Ga naar de inhoud

De rol van supermarktketens bij het ondergraven van duurzame landbouw

SOMO (Stichting onderzoek Multinationale Ondernemingen) heeft begin dit jaar het resultaat van een onderzoek gepubliceerd naar het groeiende marktaandeel van supermarkten in ontwikkelingslanden, onder de titel “The Challenge of the Role of Supermarkets for Sustainable Agriculture and Trade Related Issues” [1]

8 min leestijd
Placeholder image

Terug naar WTO-Zip nr. 56.

(vertaald en bewerkt door Kees Hudig)

Onderzoek naar de groeiende macht van supermarktketens in de verkoop van voedsel toont een belangrijke herstrukturering van de voedselvoorziening in de wereld, en een verslechterende positie van boeren en ontwikkelingslanden. Verdere liberalisering en het uitfaseren van subsidies kan zelfs leiden tot het vrijelijk afschuimen van de wereld naar zo goedkoop mogelijke producten door de dominante agro-bedrijven en supermarkten.

Een van de terreinen waar het Nederlandse ministerie van Economische Zaken zich druk om maakt als het gaat om internationaal handelsbeleid, is vrije markttoegang voor supermarktketens. Wat de effecten zijn van het groeiende marktaandeel van supermarkten op de lokale voedsel- en arbeidssituatie in arme landen, is lang onduidelijk gebleven. Veelal wordt geredeneerd dat het toch niet uitmaakt of een kilo bonen nu verkocht wordt vanuit een stalletje op straat, een buurtwinkeltje of vanuit een supermarkt. De vrijhandelsadepten gooien er soms nog een schepje bovenop door te beweren dat arbeidsomstandigheden en de veiligheid van het voedsel beter gegarandeerd zouden zijn bij een multinational dan in de informele sector.

SOMO (Stichting onderzoek Multinationale Ondernemingen) heeft begin dit jaar het resultaat van een onderzoek gepubliceerd naar het groeiende marktaandeel van supermarkten in ontwikkelingslanden, onder de titel “The Challenge of the Role of Supermarkets for Sustainable Agriculture and Trade Related Issues” [1]

SOMO komt tot verontrustende conclusies. Volgens het rapport zien we momenteel een ingrijpende hervorming van het landbouw- en voedselpatroon, doordat supermarkten leidinggevend zijn geworden bij de verkoop van agrarische producten. De invloed van de supermarktketens strekt zich door de gehele productieketen tot en met de boer zelf. Supermarktketens vergroten hun invloed (op de prijs en productieomstandigheden) ten koste van producenten en tussenhandelaren. SOMO merkt op dat dit niet alleen invloed heeft op het inkomen van boeren en handelaren in ontwikkelingslanden, maar ook op de mogelijkheden van ontwikkelingslanden om de markt van geïndustrialiseerde landen te betreden. In rijke landen nemen supermarkten soms zelfs tot 83 procent van de verkoop van voedsel voor hun rekeningen (dit is het geval in Nederland in 2003, in 1995 was het nog 77 procent).

Het aandeel van supermarktketens in ontwikkelingslanden groeit gestaag, ook voor verse vruchten en groentes. Het verschilt per regio; in Latijns Amerika gaan de ontwikkelingen het snelst. Door de golf aan fusies en overnames van de laatste tijd, is het aantal supermarktketens in bijna alle landen juist teruggelopen. In de meeste rijke landen domineren vier a vijf ketens het grootste deel van de markt. In armere landen is de diversiteit vooralsnog groter, maar in Latijns-Amerika bestaat tussen de 60 en 80 procent van de vijf leidende supermarkten uit mondiaal opererende multinationals zoals Wal-Mart.

Koopkracht van Supermarkten

Door deze ontwikkeling hebben boeren en andere voedselproducenten steeds minder macht als het gaat om de verkoop van hun producten. De supermarkten kunnen hun allesoverheersende positie op de markt misbruiken om de prijs te drukken en allerlei eisen te stellen. Voor veel boeren is tegelijkertijd de supermarkt hun enige verkoopkanaal geworden waardoor ze soms gedwongen zijn om te leveren tegen onacceptabel lage prijzen. De marges die supermarkten rekenen voor de verkoop van verswaren, zijn daarentegen vaak extreem groot. Daar komt bij dat veel kleine boeren vaak niet georganiseerd zijn, waardoor ze geen tegenwicht kunnen bieden.

Een verschuiving die ook te zien is, is dat supermarktbedrijven als het gaat om import vaak buiten de groothandel om zaken doen met leveranciers die in staat zijn om grote hoeveelheden te leveren van uniforme kwaliteit. In de praktijk betekent dit vaak dat ze alleen nog handel drijven met grote landbouwproducenten, de bio-industrie in de derde wereld. Kleinere boeren worden op deze manier in toenemende mate verdrongen.

Een bijkomend probleem is dat supermarkten in toenemende mate de lat verhogen van de veiligheidseisen van het door hen verkochte voedsel. Zo heeft een aantal supermarkten gezamenlijk de EUREPGAP standaard ontwikkeld om de veiligheid te controleren. Kleine producenten moeten hoge kosten maken om aan al die eisen te voldoen, maar maken ook onevenredig hoge kosten om alleen al aan te tonen dat hun producten daaraan voldoen [2]. Merkwaardig genoeg worden er bij een standaard als EUREPGAP geen harde eisen of controlemechanismen ingesteld voor arbeidsomstandigheden of inkoopsprijzen. Volgens SOMO zouden supermarktketens bereid moeten zijn om dergelijke kosten door te berekenen in de inkoopsprijs, en ook een garantie voor afname te geven. Nu dat allemaal niet gebeurt, is het resultaat dat de arbeidsomstandigheden verslechteren (laag loon, lange werktijden) op boerderijen die voor de export produceren. Daarbij staan vrouwen meestal helemaal onderaan de ladder.

