Ga naar de inhoud

De machtsstrijd in Oekraïne: Geen echte oplossing in zicht

Het op 21 februari 2014 gesloten akkoord tussen regering en oppositie, waarin gemeld wordt dat er voor december vervroegde presidentsverkiezingen komen en dat er in de aanloop naar de stembusgang een overgangsregering komt zal in het licht van de onderstaande analyse van de problemen in het land weinig tot niets veranderen. Met onderaan aanvulling over situatie na vlucht Janoekovitch

29 min leestijd

(Bron: insudok)

Na de eerste massale protesten tegen de beslissing om de associatieovereenkomst met de Europese Unie voorlopig niet te ondertekenen had de regering van Janoekovitsj nog de hoop dat ze haar tijd zou kunnen uitzitten. Op dat moment leek het nog alsof de demonstraties in aantal af namen en aan kracht verloren. De ‘democratische’ oppositie van de ‘pro-Europese’ krachten, UDAR, Batkivshchyna (de Vaderland Partij) en de fascistische beweging Svoboda waren niet in staat om de dynamiek van de eerste dagen te behouden. Hun oproep tot een algemene staking voldeed niet aan de verwachte respons en een aantal grote demonstraties moest zelfs worden uitgesteld. Echter al snel bleek dat de regering van Janoekovitsj zich had misrekend. Ze verscherpte medio januari 2014 het toch al beperkte recht op protesteren en begon op te treden tegen de demonstranten die het centrale Maidanplein in Kiev bezetten. Maar deze pogingen om de bezetting op te heffen mislukten volledig. Hoewel door het optreden van de gevreesde speciale eenheid “Berkut” (de oproerpolitie, gelijk aan de OMON in Rusland, een wat hardhandiger variant van de Nederlandse Mobiele eenheid. Overigens: ‘Berkut’ betekent ‘steenarend’) een massa demonstranten gewond achterbleef, en ten minste drie, misschien zelfs zes demonstranten om het leven kwamen, waren ze niet in staat om de protestbeweging te breken door repressie. Dat had gevolgen, want wanneer een staatsmacht moet rekenen op een intensivering van de onderdrukking, maar daarin faalt, verliest zij niet alleen legitimiteit in de ogen van de mensen
maar zij is ook niet meer gevreesd.

defensief

Sindsdien is Janoekovitsj politiek in het defensief gekomen. Hij bood de oppositieleiders Arseniy Yatsenyuk (van Batkivshchyna), Vitali Klitschko (UDAR) en Oleh Tyahnybok van Svoboda, de terugtrekking van de strengere wetten van januari aan, de vrijlating van honderden gevangenen en zelfs de post van premier. In de zitting van de Verchovna rada, het Oekraïense parlement, van 28 januari kondigde de zittende premier, Azarov, zijn ontslag aan. Twee weken later werden de beperkingen van het recht om te demonstreren ingetrokken. Janoekovitsj bood aan om de gearresteerde activisten vrij te laten, maar dit was afhankelijk van het beëindigen van de bezetting van de ministeries en andere kantoorgebouwen en het ontruimen van het centrale plein in Kiev door de protestbeweging. Maar niets van dit alles was aanvaardbaar voor de oppositie, dat zou betekend hebben dat ze datgene wat hun enige echte kracht was, de mobilisatie en bezetting van de straten, zou moeten opgeven.

Zou het een paar weken geleden nog mogelijk zijn geweest om tot een zekere overeenstemming tussen oppositie en regering te komen, inmiddels is dat vrijwel onmogelijk geworden, want de rotestbeweging in Kiev staat onder invloed van de meest verbeten reactionaire en fascistische krachten. Ook veel provinciesteden staan niet meer onder controle of althans niet langer duidelijk onder de controle van het staatsapparaat en overheidsinstellingen. Deze ontwikkelingen betekenden ook dat de werkelijke geldschieters en machtsbasis van Janoekovitsj en zijn ‘Partij van de Regio’s’, de oligarchen in het oosten van Oekraïne, zich van hem begonnen te distantiëren. Als hij de steun van dit deel van de heersende klasse, de grote zakelijke leiders uit het oosten van Oekraïne, verliest dan zijn zijn dagen geteld. Het is nu al duidelijk dat de oligarchen geen burgeroorlog willen en dus bereid zijn om een schikking met de leiders van de oppositie te treffen, mits het natuurlijk hun eigen belangen niet zal aantasten. Maar ze zijn zeker ook bereid Janoekovitsj op te offeren. Zeker zal hij niet gered worden door het nieuw opgerichte ‘Regeringskamp’, een poging hem te ondersteunen, die slechts een paar honderd aanhangers in de regio’s aan zich wist te binden die vergeleken met de oppositie meer lijkt op een onbedoeld teken van zwakte.

