Ga naar de inhoud

Chomsky: Uit het Westen niets nieuws

Een uitgebreid gesprek met Noam Chomsky, over oorlog, mensenrechten en ‘volgroeide hystorische amnesie’.

33 min leestijd
Placeholder image

Interview uit: Die Hypermacht; USA in Nahaufnahme, Stefan Fuchs (hg), Edition Nautilus, Hamburg – 2003. 10,90 euro
Noam Chomsky, Macht en Terreur, Lemniscaat Rotterdam, 14,95 euro
Dit artikel verscheen eerder in kwartaalblad Buiten de Orde

De professor in de linguistiek Noam Chomsky is waarschijnlijk de intellectueel die het meest op het internet publiceert. Na zijn pensioen werd Chomsky een soort van wereldwijd beschermheer van de globaliseringcriticasters. Met zijn onvermoeibare engagement voor verzet en zijn scherpe kritiek op machtsstructuren is hij ook zeer sceptisch over de rol van intellectuelen. Hoopvol is hij echter over de andersglobaliseringsbeweging zoals die rond het Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre. Voor extreem-rechtse Amerikanen is hij de woordvoeder van een Vijfde Colonne die de sterkte van Amerika wil ondergraven. De mainstream media in de VS daarentegen negeren hem zo goed als ze kunnen. Van zijn hand stamt ook de zeer indrukwekkende studie over het Midden-Oosten conflict en de zeer schadelijke rol die de VS van begin af aan daarin speelde, The United States, Israel and the Palestinias.
Bij Lemniscaat verscheen onlangs de vertaling van Power and Terror, waarin Chomsky de aanslagen van 11 september 2001 plaatst in de context van de Amerikaanse buitenlandse interventies van de Tweede Wereldoorlog: Vietnam, Midden-Amerika, het Midden-Oosten en elders. Het terrorisme van de zwakken tegen de machtigen kan volgens hem alleen worden verklaard vanuit de terreur van de machtigen tegen de zwakken. Deze gedachte verkondigde hij ook in een interview met Stefan Fuchs voor het Keulse Deutschlandfunks eerder dit jaar, nog voor de oorlog van Bush cs tegen Sadam Hoessein

Wanneer je bijna twee jaar na de 11de september door de VS reist levert dat nog steeds een indrukwekkend beeld op. Uw hoop dat door de verschrikkelijke ervaringen van het terrorisme een proces van reflectie op gang zou kunnen worden gebracht, lijkt in hoge mate op een teleurstelling uit te lopen. Vlaggen zo ver als het oog reikt, slogans, militaristische retoriek, een alomtegenwoordige stemming van nationale bewustwording, één die de Europeanen bijna aan 1914 doet herinneren. President Bush bereidt de natie voor op een tweede veldtocht. Hoe verklaart u dit diepe trauma dat door de aanval op de Twin Towers werd veroorzaakt, en dat Amerika voor onafzienbare tijd in een permanente oorlogstoestand heeft gebracht?

