressieven en de linkerzijde in het algemeen.

II. De Islam, een godsdienst met vele gezichten

1. De Islam is de laatste van de drie monotheïstische godsdiensten die halverwege de 7de eeuw is ontstaan. Mohamed is de ‘laatste’ profeet van God en de Koran is een geschreven weerslag van de openbaring. De Islam is een godsdienst die alle voorgaande profeten, van Abraham tot Jezus, erkent. Franse marxist Maxime Rodinson maakte een meesterlijke biografische studie van de profeet Mohamed. Zijn historische en sociaaleconomische analyse stelt ons in staat deze nieuwe religieuze ideologie te begrijpen. De Islam wist een originele synthese te maken van het jodendom, het christendom en integreerde ook elementen van het animisme. Het originele situeerde zich in feit dat de Islam een metafysisch kader aanreikte waarbinnen elkeen kon plaats nemen, wars van de tribaal of etnisch lidmaatschap. De gemeenschap van de gelovigen (de ‘Umma’) vormt een abstracte realiteit die allerlei particularismen weet te overstijgen. Deze eenmaking vergt bekering tot de nieuwe openbaring van de profeet waarbij God zelf als almachtige eenheid wordt aanbeden. God – ofte Allah in het Arabisch – is uniek en alles, hij is de enige schepper, de enige koning en de enige beheerder van alles wat is.

2. De Islam vertoont op het vlak van praktijk, rituelen en wereldvisie heel wat affiniteiten met het Jodendom en het Christendom: vasten, precies omschreven eetgewoontes en dagelijkse gebeden zijn maar enkele voorbeelden. De vijf pijlers van de Islam zijn onderwerping aan de god als allesoverheersende eenheid (Chahada), de vijf dagelijkse gebeden (As-Salaat), de Ramadan ofte het vasten (oorspronkelijk tegelijkertijd met Yom Kippour), het betalen van afdrachten (Zakat) en de pelgrimstocht naar Mekka (Hajj). isl2 3Bij de Shiiten worden er meer geboden opgevolgd waaronder de Jihad wat zoveel kan betekenen als innerlijke strijd of zuivering als externe strijd tegen elke bedreiging, het ondersteunen van het goede en bekampen van het kwade. In de ontstaansperiode van de Islam betekende een bekering dikwijls maar een kleine stap ten aanzien van de oorspronkelijke gangbare religieuze overtuiging. In Ethiopië heerste er in de 5-7de eeuw een machtig Christelijk vorstenhuis. Het Arabisch schiereiland werd bevolkt door Joodse, christelijke en animistische geloofsgemeenschappen. Mohamed was zowel een profeet, een politiek heerser als een militair commandant. Zijn religieus verhaal was een krachtig ideologisch middel om in het Arabisch schiereiland een einde te maken aan de eeuwenoude afrekeningen en wraakacties. Er was in dit gebied zelfs geen sprake van één of andere staatsvorm. Tribale sociale structuren organiseerden alles, en waren zowel in alliantie als in concurrentie met elkaar. Mekka en Medina waren oases in uitgestrekte woestijngebieden, wat tot concentratie van een stedelijke bevolking leidde. Na de eenmaking van Arabië in de 7de eeuw kende het Kalifaat in de 8ste en 9de eeuw een uitbreiding in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

3.Deze expansie steunde op de militaire controle van handelsroutes met China en verre oosten, de controle over grootschalige productie van kropgewassen in Noord-Afrika (katoen, graan, rijst, hennep, suiker) en het tweestromenland (Tigris en Eufraat). De grootschaligheid van dit handelsrijk verschafte extra-winsten en gaf aanleiding tot de ontwikkeling van een klasse van rijke handelaars. De aanwezigheid van goudmijnen in Soedan verschafte geldmiddelen die nodig waren om militaire expedities te financieren. Het Arabisch handelsimperium veroverde een territorium ten koste van het Perzisch en het Byzantijns rijk. De opmars van de Islam als godsdienst is niet los te koppelen van de opmars van dit handelsrijk. De kruistochten in Palestina en de Reconquista (herovering van Zuid-Spanje op de Moslims) zijn zowel het gevolg van de feodale machtsverhoudingen als een uitdrukking van een machtsstrijd binnen de christelijke kerk (Latijnse versus orthodox-Griekse kerk) voor het behoud van een militaire controle over de handelsroutes van de Middellandse zee. Het ‘gouden tijdperk’ van de Islam ondergaat een crisis vanaf de 10de eeuw na christus. De spanningen tussen afstammelingen van de profeet nemen toe en leiden tot een uiteenvallen van het Kalifaat. De Soenitische en Shiitische doctrines leiden tot een religieuze tweespalt. De Turkmeense volksstammen zoals de Seldjoukieden vervullen een militaire sleutelrol in het decadente Arabische rijk. Zij vestigen, na de val van Constantinopel, een Ottomaans kalifaat dat gedurende vijf eeuwen de Middellandse zee zal beheersen. Onder de Ottomaanse heerschappij ontwikkelt zich een religieus pluralisme waarbij andere godsdiensten (millets) gedoogd werden mits het betalen van extra-belastingen. Het Ottomaans sultanaat erkende ten aanzien van sommige christelijke gemeenschappen het pauselijk gezag terwijl in andere gevallen de Sultan zelf instond voor de veiligheid van andere geloofsgemeenschappen.