sociale basis

Wat dit allemaal laat zien is dat we met Janoekovitsj hebben te maken met een reactionair presidentieel regime dat zich steeds dictatorialer opstelt, maar waarvan de sociale basis aan alle kanten afbrokkelt en wiens aanhangers hem in de steek laten. Het resultaat is een zigzag koers van het aanbieden van ‘machtsdeling’ aan de burgerlijke oppositie enerzijds met de dreiging van repressie anderzijds. Het is moeilijk te voorspellen hoe dit zich de komende dagen zal ontwikkelen. Een explosieve escalatie naar een volksopstand lijkt mogelijk. Ook een brute onderdrukking van de oppositie en de oprichting van een openlijke presidentiële dictatuur kan niet worden uitgesloten, zelfs indien de noodzakelijke loyaliteit van het leger uiterst twijfelachtig is. Tenslotte, en dat is het meest waarschijnlijke scenario, kan het zijn dat de huidige situatie voor bepaalde tijd met een onstabiel evenwicht van krachten tussen regering en oppositie zal voortduren, inclusief de westerse en Russische “bemiddelaars”.
En de burgerlijke oppositie? Een paar weken geleden zouden de aanbiedingen tot een compromis door Janoekovitsj nog zijn gezien als een ‘verpletterende overwinning’, een compromis dat
de gematigde oppositie enthousiast zou hebben aanvaard. Vandaag zal men het compromis noch accepteren noch verwerpen, dat was althans de eerste hulpeloze reactie van Klitschko na de eerste gesprekken met de overheid. De helden van de oppositie hebben getoond te worden gedreven door de gebeurtenissen. In de eerste paar weken verscheen als ‘het gezicht’ van de beweging de bokser Klitschko, wiens ‘pro-Europese’ UDAR weinig meer dan een paar banale zinnen als programma heeft en die nauwe betrekkingen heeft met de conservatieve partijen in de EU. Juist zijn politieke naïviteit en gebrek aan kleur maakten dat hij kon verschijnen als een ‘spelmaker’, die vanuit zijn ‘eigen kracht’ iets had bereikt, een blijkbaar onbaatzuchtig iemand waar men alle zeer uiteenlopende doelstellingen en belangen van de oppositie kon projecteren. Van iemand anders zou men wellicht niet hebben aanvaard dat hij echt geloofde in alle westerse fabels van vrijheid en eerlijkheid en de strijd tegen corruptie, kreten die hij voortdurend gebruikte. Maar natuurlijk is Klitschko in werkelijkheid niet zo ‘blanco’ en ‘onbaatzuchtig’ als hij zich wil voordoen, in feite is hij en ‘zijn’ partij UDAR nauw verbonden met de Adenauer Stichting van de Duitse christen-democraten, zonder wiens financiële hulp en politieke ‘advies’ UDAR waarschijnlijk niet zou bestaan.

De tweede burgerlijke oppositieleider, Yatsenyuk, speelt weer een andere rol en heeft ook zijn eigen broodheren. Zijn Vaderlandpartij vertegenwoordigt openlijk een deel van de Oekraïense oligarchen, een kleine bovenlaag van multimiljardairs, ‘zakelijke leiders’ die zichzelf genadeloos hebben verrijkt na de onafhankelijkheid en het herstel van het kapitalisme in de voormalige Sovjet-Unie. Zij bepalen de economische en politieke gebeurtenissen in het land. Hoewel sommige van de oligarchen, vooral die in het Russisch sprekende oosten van Oekraïne, de Partij van de Regio’s van de zittende president Janoekovitsj beheersen, verzamelden de overigen zich achter de Vaderlandpartij en in mindere mate rond UDAR. Het spreekt vanzelf dat de leider van de fascistische ‘bevrijdingsbeweging’ Svoboda (Svoboda betekent vrijheid!) waarvan het onverholen racisme en antisemitisme en de moorden op antifascisten een paar maanden geleden door de Europese Commissie nog bestempeld werden als ‘alarmerend’, nooit kon worden gepresenteerd als een ‘bewaker van de mensenrechten’. Klitschko en Yatsenyuk hadden dan ook nooit de bedoeling om Svoboda de leiding van de oppositie op zich te laten nemen. Ze hadden verwacht het apparaat en de organisatorische kracht van de ultrarechtsen voor hun eigen doeleinden te kunnen gebruiken. Hetzelfde geldt voor de westerse imperialisten van de EU, met name Duitsland, maar ook de Verenigde Staten, die achter de oppositie staan. De ontwikkelingen van de afgelopen weken hebben de krachtsverhoudingen binnen het kamp van de oppositie verschoven. In de gevechten tegen de speciale eenheden van het ministerie van Binnenlandse Zaken hebben Svoboda en andere rechts-radicale en fascistische groepen bewezen de ‘voorhoede’ van de oppositie te zijn. Zeker, ze zijn (nog) ver weg van een meerderheid van de massa van honderdduizenden demonstranten, maar hun gewicht is veel groter bij de regelmatige deelnemers aan de demonstraties op het Maidanplein in Kiev en ze fungeren als een megafoon voor ‘onverzettelijkheid’ tegen de regering van Janoekovitsj.

