Ga naar de inhoud

De liberale strafstaat

De
bijstand en het gevangenissysteem zijn twee communicerende vaten

7 min leestijd
Placeholder image

Lezing
van het boek 'straf de armen' van de Frans/Amerikaanse socioloog Loic Wacquant
en van enkele publicaties van Nederlandse criminologen leidde tot onderstaand
discussiestukje. Ik werk nog aan een uitgebreider verhaal. (dit stuk van Piet van der Lende verscheen oorspronkelijk op de website van de bijstandbond)

In de
afgelopen decennia is geleidelijk aan de liberale strafstaat ingevoerd. Wat is
de liberale strafstaat? Dit is een overheidsbeleid, waarbij sterk wordt
bezuinigd op de sociale voorzieningen en strafmaatregelen worden ingevoerd om
de onderste lagen van de maatschappij te disciplineren en op hun plaats te
houden. Zij moeten de in toenemende mate gedesocialiseerde loonarbeid
verrichten die als gevolg van de flexibilisering van de arbeid ontstaat. (Het
begrip gedesocialiseerde loonarbeid wordt onderaan uitgelegd) Aan deze arbeid
kun je in toenemende mate geen materiele en immateriele bestaanszekerheid
ontlenen. Wie rebelleert tegen deze situatie of ontsnappingsroutes zoekt wordt
opgesloten en uitgesloten. In Nederland en Amerika is er een explosie van het
aantal gedetineerden.

Het
Work First principe is komen overwaaien uit Amerika, waar het als straf en
disciplineringsmaatregel is ingevoerd na de afschaffing van de bijstand onder
president Clinton. Werklozen die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen
voorzien worden in ruil voor voedselbonnen gedwongen arbeid te verrichten.
Mensen die rebelleren tegen het systeem, of om andere redenen uit de boot
vallen, zijn aangewezen op de informele sector en de illegale straathandel om
in hun levensonderhoud te voorzien. En daarvoor worden ze ook weer gestraft. Er
is een explosie van het gevangenissysteem in de Verenigde Staten qua aantallen
gevangenen, vooral uit de getto's. De situatie in Amerika is geanalyseerd door
de Frans/Amerikaanse socioloog Loic Wacquant, die een ook in het Nederlands
vertaald boek heeft geschreven getiteld 'straf de armen', waarin hij aantoont
dat de bijstand en het gevangenissysteem twee communicerende vaten zijn:
wanneer de bijstand wordt afgeknepen, gaan mensen naar de informele sector om
in levensonderhoud te voorzien, als ze geen andere mogelijkheden zien, en
daarvoor worden ze gestraft met opsluiting. Nederland is wat dit betreft het
enige Europese land dat met de VS kan worden vergeleken. In ons land is het
aantal civielrechtelijke detenties tussen 1985 en 2005 verviervoudigd. Dit zijn
detenties dus van mensen die geen criminelen zijn zoals uit huis plaatsingen,
jeugdinrichtingen, ter onderscheiding van strafrechtelijke detenties.
Criminologen beargumenteren, dat dit een rechtstreeks gevolg is van
bezuinigingen op de jeugdzorg en de opvang van psychiatrische patienten.
Bovenstaande gegevens haal ik uit een artikel van de criminologen M. Boone en
M. Moerings, de cellenexplosie; voorlopig gehechten, veroordeelden,
vreemdelingen, jeugdigen en tbs in Justitiele verkenningen van het WODC hier te
downloaden.

De Raad
voor Maatschappelijke ontwikkeling heeft onlangs de redenen onderzocht voor het
toenemend aantal psychiatrische patienten in de strafrechtsector (Raad voor de
Maatschappelijke Ontwikkeling: straf en zorg, een paar apart; passende
interventies bij delictplegers met psychische en psychiatrische problemen.
Amsterdam, SWP 2007) Zij komen tot dezelfde conclusies als Boone en Moerman.

Waarom
wordt de neo-liberale strafstaat ingevoerd?

Een
belangrijke vraag voor iedere samenleving is hoe de samenleving bij elkaar
wordt gehouden, hoe een situatie kan ontstaan dat groepen en individuen
vreedzaam naast elkaar leven. Het liberalisme bevordert de concurrentie van
allen tegen allen en de overheid bezuinigt sterk op de sociale voorzieningen,
dus de bestaansbasis van de mensen die niet door middel van reguliere betaalde
arbeid in hun levensonderhoud kunnen voorzien. De concurrentie tussen mensen
wordt dus scherper. Tegelijkertijd leidt migratie tot een veelheid aan
verschillende groepen met een cultureel verschillende achtergrond. Wie om wat
voor reden dan ook niet meekan in de concurrentie race komt langdurig aan de
kant te staan. Tegelijkertijd zijn steeds weer nieuwe mensen nodig met kant en
klare nieuwe kennis en vaardigheden. Naast structurele werkloosheid ontstaan
grote tekorten op de arbeidsmarkt. Dit bevordert weer de migratie. Kant en
klare arbeidskrachten worden uit het buitenland gehaald. Werkgevers willen niet
voor de opleiding van nieuwe arbeidskrachten betalen, tenzij de overheid hen
subsidie geeft.

Er is
een veralgemeende en geestelijke onzekerheid, die door het liberalisme wordt
opgeroepen en die nog versterkt wordt door de verspreiding van de
gedesocialiseerde loonarbeid.