Allereerst moet ik vaststellen dat de situatie op een indrukwekkende manier door precies het tegendeel van deze beschrijving wordt gekenmerkt. Twee dagen geleden bijvoorbeeld heb ik op een forum aan de Harvard- “Kennedy School of Government” gesproken. Het was de eerste keer dat ik daartoe in de gelegenheid was. De opkomst was ongelooflijk, ruimschoots meer dan duizend toehoorders, veel meer dan ooit te voren bij vergelijkbare bijeenkomsten.
Enkele dagen daarvoor sprak ik in Milwaukee, een arbeidersstad, tijdens een bijeenkomst die door een actiegroep tegen de Irak-oorlog was georganiseerd; ook daar een groot aantal toehoorders, veel geëngageerde en geestdriftige mensen. En ook in het conservatieve thuisland van de VS, in Houston, Texas, werd ik opgewacht door een enorme mensenmassa. Aan de grootste universiteit in het land, in Austin, Texas, sprak ik voor duizenden toehoorders. Meteen daarop nam de universiteit een resolutie tegen de oorlog aan. Ik kan slechts een klein gedeelte van de uitnodigingen voor zulke bijeenkomsten aanvaarden. Tegelijkertijd trekken honderdduizenden door de straten van Washington en andere grote steden en demonstreren tegen de oorlog. Het is de eerste keer in de geschiedenis dat voordat de oorlog goed en wel is begonnen de protesten zo’n grote omvang hebben. Toen de VS veertig jaar geleden Vietnam aanvielen was het geheel anders. Het heeft jaren geduurd voordat het verzet deze omvang bereikte. Vietnam was toen bijna al helemaal verwoest, de Mekong-Delta letterlijk aan gort gebombardeerd met waarschijnlijk honderdduizenden doden. Aan de andere kant heeft u gelijk. De mensen in dit land leven in angst. In feite is angst een belangrijk doel van de oorlogspartij, de Republikeinen. Zij willen dat deze oorlog plaatsvindt omdat oorlog de angst verder doet toenemen. Een bang gemaakte bevolking stribbelt niet tegen, zij kruipt in haar schulp voor de macht. Daarom de gebeurtenissen van 11 september 2001 worden daarom bewust aangegrepen om een repressieve politiek te kunnen voeren. Dat gebeurd overigens niet alleen in de VS, ook andere regeringen hebben het als geschenk aanvaard en proberen politieke programma’s door te drukken waartegen groot verzet bestaat van de bevolking. Dat is helemaal geen geheim. Paul Kingman bijvoorbeeld is een erkend Harvard-wetenschapper die tot de wetenschappelijke mainstream van zijn discipline behoort en regelmatig columns schrijft voor de New York Times. Daarin heeft hij uitvoerig beschreven hoe onmiddellijk na 11 september, nog voordat de stof van de ruïnes van het World Trade Center was opgetrokken, Republikeinen van de rechtse vleugel duidelijk hadden gemaakt dat ze deze gelegenheid wilden gebruiken om hun reactionaire politieke plannen door te zetten in het voordeel van de kleine economische machtselite, die zij vertegenwoordigen. Je hoeft je alleen maar te verplaatsen in de positie van een leider van de verkiezingscampagne van de Republikeinen. Natuurlijk moeten de mensen rond Bush verhinderen dat de mensen gaan nadenken over hun verloren banen en pensioenaanspraken, of hoe zij hun oude moeder moeten verzorgen, waarom ze geen ziektekostenverzekering hebben, hoe hun kinderen in een verwoeste omgeving moeten leven of waarom de rijkdom zich in steeds minder en steeds corruptere handen concentreert. Ze kunnen beter de “dappere cowboy” bewonderen, die hen door de beheerste inzet van een enorme militaire macht van een zekere vernietiging heeft gered op het “eerste slagveld van de 21ste eeuw”, zoals Bush het meestal uitdrukt.
Herinnert dit aan een episode in de Duitse geschiedenis? Zeer zeker doet het dat! Maar ook in de geschiedenis van andere landen kun je deze strategie terugvinden. En het werkt! Ze produceert een zeer oppervlakkige populariteit, een populariteit die op vrees berust.
Het zijn dezelfde mensen waarvoor ik spreek, en zij zijn bang. En het is waar, ze zwaaien met vlaggen! Maar dat kan zo omslaan. Men moet de angst steeds opnieuw prikkelen. Zij zijn bang, en deze angst is ook niet volledig zonder reden. Maar de regering doet er alles aan wat in haar macht ligt om deze angst te vergroten, blaast zelfs de objectieve gevaren op. Men heeft geen CIA, geen BND noch een Mossad nodig om te weten dat een Amerikaanse aanval op Irak het gevaar van terreur vergroot, dat het de manier is om hele generaties van terroristen voort te brengen die naar wraak dorsten. Wetenschappers als de politicoloog Kenneth Walz hebben er al op gewezen dat de VS door agressieve politiek andere landen ertoe dwingt massavernietigingswapens te ontwikkelen. Eenvoudigweg omdat ze helemaal geen andere verdedigingsmogelijkheden tot hun beschikking hebben tegen deze militaire kolos. Dat geldt voor atoomwapens, maar ook voor het terrorisme. Tenslotte hebben de VS openlijk verklaard dat het haar geweldige militaire overmacht vastberaden zal gebruiken voor de uitbouw van haar heerschappij en zich niks zal aantrekken van wat anderen daarvan denken. Wij zijn de oorzaak voor een hoop angst in de wereld en dat veroorzaakt bij ons zelf weer een nog grotere angst. Angst voor de vijanden die Amerika willen vernietigen.
Men moet weten dat de ploeg rond Bush hoofdzakelijk uit gerecycleerde Reagan-mensen bestaat. Dat zijn recidivisten. Ze doen precies wat ze 20 jaar geleden ook al hebben gedaan, toen ze de eerste keer aan de macht kwamen. Precies zoals toen wordt ook nu het bestaande begrotingsoverschot in een gigantisch tekort omgebogen. Op die manier kon men doordrukken wat de Republikeinen “verantwoorde omgang met belasting” noemen, wat niets anders betekent dan het snijden in de sociale zekerheid, het afschaffen van hulp aan grote bevolkingsgroepen ten gunste van een verdere concentratie van rijkdom. En wederom gebeurt dit in de luwte van de angst. Herinneren we ons: in 1981 had Ronald Reagan al eens opgeroepen tot de “oorlog tegen de terreur” met precies dezelfde retoriek als na 11 september. Wie waren toen de terroristen? Dat waren de Sandinisten in Nicaragua waarvan de regering beweerde dat ze elk moment Texas konden binnen marcheren, dat ook slechts op twee dagmarsen van Nicaragua ligt. Heel Amerika beefde!
De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken George Schulz [nú het hulpje van A. Schwarzenegger, kandidaat voor het gouverneurschap van Californië, red] beweerde in alle ernst dat de Sandinisten een strategie volgden uit Hitlers Mein Kampf en de verovering van het halfrond planden. Je moet je dat voorstellen, één van de armste landen van de beide Amerika’s marcheert richting Washington en verovert het halfrond volgens de plannen van Adolf Hitler. Reagan riep wegens deze “existentiële bedreiging van de veiligheid van de Verenigde Staten” de nationale noodtoestand uit, en verlengde deze jaar na jaar. Tegelijkertijd verschanste hij zich achter tanks in het Witte Huis, omdat zogenaamd Libische moordenaars in opdracht van Kadhaffi de straten van Washington onveilig maakten.

Angst is een standaardtechniek van de macht. Door angst kan men elke oppositie tot zwijgen brengen. De Verenigde Staten hebben het niet uitgevonden maar het functioneert hier erg goed omdat Amerikanen door verschillende redenen bijzonder sterk neigen tot hysterische angst. Wanneer je bijvoorbeeld de statistieken van criminaliteit vergelijkt, kan je vaststellen dat de criminaliteit in de VS niet wezenlijk hoger is dan in Europa. Een uitzondering vormt alleen het vuurwapengebruik, maar dat heeft met de wapenwetgeving te maken. De angst voor misdrijven is hier echter ongelooflijk veel groter dan in Europa.

