Ga naar de inhoud

Democratie vs Bankwezen

In de nasleep van de financiële crash van 2008 riepen politici moord en brand. Het bankwezen zou onder controle gebracht worden. Vier jaar later doen banken nog steeds hun zin. Meer nog: ze voeren een machtsgreep uit op de samenleving door de begrotingspolitiek van de overheden te manipuleren die enkele jaren geleden verhinderden dat de financiële sector desintegreerde. De bal ligt in ons kamp.

12 min leestijd
tbankwezen

(Het origineel bij DeWereldMorgen)

In 2008 werd de wereld wakker met de kater van het bankiersfeestje dat enkele decennia de samenleving in een roes hield. Tijdens dat feestje stelde niemand er zich vragen bij dat een toenemend deel van de economische groei voortkwam uit de wildgroei van de financiële sector, waar de handel in exotische financiële producten welig tierde. Wie wel vragen stelde over de meerwaarde van deze handel of de risico’s die eraan verbonden waren, werd gezien als doemdenker en vooral pretbederver. De Amerikaanse hypotheekzeepbel spatte uiteen en veroorzaakte een crash die de mondiale financiële sector lam legde. Daarop volgde een massale reddingsoperatie: wereldwijd ging er 9.000 euro miljard belastinggeld naar de banken, dat is meer dan het gezamenlijk jaarlijks inkomen van de 4,7 miljard mensen uit het zuiden.(1)

Sommige tegenstanders van het neoliberalisme lachten in hun vuistje toen bank na bank gered moest worden door de staat. Er werd wel eens gezegd dat het Witte Huis eind 2008 slechts één dag trouw was aan haar principes: de dag dat ze beslisten Lehman Brothers failliet te laten gaan. Dat faillissement stuurde een schokgolf door de financiële wereld en bezegelde de systeembedreigende aard van de financiële crash. Sindsdien werd elke financiële instelling die ‘Too big to fail’ is, gered.

Het einde van de illusie dat financiële wildgroei en een duurzame economische ontwikkeling hand in hand gaan, was echter niet nabij. Politici schreeuwden moord en brand: ‘Dit zal nooit meer gebeuren!’en ‘De schuldigen zullen boeten!’. Vier jaar later moeten we vaststellen dat deze politici holle frasen zaten te verkondigen. Het financieel systeem is overeind gehouden met een quasi blanco cheque en het speculatieve bankieren is niet aan banden gelegd. De burger betaalt de rekening. In navolging van de financiële crash lijkt de robuustheid van onze democratie in een neerwaartse spiraal terechtgekomen te zijn.

Reddingsboei of blok aan het been?

Bij het redden van banken leken regeringen niet zo vaak aan de lange termijn belangen van de samenleving te denken. Ze namen nochtans maatregelen met een zeer grote impact op onze toekomstige welvaart. Meestal werden ze in een weekend beklonken – als de beurzen dicht zijn – tussen regeringsleiders, ministers van financiën, nationale banken, en de top van de bank in kwestie. Naderhand werden die reddingen soms wel en soms niet bekrachtigd door het parlement.

Dexia is een tweede maal gered in oktober 2011 door een regering van lopende zaken. Hoewel de redding een waarborg van de Belgische staat van 54 miljard euro inhoudt, is de beslissing nooit aan het parlement voorgelegd. CADTM (nvdr: Comité voor de afschaffing van de derdewereldschuld), ATTAC Brussel en Luik spanden een procedure in bij de Raad Van State om deze waarborg nietig te laten verklaren. Fairfin en vele andere middenveldorganisaties en individuen steunen deze procedure.

