Ga naar de inhoud

Bolivia andermaal in zwaar weer

Exact twee jaar geleden won Luis Arce van het MAS (Movimiento Al Socialismo) en voormalig minister van economie en openbare financiën onder Evo Morales met iets meer dan 55 procent de verkiezingen en werd de nieuwe Boliviaanse president. Nu bijna halfweg zijn regeringsperiode  – de volgende verkiezingen vinden plaats in 2025 – stapelen de binnenlandse problemen zich op. Bolivia is meer dan ooit een gepolariseerde samenleving waarin geweld niet geschuwd wordt. Wat is er aan de hand en wat zijn de achtergronden van een conflict dat ogenschijnlijk gegroeid is rond het verschuiven van een datum voor de volgende volkstelling?

12 min leestijd

(Door Walter Lotens, overgenomen van Uitpers.be, foto van facebook president Luis Arce Catacora)

Cambas tegen kollas

Bolivia, een land met ongeveer 10 miljoen inwoners, is geografisch in grote lijnen te verdelen tussen de westelijke hooglanden – de Andesregio – waar de grotendeels verarmde inheemse bevolking woont – de zogenaamde kollas – en de oostelijke departementen, waar het grootste deel van de natuurlijke rijkdommen en van de (agro)landbouw gesitueerd zijn. De bevolking in het oosten van het land is grotendeels van Europese (Spaanse) afkomst en wordt cambas genoemd. De regio wordt beheerst door Santa Cruz de la Sierra, de grootste stad en de snelst groeiende van Bolivia met ruwweg 1,5 miljoen inwoners. De middelgrote en grote agro-industrie maakt het mooie weer in het departement. Santa Cruz de la Sierra heeft een subtropisch klimaat. In de zomer is het tussen de 22 en 38 graden Celsius. In Santa Cruz geen ijle tonen van de Andesfluit, maar eerder schetterende Braziliaanse klanken. Toen ik tien jaar geleden in Santa Cruz verbleef, zag ik er een generale repetitie voor het carnaval van begin maart. Dat was nog onder het bewind van Evo Morales. Ik waande mij even in Rio de Janeiro. Wat een hemelsbreed verschil met het carnaval van Oruro dat veel statischer en veel monotoner is. ‘El que no salta es colla!’ (Wie niet danst is een indiaan), scandeerden Cruceños  op de plaza 24 de septiembre tijdens de grote betogingen tegen de regering- Morales toen in 2007 de nieuwe grondwet van de plurinationale staat van Bolivia werd uitgevaardigd. Het antwoord van Santa Cruz was: autonomía!

Een tegendraadse halve maan

 De roep om meer regionale autonomie is niet nieuw en ook niet vreemd in een enorm land als Bolivia met een oppervlakte van meer dan een miljoen vierkante kilometer. Voor de ver van de belangrijkste stad La Paz gelegen departementen Beni, Pando, Tarija en Santa Cruz, zorgt een centralistische en bureaucratische staat voor veel problemen. Deze departementen vormen op de kaart een halve maan, vandaar de naam media luna. De voornaamste pleitbezorgers van departementale autonomie zijn degenen die economisch profiteerden van het beleid van de neoliberale regeringen van vóór Evo Morales (2006-2019). Een aantal van hen eigende zich nog in de tijd van de militaire dictaturen van Banzer en andere generaals op illegale wijze enorme stukken land toe. Door de nieuwe landhervormingswet onder Evo Morales moesten ze deze mogelijk afstaan aan landloze boeren. Daarnaast bevinden zich juist in Santa Cruz en Tarija lucratieve gasvoorraden en de departementen willen daarom bereiken dat de inkomsten daarvan binnen hun departementen blijven. De eis van departementale autonomie is natuurlijk ook een strategie om de economische macht in de handen van de elite te houden.