Hetzelfde geldt voor de angst voor drugs, maar eigenlijk geldt het voor bijna elk gebied. Neem de angst voor ‘aliens’. In Europa geloven misschien een paar idioten in een gesloten inrichting dat wij door buitenaardsen geïnfiltreerd zijn. In de VS daarentegen is deze angst wijdverbreid. Of de angst voor de Verenigde Naties, die uit zwarte helikopters schieten en een bloedbad onder Amerikanen zullen aanrichten. Er is in Amerika elke keer wel een reden voor hysterie. Dat heeft een traditie. Misschien heeft het te maken met de verovering van het continent en de massamoord op de oorspronkelijke bewoners. Misschien met iets anders. In elk geval kan deze angst politiek worden misbruikt.
Tenslotte zijn de VS de thuisbasis voor de wereldwijd grootste reclame-industrie. Public relations wordt zeer bewust ingezet om mensen te beïnvloeden. Zij moeten tot bewustzijnsloze, passieve, apathische wezens worden gemaakt. Ongeveer een zesde van het bruto nationaal inkomen, meer dan en biljoen dollar, wordt elk jaar uitgegeven aan marketing, dus voor manipulatie en gedragssturing. Het is de kern van ons kapitalisme dat erop uit is onze instellingen, onze gevoelens te controleren, zodat de mensen ertoe worden gebracht dingen te consumeren waarmee ze niets kunnen aanvangen.
Daarom wordt veel geld en creativiteit wordt daarvoor verbruikt. En in het geval van 11 september was de werkelijke gebeurtenis angstaanjagend genoeg. Voor de eerste keer in de geschiedenis werden de kanonnen omgedraaid. In Europa had zoiets al plaatsgevonden – natuurlijk niet met zulke dimensies – en de Europeanen hebben zich door de eeuwen heen nog al eens wederzijds van het leven beroofd. Nu hebben echter voor de eerste keer degenen die traditioneel de rol van slachtoffer hadden, een klein deel van het geweld dat ze tot nu toe van het Westen over zich heen hadden gekregen teruggegeven. En dat is natuurlijk een enorme schok.

Wat zijn de afzienbare gevolgen voor de Amerikaanse binnenlandse politiek, voor links Amerika bijvoorbeeld? Betekent het een splitsing in een patriottisch en een links deel? Wat zal de uitwerking zijn op groepen die het globaliseringsproces kritisch bekijken?

Je moet voorzichtig zijn met etiketeringen als “Amerikaans Links”. De Verenigde Staten zijn een volledig ontpolitiseerde maatschappij. Er zijn geen werkelijke politieke partijen, geen politieke organisaties. Er zijn talloze mensen die zich met veel dadendrang bezighouden op elk mogelijk gebied. Maar je kan ze moeilijk in een traditioneel politiek spectrum rangschikken. Laten we de solidariteitsgroep “The pledge of resistance” in Milwaukee, waarover ik eerder sprak, als voorbeeld nemen. Activisten van zulke groepen hebben al in de jaren ’80 compleet nieuwe wegen van verzet tegen het imperialisme bewandeld. Heeft men ooit gehoord dat Fransen tijdens de Algerijnse Oorlog naar Algerijnse dorpen zijn gegaan, er leefden en door hun aanwezigheid bewoners beschermden? In de jaren ’80 gingen tienduizenden Amerikanen naar Midden-Amerika om de slachtsoffers van het geweld veroorzaakt door hun eigen land bij te staan. Wat zijn dat voor mensen? Velen worden gedreven door christelijke en missionaire overtuigingen. Maar eigenlijk is het hele politieke spectrum vertegenwoordigd. Er bestaat een geweldig potentieel aan actiegroepen die zich inzetten voor een rechtvaardige wereldhandel, voor vrouwenrechten, voor de vrede. Maar wanneer je ze bijvoorbeeld zou vragen naar hun mening over zeggenschap binnen bedrijven, dan zouden ze daar niks over kunnen zeggen. Daar ligt hun hart niet.
Aan de andere kant staan de linkse intellectuelen. Die schrijven artikelen en geven de linkse kranten uit. Ik moet je daar gelijk in geven want de meesten gedragen zich nu behoorlijk “patriottisch” en zijn enthousiast voor de oorlog. Maar dat ligt in de natuur der dingen. Je hebt 1914 aangehaald. In Duitsland, in Frankrijk, Engeland, de Verenigde Staten hebben intellectuelen toen de oorlog hartstochtelijk begroet. Slechts een hele kleine minderheid was er tegen, de meesten zijn zoals bijvoorbeeld Rosa Luxemburg en Bertrand Russell in de gevangenis beland. Dat heeft zich tijdens de Vietnam-oorlog herhaald. In tegenstelling tot de bevolking waren de meeste Amerikaanse intellectuelen voor de oorlog. Laat, heel laat pas zijn ze van mening veranderd. En zelfs toen waren hun belangrijkste bezwaren nog van technische aard: het kost teveel, de verliezen worden te groot! Men kan van intellectuelen niet verwachten dat ze al te kritisch ten opzichte van een machtssysteem staan.. Dit is inclusief de linksen. Op deze regel bestaan slechts zeer weinig uitzonderingen. Het verzet wordt dus door burgerbewegingen gedragen en ze neemt toe. Je hoeft slechts het aantal deelnemers te vergelijken van het Wereld Sociaal Forum in het Braziliaanse Porte Alegre voor en na 11 september. Ze zijn bijna vervijfvoudigd.

De regering stuurt vandaag de dag doelbewust op een oorlog aan en in zo’n situatie verliezen natuurlijk andere aandachtspunten aan betekenis en concentreert zich alles op het nog stoppen van deze veldtocht. Daarom liepen eind oktober 2002 100.000 demonstranten door de straten van Washington, protesteerden 200.000 mensen in het gehele land. Het hield de mensen natuurlijk ook hoofdzakelijk bezig of deze oorlog met haar ernstige gevolgen te vermijden zou zijn.