4. De huidige beeldvorming van de Islam wordt overschaduwd door het fundamentalisme. Dit is nauw verbonden met de opmars op van het ‘wahabisme’ op het einde van de 18de eeuw. Mohammed Ben Abdel Wahhab (1703-1792) was een Saoedische preker met een puriteinse en rigoristische interpretatie van de Islam. Zijn doctrine vond ingang bij de koninklijke dynastie van Ibn Saoed en wordt, sinds dit land over de inkomsten van de olierente beschikt, op wereldschaal gepropageerd. Het Wahabisme verdrukt geleidelijk aan tolerante geloofspraktijken waarbij de Koran een instrument is dat het individu in staat stelt zelfdiscipline te ontwikkelen en een moreel ethisch kader verschaft. Het Salafisme is een gelijkaardige doctrine dat zich met een ‘oorspronkelijke islam’ identificeert. Deze doctrine pretendeert terug te keren naar de Islam van de voorouders (‘Salaf’ betekent voorouder), ten tijde van de Profeet Mahomed en de eerste vier generaties van volgelingen binnen de soenitische strekking. Het Salafisme en Wahabisme prediken een veeleisende religiositeit en zijn even onverdraagzaam jegens andere godsdiensten als ten aanzien van een tolerante Islam. Beide stromingen stellen dat een letterlijke interpretatie van de Koran nodig is om te weerstaan aan de culturele aantrekkingskracht van het ‘decadente’ Westen. De ‘zuivere’ islam van het Salafisme en het Wahabisme is niets anders dan een ‘her-uitgevonden traditie’ (Eric Hobsbawn) dat deel is van het moderne tijdperk. De Islamfundamentalisme is een product van de moderniteit dat het masker van de traditie opzet en daarom ook tradities uitvindt.

isl2 55. Het is verkeerd de Islam met de ‘politieke islam’ te vereenzelvigen, zoals Bernard Lewis dit doet. Velen denken dat ‘dé Islam’, een godsdienst is die hoe-dan-ook haaks zou staan op de moderniteit en de lekenstaat omdat ze ‘de facto’ van het geloof de fundering van een staatsordening maakt.  De Islam zou niet in staat zijn een ‘godsdienstig geloof te beschouwen als een louter persoonlijke beleving, een recht of keuze maar als maatschappij-ordenend principe, waardoor de facto ‘staatsmacht wenst te veroveren’. Dergelijke analyse gaat voorbij aan wat de Islam (van soennitische of Shiitisch strekking) ook is geweest is en nog steeds is, hoewel veelal via informele praktijken en heel wat minder op vlak van doctrine. Nochtans heeft de Islam verschillende periodes gekend van ‘verlichting’, waarbij religieuze praktijken van andere godsdiensten werden gerespecteerd. Sommigen spreken zelfs over een Arabische Verlichting, een moderniteit binnen de Islam, vertrekkende van de geneeskundigen en filosofen zoals Averroës en Avicennes (Ibn Sina) die de Grieks-Romeinse filosofie en politieke wetenschap door en door kenden en gelezen hadden. Averroës zal tot laat in de renaissance een invloed uitoefen tot in het christendom (Dante d’Alghieri, Thomaso d’Aquino) en hij is één van de weinigen die een brugfunctie heeft vervuld – via de Islam – tussen het rationalisme van Aristoteles en het eerste verlichtingsdenken binnen het Christendom. Volgens hem bestaat godsdienst naast wetenschap en filosofie en behoort het geloof tot ieders subjectiviteit, wat een geseculariseerde godsdienstpraktijk mogelijk die bij elkeen kan verschillen.