interne tegenstellingen

Tegelijkertijd heeft de uitbreiding van de protestbeweging in veel regio’s van Oekraïne en de bezetting van de overheidsgebouwen ertoe geleid dat de staatsmacht is verzwakt, althans tijdelijk, en dit heeft bijgedragen aan een uitbreiding van de beweging. Dat stelt dan weer hogere eisen aan de leiding van de protestbeweging. Nu de val van Janoekovitsj binnen handbereik lijkt, is het moeilijk om het eens te worden over een ‘compromis’ zonder het vervreemden van de massa’s en niet alleen extreem-rechts.
Dit toont het ontstaan, min of meer openlijk, van interne tegenstellingen binnen de oppositiebeweging. UDAR en de Vaderland Partij zijn nauw verbonden met het Europese imperialisme en een aantal oligarchen, samen met hun clans. Hun doel is een politieke machtswisseling in het voordeel van die vleugel van de heersende klasse in Oekraïne die zich wil richten op de EU. Ze willen de huidige zwakte van Janoekovitsj, de Partij van de Regio’s en de Russischsprekende groep van oligarchen in het oosten en zuiden van Oekraïne benutten om zoveel mogelijk van hun doelstellingen af te dwingen en om een zo groot mogelijk deel van de staat en haar instellingen onder hun controle krijgen. Naast de ‘nobele’ doelstellingen van een verbinding met de EU en toegang tot de westerse markten, verwachten de functionarissen van deze partijen uiteraard dat zij de te verwerven posten in het staatsapparaat in kunnen zetten voor hun eigen snelle persoonlijke verrijking.

Vanaf het begin van de onenigheden in Oekraïne heeft het Europese imperialisme, met het Duitse politieke apparaat, met inbegrip van een aantal partijen en stichtingen (vooral de Konrad Adenauer Stichting van de CDU, die de supervisie had bij de oprichting van UDAR) voorop, aangedrongen op de vorming van een regering die Oekraïne dichter naar de EU zou leiden en die zou komen tot de ondertekening van de associatie-overeenkomst, waarin de rol van de Duitse en Europese economie in Oekraïne zonder mitsen en maren zou worden versterkt. Net als Klitschko en Yatsenyuk hebben ze er geen belang bij dat de zaken uit de hand lopen in het land. Daarom zijn de Westerse politici nu druk in de weer met het promoten van een ‘redelijk evenwicht’ en ‘een compromis’ dat de Partij van de Regio’s en de oostelijke oligarchen integreert in een toekomstige machtsdeling om het land ‘stabiel’ te houden. Ze willen een ‘gecontroleerde’ overgang van de macht, nu dat zowel de president en het vermogen van Rusland om zijn eigen imperialistische belangen af te dwingen zijn verzwakt. Even nog leek het een paar maanden geleden alsof Poetin de winnaar was van de strijd voor Oekraïne, maar het Russische imperialisme lijkt nu te verliezen. Poetin probeerde de geplande associatieovereenkomst met de EU te stoppen door middel van pressie en charme. De pressie was er in de vorm van een ondubbelzinnige bedreiging voor de Oekraïense regering om de handelsroutes van de oostelijke Oekraïense economie lam te leggen. De charme werd aangeboden in de vorm van leningen voor het land, dat te kampen heeft met extreme schulden en inflatie, om het te vrijwaren van een faillissement.

buiten controle

Om in opstand te komen tegen de regering Janoekovitsj en het succes van Rusland te kantelen, probeerde de burgerlijk-liberale oppositie, maar ook de EU, in januari te profiteren van een steeds meer radicale beweging als een stormram tegen Janoekovitsj. Maar dit is nu buiten hun controle geraakt, wat heeft geleid tot lokale rellen, gewapende gevechten met de politie en zelfs een strijd om de macht.
Om de massa’s voor hun karretjes te spannen kunnen Klitschko en Yatsenyuk niet openlijk uitkomen voor hun werkelijke sociale doelstellingen, die ze moeten vermommen met gepraat over ‘vrijheid’ en ‘democratie’ en ook nemen ze, althans oppervlakkig, de echte wanhoop van de bevolking na twee decennia van economische en sociale achteruitgang tot mobilisatiepunt. Het in Oekraïne alomtegenwoordige despotisme, dat natuurlijk onverminderd doorging tijdens het bewind van de Vaderlandpartij met Julia Timosjenko als premier en Joesjtsjenko als president, is nu, met de bijbehorende problemen van corruptie en intimidatie van politieke activisten opeens een actiepunt geworden.
Voor de honderdduizenden die werden gemobiliseerd door de oppositie is de voor de hand liggende vraag waarom er moet worden onderhandeld met een regime dat duidelijk wankelt? Het antwoord is simpel. De oligarchen en de EU (en uiteindelijk Rusland) willen gecontroleerde en ordelijke omstandigheden. Ze willen een Oekraïne dat hun doeleinden dient, niet een land in permanente chaos. Hun vrees werd geuit door Günther Nonnenmacher, redacteur van de conservatieve Frankfurter Allgemeine Zeitung, in een reactie op 28 januari : “Wat als de protesten tegen Janoekovitsj succesvol zijn en de oppositie het roer overneemt? Een versneld proces om Oekraïne dichterbij de EU te brengen zou uiterst riskant zijn. Een coup van de straat kon niet alleen ‘ valse hoop’ wekken, maar vormt ook een verkeerd model voor de toekomst “.
Svoboda daarentegen wil een ‘nationaal Oekraïne’, een fascistische transformatie van betrekkingen. De EU is uiteindelijk niet het centrale streven voor extreem-rechts, zij geven de voorkeur aan de fantasie van een ‘Groot Oekraïne’, die vrij zal zijn van Joden en andere ‘inferieuren’ en tegelijkertijd tot een belangrijke Europese macht zal uitgroeien. Net als zoveel utopieën is dit programma even reactionair als fantastisch. Een ‘onafhankelijk Oekraïne’ of een ‘Groot Oekraïne’ is onmogelijk, omdat het Oekraïense kapitalisme te zwak is.