Hoe verklaart u het dat het voor de oppositiebeweging en activisten zo moeilijk is zich ook politiek te manifesteren. Waarom is het Amerikaanse politieke systeem zo gesloten, zo onveranderlijk dat zelfs de enorme achteruitgang van de levensomstandigheden voor de middenklasse nauwelijks enige reflex teweegbracht?

Jouw beschrijving is raak. Maar vergeet niet dat de VS slechts een extreme variant zijn van wat zich ook in de meeste andere industrielanden afspeelt. Europa gaat dezelfde kant op! De politieke partijen hebben ook daar de belangen van de brede meerderheid uit het oog verloren. Dat komt gedeeltelijk door wat we neoliberalisme noemen. Democratische besluitvormingssystemen worden ontmantelt, de macht wordt in de handen van oligarchieën gelegd. Dat gebeurt door de liberalisering van de financiële markten alsook door de privatisering van de overheidsuitgaven. Het neoliberalisme is een reactie op de democratiseringsprocessen en de burgerrechtenbeweging uit de zestiger jaren die de machtselite grote angst bezorgden.
Je hebt gelijk dat de VS het verst zijn op deze weg, en dat ging hier ook zeer makkelijk. We hebben geen echt politiek systeem. Hier bestaat alleen die ondernemers-partij met twee vleugels. En dat is al heel lang zo. De Verenigde Staten zijn een enorm land dat in veel, heel veel kleine groepen is verdeeld. De mensen leven in een grote isolatie en werken ongelooflijk hard. In een gezin moeten beide partners praktisch voltijds werken, alleen om de levensstandaard op enigerlei wijze te kunnen behouden. De hoogte van de inkomens zegt daarbij relatief weinig, omdat de mensen vanaf hun geboorte met een ongelooflijke overvloed aan reclame worden overstelpt, die probeert het laatste geld uit hun zakken te kloppen. Je ontkomt niet aan de reclame. Ze is de eigenlijke inhoud van de televisie, al het andere dient er slechts toe de kijkers bij de les te houden. Daarachter wordt een geweldige inspanning geleverd om het gedrag van de mensen tot in de kleinste details in de greep te krijgen. Het Taylorisme was de poging, de mensen in de arbeid te sturen, om er voor te zorgen dat ze niet vrij konden beschikken over hun eigen werk, zich niet organiseerden. Sinds de jaren twintig van de vorige eeuw worden er ook aanzienlijke wetenschappelijke inspanningen geleverd om het leven buiten de arbeid in een gelijke greep te krijgen.
De wetenschappelijke literatuur over reclame laat er geen enkele twijfel over bestaan. Doel is het elk moment van het leven, van geboorte tot de dood, bruikbaar te maken voor consumptie. Ondertussen worden de arbeidstijden steeds langer, worden de lonen steeds lager, wordt de gegarandeerde vakantie afgeschaft, bestaat er geen publieke gezondheidszorg meer, en ook geen pensioen. Individuen lossen op in een soort van geatomatiseerd bestaan, verdwijnen in de woorden van de reclame, in de oppervlakkige dingen van het leven. De marsrichting is consumptie in plaats van engagement. En de mensen lopen in het gareel.

Als je vraagt naar het waarom mensen steeds minder komen opdagen bij verkiezingen, zal je vaststellen dat de mensen het politieke systeem eenvoudigweg niet meer serieus nemen. Op Harvard lopen onderzoeksprojecten over de “verdwijnende kiezers”.
De presidentsverkiezingen van 2000 waren in werkelijkheid kiezersbedrog, maar wie is daar in geïnteresseerd? Van de bevolking beschouwt 75 procent het hele verkiezingsspektakel alleen nog maar als een farce, als een soort van privé-pleziertje voor de beterverdienenden onder massale begeleiding van de reclameindustrie, die kandidaten creëert, die dingen zeggen waar ze helemaal geen verstand van hebben. En als je dan toch naar het stemhokje gaat, blijken de criteria alles behalve dan in je eigen belang. De rijken stemmen in hun eigen belang, zij kiezen voor de reactionaire vleugel van de Amerikaanse ondernemerspartij, omdat die hen belastingverlaging belooft. De grote massa van de Amerikanen neemt een besluit volgens compleet irrelevante criteria, die met hun economische of existentiële belangen helemaal niets te maken hebben: of de kandidaat religieus is of niet, of dat hij mensen vuurwapens wil laten behouden.
Wanneer je in dit land een politiek systeem wilt opbouwen, dan zul je van voren af aan moeten beginnen. Er is heel veel activisme, meer dan in Europa, maar zonder werkelijke brandpunten. Je moet eens de verschillende wijken hier in Boston bezoeken en je zult snel vaststellen dat de mensen in het ene deel van de straat [ in ‘ origineel’ staat Stadt = stad, maar misschien fout] niet weten wat hun buren aan de andere kant doen. Er vindt hoegenaamd geen communicatie plaats. Een boel actie, maar nauwelijks interactie. Om dat te veranderen heb je heel veel geld, een ongelooflijke inspanning en hardnekkigheid nodig. Dat is nauwelijks op te brengen.

U heeft benadrukt dat de gebeurtenissen van 11 september een keerpunt zijn omdat het de eerste keer was dat “de kanonnen omgedraaid” werden. Tegelijkertijd heeft u echter geconstateerd dat er een historische continuïteit bestaat tussen projecten die voor en na 11 september in het Westen werden nagestreefd. Welke projecten zijn dat en hoe omschrijft u hun doelstellingen?