III – Tegen Islamofobie en voor een kritiek op godsdiensten

1. Sinds de aanslagen van 9/11 is er een toenemend afwijzing van de Islam. Enerzijds steunt dit op een racisme dat sinds de Kolonisatie aanwezig was onder quasi alle bevolkingsgroepen; anderzijds is dit ook een reactie op de opkomst van een fundamentalistisch geïnspireerd terrorisme en van wijze waarop het imperialisme  dergelijk terrorisme zowel in gang zal zette (Afganistan) als zal ebstrijden. Er kan vandaag gerust gesproken worden van een Islamofobie. Hoewel de meerderheid van de moslims niets te maken heeft met de terreur of de Jihad worden zij al snel vereenzelvigd met deze praktijken. De langdurige segregatie en discriminaties zet sommigen ook aan tot een sterke identificatie met hetgeen gestigmatiseerd wordt. De Islam krijgt vanuit dominant maatschappelijk perspectief een negatieve connotatie wat onder individuen die zich gestigmatiseerd voelen de reactie kan opwekken zich nog meer te identificeren met het stigma. Hetzelfde fenomeen deed zich voor in de VS onder de Afro-Amerikanen met de I am Black and proud -leuze. Het stigma wordt overgenomen en omgekeerd tot anti-stigma. De strijd tegen racisme, discriminatie op basis van geloof of afkomst is van essentieel belang om te vermijden dat de kloof nog dieper wordt. De recent opgerichte beweging Movement X op initiatief van Dyab Abou Jahjah is daarom alle steun waard.

2. Anderzijds mag het bestaan van Islamofobie geen reden zijn om elke godsdienstkritiek dood te zwijgen. Vraag is natuurlijk welke godsdienstkritiek relevant is vanuit emancipatorisch oogpunt. Links heeft soms de neiging ‘antiklerikalisme’ (kritiek op de godsdienstige instellingen) te vereenzelvigen met kritiek op het geloof. Maar als atheïsten bekijken we religieus geloof als een menselijke creatie ten behoeve van spirituele en existentiële ontwikkeling. Marx heeft godsdienst niet afgekeurd maar eerst en vooral begrepen. De volledige weergave van het citaat met de bekende formule van ‘opium van het volk’ bewijst dit: “De religieuze miserie is zowel de uitdrukking van de reële miserie als het protest ertegen. Godsdienst is de zucht van het onderdrukt wezen, van de ziel in een harteloze wereld, net zoals zij een morele geest is in een geesteloze (immorele) situatie. Godsdienst is de opium van het volk.” Marx oordeelde dat het belangrijker is te kijken naar wat de mensen samen doen dan zich blind te staren naar welke verschillen ze er op nahouden inzake denkbeelden. Wil je de samenleving veranderen, de levensvoorwaarden verbeteren moet je vetrekken vanuit de situatie zoals ze is en niet zoals men wil dat ze zou zijn. Vele godsdienstige praktijken of instellingen zijn onderdrukkend, in de eerste plaats voor vrouwen maar ook voor andersgelovigen. Al wie in Iran, Saoedi Arabië de heersende dogma’s in vraag stelt wordt onverbiddelijk gecriminaliseerd en veelal fysiek uitgeschakeld. Strijd voor godsdienstige vrijheid betekent ook strijd voor vrijheid binnen de godsdienst. Dit is de essentie van de secularisering en op dit pad kan het geloof enkel evolueren tot een privaat-publieke kwestie waarbij pluralisme en dialoog de overhand krijgen op het fanatiek obscurantisme.