Om de
mensen onder deze omstandigheden bij elkaar te houden en de mensen te dwingen
ondanks de desocialisatie van de arbeid mee te blijven draaien in de caroussel
van de flexibele arbeid is de neo-liberale strafstaat ontwikkeld. Dit is in
feite een politiek van uitsluiting, waarbij de economisch overbodigen
uitgesloten worden van de maatschappij en 'onschadelijk'gemaakt. Het
strafsysteem heeft een drieledige functie:

Ten
eerste dienst onderaan de sociale ladder dient straf om de overtollige delen
van de bevolking op te slaan en fysiek te neutraliseren, met name leden van
gestigmatiseerde groepen die in de armoede zijn beland en volharden in de
sociale rebellie tegen hun sociale omgeving.

Een
sport hoger op de maatschappelijke ladder vervult het netwerk van sociale
diensten, politie, inburgeringsorganisaties en het gevangenissysteem een
functie dat ze de discipline oplegt aan de betere lagen van de bevolking en die
delen van de middenklasse, die het moeilijk hebben en in bestaansonzekerheid
leven. De prijs die ze betalen voor een ontsnappings en verzetsstrategie wordt
alsmaar hoger.

Op een
derde meer symbolisch niveau vervult het strafinstituut de functie van een
hernieuwde bevestiging van het gezag van de staat en de hervonden wil van de
politieke elite om duidelijke grenzen af te bakenen en er respect voor af te
dwingen door in haar uitsluitingspolitiek een onderscheid te maken tussen
verdienstelijke burgers en groepen met afwijkend gedrag, tussen 'goede'en
'slechte'armen, tussen hen die het verdienen 'geintegreerd' te worden in het
circuit van de precaire loonarbeid en degenen die op een index terechtkomen en
worden uitgesloten of opgesloten. De conclusie van Boone en Moerman is
duidelijk:

'Nederland
is van een land dat bekend stond om zijn tolerantie ten opzichte van afwijkend
gedrag, verworden tot een land dat zijn problemen met minderheidsgroepen en
probleemgroepen oplost door hen op te sluiten'

Wat is
de desocialisatie van de loonarbeid?

Afname
van zeggenschap in je werk. Door de groei van de communicatie-technologie
kunnen opdrachten en andere informatie op een veel directere en nauwkeuriger manier
worden doorgegeven van de top naar de basis van de bureaucratische hierarchien,
de administratieve of productieorganisatie van grote bedrijven. Prestaties van
het personeel kunnen daarbij op een veel directere manier worden gecontroleerd.
Er is dus een nieuw soort centralisatie van de macht in handen van weinigen.
Personeel krijgt steeds minder speelruimte om een eigen invulling te geven aan
het werk dat ze doen.

Structurele
werkloosheid naast tekorten op de arbeidsmarkt. Automatisering leidde ertoe,
dat de bureacratische pyramides in organisaties ingrijpend veranderden. De
basis van de pyramide hoeft niet meer groot te zijn. Zowel bij hand arbeid als
op kantoor kon routinewerk worden opgeheven door innovaties als barcodelezers,
stemherkenningstechnologie, en micromachines die het werk van de vingers
overnemen. De omvang van het personeel kon worden beperkt door de onderste
functielagen op te heffen. Dit heeft tot gevolg, dat veel personeelsleden
overbodig werden en er in de westerse landen een permanente, structurele
werkloosheid heerst.

Toename
flexibele arbeid.

De
overheid bevordert flexibele arbeid door afschaffing van rechtsbescherming voor
werkenden, het mogelijk maken van tijdelijke contracten en het bevorderen van
uitzendwerk door de oprichting van uitzendbureau's.

Geen
mogelijkheden meer een netwerk van sociale relaties op te bouwen. In de
bureaucratische productiestructuren van vroeger hadden mensen voor langere tijd
een vaste functie, waarbij ze de tijd kregen sociale relaties op hun werk op te
bouwen en een sociaal netwerk te ontwikkelen. Daarbij ontwikkelden ze een
bepaalde binding aan het bedrijf en hadden ze een zij het vaak beperkte
zeggenschap over de inrichting van hun werk wanneer ze tenminste niet aan de
lopende band stonden. Ze waren trots op de organisatie waar ze werkten en het
werk dat ze deden. Bij de flexibele arbeid is deze binding en deze trots geheel
verdwenen terwijl het veel moeilijker is geworden via je werk een netwerk van
sociale relaties op te bouwen.

Het
'sociaal kapitaal' verdwijnt uit de productie-organisaties. De voortdurende
organisatorische veranderingen, waarbij hele afdelingen gesloten kunnen worden
en niemand zeker is van zijn werk, de flexibele arbeid waarbij mensen ergens
niet lang werken leiden tot een groot verloop onder het personeel, geringe
institutionele loyaliteit, afname van het informele vertrouwen onder werknemers
en verzwakking van de institutionele kennis.

————————

Straf de Armen, Het Nieuwe Beleid van de Sociale Onzekerheid: isbn:
9789064454028 · 2006 · paperback (15 x 22,5 cm) – 360p.Oorspr.titel: Punir les
pauvres. Le nouveau gouvernement de l’insécurité sociale – uit het Frans
vertaald door Wim de Neuter · prijs: € 25.00