De invloedssferen tussen enerzijds Duitsland en andere toonaangevende imperialistische EU-lidstaten en anderzijds Rusland zullen moeten worden geherformuleerd. Maar ook de VS en wellicht China zullen een stem in dit kapittel hebben. De enige rol die voorzien kan worden voor Oekraïne is om een satellietstaat van een of andere imperialistische macht te zijn. Ongeacht hun andere verschillen wordt dit als zodanig begrepen door alle fracties van de Oekraïense oligarchen en de partijen in de regering en de burgerlijke oppositie. Zij weten ook dat de regering van een kapitalistisch Oekraïne in de nabije toekomst alleen kan manoeuvreren tussen de EU en Rusland. Maakt niet uit wie er aan de macht is in Kiev, de energielevering van het land is afhankelijk van Russisch gas en olie. Rusland is naast de EU de grootste handelspartner van Oekraïne. Al honderdduizenden Oekraïners werken als goedkope arbeidskrachten in Rusland of Polen.

shocktherapie

De vasthoudendheid en bitterheid van de confrontaties zijn een duidelijk bewijs dat de oppositiebeweging, die wordt geleid door reactionaire en burgerlijke krachten, uitdrukking geeft aan zeer reële en diepgewortelde problemen in de Oekraïense samenleving. Als het alleen om de associatieovereenkomst met de EU of een strijd tussen concurrerende klieken van oligarchen ging, zou dit niet de ontwikkeling van een dergelijke massabeweging verklaren die de rechtse krachten nu exploiteren. Nadat Oekraïne onafhankelijk werd in 1991 ging het herstel van het kapitalisme gepaard met de invoering van de in opdracht van het IMF ingevoerde shocktherapie. Dat leidde tot een daling van het bruto binnenlands product met 60 procent in de jaren 1992-1995! Enkel op basis hiervan zou de economie dan stabiliseren, was het credo. In het kielzog van de stabilisatie van de Russische economie, aan het begin van de 21e eeuw, werd de relatief hoge jaarlijkse groei van gemiddeld 7 procent bereikt. Daarna werd Oekraïne bijzonder hard getroffen door de wereldwijde crisis. Alleen al in 2009 daalde de economische productie met 18 procent. De industrie stortte in en de nationale munt, de hryvna, werd sterk gedevalueerd. De nationale schuld steeg dramatisch, en daarmee ontstonden de permanente problemen om aan de voorwaarden van het IMF te voldoen.
De levensomstandigheden van de overgrote delen van de bevolking zijn al bijna twee decennia op een dieptepunt. De werkloosheid in 2012 was 8,05 procent en in 2013 naar schatting 8,24 procent. Dat lijken op het eerste gezicht niet al te hoge cijfers, maar een blik op de inkomens in de industrie, handel en landbouw geeft een veel nauwkeuriger beeld. Het gemiddelde loon is slechts € 300 per maand, het minimumloon is € 110. Ter vergelijking: het gemiddelde loon in Polen is ongeveer drie keer zo hoog, in Rusland of Wit-Rusland ongeveer 2,5 keer. Geen wonder dus dat honderdduizenden Oekraïners als goedkope arbeidskrachten in deze landen werken. In Oekraïne zelf worden werknemers vaak geconfronteerd met niet-betaling van hun loon, niet alleen in de private sector, maar ook werknemers bij de overheid. Omdat de vakbonden vrijwel geen rol spelen is er weinig kans op succes wanneer loonvorderingen worden ingediend via de rechter. Maar niet alleen de arbeiders in de bedrijven en veel ambtenaren leven in erbarmelijke omstandigheden. Ook in de landbouw is het armoe troef. Vooral in het westen van het land is de sector uiterst onproductief, de individuele boerenbedrijven brengen weinig meer op dan wat nodig is voor eigen levensonderhoud. Het is dan ook geen wonder dat de armoede nog hoger en de gemiddelde inkomens veel lager in het westen van Oekraïne zijn dan in het meer geïndustrialiseerde Oosten.
Sinds het herstel van het kapitalisme is de Oekraïense economie niet alleen stevig verankerd in een mondiale kapitalistische arbeidsverdeling, maar het land wordt intern beheerst door enkele oligarchen, grote kapitalisten die uit de voormalige staatsbedrijven enorme economische rijken opbouwden. De belangrijkste politieke partijen worden gedomineerd door groepen van oligarchen en hun ‘clans’. Zo is er enerzijds het ‘westerse’ blok rond de Vaderlandpartij en UDAR en aan de andere kant de Partij van de Regio’s, samen met hun hulptroepen in de zogenaamde ‘Communistische’ Partij. De oligarchen hebben niet alleen maar het land min of meer onder elkaar verdeeld. Ze zijn er ook in geslaagd ervoor te zorgen dat hun klassenbelangen worden ‘gerespecteerd’ door welke regering dan ook. Dus niet alleen is hun privé-eigendom heilig, maar geen van de partijen die zijn vertegenwoordigd in de Verchovna Rada, het parlement, met inbegrip van Svoboda en de ‘Communistische’ Partij, heeft ooit vraagtekens gezet bij de de facto belastingvrijstelling van deze multimiljardairs. Dit systeem van kapitalistische orde is uiteraard geen exclusieve Oekraïense uitvinding, maar eerder het gevolg van het karakter van het land als een semi-kolonie, waarover door Rusland en de EU wordt gestreden in het kader van een imperialistische wereldorde. In deze situatie kan de ‘big business’ van Oekraïne alleen maar een ‘maffia-achtig’ karakter aannemen. Systematisch nepotisme is de enige weg naar rijkdom. Wijdverbreide corruptie bij de overheid en bureaucratie zijn het gevolg, niet de oorzaak, van wat de enige mogelijke vorm van kapitalisme is voor een dergelijk land. Het EU-beleid, maar ook dat van Rusland, kan en wil dit alleen maar versterken.
Het is de centrale illusie van alle burgerlijke politiek in Oekraïne. Aan de ene kant belooft dat een sterkere integratie in het Westen om het land vooruit te brengen, maar de voorbeelden van Bulgarije en Roemenië geven aan, naast de racistische beperkingen van het vrije verkeer van werknemers in het EU-gebied, wat de echte vooruitzichten zouden zijn voor de Oekraïners. Terwijl de EU wordt geassocieerd met illusoire hoop op vrijheid en een ‘veiliger’ haven lijkt in vergelijking met Rusland. De situatie in Oekraïne wordt ook nog bemoeilijkt door een onopgelost nationaal antagonisme. Eeuwenlang waren de Oekraïners een onderdrukte natie, verdeeld tussen het tsaristische Rusland en het Habsburgse Rijk. Dit werd voortgezet onder het stalinisme, onder de Poolse en ook onder het nazi-regime. Zelfs vandaag de dag zijn de politieke partijen in het land, ook al zijn ze formeel pan- Oekraïens, nog steeds opgezet langs nationale lijnen. Zo hebben de huidige Janoekovitsj regering en de Communistische Partij hun basis in het Russisch-sprekende oosten en zuiden, terwijl de burgerlijke oppositie en Svoboda dominant zijn in het Oekraïens-sprekende westen en noorden van het land.