De vorm die deze reddingen aannamen, werd voorgesteld als de enig mogelijke oplossing. De banken moesten overeind gehouden worden, inclusief casino, en ernstige voorwaarden opleggen was niet aan de orde. Dit werd ook in België toegepast: de toxische schulden nationaliseren en het gezonde deel van de bank (Fortis) voor een appel en een ei verpatsen (aan BNP Paribas). Er kwamen vertegenwoordigers van de overheid in de geredde banken, maar daar hebben we bitter weinig van gehoord. Bovendien hadden deze vertegenwoordigers vaak een carrière in de financiële sector achter de rug. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Nochtans, het is niet overal zo gegaan. IJslandse banken hadden zoveel schulden dat het land in 2008 failliet ging. Er werd een referendum gehouden waarin burgers konden kiezen of ze de schulden van de banken op zich namen of niet. 93 procent van de deelnemers aan het referendum was hiertegen. Terwijl de CEO ’s van de banken in andere landen met een gouden parachute de door hen gecreëerde puinhoop achter zich lieten, waren in IJsland topbankiers het voorwerp van gerechtelijke onderzoeken.(2) In de meeste landen echter zijn er nagenoeg geen politieke krachten die een andere aanpak voorstaan.

Bovendien verdedigden regeringen de reddingen steevast met het argument dat die geld in het laatje zouden brengen. Regeringen lijken op dezelfde manisch-depressieve golven te surfen als de financiële markten zelf. Elke keer een bank gered wordt, kraait een minister victorie want die banken moeten een bijdrage betalen of de staat zal een dividend krijgen als aandeelhouder en dat zal geld in het laatje brengen. Ervan uitgaande dat alles nu koek en ei is.

Deze uitgangspositie is een gevaarlijke mythe. In België is het Dexia-debacle daar het beste bewijs van. In 2008 hield de overheid Dexia overeind met een herkapitalisatie van 6 miljard euro en een waarborg van 100 miljard euro. In 2011 werd Dexia gesplitst: België betaalde 4 miljard euro voor de Belgische tak van de bank (Belfius) en staat borg voor Dexia Holding, de bad bank, voor een bedrag tot 54 miljard euro. We kunnen ons dan ook de vraag stellen of overheden in 2008 ons een reddingsboei hebben gegeven of een blok aan ons been.

Het bankwezen houdt de pen vast

Anno 2008 luidde één van de strijdkreten van politici dat de financiële sector gereguleerd zou worden. Een onderwerp dat hierbij vaak ter sprake kwam waren de too big to fail-banken. Het probleem dat zich hier stelt, is dat sommige banken dermate groot zijn dat hun faillissement de hele economie zou bedreigen. Dit kan het schadelijk gevolg hebben dat banken ongeoorloofde risico’s nemen omdat ze ervan uitgaan dat de overheid hen wel zal redden als het fout loopt.

In eigen land had Fortis (toen nog geen onderdeel van BNP Paribas) in 2007 een balanstotaal dat bijna drie keer zo groot was als het BNP van België. Bij KBC was dat 115 procent en bij Dexia 86 procent van het BNP.(3) In de nasleep van de financiële crisis kregen enkele reeds grote banken kolossale proporties. De activa van de 23 grootste banken zijn tweemaal zo groot als het BNP van de volledige Europese Unie.(4) Kijk bijvoorbeeld naar BNP Paribas: tussen 2007 en 2010 groeide haar balans met een derde. Zo had de bank in 2010 een balans die groter is dan de Franse economie.(5)

Eén van de maatregelen die besproken wordt om de financiële sector te reguleren, is het afscheiden van speculatieve activiteiten van banken die spaargeld van klanten aanhouden. Enkel de banken die met spaargeld werken, zouden dan nog in aanmerking komen om gered te worden. Zulke scheiding is geen nieuws. Ze werd ingevoerd tijdens de Grote Depressie in de jaren ’30 en was van kracht tot eind jaren ’90.