Verder signaleert SOMO dat er vormen van corruptie binnensluipen die vroeger niet bestonden. Producenten moeten bijvoorbeeld soms betalen om op de lijst te kunnen komen van leveranciers of om mee te kunnen doen aan reclamecampagnes. Soms wordt van producenten ook geëist dat ze een toelage betalen op de verkoop van hun producten in de winkel. Een nieuwe ontwikkeling is dat supermarkten hun eigen merken opzetten, en daarmee aangeleverde producten van concurrenten uit de markt prijzen. Hierdoor kunnen boeren weer aan invloed verliezen, omdat ze vaak meer te zeggen hadden in de aanvankelijke keten.

Verband met handel

De groei van internationaal opererende supermarkten heeft nog een effect. Hoewel het overgrote deel van de consumptie van verse groente en fruit in arme landen nog van lokale teelt stamt, zien supermarkten toenemend kans om desgewenst lokale waren te vervangen door goedkopere import. Op dit moment wordt nog maar 5 procent van de verse producten internationaal verhandeld, maar dat aandeel groeit snel, het snelst van alle landbouwproducten zelfs. Zo zie je bijvoorbeeld ook in Afrikaanse landen steeds meer supermarkten ultra lang houdbare melk verkopen, die vaak geïmporteerd is, in plaats van lokale verse melk.

Binnen de GATS-onderhandelingen in de WTO – het verdrag over de liberalisering van de handel in diensten – staat ook het onderwerp van de markttoegang voor buitenlandse supermarkten op de agenda. De discussie hierover wordt niet in de onderhandelingen over landbouw binnen de WTO
gevoerd. SOMO adviseert WTO-leden die zich zorgen maken over de schadelijk effecten van de supermarkt-‘boom’, om op dat gebied geen verplichtingen aan te gaan binnen de GATS-onderhandelingen. Ook zonder dat verdrag kunnen westerse supermarkten lucratieve markten in het Zuiden overnemen. Maar het verschil is dat bij GATS de overheden geen maatregelen meer zouden kunnen treffen als ze tot het inzicht komen dat de schadelijke bijeffecten van een buitenlandse invasie te groot zijn.

Het rapport van SOMO merkt op dat er naast de groeiende macht en invloed van supermarktketens ook sprake is van een sterke concentratie van macht is bij een paar multinationals die de handel en verwerking domineren van bepaalde basis landbouwproducten. Zo wordt geschat dat drie multinationals, Cargill, ADM en Bunge, 90 procent van de wereldhandel in graan in handen hebben. “Veel deskundigen concluderen dat landbouw meer en meer aangestuurd wordt door multinationale bedrijven.”

De paradox doet zich dus voor dat binnen de WTO aangestuurd wordt op wereldwijde liberalisering van landbouw, terwijl de wereldmarkt in landbouwproducten zodanig ingericht en verdeeld is dat er geen sprake zal kunnen zijn van enige vrije markt. Onder deze omstandigheden zou verdere liberalisering en het uitfaseren van subsidies wel eens kunnen betekenen dat de dominante bedrijven en supermarkten vrijelijk de wereld af kunnen schuimen naar zo goedkoop mogelijke producten.

Uitdagingen

Ondanks de onheilspellende vooruitzichten, ziet SOMO in het rapport de situatie vooral als een uitdaging. Een reeks noodzakelijke maatregelen wordt genoemd. Zoals de noodzaak voor het ontwikkelen van “instrumenten om in te zetten tegen wanbeleid op het gebied van inkoopkracht.” Verder moet er een oplossing gevonden worden voor de standaarden die door het bedrijfsleven zelf ingesteld worden en die onder de dekmantel van ‘verantwoord ondernemen’ de kleine producenten dwars zitten. Consumenten van supermarktketens in de rijke landen moeten ook beter geïnformeerd worden over de praktijk van het bedrijf waar ze klant bij zijn. Er moet een eind komen aan het gebrek aan informatie en transparantie over de handel en wandel van multinationale bedrijven bij hun inkoopbeleid. Verder wijst het rapport op het feit dat supermarktketens ook druk bezig zijn om de verwerkers van biologische landbouwproducten op te kopen. Als voorbeeld wordt genoemd dat Unilever het biologische ijsmerk Ben & Jerry’s heeft gekocht. Het gevaar bestaat dat multinationals hierdoor in de toekomst ook de handel in biologische voedingsmiddelen zullen gaan beheersen.

Noten:
[1] Het rapport is geschreven door Myriam Vander Stichele en is te vinden op:
http://www.wervel.be/EN/dossiers/fm_200502/fm_200502-0303.htm
[2] Eind juni werd bij het WTO Committee voor Sanitary and Phytosanitary Measures een klacht ingediend door St Vincent en de Grenadines tegen de ‘EurepGAP’-standaarden in verband met hun bananenexport. Deze standaarden zouden stringenter zijn dan de eisen die de Europese lidstaten opleggen. Volgens artikel 13 van het SPS-akkoord zou de EU hiertegen maatregelen moeten nemen. In een eerste reactie zegt de EU echter dat klachten gericht moeten worden aan de bedrijven in kwestie. (bron: “SPS CTTE considers private sector standards; struggle continue with S&D,” Bridges Weekly Trade News Digest, Vol 9, Nr 24 van 6 juli 2005 (http://www.ictsd.org/weekly/05-07-06/story3.htm)

Terug naar WTO-Zip nr. 56.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door globalinfo.)