ironie van de ontwikkeling

Het is een ironie van de huidige ontwikkeling dat de burgerlijke krachten, ondanks al hun oproepen over de ‘algemene belangen van de Oekraïense natie’, onvermijdelijk de verdeeldheid binnen het land versterken in plaats van het samen te trekken. Extreem rechts presenteert zichzelf als de meest consistente voorstander van de beweging en vooral de spreekbuis van de arme boeren en werknemers uit het westen van Oekraïne. In overeenstemming met hun racistische en chauvinistische opvattingen geven zij de schuld van hun armoede niet aan het kapitalisme of de oligarchen, maar aan joden, communisten en Russen. Hun reactionaire nationalistische politiek is, in tegenstelling tot al hun eisen, een stellingname die de opdeling van het land langs nationale lijnen verdiept. Voor een chauvinistische kracht als Svoboda, die zich presenteert als anti-Russisch, is het vrijwel onmogelijk om een massale aanhang te krijgen in het oosten en zuiden van Oekraïne. Als deze beweging zich echter blijft versterken kan dit wel leiden tot de vorming van soortgelijke krachten in het oosten van het land. De sociale voedingsbodem is er voor aanwezig: de massale verarming van de plattelandsbevolking, van de middenklasse in de steden en de meerderheid van de werknemers. Hoewel op het moment een soort van ‘overdracht van de macht’ of machtsdeling tussen de partijen van de oligarchen de meest waarschijnlijke ontwikkeling is, of dat nu zal zijn in de vorm van een overgangsregering of nieuwe verkiezingen is het al duidelijk dat een dergelijke regering geen van de fundamentele problemen van het land op kan lossen. Integendeel, het bestaan van een burgerlijke regering in het land is onlosmakelijk verbonden met de continuering van de oorzaken van al haar problemen.