Allereerst moet je vaststellen dat 11 september natuurlijk gevolgen heeft. De slachtoffers van het terrorisme waren dit keer noch Tsjetsjenen, noch Cubanen, Libanezen of Nicaraguanen.
Dit keer waren het burgers van de grootste imperiale Grootmacht zelf. Daaruit moet dan volgen dat deze aanslagen hele andere gevolgen voor de wereld zal hebben dan de traditionele slachtoffers van door het Westen beoefende staatsterrorisme dit hadden kunnen bewerkstelligen. De slachtoffers in de Derde Wereld kunnen in het uiterste geval proberen tegenstand te bieden. Wat tot nu toe is gebeurd komt overeen met wat je kunt verwachten.
De 11de september is voor elke repressieve staat het voorwendsel om het gebruik van geweld uit te breiden. Rusland doet dat in Tsjetsjenië, China in het westen van haar rijk, Indonesië in Atjeh, Israël in de bezette gebieden. Van de dictaturen in Centraal-Azië tot de democratische maatschappijen in het Westen, overal wordt 11 september misbruikt als een disciplineringsinstrument tegenover de eigen bevolking. Al deze terreurwetten hebben zeer weinig van doen met de strijd tegen het terrorisme.

Aan de andere kant worden de belangrijkste politieke projecten eenvoudig verder doorgetrokken. Het neoliberale project bijvoorbeeld, met het steeds meer overdragen van macht naar ondernemingen, naar de financiële instellingen zodat de wereld deze onaangename vermenging van liberalisme en protectionisme moet accepteren. Op zo’n wijze dat zij de regels van de wereldhandelsorganisatie bepalen.
Voor de binnnenlandse politiek betekent dit een voortzetting van de herverdeling van rijkdom en macht ten gunste van een steeds kleinere laag. Bush heeft al geprobeerd een verdere duurzame belastingverlaging voor de rijken door te drukken. Het lukte hem dit keer niet, maar na de Irak-oorlog doet zich vast wel weer een gelegenheid voor.
Dat is ook de eigenlijke reden waarom Irak juist nu een probleem is en niet over zes maanden. Sadam Hussein is zonder twijfel een verschrikkelijke, moordzuchtige misdadiger, wat hij al was toen de Verenigde Staten en Groot-Brittanië hem nog vrolijk ondersteunde en bijstonden. Terwijl hij zijn grootste verschrikkingen begon hielpen zij hem massavernietigingswapens te ontwikkelen. Dat was toen consequentie van de Koude Oorlog want ook de Russen ondersteunden Irak. Beëndiging van de steun stond ook niet ter discussie tijdens de Iran-oorlog, die na het eind van de oorlog gewoon doorging. Tot dat de Iraakse inval in Koeweit werd voortgezet. Als reden werd toen gegeven dat het “onze plicht is de Amerikaanse exportindustrie te ondersteunen.” Zij die dat toen gezegd hebben zijn dezelfden die vandaag aan de macht zijn.
Saddam Hoessein is nog altijd hetzelfde monster, maar hij is aanzienlijk zwakker dan tien jaar geleden toen het Westen hem ondersteunde. De mensen in de regio verachten Hoessein, maar ze hebben geen angst. Ze hebben veel meer angst voor de VS. Ze proberen weer betrekkingen met hem op te bouwen omdat ze weten dat ze geen andere keus hebben. Dat Hoessein een monster is kan voor Washington niet doorslaggevend zijn. Toen hij één van zijn grootste misdaden beging, zoals de gifaanval op de Koerden, ondersteunden ze hem zonder met de wimpers te knipperen. Wat is het dan dat hem plotseling tot een dodelijke bedreiging maakt dat zelfs veiligheidsadviseur Condoleezza Rice een atoombomwolk boven New York voorspelt als Irak niet meteen wordt overwonnen? Is de inschatting voor het gevaar veranderd? Natuurlijk niet! Deze mensen zijn tenslotte niet gek. Nee, het is die ene, waarschijnlijk unieke gelegenheid om de oeroude plannen te realiseren voor de verovering van de (na Saudie-Arabië) wereldwijd grootste olievoorraden.
En men moet zich daarbij strikt houden aan de tijdsplanning. Het moet nu gebeuren en niet volgend jaar! Niet wegens Sadam Hoesseins atoomwolk boven New York, maar omdat aankomende winter de verkiezingsstrijd al in volle gang is en dan moeten de Amerikaanse kiezers in de juiste stemming zijn gebracht. Onder geen beding mogen ze nadenken over de pensioenen of over de gezondheidszorg. Ze moeten zich de jongste triomf van de grote “cowboy” herinneren. Dat hij hen heeft gered van een zekere ondergang. Dat is een standaard-techniek van de macht. Een politieke banaliteit!
Een Duitse minister van Justitie moest aftreden omdat zij zulke banaliteiten had uitgesproken. Maar ze had in principe gelijk en dat kan men zowel in de Duitse geschiedenis als elders bevestigd zien
Niemand heeft tot dusver iets doeltreffend kunnen bedenken. Daarom is Sadam Houssein plotseling een dodelijk gevaar, daarom moet men nu ten oorlog trekken. Maar er zijn eenvoudigere oplossingen. Natuurlijk is het waanzin maar desondanks wezenlijk verstandiger als dat wat nu wordt voorbereid of zou het op z’n minst zijn als de aangedragen redenen ook de werkelijke zouden zijn. Waarom laat men Iran niet optrekken tegen Sadam Houssein? De diktator wordt afgezet, men is af van zijn massavernietigingswapens en elke toekomstige regering zal met geestdrift worden begroet door de Shiiten, de meerderheid van de bevolking. Ze zullen juichen vanaf de daken.
Geen Amerikaanse slachtoffers, geen Israëlische slachtoffers, geen problemen met de Verenigde Naties. De enige moeilijkheid is dat Amerika op deze manier niet in het bezit komt van de Irakese olie, en dat George Bush geen oplossing heeft voor zijn binnenlandse politieke problemen. Dat alles wordt hier in het land niet bediscussieerd. In elk geval niet onder intellectuelen, die zoals altijd een oogje hebben op de macht.
En als ze er al over discussiëren dan gaat het louter over de tactische aspecten, bijvoorbeeld of het misschien niet teveel gaat kosten. Nooit wordt de handelwijze principieel ter discussie gesteld. Maar dat is niets nieuws en ook geen bijzonderheid voor de Verenigde Staten.