Voor alle duidelijkheid: het speculeren is allesbehalve gestopt sinds 2008. Het casino draait op volle toeren: speculatie op grondstoffen, speculatie op staatsschuld, speculatie op voedselprijzen, etc…  In de V.S. en het V.K. staan er regels in de steigers die het spaargeld uit de goktent moeten weren. Min of meer toch alleszins. Want hoewel het V.K. en de V.S. met deze regelgeving verder staan dan België, waar de Nationale Bank de opdracht gekregen heeft om de maatregel te bestuderen, zou het hek dat men tussen spaargeld en speculatie wil plaatsen vol met gaten zitten. En zelfs zonder deze achterpoortjes in de wetgeving zouden er nog heel wat too big to fail-banken overblijven.(6) Waar zijn de politici die enkele jaren geleden de publieke opinie susten door een verbale oorlog tegen de banken te voeren?

Dan zijn er ook nog de Basel III-regels. Volgens die regels moeten banken meer eigen vermogen hebben dan voorheen, zodat ze beter in staat zijn om verliezen te slikken. Het extra geld dat ze in kas moeten houden, kunnen ze niet gebruiken om te investeren, betreuren de banken. Ze waarschuwen nu al dat ze minder en duurdere kredieten zullen geven. Dat terwijl de Europese Centrale Bank (ECB) onlangs nog meer dan 1.000 miljard euro leende aan banken voor een intrestvoet van 1 procent, waardoor er zich nog meer winstmogelijkheden voordoen. Maar hun traditionele rol vervullen, kredieten verlenen aan organisaties en bedrijven, dat zien ze steeds minder zitten.

Belangrijk om te onthouden, is dat al deze wetten en regelgeving mee bepaald worden door het bankwezen. Het is nu eenmaal één van de sterkste economische sectoren, die – al is de meerwaarde vaak ver te zoeken – een groot deel vormt van de economie in vele landen. Zo strijken in de V.S. banken nu bijna een derde van alle bedrijfswinsten op terwijl dit begin jaren ’80 slechts 7 procent was.(7) Ook in het V.K. staat de financiële sector in voor ongeveer een derde van de economie.(8) Bijgevolg heeft de sector ook aardig wat in de pap te brokken als de wetgevende pen ter hand genomen wordt. Uit recent onderzoek blijkt dat 73 procent van de leden van de adviesgroepen die een herziening van de regelgeving over onze financiële instellingen voorbereiden binnen de Europese Commissie, uit personen bestaat verbonden aan het financieel bedrijfsleven.(9)

Het bankwezen heeft honger

De redding van banken heeft ook een grote impact op de rest van het beleid. Ze betekent een verplaatsing van schulden van de privé sector naar de publieke sector. Naast de miljarden voor de banken werd de overheidsschuld ook nog aangedikt omdat de staat geld in de economie pompte om de economische recessie, die volgde op de financiële crisis, te bestrijden. Eens de banken konden verder gaan op hun elan van hoge winsten, speculatie en bonussen, werden de overheden die voorkwamen dat het mondiale bankwezen desintegreerde op het matje geroepen.

De financiële markten, gesteund door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Commissie, verwijten nationale overheden sindsdien dat ze hun geld over de balk gooien. Ze rekenen hogere rentes op staatsobligaties aan en eisen fikse besparingen. De intrest die de financiële markten vragen om geld te lenen aan Griekenland, Portugal en Ierland is onbetaalbaar geworden en deze landen financieren hun budgetten nu met steun van de Europese commissie, de ECB en het IMF.

Deze steun is echter een vergiftigd geschenk. Ze dienen in de eerste plaats om schuldeisers, voornamelijk banken, terug te betalen en zijn de hefboom waarmee besparingen in ‘weinig renderende’ uitgavenposten zoals de sociale zekerheid en overheidsbedrijven afgedwongen worden. Dit hoeft op zich niet te verbazen. Het IMF gaf in de laatste twee decennia veel van zulke vergiftigde geschenken in Latijns-Amerika en Zuid-Oost Azië. Maar ook andere landen lijden onder de druk die de financiële markten uitvoeren op het begrotingsbeleid. Niet alleen op economische wijze door hogere intresten aan te rekenen voor leningen, maar ook op politiek vlak. Hoe er met de overheidsschuld moet omgegaan worden is onderwerp geweest van vele Eurotoppen en het is op zijn zachtst gezegd verontrustend dat banken daar informeel mee onderhandelden.(10)