isl3 33. De opkomst van de ‘politieke Islam’ sinds eind jaren ’70, eerst in Iran en dan in Noord-Afrika heeft de overtuiging gesterkt dat Islam en vrouwenemancipatie onverzoenbaar zijn. Ook dit is een complex vraagstuk. Frantz Fanon beschrijft in La Bataille du Voile waarom de Franse administratie in Algerije in de jaren 1950 de vrouwen de sluier (Haïk) wou ontnemen. Een gesluierde vrouw kon alles zien zonder gezien te worden, analyseerde de psychiater en antropoloog Fanon, en dat ‘frustreerde’ de colons. Het opleggen van het verbod van de Haïk maakte deel uit van de assimilatie-politiek jegens ‘les indigènes‘. Toch trok na de onafhankelijkheidsverklaring van 1962 in de hoofdstad Alger een grote betoging vrouwen naar de zee om er collectief de hoofddoek in het water te gooien, en dit met de steun van Achmed Ben Bella, president van de Republiek. Deze betoging werd verstoord door mannelijke omstaanders die betogende vrouwen met stenen bekogelden. Kort daarna werd Ben Bella opzij geschoven naar aanleiding van de staatsgreep van Houari Boumedienne. Ben Bella was te progressief en gezag moest ‘op alle niveaus dringend hersteld worden’. Twintig jaar later werd de gezinscodex Qānūn al usra goedgekeurd en deze was rechtstreeks geïnspireerd door de een formele-letterlijke interpretatie van de Koran. Op alle vrouwenmobilisaties van de jaren ‘80 antwoordde toenmalig president Chadli: “wanneer je de gezinscodex aanpast herken je gelijkheid en wat geef je mannen, indien je hen hun laatste macht ontneemt, dan in de plaats?…” Deze korte beschrijving van historische feiten moet ons attent maken op het feit dat in de Arabische wereld de sluier wel degelijk als een symbool van onderdrukking mag aanzien worden.

4.Tijdens de Arabische lente betoogden in Tunis en Caïro massa’s vrouwen, en velen waren gesluierd. De realiteit is dus nooit eenduidig, noch statisch. De euro-arabische jongeren van de tweede of derde generatie worden geconfronteerd met structureel racisme, discriminaties en stigmatisering (dikwijls met dezelfde paternalistisch-koloniale achtergrond) en zij ontwikkelen hun eigen culturele praktijken die, zoals steeds, het stigma een positieve betekenis plegen te geven. Alleen om deze redenen heeft culturele bewustwording en affirmatie een emancipatorisch karakter. Het is dan perfect denkbaar dat meisjes het dragen van de Hijab ervaren als een onderdeel van emancipatie, van toenemende mondigheid en autonomisering. Maar terzelfdertijd maakt de ‘politieke islam’ van de sluier een symbolisch onderdeel van een geheel van praktijken die de échte moslima kenmerkt. Deze formele interpretatie betekent dat je zonder de sluier de facto het label ‘ongelovig’ of ‘slet’ opgeplakt krijgt. De sluier wordt dan een politiek vaandel om binnen de Moslimgemeenschap een ideologisch gevecht te voeren. Indien het recht op het dragen van de sluier op school of in een werkomgeving gesteund moet worden – er zijn uitzonderingen zoals het uitoefenen van een pedagogische functie, maar dat is ook voorwerp van discussie – dan is even belangrijk dat erkend wordt dat een moslima ook op ongesluierde wijze mag verschijnen. Zoniet riskeert de strijd voor godsdienstvrijheid zich te keren tegen zij die hun godsdienst beleven op een andere manier.

isl3 55. De opkomst van een ‘moslimfeminisme’ kan enkel toegejuichd worden. Sinds een tiental jaren trachten geëngageerde vrouwen islam en feminisme te verzoenen. Uitgangspunt is dat de Islam niet ‘per definitie’ vrouwonvriendelijk hoeft te zijn. De beweging is ontstaan in Iran, heeft vertakkingen in Egypte, Marokko, Turkije. Moslimfeministes willen breken met de pro-patriarcale interpretaties van de Islam en gaan de Koran herinterpreteren door middel van de ijtihad (onafhankelijk redeneren). De ‘oumma’ – gemeenschap van alle gelovigen – zou egalitair moeten zijn. De Koran erkent de gelijkheid van alle menselijk leven, en er is geen tawwazun (evenwicht) mogelijk zonder deze gelijkheid. Dergelijke benadering ondersteunen vanuit lijkt mij vanzelfsprekend hoewel het enerzijds een open en inclusief feminisme impliceert en anderzijds ook de vrijzinnigheid interpelleert. Rechts en uiterst-rechts instrumentaliseren het feminisme om hiermee de Islam als godsdienst te bashen en moslims te stigmatiseren, zoveel is duidelijk. Een zelfstandig feminisme met de vrouwen van de vroegere gekoloniseerde landen dat zich identificeert met de islam als godsdienst kan dergelijke instrumentalisering enkel maar tegenspreken en dat is positief. Anderzijds is het ook duidelijk dat de ‘politieke islam’ het postkoloniaal complex weet te mobiliseren en elke kritiek of bevraging als ‘pro-westers centrisme’ tracht te bestempelen wat even veel betekent als ‘neokoloniaal’. De analyse van Edward Saïd over mythische voorstelling van het ‘Oosten’ dat een afbakening mogelijk maakt van het (blanke) westen is terecht. Maar dit kan aanzetten tot cultuurrelativisme, differentiedenken waarbij uiteindelijk zowel het universele als het emancipatiestreven verdwijnen.