Een deel van Europees links ziet in de aanval op het WTC een verzet tegen het proces van globalisering, een soort van disfunctioneren van de machtsverhoudingen tussen centrum en periferie van het wereldwijde economische systeem. Het terroristisch geweld als antwoord op de structurele en culturele gewelddadigheid van de wereldeconomie. Wat vindt u van deze these?

Laten we deze bewering eens kritisch onder de loep nemen! In 1993 vond de eerste aanval plaats op het WTC. Toen probeerden groepen die in verbinding stonden met Al Quaida de Twin Towers, het FBI- en VN-gebouw en de tunnel onder de Hudson rivier op te blazen. Het was hun bijna gelukt, het scheelde echt niet veel of toen waren al duizenden mensen om het leven gekomen. De aanvoerder in 1993 was een Egyptische islamiet uit de kringen van fanatici die de VS in Afghanistan had georganiseerd en getraind zodat ze daar de Russen krachtig zouden aanvallen.
Had de aanslag van 1993 deze verheven doelen? Had Ab dar-Rahmen ook ooit maar iets van het anglo-amerikaans systeem van wereldheerschappij vernomen? Dat is toch onzin! En 11 september is slechts een herhaling en deze keer is het gelukt.
Ik baseer me op wat wij weten van die islamieten. Ik bedoel, ze mogen dan waanzinnig zijn, maar ze zeggen zeer precies en al zeer lang wat hun doelen en motieven zijn. In de jaren ’80 hebben de Britse geheime dienst en de CIA de meest gestoorde moordenaars bij elkaar gedreven, in een trainingskamp gestopt en bewapend. Zij werden toen losgelaten op de Russen. Met ondersteuning van de VS hebben zij de gehele jaren ’80 terroristische aanslagen gepleegd in Rusland. In elk geval zulke ernstige aanslagen dat ze bijna leidde tot een oorlog tussen Pakistan en Rusland. De Russen verlieten Afghanistan, en deze mensen hebben het land dat men aan hen had overgelaten vervolgens verwoest. Zo gauw echter, om het in hun terminologie te zeggen, “de ongelovigen het heilige land” hadden verlaten, zijn ze gestopt met hun aanvallen. In Tsjetsjenië zijn ze er mee doorgegaan maar dat is in hun ogen weer een geval van bezetting van een “heilig land door de ongelovigen”.
In dezelfde tijd dat ze voor de eerste keer probeerden het WTC op te blazen, liet Bill Clinton Afghaanse terroristen naar Bosnië vliegen zodat ze daar konden deelnemen aan de Amerikaanse veldtocht. Het keerpunt in de verhouding met de VS vond plaats toen Amerika het in hun ogen “allerheiligste land aller landen” bezette, met het opzetten van militaire steunpunten in Saoedi-Arabië en in de regio dictatoriale regimes ondersteunden, die naar hun ideeën niet “islamitisch” zijn.
Dat is hun doel! Ze staan dan ook onverschillig tegenover de globalisering.
In de regio en in de gehele wereld bestaat daarnaast nog een zeer grote groep sympathisanten. Daaronder bevinden zich ook mensen die eigenlijk hun grootste vijanden zijn, de verwesterde, geprivilegieerde lagen in bijvoorbeeld Saoedi-Arabië. En ook deze sympathisanten zijn alles behalve criticasters van de globalisering. Ze zijn advocaten of managers van transnationale ondernemingen
en ze staan in het centrum van het door de VS gestuurde globaliseringsproces, en desondanks zijn ze verbitterde critici van de Amerikaanse politiek van de afgelopen 50 jaar.

George Walker Bush is niet de eerste die de vraag stelt waarom ze ons toch zo haten. Eisenhower heeft zich al in 1958 in de nationale veiligheidsraad gebogen over wat hij noemde “een anti-Amerikaanse haatcampagne in de Arabische wereld.” Hij kwam toen ook al tot de conclusie dat de oorzaak te vinden zou zijn in de Amerikaanse ondersteuning van meedogenloze dictaturen, die elke democratisering blokkeren en wier enige bestaansreden het veilig stellen is van de aardolie voor het Westen.
Na 11 september heeft Wall Street Journal een rondvraag gehouden onder welvarende moslim bankiers, advocaten en freelancers en ze kregen hetzelfde te horen. Deze mensen houden van het Amerikaanse economische systeem, ze willen gedeeltelijk hetzelfde, en ze houden van de “Amerikaanse vrijheid en democratie”. Maar ze haten de VS omdat deze systematisch verhindert dat deze verworvenheden ook in hun regio werkelijkheid worden. Overal, van Egypte tot Pakistan, krijgt men dat te horen.
Het wordt tegenwoordig natuurlijk overschaduwd door het conflict tussen Israël en Palestina, door de sancties tegen Irak en de oorlogsvoorbereidingen maar het is een duurzaam ressentiment, dat te herleiden is tot de tijd dat de Britten Mohammed-Ali’s industriële revolutie blokkeerden.
En het wordt tegelijkertijd een rijk reservoir voor de doorgedraaide islamitische groepen die door de CIA en de Britse geheime diensten werden georganiseerd.
Een zeer gevaarlijke en profane alliantie!
En alle diensten, van de FBI tot de Franse geheime dienst zijn het erover eens dat de Amerikaanse aanval op Irak dit verband alleen maar sterker maakt.