Die elite situeert zich niet toevallig ter rechterzijde. Het is in die context dat de Union Juvenil Cruceñista al jaren geleden van zich liet horen. Zij waren al in 2006 betrokken bij aanvallen op kantoren van de MAS, partij van Morales, en van verschillende ngo’s. De Union Juvenil Cruceñista is de jongerenbond van het Comité Civico (burgercomité) van Santa Cruz de la Sierra, en bestaat vooral uit midden- en hogere klassenstudenten. Deze beweging werd deels vorm gegeven door de Boliviaanse tak van de fascistische Falange beweging, en heeft dan ook een semimilitair karakter. Het is toen dat een zekere Luis Fernando Camacho op de voorgrond trad. Deze extreemrechtse oppositieleider, en nu gouverneur van Santa Cruz, heeft een grote aanhang waarvan sommigen het geweld niet schuwen. Dat bleek andermaal op die bewuste en beruchte verkiezingsnacht van 20 oktober 2019.

Nadat 83 procent van de stemmen voorlopig geteld waren, had Morales een voorsprong van 7 procent (45 procent tegen 38 procent) op zijn directe tegenstander, Carlos Mesa van Comunidad Ciudadana – ex-journalist en voormalig president – en gezien in de grondwet staat dat wanneer een kandidaat geen volstrekt meerderheid haalde hij/zij toch rechtstreeks verkozen is wanneer hij/zij tien procent meer haalt dan de tweede kandidaat, wees alles op een kleine overwinning voor Morales. Maar toen gebeurde het onverwachte: de overdracht van de verkiezingsresultaten werd ineens 24 uur gestopt. Toen de communicatie werd hervat, bedroeg het aantal stemmen voor Morales  47, 07 procent tegen 36, 51 procent voor zijn tegenstander Carlos Mesa, Mesa. Dat was precies het resultaat – tien procent verschil – dat Morales nodig had om een ​​regelrechte overwinning in de eerste ronde te behalen, maar dan wel met de hakken over de sloot. Daarvoor zouden volgens de overheidsversie vooral de ontbrekende stemmen van de ver afgelegen plattelandsbewoners gezorgd hebben. Iedereen in Bolivia weet trouwens dat de aanhang van Morales daar bijzonder groot is. Bij het bekend maken van die onverwachte wending, na de periode van radiostilte bij het meedelen van de verkiezingsuitslagen, zat het spel op de wagen. ‘Fraude’ riep de oppositie en ze werden al snel bijgetreden door de OAS (Organisatie van Amerikaanse Staten) en door een verwoed twitterende Trump. Het doel (een linkse regering doen vallen) heiligt alle middelen. Niemand had verwacht dat er zo’n groot verzet zou losgekomen zijn, maar vanaf dat moment is het snel gegaan en is de kanteling van de macht begonnen. Presidentskandidaat Carlos Mesa aanvaardde de uitslag van de verkiezingen niet, maar het was vooral de straat die in beweging kwam en niet op een zachte manier. Daarin dook weer de naam op van : Camacho, ‘el macho’, leider van een Jeugdbond uit Santa Cruz. Hij werd gezien met de Bijbel in de hand bij het presidentiële paleis kort nadat Evo was verdreven terwijl zijn aanhangers buiten de wiphala verbrandden, de vlag van de inheemse volkeren van de Andes. Zijn bendes dienden als stoottroepen voor de coup. Zij waren het die politici van de MAS van Morales aanvielen, in elkaar sloegen, hun huizen vernielden en/of in brand staken. Ook de privé-woning van Morales en van zijn zuster in Cochabamba werden door hen vernield. Om verder bloedvergieten te vermijden en met toestemming van het leger vertrok Evo Morales, Álvaro Garcia Linera en enkele MAS-leden dan vanuit Cochabamba met een vliegtuig naar Mexico waar ze onderdak kregen van president Andrés Manuel López Obrador (AMLO).

De toen compleet onbekende, rechtse politica Jeanine Añez uit Santa Cruz sprong in dat ontstane machtsvacuüm en zij werd op 12 november 2019 door enkele intimi op een drafje en met de bijbel in de hand tot interim-presidente aangesteld. (1) Zij regeerde niet alleen met de Bijbel, maar ook met de neoliberale bijbel in de harde hand. Na een jaar schreef zij nieuwe verkiezingen uit die zij grandioos verloor aan Luis Arce. Zij verdween achter de tralies. Einde verhaal voor haar, maar niet voor haar achterban.