6. Het is belangrijk van te erkennen dat godsdienstig geloof, via de ethisch-morele waarden die ze uitdraagt, een krachtige factor kan zijn van sociale mobilisatie en van emancipatie. De geschiedenis bewijst dat geloof de sociale revolte kan schragen en zal bijdragen tot de vermenselijking van veelal ondraaglijke levensomstandigheden. Zo heeft het gelijkheidsstreven wortels in het Christendom (alle mensen zijn kinderen van god, ook niet gelovigen). De bevrijdingstheologie in Latijns-Amerika is een échte stroming binnen de kerk. Vandaag moeten we luidop durven stellen dat progressieve Moslims – net zoals dito Christenen of andersgelovigen – een plaats hebben in de strijd voor een maatschappelijke omwenteling en dat wij samen zij aan zij deze strijd moeten kunnen voeren.

7. Terreurbewegingen of reactionaire religieuze overtuigingen geven uiting aan een utopische (of eerder dystopische) dimensie die even absoluut als globaal pretendeert te zijn. Hun opkomen en relatief succes is het teken van een diepe beschavingscrisis. Onze subjectiviteit wordt gekoloniseerd door een neoliberale beeldcultuur (apparaten, beelden, sociale netwerken) waarvan narcisme de voedingsbodem is. Het postmoderne individu ervaart een vervreemding die zich niet louter tot de productiesfeer beperkt (zoals met loonarbeid) maar ook de consumptiesfeer omvat terwijl de publieke ruimte maar op zeer beperkte wijze gedemocratiseerd werd. Deze vervreemding veroorzaakt op massale schaal een existentiële leegte waarbij elke positieve zingeving wordt ondermijnd of gerecupereerd door het marktgebeuren. Deze tendensen voeden op hun beurt de behoefte van sterke ‘transcendentale’ verhalen. En dan komen we terecht bij nieuwe en soms extreme en haatdragende vormen van religiositeit. Vandaag is de Jihad zowat de enige beweging die zich op globaal vlak manifesteert als een ‘bedreiging’ voor de nieuwe wereld orde. Deze situatie toont het politieke en ideologische bankroet aan van alle ‘ismes’ van de 20ste eeuw, hun onvermogen om het mislukken van het reële (on)bestaande socialisme te overstijgen.

isl3 88. De opkomst van een ‘internationale’ van de religieuze oorlog dient een gepast antwoord te krijgen. Het godsdienstig geloof bestrijden in naam van beschaving en moderniteit is gedoemd te mislukken, niet het minst omdat ‘onze’ beschaving ook in crisis verkeert. Tegen de soms ‘barbaarse’ zucht van wanhoop en de verdoving die godsdienstig geloof bieden is er hernieuwd verlichtingsproject nodig. Dergelijk project zal ook een kritiek moeten formuleren op het onmenselijk karakter van een steeds destructiever kapitalistische productiewijze. De horizon van de mensheid is postkapitalistisch of zal niet zijn. Zowel het dichten van de sociale kloof op wereldvlak als het oplossen van de ecologische crisis vergen antikapitalistische oplossingen. Het afdwingen van deze oplossingen is tevens een strijd voor een democratisering van de samenleving, op welk niveau dan ook (lokaal, stedelijk-regionaal-nationaal-internationaal). De succes van religieus fundamentalisme onder de ‘verworpenen der aarde’ signaleert ons dat het emancipatorisch streven opnieuw een krachtige utopische dimensie nodig heeft. Persoonlijk omschrijf ik dit utopisch project nog steeds als ecosocialisme, maar dat kan voor mij part ook ecohumanisme of libertair ecocommunisme genoemd. Het is alleszins een utopische horizon zonder dewelke het zeer moielijk wordt een maatschappelijke verandering te bedenken en na te streven. Natuurlijk moet dit ‘isme’ ook een concrete inhoud krijgen zoals de universele en democratische republiek van de rechten van de mens met gelijke vrijheid voor iedereen, zonder onderscheid van ras, godsdienst, geslacht of seksuele geaardheid en dit rekening houdende met het beperkt ecologisch draagvlak van de aarde’. Het project is globaal en betreft een res publica gebaseerd is op ‘wereldburgerschap’ van de gehele mensheid. Het universeel karakter een immers gevolg is van onze gemeenschappelijke afhankelijkheid t.av. ecosysteem van de aarde. Een ‘cité’ waarbij de mensheid democratische controle verwerft over haar bestaan, het economisch  en politiek ‘bedrijf’ (essentieel!) van haar toekomst en behoeder wordt van het ecosysteem waarvan ons voortbestaan afhankelijk is. ————–