Het ‘nieuwe humanisme’ is een politiek discours waarvan u zegt dat Tony Blair en Clinton de aanstichters zijn. Voor links Europa is dat daadwerkelijk een soort splitsing, velen hebben de arrestatie van Pinochet begroet, de oorlog tegen Servië ondersteund, omdat de beelden van de voorafgaande volkerenmoord in Kroatië en Bosnië de passiviteit haast ondraaglijk in beeld bracht. De in het postcommunistische tijdperk mogelijk geworden inmenging in de ‘binnenlandse aangelegenheden’ van andere landen, is daarom door velen als een positieve uitbreiding van het internationale recht begroet. Is deze “humanitaire kwestie” daadwerkelijk alleen een machtig instrument voor de manipulatie van de publieke opinie in het Westen?

Je moet toch al een volgroeide historische amnesie opgelopen hebben om waarde te hechten aan dit discours. Wat is namelijk nieuw aan de “inmenging in binnenlandse aangelegenheden”, of aan “regimewisseling”? Veertig jaar geleden al had John F. Kennedy zijn staf bevolen, zoals het letterlijk heette, “alle plagen van de aarde” op het Castro-regime los te laten, omdat “diens naakte bestaan alleen al een succesvolle uitdaging van de Amerikaanse positie in deze regio van de laatste 150 jaar betekent.’
Wat volgde waren zeer gevarieerde staatsterroristische pogingen die leidden tot de Cuba-crises en ook na Cuba-crises werden voortgezet. Steeds ging het daarbij om een “regimeverandering”.
In 1962 wendde Dean Atchinson zich in zijn rol als ‘elder statesman’ tot het ‘Amerikaanse Genootschap voor Internationaal Recht’ en deelde haar mee dat “het geen overtreding van het internationaal rechts is wanneer de VS reageert als haar macht wordt uitgedaagd door Cuba”. Kan het duidelijker?
Is Bush in zijn ‘nationaal veiligheidsrapport’ daarover heen gegaan? Natuurlijk niet! En dit is slechts een voorbeeld uit velen. Was het namelijk niet “regimeverandering” dat de VS probeerde te bewerkstelligen toen ze door het Internationale Gerechtshof wegens staatsterrorisme tegen Nicaragua werd veroordeeld? Je moet wel helemaal blind naar de geschiedenis kijken als het je niet opvalt dat het regel is.
Wat betreft interventies om humanitaire redenen: er zijn in de naoorlogse periode een aantal acties ondernomen, hoewel die niet alleen uit humanitaire redenen werden ingezet, die niettemin positieve gevolgen hadden voor de mensenrechten situatie.
Als er al een tijdperk van humanitaire interventies was, dan waren dat de jaren ’70 van de vorige eeuw. De decennium begon met het ingrijpen van India in Pakistan, waarmee de Indiërs een verschrikkelijke slachting van miljoenen mensen beëindigde. En het decennium eindigde met het ingrijpen van Vietnam in Cambodja, dat de razernij van Pol Pot tot een einde bracht op het moment dat het zijn hoogtepunt had bereikt.
Waarom gelden de jaren zeventig niet als het ‘humanitaire tijdperk’? Tenslotte werd er meer tegen volkerenmoord gedaan dan bij alle interventies van het Westen bij elkaar. Heel eenvoudig: omdat hier de verkeerde leiders, namelijk niet Bill Clinton of Tony Blair, maar de leiders van willekeurig welk Derde Wereldland humanitaire actie ondernamen, en omdat de VS met deze interventies alles behalve akkoord waren.
In 1971 dreigden de VS India met oorlog; vliegdekschepen stoomden op naar de Golf van Bengalen. In 1979 probeerde de VS de val van Pol Pot te verhinderen, garandeerden zijn zetel in de VN en ondersteunden de Chinese strafexpeditie tegen Vietnam.
U zegt dat het Westen in Servië niet langer kon toekijken bij de gruweldaden. Maar hoe ziet het er dan uit binnen de grenzen van de NAVO zelf ? Bijvoorbeeld de gruweldaden van Turkije tegen de Koerden die in 1990 escaleerden? Twee tot drie miljoen mensen werden verdreven, het land totaal verwoest, tienduizenden op barbaarse wijze gedood. Onlangs heb ik daar de sporen van onderzocht. Hoe was het mogelijk? Het was mogelijk door de ondersteuning van de NAVO. Van de wapens kwam 80 procent uit de VS, inclusief de vliegtuigen, het napalm en de tanks. Dat was geen kleine “etnische zuivering”. Dat was een enorme logistieke operatie. In slechts één jaar, 1997, stuurde het Amerika van Bill Clinton meer wapens naar Turkije als in de hele naoorlogse periode bij elkaar.
Dat alles gebeurde rechtstreeks onder de ogen van de Europeanen. Heeft u zich daarover beklaagd? Natuurlijk niet! Europa heeft meegedaan. Wat zegt ons dat over de westerse gevoeligheid tegenover volkerenmoord? Genocide is acceptabel zolang ze wordt bedreven door het Westen!
