Ga naar de inhoud

Als Anarcho-Pacifist Tegen Heerschappij, Staat en Oorlog

Consequent antimilitarisme moet juist deze orde doorbreken. Zij volgt het concept van geweldloze sociale revolutie, waarvan het actieterrein zowel anti-institutioneel verzet als de constructieve opbouw van tegenstructuren vrij van overheersing en solidariteit en de praktijk van vreedzame conflictoplossing omvat. Voor de Duitse politicoloog, pacifistische activist, musicus Wolfram Beyer (1954) heeft dit meer dan alleen maar … Continued

4 min leestijd

Consequent antimilitarisme moet juist deze orde doorbreken. Zij volgt het concept van geweldloze sociale revolutie, waarvan het actieterrein zowel anti-institutioneel verzet als de constructieve opbouw van tegenstructuren vrij van overheersing en solidariteit en de praktijk van vreedzame conflictoplossing omvat.

Voor de Duitse politicoloog, pacifistische activist, musicus Wolfram Beyer (1954) heeft dit meer dan alleen maar theoretische betekenis. Beyer is reeds jarenlang activist en woordvoerder voor de Internationale Dienstweigeraars Beweging, een Duitse afdeling van de War Resisters’ International (WRI) met Berlijn als centrum. Over zijn politieke leven schreef hij een autobiografie getiteld Hoe ik werd, wat ik ben, Politieke herinneringen uit 50 jaar activisme (Berlijn, 2022). Markus Henning besprak het boek voor de site AG-Freiwirtschaft. Hieronder de vertaling ervan. [ThH]

Het anarcho-pacifisme is Beyer’s diepgevoelde ethos en richtsnoer voor concrete actie. Hij heeft nu een ervaringsrijk verslag vol autobiografische kracht gepubliceerd. Het perspectief van zijn herinneringen en beschouwingen, gebaseerd op zijn eigen ervaring, brengt een halve eeuw van geleefd engagement voor onze ogen met een authenticiteit die in een academische verhandeling nauwelijks mogelijk zou zijn geweest. [..]

Vanwege de beroepswerkzaamheden van zijn vader in Afghanistan ging hij van 1961 tot 1965 naar een Duitstalige basisschool in Kaboel en vergezelde hij zijn ouders op verschillende reizen naar Pakistan en India. Sindsdien is hij bekend met het leven en werk van Mahatma Gandhi (1869-1948) en kent hij diens programma van libertaire, geweldloze massacampagnes. ‘Voor mijn vader was de persoon van Gandhi altijd een referentiepunt voor zijn Indiase culturele belangen’ (p. 58). Een familie-impuls die Beyer in 1969, op 15-jarige leeftijd, weer oppakte en verdiepte tot een bron van inspiratie door zelfstandige tekststudie.

Geen wonder dat hij bewust afstand neemt van het marxisme-leninisme, dat een autoritaire renaissance beleeft in de pas opgerichte DKP, in diverse K-groepen (K van Kommunismus) en in de guerrillastrategieën van de Roten Armee Fraktion (RAF): ‘Het waren revolutionaire perspectieven volgens militaire ideeën, na de overname van de staat door het leger, de politie en de partijbureaucratie, dus eigenlijk alleen een uitwisseling van mensen aan de machtshefbomen. Dit strookte niet met mijn libertaire ideeën en de kritiek op autoritaire structuren, die wij uitoefenden tegen de burgerlijke maatschappij in de BRD en ook tegen het ‘echte socialisme’ van de DDR’ (blz. 49).

Met een activistische achtergrond in antiautoritaire school- en studentenbeweging vanaf 1973 in Berlijn begint hij aan zijn politicologie studie van 1975-1980 aan het Otto-Suhr-Instituut. Daar leert hij coryfeeën kennen als Ossip K. Flechtheim (1909-1998), Johannes Agnoli (1925-2003) en Theodor Ebert (1937) en wijdt zich aan kritische lezing van Marx, onderzoekt de geschiedenis van de radenbeweging naast ecologische en vredespolitieke thema’s, werkt aan kwesties van burgerlijke ongehoorzaamheid en geweldloze opstand.

Wolfram Beyer aan de boekentafel bij de Internationale Dienstweigeraars beweging; Berlijn, mei 2019.

Hij blijft niet steken in het academische. In 1978 werd hij actief lid van de in te nationale dienstweiringsbeweging en kort daarna liep hij zeven maanden stage in het Brusselse WRI-kantoor. De publicaties van de heroplevende anarchistische beweging werden steeds belangrijker voor hem. Hij ontdekte Gustav Landauer (1870-1919), Rudolf Rocker (1873-1958), Albert Camus (1913-1960) en de Nederlandse antimilitaristische beweging als intellectuele referentiepunten. Met het anarcho-pacifistische tijdschrift graswurzelrevolution komt als het ware een nieuw richtinggevend medium zijn leven binnen. ‘Sindsdien zijn mijn acties gericht op antimilitarisme, libertair socialisme, geweldloosheid en seculier humanisme’ (p. 51). [..]

Wat de facetten van het geëngageerde leven tot op de dag van vandaag als een inhoudelijke haak met elkaar verbindt, is Beyer’s onvermoeibare en transnationaal georiënteerde solidariteitswerk met deserteurs, oorlogsvluchtelingen en allen die zich – in welke vorm dan ook – aan de staatsdienstplicht onttrekken. ‘Als pacifist en gewetensbezwaarde bekritiseer ik elke staat overal ter wereld die oorlog voorbereidt en voert’ (blz. 69).

Markus Henning eindigt zijn bespreking van dit autobiografische boek op treffende manier. ‘Als veelbelovende strategie tegen oorlogszuchtige agressie en autoritair bewind vereist consequent antimilitarisme een diepgaande culturele verandering: relevante sociale minderheden moeten geweldloze actievormen zoals massale stakingen, belastingweigering, boycots en non-coöperatie mentaal voorbereiden en trainen als sociale praktijken.

Maar ook degenen die sceptisch zijn over de kansen van passief verzet en sociale verdediging zullen Beyer’s politieke autobiografie met profijt kunnen lezen. Wolfram Beyer is erin geslaagd een belangrijk boek te schrijven, alsof het gemaakt is voor donkere tijden als de onze. Het spreekt van de voorbeeld-gevende kracht van de lange adem, die we kunnen gebruiken om onszelf innerlijk op te heffen. We hebben teksten als deze meer dan ooit nodig.’

Markus Henning (vertaling Thom Holterman; integraal in het Duits te lezen op de site AG-Freiwirtschaft, zie Online.)