ontbreken alternatief

Het risico van een verdere versterking van een reactionaire, fascistische massabeweging is des te groter door de bijna volledige afwezigheid van een alternatief. De ‘Communistische’ Partij is een politiek en parlementair aanhangsel van de Partij van de Regio’s. Zij steunt de regering sinds de laatste verkiezingen en is uiteraard medeverantwoordelijk voor haar beleid. Bovendien is het vooral een Russische partij die weinig invloed en maar een beperkt aantal leden heeft in de Oekraïens-sprekende delen van het land. Hetzelfde verhaal gaat op voor de vakbonden, waarvan grote delen nog steeds nauw verbonden zijn met ‘hun’ werkgevers en ‘hun’ oligarchen en waar vakbonden meestal ook nog gesplitst zijn langs nationale lijnen. In dit opzicht heeft de dominante FPU (Federatie van de Oekraïense vakbonden) een relatief hoog organisatieniveau, die ongeveer driekwart van alle vakbondsleden omvat. Maar als de opvolger van de stalinistische, door de staat gecontroleerde vakbonden, heeft zij geen traditie van militante vertegenwoordiging van de belangen van de werknemers, niet alleen in het organiseren van stakingen, er worden niet eens onderhandelingen over lonen gevoerd. Intussen zijn arbeiders wel afhankelijk van de medische zorg, het vakantiegeld en vakantieverblijven die worden verstrekt door de vakbond en dit verklaart de hoge graad van organisatie: hoger dan in Rusland en bijna twee keer zo hoog als in Duitsland.
De tweede grote vakbond van het land is het Verbond van Vrije Vakverenigingen van Oekraïne (KVPU) en is geconcentreerd in het oosten van het land, waar de KVPU ontstond in de vroege jaren 90 tijdens de protesten van de mijnwerkers. Deze bond telt minder dan 300.000 leden. Er werden de laatste jaren ook wel een aantal nieuwe organisaties gevormd, zoals Sahyst Pratsi, die vaste voet gekregen heeft onder de werknemers in de supermarkten van internationale distributeurs zoals Metro en Ashan, maar daarin vindt men slechts een paar activisten. Links is zeer zwak in Oekraïne. De anarchisten en de anarchosyndicalistische organisaties maken deel uit van de oppositiebeweging tegen de regering. Andere groeperingen zoals ‘Borotba’, voeren campagne met de leuze “Nee tegen een burgeroorlog! Tegen het onmogelijke gedrag van de overheid en de rechtsen!” En ze zijn tegen toetreding tot een van de burgerlijke partijen. Maar ze hebben zelf geen programma voor de huidige situatie en verdere ontwikkeling. Zo wordt de situatie in Oekraïne gekenmerkt door belangrijke interne tegenstellingen. De politieke machtsstrijd weerspiegelt een diepe sociale crisis. Enerzijds kan er niet worden doorgegaan zoals tot nu toe, maar anderzijds is er geen echte oplossing in zicht. De interne tegenstellingen zijn in de huidige situatie opmerkelijk. De protestbeweging en de diepe verschillen binnen de heersende klasse hebben het land op een punt gebracht waar zelfs een burgeroorlog en desintegratie mogelijk zijn.

Het op 21 februari 2014 gesloten akkoord tussen regering en oppositie, waarin gemeld wordt dat er voor december vervroegde presidentsverkiezingen komen en dat er in de aanloop naar de stembusgang een overgangsregering komt zal in het licht van het bovenstaande weinig tot niets veranderen.

Bas van der Plas/INSUDOK

———————–

Aanvulling 24 februari:

Janoekovitsj verdreven

Hoe nu verder in Oekraïne?

Het verdwijnen van de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj als gevolg van de maandenlange strijd die voornamelijk op het Maidanplein in Kiev gevoerd werd door de pro-Europa beweging betekent een belangrijke strategische vooruitgang voor de imperialisten van de EU, onder leiding van Duitsland. Ofschoon de voorkeur uitging naar een ‘gecontroleerde’ overdracht van de macht via vervroegde verkiezingen en een compromis met oppositieleiders, is het een signaal van hun vastbeslotenheid om de invloed naar het oosten uit te breiden. Zij waren daartoe bereid om door een gewapende opstand Janoekovitsj het veld te laten ruimen, in strijd met de Europese ‘normen en waarden’ – voor zover die enige betekenis hebben – , hij was immers een democratisch gekozen staatshoofd .

De combinatie van wijdverbreide ontevredenheid door de al 20 jaar voortdurende achteruitgang van de levensstandaard, de illusies die in het vooruitzicht werden gesteld van economische vooruitgang door middel van een nauwere samenwerking met de EU en de wanhopige pogingen van Janoekovitsj om de bezetting van het Maidanplein met geweld te beëindigen, resulteerde in vijf dagen van straatgevechten waarbij tenminste 82 doden vielen, waaronder 13 politieagenten, en meer dan 1000 gewonden. Buitengewoon verontrustend is dat de sleutel tot de overwinning van de opstand de rol was die werd gespeeld door openlijk fascistische bendes zoals Pravy Sektor (Rechtse Sector), Spilna správa, (Gezamenlijke Zaak), de zogenaamde Afghantsy (Afghanistan veteranen) en de aanhangers van Svoboda, waarvan de leider, Oleh Tyahnybok, een van de drie belangrijkste sprekers is van wat inmiddels de Euromaidanbeweging is gaan heten.