Een gecontesteerde volkstelling

Het nieuwe conflict dat nu onder Luis Arce is uitgebroken in het gepolariseerde Bolivia draait rond de nieuwe volkstelling. En weer spelen Santa Cruz en Camacho daarin een hoofdrol.  In feite had de volkstelling in 2022 moeten plaatsvinden, en het was overigens het eerste voorstel van de centrale overheid sinds de laatste volkstelling in Bolivia uit 2012, want om de tien jaar moet in Bolivia zo’n telling plaats vinden. Daarom had ze in 2022 moeten gebeuren. Om die volkstelling te laten plaatsvinden, was echter een voorbereiding van ten minste twee voorgaande jaren vereist, maar door Covid 19 en de ineenstorting van de constitutionele orde is daar toen niets van in huis gekomen.

Vandaar het voorstel van de huidige regering om de volkstelling te verdagen tot 2024. De vertegenwoordigers van Santa Cruz waren ook tegen deze datum, met het argument dat het te laat was. Ze drongen erop aan dat de volkstelling in 2023 zou worden uitgevoerd. De gegevens van die volkstelling zijn zeer belangrijk omdat zij niet alleen de toewijzing van financiële middelen naar de verschillende departementen bepalen, maar ook het aantal zetels dat elk departement in het Nationaal Congres zal mogen innemen. Daarom dat de oppositie vanuit Santa Cruz vreest dat wanneer de volkstelling pas in 2024 wordt gehouden de resultaten ervan – de laatste jaren heeft er zich een grote interne migratie voorgedaan – niet zullen weerspiegeld worden bij de presidentsverkiezingen in 2025. Zij wilde de volkstelling in 2023 laten doorgaan en om die eis kracht bij te zetten, werd er op 22 oktober een staking uitgeroepen. Het ging er niet vreedzaam aan toe. De aanhangers van Luis Fernando Camacho, die opriepen tot de staking, samen met de voorzitter van het Pro Santa Cruz ‘Burgercomité’ Rómulo Calvo, en de rector van de Autonome Universiteit Gabriel René Moreno ( UAGRM), Vicente Cuéllar, vielen de aanhangers en organisaties aan die president Arce en de MAS steunen. De intussen beruchte Unión Juvenil Cruceñista (UJC), een paramilitaire groepering die het burgercomité steunt, vielen burgers van Santa Cruz aan die wilden werken, wat leidde tot nieuw geweld waarbij vooral sociale bewegingen geviseerd werden. Het politiek karakter van de staking was duidelijk, want werkwilligen van grote agro-industriële ondernemingen werden met rust gelaten. De MAS-regering liet in eerste instantie maar betijen en liet het vuile werk over aan sympathiserende volksorganisaties die voor al even gewelddadige tegenacties zorgden. Huáscar Salazar Lohman, onderzoeker van CEESP  (Centro de Estudios Populares) die een zeer goede analyse maakte van het conflict is ook niet mals voor de houding van de regering. Volgens hem liet de regering-Arce de kastanjes uit het vuur halen door haar sociale bewegingen, waardoor ‘bevriend’ geweld als het ware politiek gelegitimeerd werd. Hard tegen hard. Zo ging het eraan toe totdat er op initiatief van de regering een gemengde commissie werd samengesteld om de datum van de volgende volkstelling en de procedures daar rond vast te leggen. Op 13 november kondigde president Arce dan aan dat de volkstelling op 23 maart 2024 zou worden gehouden en dat de herverdeling van middelen in september 2024 zou plaatsvinden, nog voor de presidentsverkiezingen van 2025 dus. Diezelfde dag maakte Luis Arce het officieel door een opperste decreet te ondertekenen. Dat betekende dus dat de toewijzing van financiële middelen naar de deelregeringen en de nieuwe zetelverdeling zou gebeuren op basis van de nieuwe demografische gegevens. Op 26 november bekwam dit decreet een meerderheid in de Kamer van Afgevaardigden en werd de staking opgeheven.