Precies in dezelfde periode escaleerde de gruweldaden van de Indonesiërs in Oost-Timor. Indonesië werd door Groot-Brittannië en de VS ondersteund. In 1999 ging het daar veel slechter aan toe dan ooit uit Kosovo werd bericht. De Indonesische militairen hadden al een derde van de bevolking gedood en lieten de wereld weten dat ze Oost-Timor volledig zouden verwoesten wanneer de bewoners niet zouden stemmen zoals zij dat wilden. Voor de Britten en de Amerikanen was dat geen belemmering om hun ondersteuning voort te zetten. Na de stemming – de bombardementen op Servië waren al verleden tijd – hielden de Indonesiërs woord en verdreven en vermoorden duizenden mensen. Op 8 september 1999 verklaarde de Amerikaanse minister van Defensie dat “het lot van Oost-Timor de verantwoordelijkheid is van Indonesië en dat Amerika het daarbij wilde laten”. Pas na drie dagen van voortgaande moordpartijen boog Clinton voor de grote internationale druk en de protesten in eigen land en riep de Indonesiërs op zich terug te trekken. Binnen een paar uur trokken de Indonesische militairen zich terug en lieten een vredesmacht het land binnen. Het laat duidelijk zien hoe “zwaar” het geweest zou zijn de al vijfentwintig jaar durende moordpartij in Oost-Timor in een veel vroeger stadium te beëindigen. Men hoeft dus geen bommen in te zetten om een volkerenmoord te laten stoppen. Men moet alleen ophouden er aan deel te nemen!
De manier waarop het ingrijpen in Oost-Timor door westerse intellectuelen werd gevierd, moest een uiting zijn van de grote ‘humaniteit’ van het Westen. Maar feitelijk is er geen gruwel extreem genoeg dat zij door de intellectuele klasse niet in ‘humanitaire inspanningen’ geherinterpreteerd zou kunnen worden.
Dat is misschien de belangrijkste bijdrage van de verlichte intellectuelen door alle tijden tot de tegenwoordige tijd toe. En deze voorbeelden maken dat duidelijker. Servië is evenzeer een interessant geval. Men moet zich alleen de moeite getroosten een keer door de duizenden pagina’s documentatie te bladeren die door het Amerikaanse en Britse ministerie van Buitenlandse Zaken, door de waarnemers van de NAVO, van de OVSE over de gebeurtenissen in Kosovo werden samengebracht.
De Britten gingen er nog tot januari 1999 vanuit dat de meeste gruweldaden door de UCK, het Albanese bevrijdingsleger, werden begaan. Ik kan dat nauwelijks geloven, zelfs de getalsverhoudingen spreken het eigenlijk tegen, maar de toenmalige Britse minister van Buitenlandse Zaken Robin Cook had het zo gezien en het waren de Britten die het meest in de coalitie op een oorlog aandrongen.
Deden er zich tussen januari en maart veranderingen voor?
Volgens de beschikbare berichten niet. De overtredingen hielden aan. De UCK probeerde volgens eigen zeggen de Serviërs over de grenzen heen aan te vallen en tot overtrokken reacties te provoceren opdat men door de begane mensenrechten-overtredingen de publieke opinie en het Westen voor zich konden winnen. En natuurlijk lieten de Serviërs zich tot zulke gewelddaden verleiden. Zo ging het de gehele maand maart zonder dat het aantal doden of verdrevenen veranderde. Tot dat op 22 maart het Westen – ondanks nadrukkelijke protesten van de Serviërs – de waarnemers terugtrok zodat twee dagen later de bommenregen kon beginnen. Na deze datum escaleerden de mensenrechten schendingen op dramatische wijze en begonnen de zogenaamde ‘etnische zuiveringen”.
Was dat te voorzien? Meer dan dat! Het was tot in alle details vooraf voorspeld. Onmiddellijk na het begin van de bombardementen had generaal Wesley K. Clark [nu Democratisch presidentskandidaat, red.] de pers geïnformeerd dat men rekening moest houden met een golf van mensenrechten- overtredingen.
We weten nu uit zijn ‘memoires’ dat hij een maand voordien hetzelfde in Washington had gezegd toen men hem de plannen voor de interventie voorlegde. “Meteen als de bommen vallen zullen ze de bevolking samen drijven en ombrengen.” En op de vraag hoe men daarop zou moeten reageren raadde hij aan nog meer bommen in te zetten.
Alle verantwoordelijken wisten dus nauwkeurig dat de bommen de volkerenmoord zou prikkelen. En desondanks hebben ze het bevel tot de bombarderen gegeven.
Je hoeft alleen maar het proces tegen Milosevic te volgen. Bijna alle misdaden waarvoor hij wordt aangeklaagd werden na het begin van de bombardementen begaan. De enige uitzondering is de gebeurtenis in Racak
Blijft nog de vraag naar de alternatieven. Op 22 maart 1995 lagen er in Parijs twee voorstellen op tafel; het voorstel van de NAVO en dat van de Serviërs, waarvan de details het Westen tot nu toe zijn onthouden. Na 78 dagen van bombardementen was er dan een compromis waarbij beide partijen iets van hun oorspronkelijke posities waren afgestapt.
Toont dit niet overduidelijk aan dat er vanaf het begin ook nog een ‘diplomatieke’ optie was? Dat had ons de gruweldaden bespaard die het directe gevolg waren van de bombardementen.
Wie de inzet van militair geweld bepleit neemt een grote verantwoordelijkheid op zich. Op hun rust de zware taak te bewijzen dat het geweld het enige alternatief is. Men moet met steekhoudende argumenten komen voor het gebruik van geweld, maar niet voor het afzien ervan. Wanneer iemand zijn vrouw slaat heb je er geen argumenten voor nodig dat hij moet ophouden. Ik heb in elk geval geen overtuigende argumenten voor de bombardementen gehoord. Wanneer de humanisten in het Westen het geweld willen beëindigen moeten ze alleen maar ophouden zich er in te mengen.
In Turkije was dat heel makkelijk geweest, evenals in Oost-Timor en Columbia. We kunnen de hele lijst doortrekken tot dat wat de Israëliërs in de bezette gebieden doen. En ook wat Servië aangaat ziet het er naar uit dat er diplomatieke alternatieven waren, die ons de even vreselijke als de te voorziene misdaden hadden bespaard.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door unknown.)