Literatuur

Over de oorsprong van de Islam

  • Rodinson M. (2014), Islam et capitalisme, Paris.
  • Rodinson, M. (1968)[1994], Mahomet, Paris, Seuil (3 mai 1994).

Over de verlichting binnen de Islam met onder meer de invloed van Averroes – Ibn Rushd (link)

Mijn benadering van het islamfundamentalisme ontleen ik aan Gilles Kepel die het concept van ‘politieke islam’ heeft uitgewerkt.

  • Kepel G. (2003), La Revanche de Dieu. Chrétiens, juifs et musulmans à la reconquête du monde, Seuil, Paris, 1991 (réed. augmentée coll. « Points », Seuil, 2003).
  • Kepel (2009), Terreur et martyre. Relever le défi de civilisation, Paris, 2008 (rééd. coll. « Champs actuel », Flammarion, 2009).
  • Kepel G. (2000), Jihad, Paris. In dit boek verdedigt hij de stelling dat de Jihad in eerste instantie een politieke beweging is die godsdienst als vaandel gebruikt en de godsdients herinterpreteert met als bedoeling een dynamiek van burgeroolog te ontkennen onder moslims.

Voor andere, tolerante interpretaties van de Islam, zie

  • Benzine R. (2013), Le Coran expliqué aux jeunes, Paris.

Met betrekking tot het moslimfeminisme zie

  • Afshari, R.(1994). “Egalitarian Islam and Misogynist Islamic Tradition: A Critique of the Feminist Reinterpretation of Islamic History and Heritage.” Critique, vol. 4: 13-33.
  • Ali Zahra (coll.)(2012), Féminismes islamiques, Paris, La fabrique éditions,‎ 2012
  • Barlas A. (2002). “Believing Women” in Islam: Unreading Patriarchal Interpretations of the Qur’an, Austin: University of Texas Press.
  • Huygens E. (2012), Perceptie van het islamitisch feminisme binnen de Vlaamse context. Over (anti-)Verlichting, beschaving en neo-oriëntalisme. Masterproef Conflict and devlopment, Universiteit Gent.

Over IS-ISIS-Da’ech, lees de recente studie van Haythem Mann (2014) bijzonder interessant : Le Califat de Da’ech, Scandinavian Institute for Human Rights, ook beschikbaar in het engels via www.sihr.net

Over de vrouwen in Algerijnse en Iraanse democratische revolutie, zie

Harbi M. (1993), L’Algérie et son destin. Croyants ou citoyens.

Harbi M. (2004), Le FLN : Documents et histoire, 1954-1962, Fayard.

MacMaster N. (2012), “Des révolutionnaires invisibles : les femmes algériennes et l’organisation de la Section des femmes du FLN en France métropolitaine”, in Revue d’histoire moderne et contemporaine, 2012/4 (n° 59-4)

Over collectief narcisme zie Erich Fromm, Société aliénée et société saine : du capitalisme au socialisme humaniste. Psychanalyse de la société contemporaine , Paris, le Courrier du livre, 1956

Over islamofobie en een kritiek op deze notie vanuit antiracistisch perspectief :

·      Benjamin Opratko et Fanny Müller-Uri, L’islamophobie et les théories critiques du racisme, in revue Période

  • Edwy Plenel, Pour les musulmans, Paris, La Découverte, 2014.