Spanningen binnen MAS

 De spanning tussen de centrale regering en Santa Cruz leek hiermee even geweken, maar het gaat in deze om een zeer wankele ‘godsvrede’. Camacho en zijn volgelingen blijven hoe dan ook elke gelegenheid aangrijpen om meer autonomie te bekomen voor de regio, maar ook binnen de regeringspartij wijzen de neuzen niet allemaal in dezelfde richting. Dat bleek andermaal op de stemming van het decreet op 26 november waar twee MAS-afgevaardigde uit Potosí een tegenstem uitbrachten. Binnen het Movimiento Al Socialismo (MAS) bestaan er grote tegenstellingen tussen de evistas, het blok dat achter Evo Morales staat en de oficialistas, het blok dat pal achter president Luis Arce en zijn vicepresident David Choquehuanca staat.

Het rommelt echter al veel langer binnen MAS. Hoewel de huidige president Luis Arce lange tijd een van de belangrijkste ministers in de regeringen- Evo Morales was, kunnen beide heren  het steeds moeilijker met elkaar vinden. De evistas vormen een meer radicale vleugel binnen MAS en dat leidt ook in verband met het probleem van de volkstelling tot tegengestelde standpunten. De evistas verwijten de renovadores dat zij veel te zachtzinnig zijn omgesprongen met de eisen van Camacho en Santa Cruz. MAS-vertegenwoordiger Ramiro Venegas haalde onlangs zwaar uit naar president Luis Arce. Hij noemde hem ongezouten een ‘brandweerman die het vuur dat uit Santa Cruz kwam probeerde te blussen met een decreet’. Ook Héctor Arce, een andere MAS-afgevaardigde, zei dat Luis Arce verantwoordelijk is voor de onenigheid binnen de partij. Ook Evo Morales heeft intussen al kritische geluiden laten horen. Hij vindt dat deze regering te veel schippert en daardoor de gewone mensen, zeker in Sant Cruz, aan hun lot overlaat. In Página Siete zei Morales dat er een verschil bestaat tussen ‘blauwen’ en ‘roden’ binnen MAS. (3) De ‘blauwen’ zijn volgens hem de revolutionaire militanten, terwijl de ‘roden’ eerder tijdelijke ambities nastreven. (4)

Het is zonder meer duidelijk: na twee jaar presidentschap van Luis Arce hangt de schaduw van Evo Morales zwaar over deze regering. Zullen evistas en renovadores  weer door eenzelfde deur kunnen? Kunnen andere, jongere kandidaten zoals Eva Coca, de burgemeester van El Alto, een rol van betekenis gaan spelen? De volgende presidentsverkiezingen vinden normaal gesproken plaats einde 2025. Zal de regering-Arce het zolang volhouden? Zal er tegen dan weer eensgezindheid bestaan in de partij? Wie zal er dan het voortouw nemen? Komt Evo Morales weer aan zet of verschijnt er een meer gematigde kandidaat op de voorgrond? Bolivia zit andermaal in zwaar weer. Het land blijft een potentieel kruitvat en dat heeft met méér dan een volkstelling te maken.

—–

(1) Intussen is uit grondig onderzoek van het OAS- eindrapport, uitgevoerd door twee onderzoekers van het gerenommeerde Massachusetts Institute of Technology (MIT), John Curiel en Jack R. Williams gebleken dat er eigenlijk niets fout gegaan is tijdens het tellen van die verkiezingsuitslag. Zij stellen in The Washington Post van 27 februari 2020 zonder meer: ‘Bolivia dismissed its October elections as fraudulent. Our research found no reason to suspect fraud’.

(2) Huáscar Salazar Lohman, Censo, polarización y fascismo en Bolivia. 36 días de paro en Santa Cruz)in : ZUR van 29 november 2022)

(3) Evo ve dos alas en el MAS: azules de “convicción revolucionaria” y rojos de “ambición momentánea”. In: Página siete van 4 december

(4) Blauw, zwart en wit zijn de kleuren van MAS-IPSP ( Movimiento al Socialismo-Instrumento Político por la Soberanía de los Pueblos) en rood de kleur van het kleine linkse partijtje Partido Socialista-1 (PS-1), opgericht in 1971 door Marcelo Quiroga Santa Cruz, die vermoord werd tijdens de militaire dictatuur.