Bovendien wordt er hier met twee maten en gewichten gewerkt: op welke manier kan men rechtvaardigen dat overheden die het financieel systeem enkele jaren geleden nog reanimeerden, strenge voorwaarden opgelegd krijgen en een tamelijk hoge rente moeten betalen, terwijl de ECB leningen met 1 procent intrest geeft aan Europese banken zonder voorwaarden op te leggen? Eens te meer wordt de winst geprivatiseerd en het verlies gecollectiviseerd.

Nationale overheden? Die bieden weinig weerwerk tegen deze machtsgreep. Sorry jongens, het bankwezen heeft honger. Tegenover de gelaten houding van politici is in enkele landen wel een groot ongenoegen van de bevolking waar te nemen. De sociale onrust heeft in enkele landen – Griekenland op kop – een niveau bereikt dat we tot voor kort enkel in derde wereld landen mogelijk achtten. Dit kon de vastberadenheid van de financiële markten en hun politieke medestanders echter niet intomen. Zo is in Griekenland en Italië nu voormalig personeel van Goldman Sachs aan het hoofd van onverkozen regeringen geplaatst om de onrechtvaardige en onefficiënte besparingen door te voeren.

Dat de meeste politici zich niet assertiever opstellen en meegaan in de waanzinnige logica van de financiële markten getuigt van misprijzen voor de belangen van de burgers. De democratische instellingen waren zeker niet perfect voor 2008, maar nu het bankwezen de democratische instellingen naar eigen believen kneedt en de politieke wereld zich voor zijn kar laat spannen, neemt het democratisch deficit drastisch toe en gaat gepaard met een verlies aan welvaart van ongekende hoogten. Wie dacht dat 2008 het failliet van de eenheidsworst op het vlak van economisch denken zou inluiden, komt voorlopig bedrogen uit. Het bankwezen kiest voor de vlucht vooruit en de politiek doet mee. Waar er al financiële regelgeving wordt opgesteld, valt ze mager uit.

In Europa staat tegenwoordig alles in het teken van ‘economic governance’: het pragmatisch besturen van de samenleving volgens de dictaten van de markten. En die markten worden gelijkgeschakeld aan het algemeen belang. Tegen deze logica ingaan en de belangen van burgers voorop stellen is uit den boze: het zou de broze markten wel eens kunnen verstoren. Dit democratisch deficit legt de bal in het kamp van de burgers en het middenveld. Om geloofwaardig te zijn, mogen burger en middenveld zich evenwel niet meer laten verleiden door de roes van woekerwinsten. De kater is zo al erg genoeg. Er is helemaal niets verloren, maar als we het bankwezen willen temmen, als we een economie willen die ten dienste van de samenleving en de natuur staat, zullen we er voor moeten opkomen.

Frank Vanaerschot

Frank Vanaerschot is medewerker van FairFin (nieuwe naam van Netwerk Vlaanderen)

Bronnen:

1, 4, 7 Marc Vandepitte: http://vl.attac.be/article1776.html

2 Frank Vanaerschot: http://devuylenspiegel.wordpress.com/2012/02/06/ijslands-hitchhikers-guide-voor-de-crisis/

3 Ivan Vande Cloot: http://www.fairfin.be/files/nl/documents/uploads/pres_ivan_van_den_cloot-813.pdf

5 Bloomberg (in het Nieuwsblad): http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20101104_050

6 New Economics Foundation: http://www.neweconomics.org/press-releases/banks-still-too-big-to-fail

8 Corporate Watch: http://www.corporatewatch.org.uk/?lid=4171

9 Corporate Europe Observatory: persoonlijke correspondentie

10 Corporate Europe Observatory: http://www.corporateeurope.org/news/what-are-bankers-doing-inside-eu-summits