Op vrijdag 22 februari hadden de krachten van de Euromaidanbeweging een aantal overheidsgebouwen in Kiev overgenomen, terwijl in West-Oekraïne, in de stad Lviv, de regionale overheden en de politie waren overgestapt naar de opstandelingen en zij stuurden uiterst rechtse activisten en vervolgens rebellerende politiemensen naar Kiev om te helpen Janoekovitsj te verdrijven. (Lviv is een bolwerk van Oekraïens nationalisme. Ik heb daar eind jaren 90 een tijdje gewerkt en kreeg ruzie toen ik Russisch sprak. De burgemeester verbood Russische muziek in openbare gelegenheden en een dronken man werd in een café vermoord toen hij een Russisch liedje begon te zingen).

Volgens sommige bronnen werd het Janoekovitsj verhinderd om naar Rusland te vliegen, de voormalige president vluchtte uit de hoofdstad naar de tweede stad van Oekraïne, Kharkiv, in het oosten van het land. De volgende dag, zondag 23 februari 2014, bewaakt door fascistische milities en rebellerende politieagenten en met een derde van de leden aanwezig, stemde de Verchovna Rada, het Oekraiense parlement, unaniem voor een motie om president Janoekovitsj in staat van beschuldiging te stellen. Ze stemde ook voor de vrijlating van de gevangen genomen leider van de Vaderland Partij en oud-premier, Julia Timosjenko.

Maidan

De drie maanden durende bezetting van het Maidanplein in Kiev heeft de voorwaarden geschapen voor de groei en consolidatie van de fascistische krachten in het land. Het begon als een protest tegen Janoekovitsj die op het laatste moment vorig jaar november, onder druk van Moskou, weigerde een associatieovereenkomst en vrijhandelsovereenkomst te ondertekenen met de EU. Over die overeenkomst was men tien jaar in onderhandeling geweest en werd gepresenteerd als een voorwaarde voor economische vooruitgang in Oekraïne.
Het zou zeker gezien zijn als een lucratieve overeenkomst voor de werkelijke machthebbers in Oekraïne, de oligarchen die zich evenals in Rusland gebeurde schaamteloos verrijkten uit de voormalige staatsbezittingen. Onder deze oligarchen Dmitry Firtash en Petr Poroshenko, de derde en de vierde rijksten van het land, die werden uitgesloten van de oligarchen achter de Partij van de Regio’s van Janoekovitsj. Maar voor de bevolking van Oekraïne zou de overeenkomst met de EU een 40 procent stijging van de prijs van gas hebben betekend, een bevriezing van de lonen, pensioenen en de sociale zekerheid en het radicaal snijden in de budgetten voor overheidsuitgaven, kortom, die dwangmaatregelen die volgens het IMF de weg naar herstel zijn, een ‘geneesmiddel’ dat de levensstandaard van de werknemers in Griekenland, Letland en vele andere landen dramatisch heeft aangetast. Ondanks wijdverspreide ontevredenheid over de dalende levensstandaard was dit niet bepaald een vooruitzicht dat de grote meerderheid van de Oekraïense boeren en arbeiders kon inspireren.
Als gevolg daarvan, hoewel de bezetting van het Maidanplein een solide basis van verzet tegen Janoekovitsj vormde, met aanzienlijke financiële middelen en steun van pro-EU-krachten, kon het verzet zich niet transformeren tot een massabeweging zoals werd gezien in Oost-Europa in de periode 1989-1990. In plaats daarvan werd het vooral een brandhaard voor alle rechtse, nationalistische krachten, met inbegrip van fascisten die per saldo anti-EU zijn, die gestaag aan invloed wonnen met hun combinatie van onverzettelijkheid tegen elk compromis met Janoekovitsj en hun leidende rol in de straatgevechten tegen de politie.
Janoekovitsj besloot uiteindelijk in de dagen die vooraf gingen aan zijn afgedwongen vertrek om uit de impasse te geraken door het breken van de bezetting, het symbolische hart van de oppositie. Toch was het nemen van de toevlucht tot dergelijke wanhopige maatregelen niet effectief, omdat hij niet te maken kreeg met een ongewapende, vreedzame menigte maar met grote en goed georganiseerde fascistische milities, die snel de politie terugdrongen naar hun posities. Dit leidde tot vuurgevechten waarbij tientallen politieagenten en demonstranten doodgeschoten werden. In de nasleep hebben de fascisten hun bloedbijdrage geleverd aan de oppositiebeweging, omdat zij niet meer konden worden beteugeld door de ‘formele’ leiders van de oppositie.
De pogingen van de kant van de EU om een compromis af te dwingen, de vorming van een regering van nationale eenheid, kwam te laat. Wanneer oppositieleiders op het podium op het Maidanplein het woord wilden nemen om dit compromis aan te kondigen werden ze weggehoond. De rechtse milities weigerden niet alleen hun wapens neer te leggen, maar zij stelden een ultimatum dat Janoekovitsj uiterlijk zaterdag 22 februari zou vertrekken of zij zouden hem met geweld uit het ambt dwingen. Ze hoefden hun dreigement evenwel niet uit te voeren: op die zaterdagochtend was niet alleen Janoekovitsj gevlucht, maar de veiligheidstroepen van de regering waren ook verdwenen uit de straten van de hoofdstad.

Vooruitzichten

Hoewel de fascistische milities sterk genoeg waren om de politie aanvallen te weerstaan en de vastberadenheid van de politieke leiders van de oppositie om tot een door de EU voorgestelde overeenkomst met Janoekovitsj te komen deden verstommen moeten ze uiteindelijk, in dit stadium van de ontwikkelingen, worden opgevat als hulptroepen. Zij zullen zeker in aantal, in hun organisatorische kracht en hun moreel zijn toegenomen en zij zullen een factor van belang blijven bij toekomstige gebeurtenissen. Maar waar deze extreemrechtse krachten nu in feite voor hebben gezorgd is de verwezenlijking van de hoofddoelstelling van machtiger krachten. Internationaal betekent dat de deur openzetten voor de EU en binnen Oekraïne betekent dit dat de pro-Europese oligarchen en hun politieke basis, de Vaderland Partij van Julia Timosjenko, weer aan de macht zijn.
Elke suggestie dat, ondanks de aanwezigheid van fascisten, de omverwerping van Janoekovitsj een soort van democratische revolutie vertegenwoordigt zou een ernstige vorm van zinsbegoocheling zijn. Vanaf het begin mobiliseerde de Euromaidan beweging de steun op basis van een reactionair beroep op de separatistische en nationalistische ideologie onder de Oekraïens-sprekende bevolking die is geconcentreerd in het westen van het land. Het succes was minder afhankelijk van de fascisten, maar meer op het ontbreken van een aansprekend alternatief dat leiding zou kunnen geven aan het verzet tegen zowel het regime van Janoekovitsj met zijn steun van het Russische imperialisme, als tegen de plannen van de Europese imperialisten.

Als eerste stappen worden nu voorbereidingen getroffen voor de vorming van een nieuwe regering, met Oleksandr Turchynov, de voorzitter van het parlement, geïnstalleerd als interim-president en de verkiezingen die worden uitgeschreven in mei. De eerste prioriteit van de nieuwe regering zal zijn om zijn eigen controle over het land te consolideren, met name de onderdrukking van elke oppositie vanuit het overwegend Russisch sprekende oosten en zuiden, waar zelfs al stemmen opgaan tot afscheiding. De bedoelingen van de nieuwe machthebbers in Kiev werden vrijwel meteen duidelijk gemaakt door een stemming in het parlement om de status van de Russische taal te verlagen. Aangezien het vooral in de sterk geïndustrialiseerde regio’s in het oosten van het land, de machtsbasis van de Partij van de Regio’s van Janoekovitsj, zal zijn dat het beleid van de EU de grootste impact zal hebben op het gebied van fabriekssluitingen en ontmanteling van diensten moet het breken van de mogelijke oppositie daar een hoofddoel zijn. De nieuwe machthebbers hebben reeds aangetoond dat ze niet zullen terugdeinzen om fascistische bendes te mobiliseren om hun plannen af te dwingen.

Gif van het nationalisme

Hoewel de bevolking van Oekraïne geen enkele politieke steun zou moeten geven aan elementen van het regime van Janoekovitsj omdat dit alleen maar ten bate is van de hem omringende oligarchen die enkel op eigenbelang en zelfverrijking uit zijn, moet er ook gepleit worden voor gezamenlijke actie tegen de nieuwe regering. Links is zwak en verdeeld, terwijl juist op dit moment de dringende noodzaak aanwezig is om in elke stad en elke regio van het land de strategie en tactiek voor de weerstand te ontwikkelen. De historische culturele scheidslijnen tussen Oost en West in Oekraïne zijn de grootste potentiële zwakte voor de bevolking van het hele land. De wereld heeft gezien hoe in het voormalige Joegoslavië generaties van stalinistische onderdrukking en vervolgens de plunderingen door ‘kapitalistisch herstel’ een bevolking open kan stellen aan het gif van het nationalisme. Hoewel geen van de externe mogendheden, noch Rusland noch de EU, een burgeroorlog of de opdeling van het land zou wensen maakt hun inmenging en steun voor regionaal gebaseerde rivaliserende krachten een dergelijke uitkomst niet onmogelijk.
De ‘gewone’ bevolking van Oekraïne is de enige sociale kracht die zowel de noodzaak en de capaciteit heeft om de eenheid van het land te verdedigen. Dat betekent een unitaire, onafhankelijke Oekraïne waarin de economische en militaire middelen van het hele land onder de controle en ten dienste van de bevolking staan en niet de instrumenten van elkaar rivaliserende groepen oligarchen die stuivertje wisselen op de machtsposities. Het betekent een strijd voor de vorming van een economie die de materiële, sociale en culturele behoeften van al degenen die werken of niet kunnen werken dient te verdedigen. Dit betekent dat er een taak ligt voor de bevolking van Rusland, Duitsland en de rest van Europa, om de belangen van de bevolking van Oekraïne te verdedigen en tegen alle maatregelen van ‘hun’ regeringen op te komen, of het nou gaat om een economisch beleid op te leggen of te stoken in regionale tegenstellingen om het land te verdelen. Tegen de politiek van de wanhoop is echt democratisch en internationalistisch verzet nodig, met als voorbeeld de recente Bosnische protesten.

Bas van der Plas/INSUDOK

24 februari 2014